Naar men verneemt, h e b-
ben ook de Holl. IJzeren, Nederl.
Centraal- en Rhijnspoorwegen de
zelfde reductie op de vracht, voor
de goedereD, bestemd voor en af
komstig van de wereldtentoonstel
ling te Parijs, toegestaan als door
de Exploitatie-maatschappij reeds
werd toegekend.
Aan een schrijven van iemand,
die nu drie jaren geloden uit het Noorden
van ons land met vrouw en drie kinderen
naar Kansas vertrok, na hier te lande
aan lager wal te zijn geraakt, is het
volgende ontleend:
„Het is hier als in uw land", schrijft
de man„de luiaard moet bedelen."
wToen wij hier voor drie jsar aanland
den, hadden we nog 15 dollars. Toen
wij thuis meenden te zijn, moesten we nog
200 mijlen westwaarts naar onze prairie.
Mijn zoon en ik bouwden een huis, half
onder de oppervlakte, daarna hielpen wij
een buurman een onder dak bezorgen,
waarvoor hij mij 5 acres ombrak. Wij
hadden drie kleine varkens en 12 kippen,
en geen duiten meer. Mijn zoon en ik
gingen werk zoeken en vonden dat aan een
spoorweg, 200 uur van onze nederzetting.
Daar werkte ik 27a maand en mijn zoon
twee maanden langer, daar ik ongesteld
werd. Op onze nederzetting teruggekomen,
vonden we werk bij een boer. Van dezen
kocht ik twee jonge ossen om mijn land
te breken; zij kostten mij 55 dollars. In
1887 brak mijn zoon er 20 acres mee en
ploegde de vijf acres. Het geld was weer
op. Alweer op een spoorweg los; mijn
zoon en ik; de vrouw en de meisjes be
redderden bet land en verzorgden de bees
ten. Met twee en een halve maand gingen we
weer naar buis, werkten nog eene maand
bij een boer en daar: a kocht ik eene koe.
Wij hadden nu 1 koe, 2 ossen, 7 var
kens en 30 kippen. Hierna ging mijn zoon
nog drie maanden den boer op, waardoor
ik in staat was gesteld om een span muil
ezels te koepen, die mij bijna f 1000 kost
ten. 11e varkens waren vet geworden, drie
hield ik voor eigen positie en vier werden
te gelde gemaakt. Mijn zoon werkte ver
volgens met de muilezels en ik met de
ossen, zoodat wij nu 86 pondemaat land
om hebben. Prairie breken is ontzaggelijk
zwaar werk. De oogst in '87 was beter
dan die in '88. In '87 maakte ik uit 2
acres zooveel als in '88 uit 0, terwijl ik
in '87 per bushel aardappels een dellar
en een jaar daarna geen balven dollar
maakte. Een bushel is 37 liter. Toen
ik in het voorjaar van '88 alles beplant
had, was 't geld weer op, 't geen ik in
Friesland in de laatste tijden wei gewoon
was. Wij gingen weor aan 't spoor wer
ken, doch toen maakten wij 't niet zoo
goed, daar mijn zoon ziek werd. Thans
hebben wij 3 koeien, 1 os hebben wij ge
mest en voor eigen gebruik geslacht, ter
wijl twee koeien ieder een kalf ter wereld ge
bracht hebben. Ook heb ik mij gereed-
sebappen aangekocht natuurlijk, waaronder
3 ploegen, 2 eggen, planters, enz. Eten
hebben wij in overvloed, spek, vleesch
zooveel wij lusten, wittebrood, krentebrood,
suikerbrood; koek, koekjes en taartjes bak
ken de vrouwelijke buisgeneoten, die af
en toe mede werkzaam zijn op de prairie.
„Onze brandstof bestaat uit steenkool,
hout en droge buffelmest, dien wij uit
de prairie voor 't zoekeu hebben en die
veel beter is dan de lange turf in Fries
land.
