Eeoe gewarlijke firma te Genua. De Argentijnsche Republiek. Politiek Overzicht. richten. Hij meent, dat het zeer wel mogelijk is dat doel te doen berei ken. Wie met hem instemt, wordt verzocht daarvan door toezending van een kaartje aan zijn adres Heerengracht te Amsterdam te doen blijken. D e „N. R. G." b e v a t h e t v o 1- gende ingezonden stuk Mijnheer de Eedsoteurl Vergun ons een plaatsje in uw geacht en veel gelezen blad voor onderstaande regelen, die wij vermeenen, in het belang van den handel, verplicht te zijn ter ken- nisse te brengen. Een onzer leden, fabrikant en handelaar hier ter stede, ontving voor eenigen tijd eene order van eene firma te Genua; de zaak niet vertrouwende, wendde hij zich tot den eonsul-generaal der Nederlanden te dier plaatse, die hem het volgende schreef: Genua, 12 Fobr. 1889. Mijne Heeren, ln antwoord op uwe aanvraag vau acht dezer, raad ik u aan, u van alle ver binding met den aangevraagde te onthouden, en zelfs zijn brief niet te beantwoorden. Hij staat bekend als het hoofd eeuer bende bedriegers van alle na ties, die, door oplichting, de ter goeder trouw handelende buitenlandsche fabri kanten, door toezending van orders, zoeken te bedriegen. Gij hebt dus zeer voorzichtig gedaan, door mij aan te vragen, en ik verzoek u onze landgeuooten hetzelfde gedrag aan te raden, indien zij van Icaliëordersontvangen van hun onbekende correspondenten. Met achting teekeut, De Consul-Generaal der Nederlanden, (get.) J. J. van Ogtrop. "Wij vermeenen het best aan den wensch, uitgedrukt aan het slot van voreustaand schrijven te voldoen door deze openbaar making, en verklaren ons bereid aan be langstellenden den naam der betrokken firma te Genua te noemen. Zwolle, 20 Februari 1889. Namens de Vereeniging „Handelsbe lang0, te Zwolle. J". E. N. Vos, Secretaris. Men schrijft uit Amster dam Thans kan gemeld worden, dat de groote, schoone villa aan den Arnstel, hoek Sarphatistraat, schuin tegenover het «Amstel-hotei» gele gen, werkelijk tot een sanatorium voor massage wordt ingericht, en dat de heer dr. R. ter Cock, arts. met 1°. Mei e. k., en waarschijn lijk reeds vroeger, alhier zijne tal rijke patienteu zal ontvangen. Aan de bekende firma H. F. Jan gen en Zonen is de stoffeering en meubileering van het gebouw op gedragen, dat meer dan 20 grootere en kleinere salons bevat, die alle vrij uitzicht naar de vier windstre ken hebben, aangezien het gebouw geheel geïsoleerd staat, en dus aan alle eiechen van hygiëne volkomen beantwoordt, Met de gynaecologische inrichting van doctor Mendes de Leon, waar aan nog druk wordt gewerkt, zal dit stadsgedeelte ongetwijfeld weldra eene europeesche vermaardheid ver krijgen. Op de veiling vananti- quiteiten Donderdag iu de «Brakke Grond» te Amsterdam gehouden, brachten een collier, twee kammen en eenige paarlen f3341 op, een antiek horloge besomde f 264 en een «aksisch-porseleinen servies f 374. De commissaris vanpo litie te Leiden waarschuwt tegen W. C. Kleinman, zich dus noe mende, 41 jaren, eenen grooten bril dragende, fatsoenlijk, doch armoedig gekleed, met lagen hoed, die ziel oud-stuurman noemt, de liefdadig heid inroept, en daartoe brieven overlegt ten bewijze dat hij niet door eigen schuld zonder betrekking of verdiensten is. Een dusdanige brief van den gezagvoerder eener stoomboot, door hem te Leiden over gelegd, is gebleken valech te zijn. De