NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
6e Jaargang.
Woensdag 27 Februari 1889.
No. 1734.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIES:
STADSNIEUW S.
BINNENLAND.
De Toestand des Konings.
IN TIJGERKLAUWEN.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maanden1.10.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummer»- 0.08.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feeetdagea.
Boreas: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 123.
▼an 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en comrantiers.
Dlreeteuren-Ultgevers J. C. FËËREBOOn en J. B. ATI®.
Roof dag ent en voor het Buitenland: Compagnie Generale de Fubheite Etrangère G. L. DAUBS Co., JOH. F. JONESSuer., Parigz, 31bts Faubourg Montmartre.
Haarlem, 26 Februari.
Ter overweging eener nieuw, v.rdeeling
der provincie in kieadistrikten ter verkie
zing der leden van de Provinciale Staten
waren heden de Provinciale Staten van
Noord-Holland in buitengewone zitting
vereenigd.
Eene commissie werd benoemd tot
onderzoek der geloofsbrieven der nieuw
benoemde leden de keeren Hnrtkamp en
Henny.
Daarna werd zonder hoofdelijke atem-
ming tot hunne toelating besloten.
Beide heeren leggen in handen dea voor
zitters de gevorderde eeden af eu namen
zitting.
De heer Philips vreest in zake het
voorstel tot nieuwe indeeling dat het on
derzoek in de afdeelingen weinig zal hel
pen, Hij stelt voor aan (U Ged. Staten te
vragen aan de Prov. Staten overteleggen
een kaart van de provincie met de nieuwe
indeeling en aautal kiezers in elk district
en zoodanige cousïderatiën en inlichtingen
te verstrekken als zullen dienstig zijn.
De heer Westerwoudt meent, dat
men in deze den weg zou kunnen volgen van
1851, toen men besloot het voorstel d.r
indeeling te verzenden aan Ged. Staten om
cousïderatiën en inlichtingen.
De heer Philips is het daarmede eene.
De heer Heemskerk betoogt, dat
het niet noodig is de zaak te stellen in han
den van Ged. Staten. Het onderzoek in de
afdeelingen zal evengoed de gewensehte
inlichtingen verschaffen. Hij zou daarom
wenschen voor te stellen de zaak in de
afdeelingen te onderzoeken en aldaar het
schriftelijk advies van Ged. Staten te ont
vangen.
De heer Butgers wenscht dat bij het
onderzoek in de afdeelingen ieder lid een
exemplaar ontvaDgt van de kaart waarop
de door den heer Kutgera verlangde in
lichtingen voorkomen.
De Voorzitter meent, dat er be
zwaar is 72 exemplaren van dit kaartje
in zoo korten tijd te drukken.
De heer Mouthaan zou wenschen,
dat aan het verlangen van den heer But
gers werd voldaan, maar hij ziet niet in
waarom Ged. Staten inlichtingen moeten
geven, daar zij die niet kunnen geven.
De motie van den heer Philips in stem
ming gebracht wordt met 58 stemmen
tegen 9 aangenomen. De zaak zal dus in
de aideeÜDgen worden behandeld.
De vergadering wordt daarna verdaagd
tot heden over 14 dagen.
"Wanneer men de kunstlievend
heid van Haarlem's ingezetenen
moest afmeten naar de opkomst op
het Maandag door den violist
Werner in de «Kroon» gegeven
concert, dan zou men tot een be
droevende conclusie komen. Niet
-i eer toch dan een lOOtal had zieh
door de faam van dezen musicus
doen overhalen om zijne artistieke
gaven Ie gaan genieten.
Het weder kan op dit bezoek
geen invloed hebben gehad, want
het was niet zdo dat een muziek
liefhebber zich daaraan kon storen.
Zij, die den heer Werner hebben
gehoord, zullen hebben ervaren dat
hij zich heeft doen kennen als een
degelijk ontwikkeld pianist.
In het «Concertos, voor viool
«D mineur» van Wieniawski, in de
viool-solo «Prélude, Louré, Gavotte»
van Bach en in Adagio en
Polonaiee, resp. van Spohr en Wie
niawski kwam zijn techniek op de
schitterend»te wijze aan het licht.
