NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
6e Jaargang. Vrijdag 22 Februari 1889. No. 1730.
IN TIJGERKLAUWEN.
ABONNEMENTSPRIJS:
Voor Haarlem, per 3 maanden1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummer»- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen,
rtnrean: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. 'Telefoonnummer 123.
Directeuren-Uitgevers J. c. FEKREBOOJI
ADVERTENTIES:
ran 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiera.
en J. B. AVIS.
Roof dagenten voor het BuitenlandCompagnie Generale de Publieite Eirangère G. L. DATJBE Co., JOH. I. J ONES, Suer., Parijt, 31bu Faubourg Montmartre.
STADSNIEUWS.
Haarlem, 21 Februari.
De lieer jhr. mr. J. W. M. Scho-
rer, commissaris des Konings in de
provincie Noord-Holland, is door Z,
M. den Koning benoemd tot ridder
2de klasse (groot-officier) der Orde
van den Gouden Leeuw van Nassau.
Door het gemeentebestuur is aan
D. Swens Co. vergunning ver
leend tot oprichting van eene zeep-
ziederij door etoom gedreven in het
perceel no. G, staande in de Mag-
dalenasteeg alhier.
Door Johannes Blei is vergunning
gevraagd tot oprichting van eene
blikslagerij in het perceel aan de
Kleine Houtstraat no. 134 kad. sectie
F, no. 4969.
Wij zouden aan de verdiensten
van eenige stadgenooten te kort doen,
indien wij nog niet vermelden dat
voor de soirée, ter gelegenheid van
'sKonings verjaardag door de on
derofficiers-sociëteit «CoDCordia» ge
geven, het fraaie decoratief was
aangebracht en geleverd door de
heeren Martin, de Jager en Ruyse-
naars (bloemhandelaar). Hunne be
kwaamheid en degelijken smaak
dankte men de voortreffelijke en
gepaste versiering. De wensch zij
hier geuit, dat zij ook bij volgende
gelegenheden hun degelijke hulp
zullen verleenen. Nog zij met een
enkel woord gemeld dat de zoo goed
geslaagde gymnastische oefeningen
werden volbracht onder leiding van
den sergeant Muller.
Professor C. M. Kan, van Amsterdam,
trad Woensdagavond in de gehoorzaal van
//Teylers btichting" alhier op met eea
voordracht over de //Verkeerswegen der
aarde."
In eene geschiedkundige inleiding
toonde hij aan hoe zich de ontwikkeling
der middelen van vervoer bij de oude
volkeren had geopenbaard en wees er op
dat zoowel handel als verkeer elk zijn
eigen geschiedenis hadhet handelsver
keer had slechts ten doel koopers en
verkoopers tot elkander te brengen of de
koopwaren te verzenden en het wereld
verkeer was de gelegenheid der bewoners
yan de verste oorden om door middel
yan stoombooten, spoorwegen enz. tot el
kander te naderen.
Ook op intellectueel gebied is verkeer
en daarin voorzien de post, de telegraaf
en de telefoon.
In de vroegste tijden geschiedde het
verkeer met uiterst gebrekkige middelen
en de meer of minder gemakkelijke wijze
van vervoer zoowel ter zee als te land
hing af van de ontwikkeling der volke
ren. De Phoeniciërs zeilden met hunne
logge vaartuigen langs de kusten der
Middellandsche zee, de wakkere Noren
bedienden zich van rankere schepen en
legden daarmede verbazende afstanden af.
De heirwegen der Romeinen, het geïso
leerde en autocratische volk der oudheid,
doorsneden een groot gedeelte van Europa
en Azië. De wagens waarvan o. a. Cicero
zich bediende, waren zoo gemakkelijk in
gericht, dat hij er zelfs zijne brieven in
kon schrijven.
In het tijdvak van 1492 tot 1800 gin
gen de verkeersmiddelen ontzachlijk voor
uit, vooral door de toepassing van het
komras en den chronometer tot dat het
aan onze eeuw was overgelaten om die
middelen te volmaken en aan te vullen.
Spoorwegen en stoombooten, telegraaf en
telefoon zijn kinderen onzer eeuw en
hunne toepassing is zoo algemeen, dat zij
tusschen alle beschaafde volkeren een
innigen band hebben tot stand gebracht.
Als hunnen nasleep brachten zij groote
kanaalwerken, correctiën der riviermon
den, tunnels, reusachtige bruggen, en zoo
wel op den bodem der oceaan als over
de daken der huizen banen de verkeers
middelen zich een weg.
Met een aantal citaten, meest aan duit-
sche schrijvers ontleend, kenschetste spre
ker de gebrekkige toestanden waarin eer
tijds de vervoermiddelen verkeerden en
waaronder vooral het postverkeer leed,
dat in Duitschland in den hervormenden
Frederik den Groote zulk een krachtig voor
stander vond.