hoofdcommissaris van politie te 's Hage waarschuwt, dat men op zijne hoede zij bij het aanknoopen van handelsbetrekkin gen met Willem Frederik de Voogt, te 's Hage, die veelal schrijft op ad vertenties, waarin iets te koop of ter overneming wordt aangeboden. Uit Scheveningen wordt gemeldVolgens telegrafisch be richt, Donderdag uit het Nieuwe- diep ontvangen, is daar het onder ste boven binnengesleept door eene sleepboot de scheveningsche veron gelukte schuit Vier Geiroeders. Eene commissie, bestaande uit den oud- sch pper, vader van den veronge lukten schipper Joh. Dijkhuizen, de reeders D. Verbaan, J. Pronk en A. de Jong, zijn naar hei Nieuwe- diep vertrokken, ten einde maatre gelen te nemen om voor genoemde schuit te rechten en vervolgens naar hier te vervoeren. Men ver wacht nadere berichten. De verscheping van de goederen van de Ben Avon op sche veningsche bomschuiten is geéin digd. Thans worden de goederen uit de bark op wagens geladen en naar de haven van Scheveningen gereden, waar zij in vrachtschuiten worden geladen en door de binnen vaart naar Amsterdam vervoerd. Voor elke wagenvracht wordt f 3 75 betaald, terwijl voor eene vracht per schuit f 80 wordt gegeven Eene bomschuit van den reeder P. de Mos, schipper K. Vink, beladen met goederen van de Ben Avon is bij het binnenkomen te lJmuiden op een due d'alve geloopen, waar door drie borden van den boeg zijn ingeduwd. Woensdag kwam te Nij' megen uit Duitschland eene stoom boot aan, met gereedschappen en duikertoestellen aan boord, om het schip, dat in den sneeuwstorm van 9 dezer op de Waal bij Dreest is verongelukt, teonderzoeken en tevens te zoeken naar de lijken van den omgekomen schipper Hoffmann en zijn knecht, welke nog niet gevon den zijn en wellicht in het gezon ken schip liggen. Uit den bredaschen ge meeoteraad. (Aan de orde is het voorstel om met mej. J. te onder handelen over den verkoop van een stukje gemeentegrond, dat zij bij haar pand wil voegen. De heer Van Aken meende echter te weten, dat mej. J. geen eigenaresie is van het door haar bewoonde huis en enkel het vruchtgebruik van beeft, o. a. op voorwaarde, dat zij jaar lijks f70 zal uitkeeren aan een kind met een lam bandje, dat daar in het gasthuis wordt verpleegd. Dien tengevolge werd het voorstel gedaau om het voorstel aan B. en W. te renvoyeeren tot nader onderzoek. De voorzitter: «Dus de zaak blijft dan voorloopig rusten om te zien hoe de vork in den steel zit en of het waar is, dat een kindje met eeD lam haodje iDhetspelis.»(Hilanteit.) De heer Van Aken (driftig): «U bootst daareen lam handje na mijn heer de voorzitter, maar dat komt volstrekt niet te pas. Zoo iets is beneden de waardigheid van den Raad. (Hilariteit.) De voorzitter: «Nu, daa ia het een kindje met geen lam handje.» (Hilariteit.) Woensdagnamiddag w a- ren de knechts van een wijnhan delaar te Zutfen bezig wijnvaten op elkaar te stapelen, toen ongelukki gerwijze een groot vat, dat door den regen nat en glibberig was, afslierde, en op een hunner terecht kwam, die daardoor onmiddellijk een lijk was. Uit Harlingen wordt gemeld De werklieden der «General- Steam Shipping Company», wer kende bij het ontladen der booten, hebben het werk gestaakt, omdat zij meenen meer loon te moeten ontvangen. De Maatschappij, hiertoe ongenegenheeft daarop haren agenten verzocht, om dezerzijds in de ontstane behoefte te voorzien, en daarop