Ook de «Fanta«ie Op. 131» van
Schumann en de «Sonate, voor
piano en viool Op. 45» van Oliver
King werden met veel succee uit
gevoerd.
0e heer King zelf heeft zich doen
kennen als een degelijk, goed ont
wikkeld pianist. Voor zijne even-
genoemde compositie en zijn«legende
en barcarole» toonde het publiek
zich zeer dankbaar. Als begeleider
kweet hij zich niet zoo goed van
zijn taak, hij bedacht niet dat hij den
violist volgen en niet zijne partij op
den voorgrond stellen moest; hij
epele meer piano 1
Het meest trof ons zijn uitvoering
van de «ballade» van Chopin maar
ook die van de «legende en barcarole»
geschiedde met veel succes.
Het glanspunt voor den violist
was zeker wel het genoemde Bach-
nummer.
Summa summarum heeft dit con
cert ons veel muzikaal genot ver
schaft, maar al is het waar dat de
kuust geen vaderland heeft, de om
standigheid dat een nederlandsch
musicus, die in den vreemde zoo
hoog 6taat aangeschreven, hier geen
beter onthaal ten deel viel, stemde
ons treurig.
De heer P. H. Testas, van Am
sterdam, hield Maandagavond de
leden van «Weten en Werken»
eenige uren aangenaam bezig met
zijne kaartfiguren.
De heer Testas was hun niet
vreemd, want reeds vroeger had hij
hun proefjes geleverd van zijn bui
tengewone vaardigheid om uit de
figuren van het kaartspel: harten,
ruiten, klaver en schoppen, de aar
digste voorstellingen te maken. Ook
nu weder liet hij ons zien hoe men
door middel van potlood of crayon
van een ruiten-aas een reoruut met een
politie-muts of een huzaar met kol
bak, een blozend gelaat, een oude
heer, een boerenjongen enz. kan
maken, hoe de harten zich leenen
tot de allerdolste en de allerfraaiste
figuren en hoe men van klaveren
zelfs dametjes met mof, queue
enz. kan maken. De heer Testas
heeft zich blijkbaar zóó in deze wijze
van teekenen ingewerkt, dat het
hem volstrekt geen moeite kost om
iederen wensch te bevredigen, die
men op dat gebied stellen wil. Hij
teekent roodborstjes in een boom
met sneeuw bedekt, de vogeltjes zijn
gevormd uit «harten» of eene fami
lie die zit te kaarten vader, moeder
en kinderen vertegenwoordigen alle
figuren van het kaartspel.
Sommige karikaturen lokten het
hartelijkste gelach der toeschouwers
uit en werkelijk dat was verdiend;
hoogst vermakelijk waren sommige
dier fraaie, losse en stout ontworpen
schetsen, waarbij de teekenaar op
komisch-gemoedelijken toon de noo-
dige explicaties gaf.
De heer Testas liet ons meer zien
dan bij eene vroegere gelegenheid,
moge het ook een volgenden
keer blijken, dat hij zijnen rijken
voorraad met nog vele nieuwe schet
sen heeft aangevuld.
Men meldt ons:
Zaterdagavond gaven de leerlin
gen van den heer Schüalau te Be
verwijk een concert, dat in alle
opzichten geslaagd kan heeten.
Duidelijk kwam uit welk een
uitmuntende muziekleeraar Bever
wijk in den heer Schünlau bezit.
De luide toejuiching aan het slot
bewees hoezeer men het onderwijs
van dien heer alhier waardeert.
De mazelen zijn te Heemskerk,
Beverwijk en Velsen epidemisch
verklaard.
LEGER EN VLOOT.
Naar men verneemt zal d« ganeraal-
majoor der genie, jhr. Baud, commandant
der stelling Amsterdam en bevelhebber
der eerste militaire afdeeÜBg, met Mei
a. s. in eene hoogere functie naar de re
sidentie worden overgeplaatst.
Uit Halfweg wordt ons gemeld
Den 4en der volgende maand worden
aan de marine-aangelegenheden aan Zij
kanaal F verwacht het logementsohip der
torpedisten, benevens de noodige hoeveel
heid materieel enz. De schietoefeningen
vangen in den loop der maand Maart
woder aan.