Kortelijk werd gewag gemaakt van de
verbetering van het telegrafisch verkeer,
om daarna over te gaan tot een uitvoe
rige beschouwing der bestaande telegrafi
sche verbindingen. Uit het medegedeelde
bleek, dat men met het thans bestaande
telegrafische net der geheele aarde, tachtig
maal den evenaar zou kunnen omspannen.
Niet minder belangrijk dan dit verkeers
middel was de nieuwere telefoon, die in
korten tijd zulk een grooten opgang heeft
gemaakt. Reeds in 1400 plaatsen van den
aardbol is zij in gebruik en afstanden van
349 KM. zijn door haar verbonden. Vol
gens mededeeling van dr. Stephan in den
duitschen Rijksdag worden in Duitsch
land dagelijks een millioen gesprekken
telefonisch gevoerd.
Spreker trad nu in een beschouwing
van het postwezen, dat reeds in den tijd
van Karei den Groote was geregeld en
van de hervormingen door Rowland Hill
in het postverkeer ingevoerd. Tot welk een
vereenvoudiging deze aanleiding hebben
gegeven, moge blijken uit het feit dat vóór
de invoering van het wereldpostverkeer,
in Duitsehland 1200 internationale #tax-
satze" bestonden.
Tot de meest belangrijke verkeersmidde
len behooren de spoorwegen, die over de
geheele wereld 11 millioen KM. beslaan.
Zij brengen verbindingen tot stand tus
schen de Newa en Lissabon, Zuid-Europa
ia de noordelijke europeesche staten en
afstanden waarvoor men vroeger evenveel
weken noodig had, wordt nu in evenveel
dagen doorloopen.
Ook het stoomvaartverkeer was belang
rijk toegenomen en verbeterd. Het verkeer
tussehen Europa en de Vereenigde Staten
gesohiedt nu in 8 dagen, terwijl men
vroeger voor denzelfden afstand 34 dagen
noodig had. De reis om de wereld kan
thans in 72 dagen worden volbracht.
Spreker trad ten slotte in eene beschou
wing der wetten en gevolgen van het ver
keer. In de maatschappelijke samenleving
deden zij hun invloed gelden. De snelle
verplaatsing der individuen brengt de ver
plaatsing van gedachten en invloeden mede,
dat somtijds ten goede, somtijds ten kwa
de werkt. De samenwerking van alle natiën
waa door het verkeer werkelijkheid gewor
den, ten dienste van zoovele gemeenschap
pelijke belangen van vier verschillende
rassen en onder deze omstandigheden
besloot spreker moet het verkeer zich
steeds blijven uitbreiden.
Arrondlissenients-Rechthaaik
TE HAARLEM,
Zitting van Donderdag 21 Februari 1889.
H. G., Haarlem, werkman, is beschul
digd den Slen Dec. zekeren K., op het
Kennemerplein te hebben geslagen.
z/Ik ken hem heelemanl niet", zei K.
z/Ik nam melk voor mijn dochter en toen
kwam G. als een dolle hond op me af en
sloeg mij met een stoffer. Vroeger had hij
eens ruzie met mijn zuster."
z/Die man weet niet wat hij zeit," meent
bekl. »Zijn zuster plaagde ons en hij stond
op dien dag in zijn deur en jouwde mij
uit. Ik heb met den stoffer gedreigd maar
niet geslagen."
Edoch, drie getuigen hebben gezien hoe
bekl. de slagen toebracht, en dat het er
niet vroolijk toeging blijkt uit de verkla
ring van een hunner: Toen ging het op
een schelden rettettettet gillen
in zwijm vallen.
Twee getuigen hebben er bij gestaan,
maar niet gezien dat bekl. sloeg, f 15 boete
subs. 10 dagen hechtenis is de eisch.
Daarna versohynfc een zestienjarige sla
ger W. v. A., lie in den Anegang een
kalf dat hij voortleidde, onnoodig heeft
geschopt, terwijl het beest hard genoeg
liep.
De subs. off. v. just, vraagt bekl. te
veroordeelen tot een geldboete van f 5
boete subs. 3 d. hecht, als eene vermaning,
om voortaan geen onnoodige wreedheid bij
het vervoer van beesten aan den dag te
leggen.
W. de B., turfventer, Haarlem, heeft
Jan B. gestompt en geslagen, omdat hij
geen fooi kreeg voor Nieuwjaar. Bekl. gaf
op brandblusscher te wezen, een kwaliteit
die tot heden nog niet geschapen is.
Geldboete van f10 of 3d. hecht, is
de eisch.