is de Teal met volle la ding en achttien werklieden naar Londen vertrokkeneen gedeelte dezer werklieden zijn Terschellin- gers, die op den reuk waren afge komen en zich aanboden om mee te gaan. De trek daartoe was bij de harlinger werklieden niet alge meen, daar men eene vijandelijke ontmoeting met de londensche col lega's tegemoet zag. Te Venendaal is het 9-jarig dochtertje van A. v. R. voorover in een pot met kokende pap gevallen. Het kind bekwam zóó ernstige brandwonden, dat er geen hoop is op levensbehoud. Betreffende de werksta king vau eeu 38tal vormers in de fabrieken der firma Von Raesfeld, De Both Co. te Terborg, ver neemt men nader, dat reeds den volgenden dag 15 werkstakers den arbeid hebben hervat. Daar het personeel dezer fabrieken 250 man bedraagt, heeft de werkstaking niet de minste vertraging in werkzaam heden of verzending kunnen teweeg brengen. Men schrijft uit Ter-Neu zen van 21 Februari: Het engelscbe driemastschip Rhine, kapt. Macumber, van Gent naar New-York bestemd en geladen met ijzer en ledige vaten, aldaar op de reede liggende, is in den afgeloopen nacht in brand geraakt, en heden ochtend met hoog water beoosten deze haven op de slikken gezet, waar het geheel brandende buiten gevaar ligt. Als men de laatste pu blicatie van de hilversumsche poli tie gelooven mag, is daar gevonden en aan het politiebureau terug te bekomeneen portemonna'e, in houdende eenig geld, drie halsboor den, een paar manchetten en een officiers sabelkwast of dragon. Wat eeu verwonderlijk groote portemonnaie moet dat zijnl 't Hirt, M«t CO lcre.Jt, SO d-oSe ksWij. 2 l«n. gen en 100 lehelr. terwijl door trekkers 9tal bering werd aengereerd; Ier. kabelj. gold f 2.65, doode id. f 1.55, leng f 5.80 per stak, schelv. f 28.50 bet honderd en hiring f 11.10 per tol. VISSCHERIJ. Nieuweaiep, 20 Februari. Heden kwamen van de groote visscherij binnin de sloepen «Ver trouwen», sch. C. v. d. Hoek, met 120 levende, 70 doode kabelj. 6 levende, 3 doode lengen, 700 achelv. en 1 ben rog; Pernis*, seh. Meijboom, met 80 levende, 80 doode kabelj. 1 heilbot en 800 schelv.; «Fcatiue Leate», sch. Verachoor1 met 130 levende, 64 doode kabelj. en 500 achelv en «Nella» [M. A. 38], sch. Van Dijk, met 40 levende, 25 doode kabelj. 4 levende lengen en 100 scbelv., terwijl door 5 korders 1 tot 3 mand jes kleine schol en 1 tot 2 manden schar werden aangevoerd; lev. kabelj. gold f2.60 a f3.10, doode id. f 1.75 a f2; lev. leng f4.75 a f5.15, doode id. f2-70 per stuk, de heilbot f23, schelv f 85.50 A f37 het honderd, rog f25 per ben, kl. schol f 6 10 per mandje, en schar f 4 per mand. 21 Febr. Heden kwam van de groote vis- scberij binnen de sloep «Onderneming" sch. In de ffStct.* van Donderdag (no. 44) is opgenomen een bij het departement van Buitenlandsche Zaken ontvangen bericht van den nederlandschen consul te Buenos- Aires, den heer L. van Riet, over de Landverhuiaing naar Argen tinië. //Het is den ondergeteekende gebleken,'/ zegt de consul daarin, //dat een groot deel der in den laatsten tijd alhier aangekomen nederlandsche immigranten de reis hadden aanvaard met overdreven gunstige ver wachtingen omtrent de argentijnsche toe standen.