BINNENLAND.
ostTAigtn «ou. Acht dagen gerangenia-
«traf is de eiach.
Pelle te Monnikendam heeft 14 Dec.
eenig timmermansgereedschap uit een werk
plaats gestolen en zich door inklimming
door een venster toegang verschaft.
Hij heeft vroeger bij den bestolene, de
Wijs gewerkt. De laatste heeft het hem
toebehoorende herkend. De deur was ge
sloten met een haakje. Bekl. erkent in
het schemeruur den diefstal te hebben
gepleegd. De werktuigen heeft hij te Edam
▼oor f 1 verkocht, benevens voor een bor
rel en een half ons tabak, juist dien middag
had bekl. gedaan gekregen van de Wijs,
omdat het werk op was. Waarom bekl.
het feit gepleegd heeft kan hij niet zeggen.
3 maanden gev. requreert de subs. off.
v. just. Uitspraak over 8 dagen.
M. E. werkm. Aalsmeer heeft 27 Dec.
uit een schuur van W. van Z. eene hoe
veelheid aardappelen weggenomen. Des
morgens vermiste van Z. die, en ver
moedde dat E. het gedaan zou hebben
daar hij kleine voetstappen in het duin
zag. Bekl. had er 's nachts werk en de
schuur was los, zoodat de verleiding hem
te sterk was en hij een zak aardappelen
meenam. Het was een behoefte, ik heb
acht kinderen. Een maand gev. wordt ter
zijner correctie geëischt.
Jac, M., huisknecht Aalsmeer, heeft
Jan M. den 26 Dec. op den weg te Aal-
•meer aangegrepen en geslagen.
Beide liepen achter een meisje, hier is
derhalve een staaltje van landelijke jaloezie.
Sophia G. was de zoozeer gewilde achoone.
Zij heeft het feit gezien. Aan de vang
snoeren van zijn uniform werd hij door
bekl. gevangen. De president vraagt of zij
van Jac. M. niet meer weten wil, maar
op die hartsvraag antwoordt zij niet.
Een andere getuige weet niet of de
stomp hard aankwam, omdat hij die niet
heeft gevoeld. Of bekl. dronken was weet
get. niet, wel dat hij een flesehje jenever
in den zak droeg.
De eisch luidt f 5 boete subs. 2 dagen
hechtenis.
Johs. Hollenbeek, Zaandam, werkman
en eenden houder, en Casp. Stolp, slagers
knecht, Zaandam, zijn beschuldigd van
omstreeks 9 Nov. in Oostzaan 38 eenden
te hebben opgevangen en weggenomen en
te Alkmaar ten eigen bate te hebben ver
kocht waarin Stolp behulpzaam is geweest.
H. zegt dat hij S. order heeft gegeven
om eenden te koopen op de markt te
Purmerend voor de eeudenhouderij. Het
waren geen goede eenden. Hij weet niet
van wien hij ze gekocht heeft, en heeft
ze laten brengen op een plaats waar de
boot altijd aanlegde.
Aanvankelijk heeft S. voortdurend ge
zegd dat hij met een schuitje naar P.
gegaan was, later met de spoor. Dat her
innert hij zich niet goed.
H. heeft aan den veldwachter opgege
ven dat de eenden in het westerhok, later
zegt hij dat ze in het oosterhok waren.
Jan Lust te Oostzaan verklaart, dat hem
22 eenden zijn ontstolen en hij herkende
die aan het merk. Hij is nog gaan kijken
in het hok van H. maar vond er geen van
hem in, maar zijn vrouw zei dat als H.
eenden vanL. had,hij ze wel voor hem bewaren
zou. Later zag hij er 10 of 11 in het hok.
Het is zeer moeilijk eenden in het veld te
onderscheiden, en als men eens anders een
den toevallig meeneemt, houdt men ze in
het hok tot men ze komt halen. Reeds
vroeger heb ik last met H. gehad zegt get.
toen zei hij dat hij eenden van mij, die hij
verkocht had, ts Purmerend gekocht had,
H. eendenhonder, heeft ook eenden vermist.
S. heeft zijn broer dan ook een eend te
ruggegeven. Hij wilde de eenden van L.
meenemen, maar Hollenbeek en S. zeiden
hij moet ze zelf maar halen. Aan eeu ander
vertelde bekl. dat hij denzelfden dag een
den van allerlei merken te Alkmaar had
verkocht.