Johs. H., oud 14 jaar, te Zaandam,
heeft te Purmerend eeu hond van zijn
hondenkar op den openbaren weg mishan
deld en geschopt. Het is te hopen, dat de
straf die de ambtenaar van het O. M.
voor hem vraagt (f 3 boete subs. 1 dag
hechtenis) hem verbeteren zal. Deze ellen
dige, onnoodige dieren-mishandelingen zijn
zoo veelvuldig, dat een gerechtelijke be
oordeeling zeer wenschelijk heeten mag.
S. v. B., Beverwijkerpolder, arbeider,
heeft den len Januari in een herberg
onder Houtrakpolder J. E. L. gedreigd
met een mes en een slag gegeven. D«
aanleiding van die woede is onbekend.
Schiedam zal er wel groot aandeel aan
gehad hebben, zooals */3 dezer twisten
uitgaat van een al te stevig glas (meestal
nog al slechten) jenever.
Het requisitoir luidt een geldboete van
f10 subs. 2 dagen hechtenis.
D. Z., 16 jaar, Wijk aan Zee, arbeider,
heeft zijn kruiwagen met zand gevuld van
de Maatschappij tot exploitatie van het
bad. aldaar.
Het misdrijf is niet reusachtig, maar
het wordt naar het schijnt zeer vaak gedaan
en daarom is het niet onnoodig eens te
laten zien, dat het niet geoorloold is.
Dat zand wordt duur genoeg, de eisch
is f 3 boete of 1 dag hecht.
W. te Velseu was bezig iemand te mis
handelen, toen de politie tusschenbeide
kwam. Hij schold hen uit en voor die
gevaarlijke liefhebberij vraagt de subs. off.
v. just. 3 dagen gevangenisstraf.
E. K. te Zand voort, visscher, heeft den
len Januari C. Z. met een steen op den
neus geslagon zoodat deze bloedde. De
laatste en de eerste dag vau het jaar doen
altoos hun best om de justitie werk te
verschaffen.
Zes getuigen zijn er.
Natuurlijk had bekl. weer een borrel
op, ea even natuurlijk ontkent hij.
Hij heeft pas 6 weken gev. ondergaan
wegens mishandeling van een politie-agent.
De eisch is 21 dagen gevangenisstraf.
P. S. en N. S. hebben onder Lisse in
de bosschen van baronesse Van Pallandt
zonder permissie dood hout gesprokkeld.
De twee jongens hebben het beter ge
vonden zich niet ter zittiug te vertoonen,
maar de lange arm der justitie kan hen
toch wel bereiken en weldra zullen zij
vernemen, dat tegen hen een gevangenis
straf van 3 dagen is geëischt.
P. S. is de eenige opgekomene van de
vijf beklaagden die eenige boompjes op een
stuk land van den heer Th. Wilson heb
ben uitgetrokken. Zij waren ia dienst van
een bloemist uit Lisse, die op de veiling
hout had gekocht en toen zij het gekochte
hout kwamen weghalen trokken zij waar
schijnlijk de boompjes uit, althans de op
zichter vond ze in hun bezit.
De tegenwoordige beklaagde erkent,
f 5 boete subs. 2 d. hecht, luidt de eisch.
W. K., Spaarndam, heeft riet afgesne
den bij verschillende perceelen land om
zich het riet wederrechtelijk toe te eige
nen. Een der eigenaars waarschuwde hem
om het niet te snijden, maar hij antwoordde
dat hij weer snijders sturen zou. I k heb
recht op het riet, zegt bekl., ik heb het
water gepacht.
Het blijkt dat dit alleen het v i s c h-
recht betreft.
//Waarom heb je het riet verleden jaar
niet gesneden?" vraagt men aan bekl.
//Och, toen was 't de moeite niet waard,
antwoordt hij.
Nadat al de getuigen zijn gehoord, re-
quireert de subs. off. v. just, de veroor
deeling van bekl. tot f 15 boete subs. 5
dagen hecht.
Heereo Gedeputeerde Staten der
Provincie Noord-Holland hebben het
besluit van den Raad der Gemeente
Zandvoort van den 4den Febr. j. 1.
no. 3 tot het aangaan van eene geld-
leenig, groot f 50000 goedgekeurd.
Deze leening is o. a. aangegaan
t,er bestrijding van de kosten van
het bouwen van eene nieuwe school
en onder wijzers woning, alsmede ter
conversie van de oude leeningen.
Als eene bizonderheid verdient
vermelding dat door J. Spaargaren
te Aalsmeer de vorige week, in één
schot, twee otters van de grootst#
soort werden gedood.
Te Spaarndam zijn de mazelen
epidemisch heerschende verklaard
en de openbare lagere school aldaar
dientengevolge gesloten.
LETTENEN m KUNST.
Het »Nederland3eh. Tooneel* voerde Woensdag
avond te Amsterdam, voor de eerste maal op een
van de meeat bekende proverbes van Alfred da
Musset: «II ne faut jurer de rien*, vertaald door
prof. A. G. van Hamel, algemeen voo zitter van
bet Ned. Tooneelverbond.