// Hij vindt daarin aanleiding, eenige der mededeelingen te herhalen, welke omtrent landverhuizing naar Argen tinië reeds gedaan werden bij zijn rapport, opgenomen op blz. 12481256, aflevering XIX van den jaargang 1888 der verzame ling van consulaire en andere verslagen en berichten. De daar reeds vermelde moeilijkheden mogen vooral niet te licht geacht worden, wel diene men te bedenken//, zegt de heer Yan Riet, /,dat het doen der zeereis alleen niet voldoende is om uit benarde toestanden in de oude wereld te geraken in eene goede positie alhier. Eerst wan neer men den argentijnschen bodem betre den heeft, begint de strijd ter verbetering van het bestaan. Want men komt hier aan in eene nieuwe wereld, waar 't veel anders dan in het vaderland. Er wordt hier eene voor ons vreemde taal gesproken, het ipaansch, en nederlandsche immigranten treffen hier slechts weinigen aan, met wie zij zich meer of minder verstaanbaar kun neu maken; enkele landgenooten, eenige Belgen en een aantal Duitschers. Dit be zwaar is natuurlijk voor hen het grootst, die geheel en al zich zelf een weg moeten banen; zij, die over eenige middelen be schikken, kunnen eenige dagen op werk wachten, maar de anderen moeten zoo spoedig mogelijk een onderkomen vinden. En men houde wel in het oog, dat, wan neer de argentijnsche regeering ook pas sagebiljetten voor de zeereis voorschiet en aan landverhuizers g' durende 5 huisvesting en voeding verstrekt in het immigrantenhuis, zij niet de verplichting heeft verder voor de aangekomenen te zor geu, eene taak, welke bij de duizenden landverhuizers, die in dit land immigree- ren, ook niet wel te volvoeren zou zijn Nu is het waar, dat het immigratie-be stuur den immigranten bij het vinden eener plaatsing behulpzaam is, want het voldoet jaarlijks aan duizenden aanvragen om werkkrachten. //Ook de Vereeniging tot bescherming van germaansche immigranten staat de onzen met raad en daad bij. Maar dit neemt niet weg, dat het engelsche gezegdi #h e 1 p yourself'/ zoo weiuig mogelijk uit het oog mag worden verloren. Dit is vooral van toepassing, wanneer de geïm migreerde landbouwers op hunne bestem ming in het binnenland zijn aangekomen Zij treffen daar niet aan schoone land- bouwhoeven met akkers en flinke huizen en schuren. Maar meestal zijn het slechts gedeeltelijk in cultuur gebrachte slreken. waar zij zich hebben te vestigen. Hun huis moet daar veelal nog gebouwd worden, wanneer ook eene voorloopige alhoewel zeer oorspronkelijke gelegenheid tot onder komen niet ontbreekt en het zachte klimaat in het noorden des lands eene goede woning minder noodzakelijk maakt. Het voedsel bestaat er hoofdzakelijk uit vleeschspijzen, Melk, kaas en boter ontbreken veelal. //Door deze mededeelingen wil ik echter landbouwers niet afraden hierheen te komen, want deze republiek biedt bun in het bij zonder eene goede toekomst. Maar zijn zij geheel onvermogend, dan behooren zij vooral er op voorbereid te zijn, dat de eerste tijd van hun verblijf alhier een harde tyd is. Hebben zij eenige jaren flink ge werkt, dan zullen de verkregen resultaten zeker tegen de ontberingen van vroeger opwegen. //Behalve voor landbouwers is ook voor handwerkslieden in deze republiek goed gelegenheid om vooruit te komen, wan er wordt wellicht in geen stad ter wereld zooveel gebouwd als te Buenos-Aires, en ook op het platteland en in belangrijke binnenlandsche steden als La Plata, Ro- sario, Cordoba, Santa Eé, Parana enz. is de bouwlust zeer opgewekt. Maar alleen naar knappe handwerkslieden bestaat veel vraag. Zij, die hun vak slechts half ver staan, vinden