„Of wij weer naar 't vaderland terug
willen? Niet gaarne. Maar niet allemen-
schen zijn bier thuis, veel moet men, wat
gemakken, geriefelijkheden en gezellig ver-
keer aanbelangt, hier ontberen en
werken als muilezels. Menschen
boven 50 jaar passen bier niet. Heelt men
wat duiten over, dau is men hier spoedig
klaar en voor de toekomst bezorgd.
„In Friesland zouden wij 't met den
besten wil niet gehaald hebbendaar zit
ten je twee dingen in den weg en dwars
in den weg ook, namelijk „kleine verdiensten
en groote parade." Als je bet nu maar
begrepen hebt. Wij gaan hier aan den
arbeid, dat de rug je 's avonds piept en
leggen alle weelde af, zoo komeu wij
vooruit. Onze tafel ziet er goed uit, ja,
de disch is zelfs overvloedig geladen. Naar
de weekmarkt gaan we niet; aan biljarten
en sociëteiten deen wij ook nietkermissen
en pretjes wonen we niet bij, eenvoudig
omdat ge dit alles bier te vergeefs zoekt
van verlakte schoentjes,polonaises,kostuums,
en queues weten we hier niet af, zonder
nu juist in Adams kostuum te loopen.
Geen van ons wenscht weder te keeren,
zoo staat 't nu in elk geval."
Onder talrijke blijken
van hoogachting en waardeering
van vrienden, oud-leerlingen en
leerlingen herdacht prof. Tilanus
te Amsterdam Zaterdag zijn 40 jarig
doctoraat. In de versierde studenten
wachtkamer van het Binnengasthuis
werd den jubilaris in tegenwoor
digheid van alle leerlingen en van
de klinische professoren door den
heer Haspels als blijk van hulde
een fraai bronzen beeld op marmeren
zuil met albumwaarin de
namen der schenkers, aangeboden.
De jubilaris dankte hartelijk. Een
receptie door prof. Tilanus gehouden
werd druk bezocht.
Een 5 0tal der laatst te
werk gestelde tijdelijke werklieden
van 's rijkswerf te Amsterdam is
met 1 dezer ontslagen. Wij verne
men, dat aldaar binnenkort nog
meer tijdelijk personeel zal worden
afgedankt. NR. C.)
Eenigeleerlingen uit de
hoogere klassen van het gymnasium
te Amsterdam hebben eeuevereeni-
ging tot theoretische en practische
oefeniDg in den wapenhandel op
gericht. Zes-en-negentig jongelui
zijn als lid toegetreden.
Eerstdaags zal eene vergadering
worden gehouden tot benoemiDg
van een bestuur en vaststelling
van een reglement.
Daar bij de excercitiën op de
Beurs de ondoelmatigheid van het
burgerkostuum is gebleken, bestaat
het voornemen, om bij de practische
oefeningen zich in eene eenvoudige
uniform te kleeden.
Wijl het te Leiden den
socialisten niet meer geoorloofd is
hun blad Recht voor Allen te ven
ten, hebben zij getracht, dat blad
's nachts in de huizen der inwoners
binnen te smokkelen door het in de
brievenbussen of onder de deuren te
stoppen. Twee hunner werden Za
terdagnacht door de politie betrapt
en in arrest genomen.
(Zuidhollander.)
Vrijdag inden naavond
werd het op de Langegracht te Lei
den weer woelig en vooral in de
omgeving van den herbergier P.,
bij wien men de vorige week Zon
dag zoo huishield. Eene groote men-
schenmassa bewoog z:ch daar, en
onder deze waren velen wien men
geene vredelievende bedoelingen je
gens genoemden P. en zijn aanhang
kan toeschrijven. Trouwens dat bleek
al spoedig toen de voor de vernielde
ramen gespijkerde planken daarvan
werden afgerukt en steenen in de
richting van de bedreigde woning
hun weg vonden. De politie had
zeer veel moeite de menigte te be
dwingen, en eerst toen met kracht
van wapenen ruim baan werd ge
maakt, was men geneigd wat ver
deraf te gaan staan.