Ook de beer Saalborn, do bekondo regisseur
en tooneelspeler, beboorendo tot bet duitscbe
gezelschap der beeren gebr. Van Lier, dingt naar
Roman van Karl Hbllmer.
15)
ELFDE HOOFDSTUK.
Db Rozenvilla.
Slechts met moeite onderdrukte zij hare tranen. Raven
bemerkte dat en zeide vriendelijk Zeg dat nietIk ben
verheugd dat gij mij toestaat u te vergezellen I
Het meisje bedekte baar gezicht met baar zakdoek en
weende bitter. Raven weerstond de gedachte om baar te
troosten, omdat bij dacht dat tranen baar misschien zouden
verlichten. Na een poosje herstelde zij zich en vroeg hem
verschooning, dat zij zich zoo door haar gevoel bad laten
medeslepen.
Eindelijk reed men een donkere Btraat binnen, en hield
hei rijtuig stil voor een huis, dat midden in een tuin stond,
maar er vervallen en somber uitzag. Raven beval den koet
sier in een der zijstraten te wachten en volgde daarop Essy
naar bet buis.
Het zag er niet uit alsof Easy in ruime omstandigheden
verkeerde. Een knap dienstmeisje opende de deur. Het was
ongeveer even groot als Essy en bad zooveel gelijkenis met
bare gestalte, dat zij zeer goed de kleederen barer meesteres
had kunnen dragen.
Ik kom dadelijk bij u mijnheer de baron, zeide
Essy, snel bet dienstmeisje voorbijgaande, opdat deze de
sporen barer tranen op baar gelaat niet zou zien. Daarop
snelde zij vlug de trap op, terwijl het dienstmeisje Raven's
jas ophing en hem in de voorkamer liet.
Mevrouw is in den schouwburg geweest, zeide zij,
terwijl zij een gretigen blik wierp op den kostbaren ring dien
Lionel aan den vinger droeg.
-Ja, zeide Raven glimlachend. En gij zoudt zeker
ook wel gaarne daarheen gaan?
O zeker. Ik zou ook zoo gaarne bals bezoeken, maar
mijn aanstaande wil dat niet. Hij is kamerdienaar bij een
voornaam beer, maar ik weet nog niet ot ik v.el op den
duur met hem zal omgaan.
Dan zijt gij zeer wankelmoedig, zeide Raven en
trad de kleine huiskamer binnen, die er smakeloos uitzag
en niets aangenaams bad. Een opengeslagen boek lag op
de tafelbet was een laffe uit bet franscb vertaalde roman,
welke Essy zeker voor goed en leerzaam hield.
Het duurde niet lang of bet meisje trad met aarzelende
schreden de kamer binnen en nu eerst kon de baron baar
goed in het gelaat zien. Wel was zij veranderd, doch hij
vond baar niet vervallen, zooals bij gevreesd bad. Zij was
fraai hoewel weinig smaakvol gekleed, maar tegenover
Raven bewoog zij zich niet vrij daar zij niet wist boe hem
te behandelen als gast des buizes of als landheer baars
vaders. Raven zelf kwam baar ie hulp door tegenover baar
plaats te nemen.
Ik dank u, mijnheer de baron, zeide zij zacht, en
terwijl zij hem schuchter aanzag, merkte zij op: Gij
hebt zeker weinig tijd ter uwer beschikking?
Ik heb u gezegd, dat ik een halfuur vrij had, maar
ik kan dat ook verdubbelen als gij mij zoolang houden wiit.
Zij wierp hem een dankbaren blik toe en zeide kleurend
Zou u mij de eer willen aandoen een kop thee te
blijven drinken?
Wel Essy, antwoordde hij vriendelijk, behandel
mij toch niet zoo geheel als vreemdeling. Natuurlijk drink
ik gaarne een kop thee met u. Zal ik bellen?
O neen, gij niet, mijnheer de baron!
Voor zij echter kon opstaan, bad hij reeds gebeld.
En boe beviel u de voorstelling? vroeg hij luchtig.
Ik weet niet recht. Het kwam mij alles prachtig voor,
maar ik heb ook nog zoo weinig in mijn leven gezien.
Het dienstmeisje trad inmiddels met bet theegoed binnen
en bracht tegelijk een brief.
Een jongen heeft dien juist gebracht, zeide zij en
terwiji Essy den brief aannam wierp Raven een scherpen
blik op bet adres en las duidelijk den naam imevrouw
Grandley.» Dat was derhalve de naam waaronder Essy Carr
thans bekend was.
Maak toch met mij geen complimenten, zeide
Lionel toen het dienstmeisje zich verwijderd had, maar Essy
legde den brief ter zijde en verklaarde O, ik weet wat
daarin staat, die lectuur kan wachten.
Terwijl zij theedronken praatte de baron over bet theater