NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 6e Jaargang. Zaterdag 9 Maart 1889. No. 1743. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIES: S i A D S N 1 E II W S. IN TIJGERKLAUWEN. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem, per 3 maanden/1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummer»- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen, d-nreanKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 172. ▼an 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren» postkantoren en courantiers* ilreeteuren-lfltgevers J. C. PIDEREBOOR en J. B. AVIS. Hoofdagente» voor het Buitenland: Compagnie Generale de Publieite Etrangère G. L. VAVBE 3f Co., JOH. I. JONESStier., F ar ijt, 31 bit Faubourg Montmartre. Haarlem, 8 Maart. Het Museum van Kunstnijverheid alhier is gedurende de maand Febru ari 11. door 724 personen bezocht. Als medewerkers voor zijne vierde «Matinée musicale» op Zondag 10 Maart a. s., zijn door den heer Joh. Steenman alhier geëngageerd mej. Christine Veltman (zaDg), de heer L. Schlegel (piano) en mej. T. Bastiaans (begeleiding). Door den gemeenteraad van Am sterdam is benoemd tot onderwijzer in het handteekeDen aan eene openb. lag. school 2e kl. I. N. Molenaar alhier. De afloop der aanbesteding van den houw van een r. k. wees- en armenhuis alhier, welke heeft plaats gehad onder beheer van den archi- tekt C. L. M. Robbers, is als volgt Door W. v. Schijndel was inge schreven voor 10999, door J. P. A. Nelissen voor 11111, door H. J. Nelissen voor 11275, door B. van Liemt voor 11810, door J. C van Reijzen voor 11822, door G. Hui zebosch voor 12126, door Chr. Co- blens voor 32289 eu door A. F. Captein voor 12358. Donderdagnamiddag is het paard van den vrachtwagen van het ge sticht «Meerenberg», in de Zijlstraat op hol geraakt en aan de Zijlbrug tot staan gebracht. Ongelukken zijn niet te betreuren. Gedurende de afgeloopen maand zijn door de politie alhier 23 per sonen vervolgd wegens dronken schap op straat. In de maand Febr. van het vor g jaar was dit getal toevallig ook 23. Door de politie alhier is aange houden en naar het huis van be waring overgebracht de bekende oplichter Cornelis van der Schrier, oud 42 jaren, schoenmaker, geboren te Rijnsburg. Onder het valsche voorgeven van opzichter bij de wa terleiding te zijn, had hij alhier ge meubileerde kamers gehuurd en zich geld en goederen doen afgeven. Hij was eerst onlangs uit de ge vangenis te Js Gravenhage ontslagen en heeft reeds 4 jaren en 7 maanden gevangenisstraf voor dergelijke op lichtingen ondergaan. In verschillende bladen is het voorgesteld alsof de misdaad van den gewezen bediende van den ontvan ger der directe belastingen alhier «itgekomen zou zijn toen men over ging tot het vervolgen der nog te boek openstaande aanslagen. Dit is niet juist. De schuldige, O. W., had de gelden die hij ver duisterde, verantwoord in het kohier omdat hij begreep dat anders de openstaande posten spoedig vervolgd en zijn misdrijf ontdekt zou worden. In het journaal evenwel boekte hij de posten nietzoodat dit altijd sloot met de kas. Toen men echter tot de balans overging, werd er ontdekt dat er ruim f 300 aan de kas ontbrak en denkende aan een abuis, besloot men tot het collationneeren der boe ken. De schuldige zelf hielp daar aan mede. De bediende die met hem collationneerde, liet de posten be neden f25 weg en noemde alleen die boven dat cijfer, en het toeval wilde dat de schuldige slechts een paar posten boven de f 25 verduis terd en de namen en nummers daar van onthouden had, zoodat hij die, hoewel ze niet in het journaal voor kwamen, uit het hoofd oplas. Zoodoende werd de «fout» niet gevonden en de toenmalige ontvan ger paste het tekort u.t eigen mid delen bij. Inmiddels was de schuldige om andere redenen ontslagen en er zou geen haan naar gekraaid heb ben, zoo zijn voogd aan wien hij de zaak in zijn angst voor