Het Vaderland meldt:
De haagsch honden zijn.... onge
luksvogels I Pas zijn ze, na vier
maanden in den muilkorf te hebben
gezucht, in de volle vrijheid van
bewegingen hersteld, of daar komt
heden weder de stadsaanplakker de
publicatie aanslaan, waarbij de trouwe
viervoeters opnieuw worden veroor
deeld tot vier maanden ronddwalen
in 'tdoor hen keffend verwensehte
masker.
Aanleiding tot deze langdurige
honden -vastenavond- maskerade is
gevonden in de ontdekking van een
geval van «rabies caninae» bij een
hond, te huis behoorende in de
Atjehstraat. Het beest had reeds
eenige dagen «zoo raar gedaan», dat
de eigenaar het raadzaam oordeelde
hem tijdelijk naar het assyl te bren
gen ter verpleging. Men scheen er
hem weer te hebben opgeknapt en
Donderdagavond zou hij uit de hon-
den-ziekeninrichtiug ontslagen wor
den. Maar nauwelijks i.ad zich de
deur achter hem gesloten of hij viel
den eersten hond den besten, dien hij
ontmoette, op de meest verwoede
manier aan. De eigenaar was
er niet geruBt op en uit vrees
voor zijn kinderen bracht hij den
hond naar 't asyl terug, waar het
beest onderzocht, dol verklaard en af
gemaakt werdbij onderzoek van het
cadaver bleken alle kenteekenen van
hondsdolheid aanwezig te zijn en
dientengevolge is de muilkorf met 1
Maart weder verplichtend gesteld.
BI ij kens te Schevenin-
gen ontvangen bericht is 't vrij
zeker, dat de sedert den jong-
öten storm vermiste schuit van den
reeder M. de Niet overzeild is ge
worden. Een der loggers van dien
reeder, welke naar Kijkduin was
vetrokken, om te onderzoeken of
-en daar aanwezige ondertsboven
liggende schuit de vernrste kon
zijn, kwam onverrichter zake terug.
Daarentegen bracht een schuit van
den reeder R. de Niet gedeelten
van die schuit aan, o. a. boegstuk
ken, waaruit de overzeiling wordt
opgemaakt.
De stoomtram Rhijnspoor
Scheveningen heeft, tengevolge van
het drukke bezoek aan Schevenin
gen na den jongsten storm, in de
afgeloopen maand 18.000 personen
vervoerd tegen 4000 in Maart van
het vorige exploitatiejaar.
In een buitengewoon Po-
litiehlad bericht de officier van ju
stitie te 's Hertogenbosch dat in den
avond van Februari jl. ten nadeele
van den kapitein Wagner te Grave
door middel van braak is ontvreemd
1 gouden ankerhorloge no. 9585,
met fijn gouden kettinkje, 1 zilveren
cylinderborloge do. 18330, 1 bruin
lederen portemonDaie met drie rijks
daalders, 1 groenzijden gehaakt geld
beursje met 30 h 40 centen, 1 bank
biljet van f 100, 3 bankbiljetten van
f25, 1 muntbiljet van f 10.
Genoemde officier van justitie ver
zoekt opsporing en bericht.
Een onzer correaponden-
ten in het Noord-Brabanteche, die
weinig berichten inzendt, vroegen
wij in een beleefd schrijven, of er
in zijn woonplaats of in de omstre
ken volstrekt niets meldenswaardigs
voorvalt.