Eenden die S. op de markt te Pur
merend heet gekocht le hebben, zwommen
twee dagen na den dag waarop dat ge
schied zou zijn in de Zaan.
Nog 4 andere eenden houders verklaren
dat eenden aan hen toebehoorende zijn
vermist en te Alkmaar verkocht. Een hun
ner vond twee of driejaar geleden zijn een
denbij H. en daarop zeide deze, dat hij ze
gekocht had en gaf ze niet terug.
H. en S* hebben de eenden te Alk
maar verkocht aai Sekooi voor 10 ots.
per stuk, die deze onmiddellijk daarop
weer aan de Graaf verkocht voor 65 ets.
en een andere Oostzaner de eenden ziende
staan, herkende de merken en ging naar
den commissaris van politie. Twee getui
gen hebben H. op zijn verzoek eenden
helpen opvangen en gezien, dat er met
o, het teeken van Lust, gemerkt, bij
waren.
Beide bekl. blijven bij hunne ontkenning.
De subs. off. v. just, qualificeert H.'s
daad als voortgezet misdrijf van verduis
tering, door opzettelijk zich goederen die
hij anders dan door misdrijf onder zich
had, toe te eigenen. S. heeft zich schuldig
gemaakt aan het desbewust medehelpen
daaraan en requireert voor H. veroordee
ling tot 6 maanden gev. en voor S. tot
8 maanden gevang.
Uitspraak over 14 dagen.
Men schrijft one uit Haarlenamer-
liede van 6 dezer
Heden zijn door de geneeskundige
adjunct inspecteurs van Noordhol-
laad de mazelen in deze gemeente
epidemisch heerschende verklaart.
De openbare lagere school der af-
deeling Spaarnwoude, die de laatste
dagen slechts door enkele leerlingen
werd bezocht, zal voorloopig worden
gesloten.
V1SSCHERIJ.
Bakhuizen, 5 Febr. De uitkomsten der
haringvisscherij worden beter. Op gigteren en
beden werd alhier door onze visscker» aangevoerd
175 tal (een tal 200 stuk») Zuiderzeeharing, prijs
f5.85 f7 per tal Door de bet3r« kwaliteit der
haring, zijn de prijzen de helft gestegen.
Nieuwediep, 6 Fehr. Vier korders brach
ten heden enkele tongen en hunschollcn, 10
mandjes kl. Bchol en manden schar ten afslag;
tong en bunBchol gold 50 cent per stuk, kl.
schol f 4.50 per mand en schar f 1.10 per mand.
De gestrande «Sch. 22», sch. J. den Heijer, be-
somde voor 50 tongen, bunschollen, 1 tarbot en
8 manden kraat f45.
De hoogleeraar P. Van
Geer geeft iu de Vragen des Tijds
een overzicht, met toelichtende op
merkingen, van de ingediende wets
ontwerpen tot regeling van het pen
sioen voor de burgelijke ambtenaren.
Aan het slot gaat de schrijver na,
wie van denieuwe regeling voordeelen
behooren te trekken, behalve de amb
tenaren, die nog in dienst zijn en,
wanneer zij overlijden, hun wedu
wen en weezen. Hij meent dat ook
gepensioneerden, wier aanstelling
van 1846 dagteekent en die het be
staande fonds hebben gevoed, «zelfs
overvoed», van de voordeelen niet
mogen verstoken blijven.
Daarentegen ontkent de schrijver,
dat de onderwijzers en de burge
meesters en secretarissen van ge
meenten behooren te worden toege
laten. Zij hebben voor het fonds
niet bijgedragen en dus geen aan
spraak op de voordeelen.
Hij dringt ten slotte aan op spoe
dige afdoening. Duizenden ambte
naren zien haar met spanning te
gemoet.
Het //Sociaal Weekblad"
wijdt eenige woorden aan de voorgenomen
reis van den heer Van Waalwijk naar
Argentina, een reis die, zooals werd ge
meld, van wege het//Nieuwsblad voor Ne
derland" wordt ondernomen ten bate van
onze landgenooten, die er aan denken naar
dien staat te verhuizen.