ontdek king had medegedeeld, het niet noo- dig had geoordeeld het gestolene te vergoeden. Hoe prijzenswaardig dit bewijs van eerlijkheid ook zij, het had thans voor den schuldige slechte gevolgen. Hoewel het geld terug was kon men de smet van een tekort in de kas niet op het kan toor laten rusten, met het oog op den goeden naam der andere be dienden, en men gaf dus de zaak bij de justitie aan. Daar de handteekening van den vorigen ontvanger bijna geheel uit streepjes bestond, was ze niet moei lijk na te maken en het beste be wijs daarvan is, dat de ontvanger zelf op een partieel voldaan belas tingbiljet, zijn handteekening onder een der nagemaakte naamteekenin- gen heeft geplaatst, zonder de ver- valsching te bemerken. Donderdagavond gaf het //Nederlandscb Tooneel" haar zesde voorstelling ran het abonnement met het drama //Judith", inplaats van ^Narcis", en zonder te kort te doen aa» o«s leedwezen omtrent 's heeren Bouwmeesters ongesteldheid, die deze verandering noodzakelijk maakte, gelooven wij te moeten meenen, dat de verandering hier verbetering was. Want de rol van Judith' is eene der fraaiste van onae begaafde actrice mevr. Frenkel. Met welk een veelzijdig talent laat zij ons zien den inwendigen strijd met zichzelve.als zij zich nog niet kan vereenigeu met het idee om Holofernes te gaan dooden, de vreugde en de vastberadenheid waarmede zij er eindelijk toe besluit, de smartelijke moeite waarmede zij, eenmaal in de tent van Holofernes aangekomen, hare walging overwint en zelfs bereid is hare eer ten offer te bresgen, zoo dit noodig mocht zijn om den woesten Assyriër te kunnen dooden en het Vaderland te redden. Daarna de echt vrouwelijke aarzeling om hem te dooden als hij slaapt en eerst als zijne geliefkoosde slavin haar dreigt te vermoor den, wordt de zelfopofferende heldin weder in haar wakker en slaat zij toe. Holofer nes is verslagen. Eu nu zij de koene daad heeft volbracht en het vaderland gered, neemt zij weder afscheid van haar volk om zich te gaan afzonderen in eenzaamheid en gebed als voorheen. Wy hebben zelden het groot talent van mevr. Freükel zoo genoten als thans. Van Schoonhoven was een goede Holo fernes, wat gestalte, grime en spel betrof, in het vierde bedrijf gaf hij op uitnemende wijze den door wijn bevangen woesten krijger wesr. Schwab en Meynadier, de laatste als de ontevredene die zich verzet tegen Jehovah, voldeden meer dan ooit. De Jong, de niet-verhoorde aanbidder van Judith, was tamelijk mat en voldeed ons evenmin als de opperpriester Eliachim (Spoor.) Mevr. Pauwels-van Biene was zeer dramatisch en zeer sober tegelijk, zij secondeerde mevr. Freukei op waardige wijze. Kostumes en mise-en-scène waren, zoo als wij dat gewoon zijn van het *Nederl. Tooneel", zeer aantrekkelijk. Alleen maak ten wij ons een andere voorstelling van de zijwanden van een tent. Arrondlssements-Rechtbank te haarlem, Zitting van Dondardag 7 Maart 1889. (Slot.) Des middags verschenen voor de rechtbank drie oude bekenden, H. P. Starrenburg, P. G. Starrenburg en Jac. Ie Maitre, visschers, beschuldigd dat zij te zamen en in vereeniging met elkander in of omtrent den nacht van 28 op 29 Nov. nabij de Zandsloot onder Lisse lo. uit een gesloten put of kuil liggende iu den tuin van R. V. v. Zanten en 2o. uit een schouw, staande op een stuk land van H. V. v. Zanten, telkens eene hoeveelheid aardappelen, aan voornoemde personen ieder voor zoover zijn erf betreft toebehooreude, hebben weg genomen met het oogmerk om zich die aardappelen wederrechtelijk loe te eigenen. De drie beklaagden zijn in den laatsten tijd door de rechtbank te Haarlem, te 's-Hage eu te Amsterdam, wegens derge lijke feiten veroordeeld. Nadat zestien getuigen zijn gehoord, neemt de subs. off. v. just, zijn requisitoir. I. Yeilbrief, zegt spr., is de jongen die tegen een kwartje per nacht met de drie beklaagden medeging. Aanvankelijk ontkende hij