Heden ontvingen wij het volgende
antwoord
«Daar ÜEd. klaagt dat ik geen
berichten zend, heb ik de eer u te
berichten dat alhier bijna een groot
ongeluk heeft plaats gehad. Een
jongeling, afgewezen door zijn meisje,
spoedde zich naar de Merwede hier
tien minuten vandaan, blijkbaar met
bet voornemen om zich te verdrin
ken, wat hij echter gelukkig niet
deed, want ik zag hem bedaard
terugkeeren. Hopende UEi. thans
tevreden zult zijD, uw. dw. dienaar
N. N.» (Rolt. NU.)
Vrijdagnamiddag waagde
zich te 's Bosch de 11-jarige F. v.
d. P. op het brooze ijs bezijden den
Pettelaarschen weg, met het gevolg,
dat hij er doorzakte en, ondanks
onmiddellijk pogiDgen tot redding
in het werk werden gesteld, ver
dronk.
Op het kantoorvaneen
der voornaamste industrieelen te
Tilburg werd door den directeur
voortdurend geld vermist uit zijn
gesloten lessenaar. Ondanks alle
nasporingen kon men niet te weten
komen, hoe en wanneer die dief
stallen plaats hadden. Vrijdagmor
gen begaf zich de directeur vóór
het werkvolk naar de fabriek en
hield zich verborgen achter een lin
nen beschot, waarin hij een paar
openingen maakte, zoodat hij alles
op het kantoor kon waarnemen. Pas
had hij daar postgevat, toen een
der werklieden op klompen de fa
briek binnenkwam en naar een der
zolders ging; een oogenblik later
zag hij den werkman op de kousen
het kantoor binnensluipen en den
lessenaar openen met eenen sleutel,
dien hij uit een ander lokaal had
weggenomen, en welke op den les
senaar paste. De dief nam voorzich
tig uit het geldbakje, dat voor deze
gelegenheid goed voorzien was, een
gedeelte van den inhoud. Daarna
sloot hij het bakje weer zorgvul
dig in den lessenaar, en wilde zich
verwijderen, toen de directeur op
hem toetrad en hem den sleutel en
het geld ontnam. De dader was
een gehuwd man, vader van drie
kinderen.
Men schrijft uit Eindho-
ven
Ter gelegenheid van het carna
val zal heden alhier eene algemeene
hoedenmonstering worden gehouden.
Zij, die daaraan deelnemen, moeten
zonder uitzondering gedekt zijn met
een «kachelpijp». Bizondere voor
schriften omtrent den vorm zijn niet
gegeven, elke soort is goed. Er zijn
drie prijzen beschikbaar gesteld: le
prijs 11 gulden min elf kwartjes
2e pr., 11 halve guldens min elf
dubbeltjes; 3e pr., 11 kwartjes min
elf stuivers. Hoeden uit de elfde
eeuw zijn zeer gezocht. Aldus is
besloten door den «Raad van elf».
Naar aan de Zn. Ct. wordt
medegedeeldwas de aaDnemer
Bekedam bij zijne arrestatie te Lon
den in het bezit van ruim f1000.
Hij werd aan een der stations door
den inspecteur, den heer Fundter,
persoonlijk opgemerkt, en met be
hulp van den londenschen inspec
teur Buiterman een Hollander
van geboorte die door de engelsche
politie aan den heer Fundter was
toegevoegd, in arrest genomen.
Aan een der postkanto-
ren in het Noorden kwam eenige
dagen geleden een man acht spaar
bankboekjes voor de rijkspostspaar
bank vrageD, ieder h f 800, bestem
voor ieder van zijne acht kinderen.
Er moest daarna nog één boekje
voor hetzelfde bedrag bij voor
het verwacht wordende negende kind_
Volgens de N. Prov. Gr.
Ct. is de heer W. A. Scholten voor
nemens een blijvend aandenken te
schenken aan de stad Groningen,
dat hij 50 jaar in haar midden ver
toeft. Dat aandenken zou bestaan
in eene overdekte markt, welke aan
den Noordkant van den Turfsingel
vóór de BioemsDaat zou geplaatBt
worden, en waar in de eerste vier
jaren geen steêgeld zou mogen
worden geheven. Hier zou dan de
markt kunnen gehouden worden
van boter en eieren, wild en ge
vogelte, fruit en groenten enz. De
kosten worden op f50 h f70.000
geraamd.