Het //Weeklad" meent te moeten waar
schuwen tegen reclame. Wel durft het zulk
een reclame op zichzelf niet ongeoorloofd
ot afkeurenswaardig noemen, maar wèl
kan en wèl moet zij voor de belangheb
benden een reden zijn om met de noo-
dige behoedzaamheid aan te nemen wat
hun geboden wordt.
//Vooral vervolgt het blad moet
dit het geval zijn, waar er bij die aan
bieding, zooals zij geschiedt, toch reeds
Mileidiig bestaat om met rertroiwea «Ut
te scheutig te zijn. Wie is de aas, aan
wien deze moeilijke zending is opgedra
gen? Verslaat en spreekt hy de taal des
lands zoo, dat hij naar alle kanten ver.
mag heem te dringen door de oppervlakter
Bezit hy de eigenschappen om critisch
te verwerken de gegevens, die men niet
in gebreke zal blijven, smakelijk toebereid
hem voor te metten J Eindelijkal luidt
op die vragen het antwoordt alleszins be
vredigend, hoe kan hy aan zijn omvang
rijken lastbrief naar eisch voldoen in de
korte spanne tijds van drie maanden uit
en thuis, die met de lange zeereis heen
en weer verminderd moeten worden
Waarlijk, meer grond is er om van dezem
reiziger oppervlakkige indrukken te ver
wachten, dan «verslagen, die een volkomen
vertrouwbare vraagbaak zullen zijn." En
wel wat haastig gebakerd was onzes in
ziens de redacteur van «Gelria* toen deze
betuigde, dat //dit voornemen van het
//Nieuwsblad voor Nederland* ten hoogste
gewaardeerd mag worden door allen, die
nog eenig medelijden gevoelen met hun
minder bedeelde landgenooten, wier nood
druft hen noopt het land hunner vaderen
hun nooddruft te verlaten."
z/Wat ons betreft, wij geven hun liever
den raad, de voorlichting, welke zij wen-
schen te zoeken bij de regeering, die in
den heer L. van Riet te Buenos-Aires een
uitnemend consulair agent heeft, ijverig
en kundig, door een verblijf van ettelijke
jaren met volk en zeden bekend. Reeds
heeft zij in de //Staatscourant," en even
eens in de 19e aflevering der Consulaire
Verslagen over 1888, een uitvoerig rap
port van diens hand openbaar gemaakt.
Wij weten, dat zij verdere mededeelingen
van hem te gemoet ziet en wel niet on
der zich zal houden. Ook durven wij er
voor iustaan, dat men, met bepaalde, voor
beantwoording vatbaie vragen zich tot
haar wendend, haar bereid zal vindon om
ze, voorzoover nog noodig, ter afdoening
op te zenden.
//Men verwijt der regeering wel eens,
dat zij in zaken als deze te wsinig doet
uit zichzalf. Omgekeerd zou niat misplaatst
zijn het verwijt, dat men reel te veel on
gebruikt laat de diensten, die zij bewijzen
kan en die de bevolking van haar mag
vorderen. Die diensten hier in te roepen,
dat is zoowel voor de onmiddellijk be
langhebbenden als voor wie om hunnent
wil er belang in stalleD, naar het ons voor
komt, de veiligste weg."
In de plaats van den heer
C. de Goede Hzn., die voor de be
trekkingen heeft bedankt i« tot se
cretaris en penningmeester van het
bestuur der afdeeling Noord-Hol
land van de vereeniging «Het Ne-
derlandsch Paardenstamboek» be
noemd de heer W. Teengs te Wie-
ringerwaard.
In het Noordzeekana a 1
is Maandag een vlet bemand met
twee personen door de engelache
stoomer Woodstock in den grond
gevaren. De beide opvarenden wer
den door dit vaartuig opgenomen
en met een sloep aan wal gezet.
Naar de Amst. CU uit be-
trouwbare bron verneemt, bestaat
het plan om eene maatschappij op
te richten tot exploitatie van het
Paleis voor Volksvlijt. Aan het hoofd
van die maatschappij zou komen te
staan de heer Ton Sr., directeur
der centrale markten te Dusseldorf.