ook hier niet zoo gemakkelijk voordeelige plaatsing. z/De loonen voor handwerkslieden zijn in deze hoofdstad, in nederlandsch geld uit gerekend, ongeveer als volgt; Loon per dag voor een: gewoon Metselaar Opperman of sjou werman bij 't werk Timmerman Kap werker Smid Gevel-cementwerker Stukadoor Draaier Glazenmaker Lood- of zinkwerker //Tegenover werkman. f4.30 werkman, f5.20 2.80 3.00 5.00 5.60 „5.60 „7.00 „4.80 „5.40 6.00 8.00 5.20 6.00 6.00 8.00 5.20 6.00 „5.20 „6.40 loonen staan echter hooge kosten voor levensonderhoud, want woningen zijn in deze hoofdstad zeer duur, Voor ééne eenvoudige kamer in de buiten- ijken wordt f 20 per maand huur be taald, welke hooge huur uit den aard der zaak vooral hem treft, die met eeu groot huisgezin hierheen is gekomen eu niet spoedig plaatsing heefü gevonden. Is zoo iemand van alle middelen ontbloot, dan komt hy soms in groote ongelegenheid. Ik raad dan ook geen handwerksman aan met een gezin, waartoe kleine kinderen behooren, hierheen te komen zonder over minstens f 200 te beschikken. Kan het zijn, dat het gezin in Nederland voorloo pig verblijft, dan is dit steeds het beste. Later, wanneer iemand hier eenige maan den heeft vertoefd en eene goede positie verkregen, kan hij de zijnen gemakkelijk laten nakomen, waardoor de hooge onkos ten van het eerste verblijf vermeden wor den. Ook geef ik aan den handwerksman den raad, zich naar eene binnenlandsche stad te begeven, wanneer liij te Buenos- Aires niet onmiddellijk na aankomst mocht slagen. Een langer verblijf alhier veroor zaakt dikwijls slechts verlies van tijd en en beneemt de gelegenheid op staats kosten naar het binnenland te reizen. Ook neme men in aanmerking, dat deze hoofd stad het punt van aankomst van alle im migranten is, en dus ook de stad, waar de meeste werkkrachten zich aanbieden. ^Hebben hier knappe handwerkslieden en landbouwers op den duur eene goede toekomst, minder is dit in den laatsten tijd het geval met werklieden die geen bijzonder vak verstaan. Zij kunnen hier wel hun brood verdienen, maar ook niet veel meer, want zij vooral hebben te kampen met hun gebrek aan kennis der spaan sche taal en in het bijzonder met de groote mededinging der italiaarische arbeiders, die hier bij duizenden aankomen, en goedkooper kunnen werken dan de onzeD, omdat zij geringer behoefteu hebben. //Bovenstaande mededeelingen hebben niet ten doel tegen emigratie naar hieraf te schrikken, maar wel zijn zij besiemd om teleurstellingen voor hen te voorkomen, die zich de toestanden alhier schooner denken dan zij zijn.// Ten slotte wordt aangestipt, dat de heer Van Riet zich binnenkort naar Europa begeeft en vermoedelijk in de maanden Maart of April, volgens eene nadere aankondiging in de Nederlandsch Staatscourant, aan het departement van Buitenlandsche Zaken te VGravenhage zal te spreken zijn. Gaarne zal hij dan aan belanghebbenden alle gewenschte in lichtingen over dit land verstrekken. Het fransche ministerie is klaargekomen, Niet Freycinet, die zich bereid verklaard heeft een bestuur samen te steileu, dat alle gewichtige kwesties zou laten ruston en zich uitsluitend ten doel zon stellen de begrootiug te doen aannemen en tentoonstelling te doen slagen ma TWAALFDE HOOFDSTUK. Koud, donker, troosteloos. De Karelstraat in Fulham mocht nauwelijks een straat heeten. Slechts aan de eene zijde stonden huizen de andere was