Uit Knijpe wordt aan de
N. R. C. gemeld:
Een beroemd maD is uit ons mid
den weggenomen. Want beroemd
was hij, onze «duivelbanner en won
derdokter»; uren ver in den omtrek
was hij bekend, en legio is het aan
tal kinderen, dat hij door lijne won
derspreuken en het toedienen van
een aftreksel van zekere kruiden van
«het zuur en de spruuw» genas.
Ook als de kleinen laboreerden aan
de lastige liefhebberij van tanden-
krijgen, dan was hij de toevlucht
van meer dan éene bezorgde moe
der. Dan rustte zijn oog met eene
uitdrukking van de diepste meewa
righeid op het schreeuwende kind,
en terwijl hij den grijzen kop be
denke.ijk schudde, klonk het ge
heimzinnig van zijne lippen: «hij is
er weer 1 hij houdt het weer tegen
Wie die «bij» was, ja, wie zal dat
zeggen 1 Maar zooveel is zeker, dat
«hij» voor zijne macht moest buk
ken. Eenige bezweringsformulieren
werden uitgesproken, en binnen en
kele dagen vertoonde zich het wel
kome witte stipje, dat aan het lijden
der kleine een einde maakte.
Dan, ook andere, veel sterkere
stukken worden van hem verhaald.
Een rijk rotterdamsch koopman (som
migen maken er een professor van),
door zijn roem aangetrokken, kwam
tot hem. Zijne jeugdige echtgenoote
was lijdende aan eene verlamming,
die haar reeds sedert jaren had ver
stoken van het gebruik barer bee-
nen. Te vergeefs bad de krank heil
gezocht bij geleerde doctoren en be
roemde hoogleera-en. Doch wat deze
niet konden, dat volbracht de knijp-
ater duivelbanner. Een enkel bezoek
was voldoende, om haar het gebruik
harer uiterste ledematen terug te
geven. Ia het wonder, dat de rijke
Rotterdammer eene fabelachtige som
bood om den wonderdokter zijn ge
heim te ontlokken? «Het zou u niet
baten, het is u niet gegeven», luidde
het in duistere orakeltaal gegeven
antwoord, en het geheim, waaraan
zoovalen hunne wonderbare genezing
dankten, is met den wonderman ten
grave gedaald.
LAND- EN TUINBOUW.
Met het saaien van ladijs begint men
reeds bij gunstig weder in Janusri. In
bakken saait men dan bij voorkeur de
witte broeiradijs, wegens de kortheid van
het loof daarvoor bizonder geschikt. Ook
in den kouden grond saaien de liefhebber»
reeds, mnar veel valt op het gezaaide dan
niet te rekenen. Zelfs het zaaien in Fe
bruari is nog wisselvallig en men doet
goed, er dan nog een luwe, sounige plaats
voor uit te kiezen. Velen zaaien ze daarom
in Februari nog in bakjes of schotels, om
se later op 4 centimeter afstands in den
grond te verplanten. Om een zeker gewas
te hebben, beginne men half Maart in den
open grond te zaaien en vervolgens tel
kens om de 14 dagen, wijl de radijs an
ders te oud wordt en haar malschheid
verliest. Na Juni zaaie men niet meer, of
op een beschaduwde plaats en begiete men
se dagelijks. In Augustus kan men opnieuw
met saaien beginnen. De radijs eischt een
vruchtbaren, maar niet al te vetten en
vooral geen verach gemesten grond, 't Best
is de grond in den herfst te mesten en
om te spitten, opdat grond en mest flink
doorvriezen. Loese gronden treede men
voor de zaaiing goed vast, men krijgt
daardoor mooiere ronde knollen. Rcode
en witte radijs wordt het mgest gemengd
g»saaid. De witpuntige of rozenroode met
Easy beloofde dat, maar Raven verliet haar nog niet en
eerst toen zij kalmer geworden was, vroeg hij haar of zij
nog altijd zoo vaak alleen bleef.