Het Paleis voor Volksvlijt zou als
dan tot eene groote hal ingericht
worden, waar bloemen, planten,
groenten, vleesch, visch enz. zoud n
te koop aangeboden worden. Er
zijn reeds onderhandelingen aange
knoopt met de aandeelhouders van
het Paleis voor Volksvlijt, waarvan
de meerderheid zich bereid verklaard
heeft, zoodat de onderhandelingen
spoedig tot een goed einde zullen
gebracht worden, terwijl men zich
met een adres tot de bevoegde
autoriteiten zal wenden, ten einde
een subsidie te ontvangen, daar,
zoo kot plea (dikt, la reads lang
belooida en verwachte groenten-
markt van gemeentewege niet op
gericht zou behoeven te worden.
De sluiswachter Jansen,
die in hechtenis werd genomen als
verdacht van poging tot moord op
den opzichter der genie d. B. te
Woudriehem, is weder op vrije voe
ten gesteld.
Dinsdag werd te Moer
dijk een papierventer in hechtenis
genomen, die vergezeld was van
een kleinen jongen. Terwijl zij om
hunne waar aan te bieden brutaal
weg elk huis binnendrongen, maak
ten zij van de gelegenheid gebruik
om wat van hunne gading was
weg te kapen.
De burgemeester van
Voorst heeft bekend doen maken,
dat hij waarschuwt tegeu de kwade
praktijken van zekeren A. J. Wis-
sink, geboren te Epe, zonder vaste
woonplaats, oud circa 58 jaar, mid
delmatig van lengte, met een groot
hoofd, grijzen baard en de voeten
eenigszins binnenwaarts gekeerd,
doorgaans slordig gekleed. Hij geeft
zich uit voor wonderdokter en schei
kundige. In laatstgenoemde hoeda
nigheid tracht hij de landbouwers
op te lichten, voorgevende hun eene
nieuwe wijze van boterbereiding te
kunnen leeren.
Dit B e r g e 11-0 p-Z o om w ord t
geschreven:
Als een bewijs, dat men hier op
het gebied van paardenslacbten nog
zeer achterlijk is, diene dat Woens
dag ochtend, ten aanschouwe van
eene geheele buurt, mannen, vrou
wen en kinderen, een paard met
bijlslagen werd afgemaakt. Niet
minder dan 17 bijlslagen moesten
worden toegebracht, voordat het
paard wankelde en viel.
Naar men verneemt, zal de politie
maatregelen treffen om voortaan
dergelijke barbaarsche tooneelen in
de stad te beletten.
Maandag bevond zich
een zwaar geladen wagen, bespan
nen met drie paarden en begeleid
door drie broeders op den weg van
Maastricht naar het dorp Bemelen.
Het voorste paard schrikte van
rundvee, dat zich op den weg be
vond, en de twee andere paarden
begonnen daarop te steigeren en te
bollen, waardoor de drie begelei
ders van de been raakten. Een
der broeders kreeg een wiel over
het lijf en bleef op de plaats dood;
De tweede kreeg een wiel over den
linkerarm en de zijde, en de derde
werd aan het hoofd gekwetst.
Men schrijft uit Neede
aan de ZutpA. Ct
Een aardig geval dat dezer dagen
hier plaats had, deed ons onwille
keurig aan «De schilderjas», novelle
van A. A. Beekman, denken.
Toen de dienstmaagd van den heer
A. W. 's avonds omstreeks zes uur
van het dorp waar zij boodschappen
gedaan had, tot dicht bij de huis
deur harer woning gekomen was,
bemerkte zij tot hare niet geringe
ontsteltenis dat daar in het portaal
eene lange, zwarte gedaante stond.
Dadelijk snelde zij raar het dorp
terug en wist zekeren H. over te
halen met haar mede te gaan en te
zien wie de onbekende was en, in
dien het noodig mocht zijn, hande
lend op te treden.
Beiden bleven eindelijk op eenen
eerbiedigen afstand van de deur staan,
waarop H. met eene van angst tril
lende stem riep: «Goo'naovondh
Daar er geen antwoord kwam riep
hij nogmaals: «Ik zegge oe goo'a
avond I«Woorumme sprek ie
neet Weer geen antwoord. Bei
den durfden niet nader te komen,
daar zij maar al te zeer voor het
heerschap beducht waren en besloten
daarom terug te keeren, om een in
de nabijheid wonenden kennis mede
te nemen eD dan er op los te gaan.