grootendeels oubebouwd terrein. Maar het moest een straat worden hoewel zij er niet verleidelijk uitzag en ook weinig beloofde voor de toekomst. De huizen waren meeren- deelsin deftiger stijl gebouwd dan overeenkwam met het soort bewoners. Want toen de eigenaars jaren vergeefs getracht hadden de huizen voor een behoorlijken prijs te verhuren, hadden zij om toch eenige rente er van te trekken de wo ningen en zelfs enkele kamers voor spotprijzen verhuurd. In een dezer huizen wooDde Melleville met zijn nicht. Zij hadden twee kamers en Natalie zat in het halfdonker van een wintermiddag alleen in een daarvan, in droevige gedachten. Geen straal van hoop op betere tijden was te zien, niets dan deze vreeselijke armoede, die iederen dag pijnlijker werd en zij die kennis en werklust bezat, kon geen werk vinden, dat hun het noodige tot levensonderhoud verschaffen kon. Zij had dat ook wel geweten toen zij, om haren oom aan de gevaarlijke nabijheid van Cariiuglord te onttrekken, het landverblijf met de stad verwisseld had. Geld trekt geld tot zich, maar zonder geld en zonder connectiën is men onmachtig. Natalie kon les in zang en op de gitaar geven, zij sprak duitsch, fransch, italiaanech en spaansch en had toch de middelen niet om hare talenten productief te maken. Wel had zij zich tot een betrekkingkantoor gewend, maar de agent daarvan had haar ombewimpeld gezegd, dat men niet spoedig een meisje dat zoo schoon was, in huis nemen zou. De toestand werd voor het arme meisje nog onaan genamer gemaakt door haar oom, die hoe langer hoe on rustiger en knorriger werd en haar herhaaldelijk onom wonden te verstaan gaf, dat zij zeer dom had gedaan door Maurits Carlingford zoo onbeleefd te behandelen en hem daardoor af te schrikken. Hoewel Natalie hierop nooit antwoordde, waren het toch pijnlijke epeldeprikken voor haar, en zij zag duidelijk in, hoe haar oom van haar eischte, dat zij haar gansche leven ten offer breDgen zou opdat hij gemakkelijker en aangena mer zou kunnen leven. Was haar leven dan nog niet moeilijk genoeg, dat haar zulke verwijten werden gedaan Zij gevoelde zich dien dag geheel troosteloos en ellendig en was blij dat haar oom niet thuis was, want zij zou de kracht niet hebben gehad om zijne egoïstische klaagliederen kalm aan te hooren. Telkens stelde zij zich de vraag of de bewoonster van de Rozenvilla Ester Carr was of niet. Onwillekeurig dacht zij er weer aan, dat zij op een avond, toen zii nog laat eenige boodschappen had gedaan, den baron uit dat huis had zien komen. De booze verdenking, die in haar opgerezen was, kwelde haar onuitsprekelijk. Als Natalie de wereldkennis en het verstand, waarmede zij anderen beoordeelden, eens op zich- zelve had toegepast, zou zij zich de vraag hebben moeten stellen, wat de daden van Lionel von Raven haar aangin gen. Zij had zich dan moeten afvragen, waarom de ge dachte dat hij met Esther Carr zou ziju weggeloopen, haai zoo pijnlijk trof en waarom zij zooveel belaug in hem stelde. Zij was smartelijk getroffen en teleurgesteld. Den dag volgende op dien waarop zij den baron gezien had, had zij in een winkel gevraagd wie toch eigenlijk in de «Rozenvilla» woonde. Er moet eene zekere mevrouw Grandiey huizen, was het antwoord, dat op minachtenden toon werd gegeven, maar of zij werkelijk «mevrouw» is moge de hemel weten I {Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 2