De Tweede Kamer is b ij-
eengeroepen tegen Dinsdag 5 Maart,
's namiddags te 2 uren.
Ten paleize te 's-Hage was Maan
dag het volgend bulletin neêrgelegd:
De toestand van Z. M. den Ko
ning blijft minder gunstig en ver
andert weinig. De krachten komen
niet bij.
Maandag is de ziekenoppasser
Hemmes wederom naar Het Loo
opgeroepen, ten einde, zoo noodig,
den verplegingsdienst bij Z. M. den
Koning te verrichten.
De heer mr. J. B. van
Osenbruggen, lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, is over
leden.
A a n j h r. H. A. D. C o e n e n,
burgemeester van Zutfen, is Donder
dag bij gelegenheid van zijn 70an
geboortedag, een serenade gebracht.
De belangstelling was algemeen.
Aan een particulier
schrijven uit de hoofdplaats der Ar-
gentijnsche Republiekis 't vol
gende ontleend
«De aankomst van de Zaandam,
de eerste boot die direct van Rot
terdam op Buenos Ayres vaart, wa6
de aanleiding tot een aardig feest
voor de zich alhier bevindende Hol
landers. Wij hadden al een gedrukte
invitatie ontvangen om Zondag 13
Jan. te verschijnen aan boord van
de Zaandam op een diner, dat aan
de Hollanders alhier werd aange
boden door den kapitein bij gele
genheid van de behouden aankomst
van het eerste stoomschip der nieuws
lijn.
's Morgens 10 uur bevonden wij
ons (circa 40 personen) aan de ha
ven en werden met een kleine stoom
boot naar de Zaandam gebracht, die
verder op de reede lag en die on*
reeds op een grooten afstand door
middel van een paar kanonnen een
luid welkom toebulderde.
De ontvangst aan boord was uit
stekend. Het was een ongekende
weelde zich geheel onder landge-
nooten te bevinden, met een hol-
landsch schip onder da voeten en
een hollandech bittertje voor zich.
In de groote kajuit wachtte on*
een uitstekend diner, dat met den
goeden wijn, die ons geschonken
werd, niet naliet de grootste vreugde
en geestdrift onder de gasten teweeg
te breDgen. U begrijpt, dat aan het
dessert de vaderlandsche liederen de
toasten op den voet volgden en dat
een goed en krachtig woord, gewijd
aan ons gemeenschappelijk Vader
land, uitbundig werd toegejuicht.
't Was dau ook vol dankbaarheid
en enkelen bovendien vol zoeten
wijns dat wij 's avonds terug
voeren naar de haven. Het ieest ons
aangeboden op de Zaandam zal zeker
niet spoedig uit het geheugen van
de hier aanwezige Hollanders ver
dwijnen.
De hollandsche werkman, die thans
voor weinig geld hier kan komen,
moet zich niet voorstellen in het
Paradijs te zijn aaDgeland, want hij
is de eenige onder de vele uit an
dere landen, die zich niet verstaan
baar kau uitdrukkendie geen
fransch, duitsch, engelich of epaansch
verstaat. De concurrentie is voor
hem groot en hij is de laatste die
aangenomen wordt, want hij vindt
hier geen landgeneoten waarmede
hij kan praten, bij wie hij zich kan
aansluiten. Evenmin als ik een Griek
in mijn dienst kan hebben, even
slecht is de werkman, die zijn eigen
patroon niet verstaat. Heeft de aan
gekomene tijd om het uit te zingen
dan wordt het natuurlijk beter, maar
op de bovengenoemde klip zal nog
menigeen stranden, daar hij alleen
zijn moedertaal kent
In de B ai k er ij, orgaan
voor brood-, koek- en banketbakkers,
komt een ontwerp voor van een
FSITJIIiIiElTO HST.
Roman van Kabl Hellmeb.
19)
DERTIENDE HOOFDSTUK.
Wat heeft dat tb beteekenbn?