Het drietal toog opnieuw naar de
plaats van het dreigend gevaar.
Veiligheidshalve had men knup
pels medegenomen, om zich daarmede
te kunnen verdedigen, indien zulk»
noodig was. Onderweg had men be
sloten, de mannen n. 1., dat ieder
hunner aan een kant der denr post
zoude vatten en dan den vreemden
indringer nogmaals aan te spreken.
Gaf bij d&n geen antv. oord, dan
zouden zij op hem aanvallen.
En zoo geschiedde het.
Nadat H. weer geroepen had:
•Goo'n aovondl.... Ik zegge oe
goo'n aovondlvroeg hij: Ver
stoei mie neet Sprekke dan
veur den
Nu begon het beiden te vervelen
en vreezende, dat er zeker eene vree-
selijke worsteling zoude plaats heb
ben, vlogen zij hals over kop op
den stuurschen vent aan en had
den eene pool (lange jas) te pakken.
Het geval had zich aldus toege
dragen. Een werkman had de ge
vreesde jas voor zijnen heer van uit
de buurtschap H. naar diens woning
moeten brengen. Toen de arbeider
voor eene gesloten deur kwam, be-
bcsloot hij het kleedingstuk maar
aan den schelknop te hangen, dan
zou men het wel vinden.
De eigen geneeskundige
hulp der A. O. M. te Amsterdam
voor haar personeel houdt met 1
Maart e. k. op. In plaats daarvan
betaalt de maatschapoij voor haar
personeel de bijdragen voor eene
ziekenbus, waaruit eik een genees
heer en een apotheker kan kiezen.
FINANCIEELS MEDEDEELINGEN.
Volgens het Weekblad voor incourante toni-
ten van Broekman Honders zijn in de week,
eindigende 5 dezer, door hun tusachenkomat
verhandeld de volgende fondsen:
Aand. Mpij tot expl. van het Ame
rican Hotel tot110 pet.
Aand. Amitel liotel-Mpij tot 81
Aand. Amst.-Deli Comp. 1879 tot 860
Aand. Amst. Voorschotbank tot 107Vs
James Barge en E. Moormann Co.
(Liq. aand.) tot51-52
Aand. Bouwondem. Willemspark tot ƒ650
Aand. Creliet-Vereeniging tot 101
Aand. Naamlooze Vennootschap Han
delskade tot99 m
Aand. Rente-Cassa tot250
Aand. Sarinaamsche Bank tot 112 t
Aand. Dell-Batavia Mpij te Batavia
1876 tot845
Aand. 's-Gravenh. Vleeschhonw. tot. 70
Aand. Mpij t. aanl. en expl. v. d.
's-Grav. Zwem- en Badinr. tot47
Aand. Stoomtramweg-Mpij Bussum-
Huizen tot30
Aand. Mpij voor Meel- en Brood-Fa
brieken tot 105 Yj a
Aand. Baltische Spoorw.-Mpij Act.
de Jouiss. totƒ5
Aand. Berghau-Gesellschaft "Holland"
Serie A tot12(K
Aand. Javasche Zee- en Brand Assnr.-
Mpij tot 100
Aand. Ned. Mpij van Brandverzeke
ring te Tiel tot600
Aand. Oost-Ind. Zee- en Brand-Ass.-
Mpij tot89 w
In de Stct. (no. 81) zyn de statuten opgeno
men vaa de volgende naamlooze vennootschap
pen a. de te Middelburg g-ivestigde Maatschappij
tot Exploitatie van het Hotel en Pension wVilla
Marina», te Domburg, (kapitaal f48,000, direc
teur de heer H. J. E. Gerlach); b. Levensver
zekeringmaatschappij »De Elf Provinciën», to
Amsterdam, (kapitaal f 100 000, directeuren de
heeren J. A. en 3. Zeehandelaar en C. W. v.
Overveem); o. Nederlandsche Brandassurantie-
maatschappij «De Salamander», te Amsterdam
(kapitaal f 500.000, directeuren de heeren J. A.
Hoeuft en E. R. van Ouwenaller).