Terwijl hij haar die vraag deed, viel zijn blik toevallig
op haar linkerhand en bemerkte hij dat de ringen, die deze
vroeger tooiden, weg waren. Had haar goede smaak haar
ertoe gebracht die fonkelende prullen al te leggen of had
zij het gedaan, omdat haar gevoel voor den gever vermin
derd was? Raven zou het haar natuurlijk niet gevraagd
hebben, maar zij had zijn blik opgemerkt en bloosde even.
Ik heb de ringen weggegeven, omdat ze toch waar
deloos zijn wilde ik ze niet meer dragen; ook het dienst
meisje is heengegaan, zij vond het bij mij te stil en zoo is
dan alleen de oude werkvrouw overgebleven, die zelden
nuchter is.
Wat zou Raven op zulke mededeelingen antwoorden?
Welbeschouwd had Essy de macht om aan den onaangena-
men toestand een einde te maken. Het lag niet op den weg
van Raven, om haar aan te bieden een dienstbode voor
zijne rekeDing te huren, en bovendien dacht hij dat E-ey
de toestand niet al te gemakkelijk moest worden gemaakt,
omdat zij dan niet zoo spoedig weer op het goede pad te
rugkeeren zou.
Hij vergenoegde zich dus met eenige deelnemende woor
den te spreken en stond daarna op om heen te gaan.
Ik moet weg, E-„y, zeide hij met de hem eigen
vriendelijkheid, vaarwel, arm kind!
Vaarwel, genadige heer, ik dank u ik kan u niet
zeggen hoezeer.
Hij trad naar buiten en Essy volgde hemtoen zij echter
de huisdeur voor hem wilde openeD, hield hij haar zacht terug.
Geef u geen moeite, zeide hij op een toon alsof
zij maatschappelijk gelijk stonden.
Het 1b mijn plaats. fluisterde zij schuchter, maar
hij schudde het hoofd en opende zelf de deur.
Een aaDgename zuidwestenwind woei hun tegen.
Hoe heerlijk koel is het, mijnheer de baron. Mag ik
u tot aan het hek begeleiden?
Zeker, Essy, sla een doek om.
O neenik beu geen verwend stadsdametje. Ik
ben niet baDg van frts6che lucht, zij zal mij goed doen. Ik
verlang altijd zoo naar een frisch koeltje.
Gij zit te veel in huis, kiridwoudbloemen kunnen
de benauwde stadslucht Diet verdragen. Gij moest vaker in
de vrije lucht gaan.
Gedurende dit gesprek waren heidsn den tuin reeds bin
nengegaan en Diet ver van het hek. Vroeger ging ik
meer naar buiten zeide Essy, maar nu niet meer,
want ik viDd het onaangenaam menschen te ontmoeten, die
mij vroeger gekend hebben.
Dat is toch een onnoodige vrees, Essy, antwoordde
de baron, wie zou u hier kennen? In ieder geval hebt
gij niet meer kans om bekenden te ontmoeten dan twee
maanden geleden.
O ja, mijnheer de baron, ongeveer vier weken ge
leden zag ik hier eene dame, die ik in mijn geboorteplaats
herhaaldelijk ontmoet heb.
Was het een der gasten van het kasteel?
Neen, geen der gasten. Het was de jonge dame, die
met haren oom in het kleine huisje woonde, dat aan den
rand van het park staat.
Zij zweeg en zag hem aan, maar geen klank kwam over
zijn lippen; hij stond daar onbewegelijk, zijn gelaat was
doodsbleek geworden door inwendige aandoening en bij kon
een poosje geen woord uitbrengen. Het was te donker dan
dat Essy zijn ontroering op zijn gelaat kon lezen en zij
vermoedde niet waarom hij zweeg, zij dacht dat hij zich
in het geheugen trachtte terug te roepen hoe de jonge dame
er uitzag, wier naam zooals zij er bij bijvoegde, Melle-
ville was.
Wordt vervolgd.)