alles, maar toen de drie beklaagden in den Haag in preventieve hechtenis zateD, verdween zijn vrees voor hun wraak en deelde hij alles mede wat hij van dezen diefstal wist. Al wat de andere getuigen hebben in het midden gebracht, sluit met de conclusie die men trekken kan uit de verklaringen van Vei)- brief, dat nl. de drie personen die hier terechtstaan en niemand anders, de daders zijn van deze diefstallen. Wat get. van der H. aangaat, die in stemt met de verklaring van de beklaag den, dat zij de bij hen gevonden aardap pelen gekocht hebben en die verklaart bij den koop tegenwoordig te zijn geweest, het zal mij vrijstaan na te gaan of er geen termen te vinden zijn om hem we gens meineed te vervolgen. De veldwachters hebben ten huize van de Starrenburgen schillen gevonden van aardappelen en wel van hetzelfde soort, dat aan de heeren v. Z. ontstolen was, zoogenaamde gele graafjes. Hadden zij on middellijk den burgemeester gewaarschuwd dan zou eene huiszoeking hebben kunnen volgen en ongetwijfeld de gestolen voor raad aardappelen in den kelder gevonden zijn. Dat hebben zij evenwel Diet gedaan en daarvan hebben de Starrenburgen ge bruik gemaakt, om ze des nachts weg te brengen. Geheel onbemerkt ging dat echter niet. In een daaraan belendende wening boven den kelder van het huis van Starrenburg sliepen twee personen, die door een geraas wakker werden en duidelijk aardappelen hoorden rollen onder hen. Zij zagen op de klok dat het drie £uur was, terwijl de tol gaarder verklaart, dat de Starrenburgen ongeveer halfvier bij hem zijn gepasseerd, hetgeen volkomen sluit. Nu trachten zij dat rolleu van die aard appelen wel te verklaren door voor te geven, dat hun moeder, die hun maal zou bereiden, met een bakje vol viel, maar het geluid was zooals de getuigen zeggen, veel langduriger, veel meer alsof er een groote massa viel. Deae drie personen zijn bepaald zeer gevaarlijk, dit blijkt uit hun herhaalde veroordeelingen in den laatsten tijd, uit de poging tot ontvluchting door een der Starrenburgen te Leiden gedaan en uit het gezegde van le Maftre aan den veldwachter a/Als je ons betrapt had, zou H. je be paald doodgeschoten hebben Requisitoir 27a jftar gev« voor H. P. en 2 jaar gev. voor P. G. Starrenburg en J. M. le Maitre. De ambtshalve toegevoegde verdediger, mr. C. Joh. Prins, geeft als zijne meening te kennen, dat de drie beklaagden aan het hun ten laste gelegde volkomen onschul dig zyu. Dat er aardappelen gestolen zijn bij Veldhuizen van Zanten staat vast, de vraag is maar wie de schuldige is. En dan leidt men uit de omstandigheid, dat er van den put waarin de aardappelen wer den bewaard, voetsporen loopen naar het water, af, dat de diefstal is gepleegd met behulp van een schuifje en, omdat de Starrenburgen en Le Miutre er langs zijn gevaren, dat deze de daders moeten zijn. Het kan echter zeer wel zijn, dat een ander, die vijandig gezind was jegens deze drie y ersouen, hen ziende varen voorbij het erf van V. v. Z. hen achterna gevaren is en den diefstal heeft begaan, denkende dat deze drie beklaagden er wel voor zouden worden aangezien. D«* identiteit der aardappelen staat daarbij volstrekt niet vast. Le Maitre zelf (en er is geen reden hem in deze te wan trouwen) heeft mij medegedeeld, dat hij verleden jaar nog van deze zelfde aard appelen heeft gekocht. De tolgaarder heeft hem zien doorko men, maar heeft niets gezien dan de per sonen, geen zakken met aardappelen. Wa ren die in de schuit geweest, dan had hij wel een of andere verhooging moeten be speuren. Verder zou ik willen vragen of iemand die ontwaakt iu den middenslaap, wat hij dan hoort kan verklaren onder eede. Men is dan natuurlijk slaperig en suf en ik houd het er daarom voor, dat deze ge tuigen niet goed gehoord zullen hebben. I. Veilbrief moet de hoofdgetuige zijn. Het is ongelukkig voor mij, dat hij we gens zijn jeugdigen leeftijd niet beëedigd mocht worden. Nu toch kan hij alles zeggen wat hij wil, zoo ruen eene verkla ring onder eede van hem had kunnen F IS I ïi L H T O 3ST. Roman van Kabl Hellmeb. 