Vooit» de wijzigingen, aangebracht in de sta
tuten der Koninklijke Nederlandsche Stoomboot
maatschappij, te Amsterdam.
een weinigje ontstemd over het oponthoud, ik wenschte
wel dat de Heden mij wat meer met rust lieten en niet zoo
voortdurend iets te vragen hadden.
Hij had inmiddels de ruime vestibule bereikt en opende
de deur der bibliotheek. Een dame die aan de tafel zat,
stond op en wendde haar gelaat naar hem toe.
Als de verwondering hem niet stom had gemaakt zou
Lionel von Raven gelachen hebben om het kontrast van
wat hij verwachtte te zien en wat hij zag. In plaats van
de schoolmeesteres met een bril op den neus en een mandje
aan den arm, stond een jong meisje voor hem zoo schoon
als hij nog nimmer had gezien, zoodat hij de eerste oogen-
blikken bijna zijne zelfbeheersching verloor. Maar als man
van de wereld onderdrukte hij spoedig deze opwelling en
hoog zich diep en beleefd.
Gij hebt gevraagd mij te spreken? vroeg hij
glimlachend en inwendig voegde hij er bijik ben tot
uw dienst zoolang gij wilt. Toen ging hij luid voort:
Wees zoo goed plaats te nemen, ik heb niet de eer uw
naam te kennen, doch ben in mijn vaderland bijna een
vreemdeling.
Hij sprak op vroolijker toon dan aanvankelijk zijn bedoe
ling geweest was, want hij zag dat zijn bezoekster om
een of andere reden verlegen was en wilde haar gelegen
heid geven zich te herstellen. Zij was van kleur verwisseld
toen zij zich op zijn groet licht boogdaarop haalde zij
diep adem en trilden hare lippen, terwijl zij op zijne uit-
noodiging plaats nam. Zoo maakte zij den indruk van een
jong meisje, dat verlegen is omdat zij zich tegenover een
jongen man bevindt.
Reeds van den beginne af, toen zij op zich nam den
baron te gaan bezoeken, was de taak haar zwaar voorge
komen, maar hoe dichter zij bij het kasteel kwam, des te
pijnlijker scheen haar dit bezoek toe. Toen zij op den
landheer moest wachten, scheen het haar toe alsof zij
geen geluid over de lippen zou kunnen brengen, als hij
voor haar zou staan. Onbeschrijfelijk pijnlijk was voor haar
de gedachte, dat hij zou kunnen denken, dat zij op hare
schoonheid rekende om van hem een antwoord te krijgen,
zoo gunstig als haar anders niet ten deel zou vallen.
Nu echter stond zij voor hem, moest hem hare bood
schap, die hij niet kende, mededeelen en om zijn bijstand
vragen. Zijne woorden gaven haar den tijd zich te her
stellen, zijn stem en gelaat stelden haar gerust; en toch
vond zij haren toestand zeer pijnlijk. In de bittere school
des levens had zij echter zooveel zelfbeheersching geleerd,
dat ook zij spoedig hare kalmte terugkreeg en toen de
baron tegenover haar plaats nam waarbij hij met fijnen
tact zorg droeg haar niet te scherp aan te zien, sprak zij
met haar melodieuss stem
Gij kent mijn naam niet, heer baron, en dat is ook
niet te verwonderen, daar wij pas sedert twee maanden
hier zijn. Mijn oom is een uwer huurders.
Een mijner huurders? zeide de baron verbaasd. Toch
geen mijner pachters?
Neen, geen pachter. Luscom heeft ons het kleine huisje
buiten de oostelijke deur van het park verhuurd; gij weet
waarschijnlijk welk ik bedoel.
Ja, ik weet het, antwoordde Raven, wiens verbazing
steeds hooger steeg, hoewel hij zich alle moeite gaf dit
niet te laten blijken. Het huisje is voor tuinlieden eene ge
schikte woniDg, dacht hij, maar niet voor een jonge dame,
die zich zoo deftig weet te gedragen. Hij zag tersluiks het
meisje aan en hoewel hij tot die scherpe opmerkers be
hoorde, die de menschen weten te beoordcelen naar hun
kleeding en naar de wijze waarop zij die dragen, zoo ver
loor hij hier den zekeren blik. Was dit meisje armoedig
gekleed? Het scheen hem alsof Natalies schoonheid ieder
gewaad had moeten verfraaien.
Wordt vervolgd