Wat kon dat te beteekenen hebben? Stond het in verhand
met de bezigheid hij welke zij haar oom had aangetroffen
Misschien maakte hij berekeningen of had hij aan iemand
geschreven van wien hij hopen kon inlichtingen te verkrijgen
over de maatschappij, die hem zooveel belangstelling in
boezemde. Waarschijnlijk was dan CarliDgford's brief toe
vallig er bij. Dat scheen de eenige goede oplossing. Dat
het de goede niet was ontdekte Natalie eerst toen het te
laat was.
Wij ontvangen vaak indrukken waarop wij aanvankelijk
geen acht slaan en die ons eerst later in de herinnering
terugkomen.
Eenige dagen na deze schijnbaar onbeduidende kleinig
heid ging Melleville in de afwezigheid van Natalie van
huis en keerde eerst des middags zeer laat terug. Zij zat
bij het vuur te lezen toen hij binnenkwam en zag dadelijk
dat er iets ongewoons met hem had plaats gevonden.
Hij zag er zeer opgewonden uit, ziju oogen schitterden,
maar er lag een uitdrukking in als van een kind, dat vreest
beknord te zullen worden. Natalie hield zich alsof zij zijne
opgewondenheid niet bemerkte en zeide zacht:
Gij zult koud zijn, oom Arthur. Waar zijt gij toch ai
dien tijd geweest?
O nergens, kind, nergens; ik heb maar een wandeling
gemaakt.
Een wandeling? En hij was uren weggeweest. De leugen
deed haar pijn, omdat er zoo duidelijk ziju lafheid uit sprak.
Gij moet iets eten en drinken, zeide zij.
-Nog niet, ik bedoel heel graag, stamelde
hij verward en trok ziju overjas uit.
Natalie drukte de hand op haar van onrust bonzend hart.
Hij is niet hongerig, hij heeft klaarblijkelijk reeds gegeten,
dacht zij. Maar waar en hoe? Geld had hij niet bij zich; ik
wil weten hoe hij er aan gekomen is.
Zij was echter verstandig genoeg om te zwijgeD en maakte
ook geen aanmerking, toen hij bij hun gemeeDschappelijken
maaltijd bijna niets at, maar daarente en veel water dronk.
Toen de maaltijd afgeloopen was greep Melleville naar
een courant, maar Natalie stond op en kwam bij zijn stoel staan.
Oom Arthur, zeide zij rustig en kalm, wees
zoo goed mij eenige minuten van uw tijd te schenken.
Hij legde de courant weg en keek haar angstig aan.
Gij hebt op de een of andere manier geld geleend en
daarmede deelgenomen aan die nieuwe speculatie. Uw ge
zicht geeft mij het antwoord reeds, voegde zij er bij,
toen zij zag hoe hij eerst verbleekte en daarop vuurrood
werd. Hoe hebt gij u bet geld verschaft?
Kindlief, ik....
Spreek de waarheid, beval zij streng, hoe zijt
gij aan geld gekomen?
Het is een voortreffelijke zaak, zeide Melleville
met een rapheid van tong die een treurigen indruk maakte,
een echte goudmijn!
Hoeveel hebt gij er ingestoken?
Slechts vierhonderd pond sterling, mijn kind, eene
kleinigheid. Werkelijk niet meer dan vierhonderd pond.
Maar vierhonderd pond, herhaalde Natalie, haren
toorn met moeite bedwingende, en hoe hebt gij het geld
gekregen?
Van eeD geldschieter in de stad, zeide hij onwillig.
Geldschieters verlangen onderpand of borgtocht, gij
hebt geen van beide.
O kindlief, er zijn ook geldschieters die sommen lee
nen zonder zekerheid te vorderen.
Als dit al waar is dan weet ik toch wel, dat zulke
geldschieters negentig percent vragen en ik geloof niet, dat
zij het u zonder borg enkel op uw belofte van teruggave
zouden voorschieten. De eeuige zekerheid die gij kondet
geven bestaat in het vermogen, dat mij eenmaal ten deel
zal vallen en waarop gij geenerlei aanspraak hebt!
Gij begrijpt daar niets van, Natalie. Ik heb inderdaad
van dat geld gesproken en de makelaar was met die aan
wijzing volkomen tevreden. Natuurlijk is de percentage
hoog, maar dat doet er niet toe, Bij zulk een schitterende
onderneming merkt men dat niet eens.