28' NEGENTIENDE HOOFDSTUK. Liefde vebwebven. Zij had voetstappen in de gang- gehoord, en dadelijk daarop diende het dienstmeisje baron Lionel von Raven aan, die haar, als vreesde hij dat men hem zou wegzenden, op den voet volgde. Men sprak over allerlei onverschillige dingeninstinct matig vreesde Natalie er voor een pauze in het gesprek te doen komen, om den baron geen tijd te geven over ernstiger dingen te spreken. De baron vroeg naar haar oom en of zij hem alleen durfde laten uitgaan. Hij zou denkeu dat ik hem wilde bewaken, en boos worden, antwoordde zij, ik moet bekennen dat ik nooit zeer gerust ben, als ik hem niet onder de oogen heb. Is hij nu reeds lang weg Sinds een uur ongeveer. Dan hoop ik, dat hij niet spoedig naar huis zal te- rugkeerenl riep de baron met zichtbare ontroering. Ik wilde u alleen spreken, want ik heb u iets te vra gen en toch weet ik niet Hij zweeg en beet zich op de lippen. Het gebeurde zeer zeldzaam, dat baron Lionel von Raven zijne zelfbeheersching verloor, maar thans was hij verlegen. Natalie wisselde van kleur, maar hoewel haar hart tot barstens sloeg in haar borst, wiet zij zich te bedwingen en zij sprak met zachte, rustige stem: Gij behoeft u niet te verontschuldigen, baron, wat gij mij ook te vragen hebt, ik zal u naar mijn beste weten en naar mijn geweten antwoorden. Dat is een edel antwoord, juffrouw Melleville, en gij zult geen aanleiding hebben om daarover berouw te gevoelen. Van datgene wat ik u te vragen heb, hangt mijn leven af. Hij zag hoe het meisje krampachtig de handen wrong en met moeite c'e aandoening beheerschte, die haar dreigde te overmeesteren. Thans zeide hij met kalme stem en zonder haar aan te zien Toen ik eenige dagen geleden hier kwam, scheen het mij toe alsof ik u beleedigd had of dat gij iets van mij hadt gehoord dat u slechte gedachten van mij gaf: Heb ik mij daarin vergist? Geen antwoord volgde. Natalie's wangen werden donker rood, het was alsof een sluier voor hare oogen hing en de adem haar henomen werd. Wat zou zij hern op deze vraag antwoorden, hoe hem zeggen, wat zij meende van hem te moeten denken? Zij zocht naar woorden, maar deze wilden haar niet over de lippen. Eindelijk echter fluisterde zij, nauwelijks hoor baar: Als als ik onbeleefd jegens u geweest ben, was dat zeer onrechtvaardig en ondankbaar. Halt! viel Raven haar bijna ruw in derede, als gij kwaad van mij dacht, kan hier van ondankbaarheid geen sprake zijn. Maar ik had geen zekerheid, ik wist niets ik dacht slechts ik meende. Om welke reden verdacht gij mij van een slechtheid? Ik heb niet het recht, vertoornd te zijn; gij kent mij immers nauweiijksl Laat ons tot een einde hiermede komen. Esther Carr heeft op den dag vóór gij uit mijn huis vertrokt, haar vaderhuis verlaten en gij hebt dat ongetwijfeld vernomen. Zij woont thans hier, in uwe nabijheid en gij gelooft dat ik voor hare vlucht verantwoordelijk ben, omdat ik van haar heb vernomen, dat gij hier waart. Vergeef mij, dat ik over zulke dingen tot u spreek, maar mijn eer staat op het spel, mijn eer die mij lief is. Vraag ik te veel, als ik u verzoek mij te zeggen hoe gij er toe gekomen zijt, zooveel slechts van mij te denken? Natalie had het hoofd gebogen, iedere zenuw in haar scheen te trillen. En toch wilde zij een eerlijk, open antwoord niet ontwij ken en begreep zij, dat zij den man, die voor haar stond en die het recht had zijn eer, zijn naam te verdedigen, eer lijk de waarheid moest zeggen. Als Raven haar zeide dat hij onschuldig was, geloofde zij dat volkomen, maar zij zag er nu tegen op hem te be kennen, dat zij zoo slecht over hem had kunnen denken. Zij boog het hoofd nog dieper en hare stem beefde ter wijl zij sprak

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 1