NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
6e Jaargang.
Donderdag 14 Maart 1889.
No. 1747.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIE N:
STADSNIEUW S.
BINNENLAND.
De Toestand des Konings.
IN TIJGERKLAUWEN.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maanden1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks» behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9» Haarlem. ?elefoonoammer A22.
Directeuren-Uitgevers J. C. PËËRËBdOin en J.
▼an 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groote opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
AVI».
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Generale de Publieite Etrangère G. L. DATJBE Co., JOH. F. JONES, Suer., Parijt, 31bit Faubourg Montmartre.
Haarlem, 13 Maart.
Door burg. en weth. van Bloe
mendaal is vergunning verleend
aan het bestuur der afdeeliug Noord-
Holland van de nederlandsche jacht-
vereeniging «Nimrod», tot oprich
ting van eene schietvereeniging
voor jachtgeweren op het terrein
te Bloemendaal kad. sectie A no.
570, 571 en 2866.
Volgens de opgemaakte kiezers
lijsten bedraagt thans het getal
kiezers alhier voor de Tweede Ka
mer 2786, voor de Provinciale Staten
2785, en voorden Gemeenteraad 2781.
Hedenmorgen te half zeven klonk
het «geboembam» der brandklok.
Wie nog niet op was, rukte zich uit
Morpheus7 armen en trachtte uit te
vorschen, waar het gevaar dreigde.
Dat wist men niet, maar er was
brand, de brandklok luidde immers I
Schutters van het brandpiket wed
ijverden onbewust in het vlug aan
trekken der uniform, grepen naar het
geweer en snelden naar de Doelen,
de verzamelplaats. Weldra meDgden
de brommende klokketonen van de
Nieuwe- en van de Bakenesserkerk
zich in het rumoer, door telefonen
waarschuwde men de leden der
brandweer, die spoedig op de been
waren en naar de spuithuizen ijlden.
In de buitenwijken klonk het ge
roffel der trom en ook daar haastte
men zich om het dreigend gevaar
te gaan bezweren.
Het bleek echter dat men de dupe
was geworden van een onwillekeu
rig verzuim, bij de Dinsdag plaats
gehad hebbende herstelling van het
slagwerk begaan, waardoor het
slagwerk hedenmorgen te half zeven
geheel is afgeloopen.
Velen zullen zich voor de moeite,
door dit loos alarm veroorzaakt, heb
ben getroost met de meer aangename
gedachte er thans gemakkelijker af
te komen dan bij een werkelijken
brand het geval zou zijn geweest!
Voor het kantongerecht alhier stond
heden terecht Joh. D., drogist te Haarlem,
beschuldigd van, daartoe onbevoegd zijnde,
geneesmiddelen te hebben bereid, afgeleverd
en verkocht, en verder geneesmiddelen te
hebben verkocht in eene hoeveelheid, klei
ner dan die welke de wet ten opzichte
van handelaars voorschrijft.
In den loop van den zomer van 1888
heeft bekl. aan verschillende personen me
dicijnen afgeleverd. Dit geschiedde op re
cepten van dr. B. J. Kouwer en den arts
J. A. Lodewijks die beide, toen hun bleek
de middelen door een onbevoegde waren ge
reed gemaakt, het verder gebruik er van ver
boden.
D«ze medicijnen waren1° acid. muriat.
met aqua destill.; chlor. kal. met id.;
julapium cum acid. hydrochlor; en nitras
argenti 3 B00. Het laatste was ter be
scherming voor het licht gepakt in een
geel papier, waarop van binnen te lezen
wasKunstmatig Carlsbad-, Emser-, Ma-
rien'oad- en Yichy-water, bereid door Joh.
D. te Haarlem.
Beklaagde is apothekersbediende en
haeft zijne bevoegdheid daartoe verkregen
onder de oude wet.
Hij erkent de opgenoemde geneesmiddelen
te hebben bereid, afgeleverd en verkocht,
maar beweert niet geweten te hebben dat de
papiertjes die hij van zijne klanten
ontving, recepten waren. Sedert hij de
apotheek van den apotheker O. alhier ver
liet, zijn jaren verloopeu en hij kent de paraaf
noch het schrift der jongere doctoren die
zich in dien tijd hier hebben gevestigd.
Bekl. verklaart meermalen acid. muriat.
af te levereu aan zinkwerkers, metselaars,
huismoeders. Hij maakte klaar wat hem
gevraagd werd om de menschen een ge
noegen te doen, daar hij hun enkel de
handelswaarde der artikelen in
rekening bracht, waardoor zij die veel
goedkooper kregen dan in de aphothsek.
Als hij schuldig is aan het verkoopen
van artsenijen beneden het vastgestelde
quantum dan zijn al zijne collega's dro
gisten schuldig, daar deze dit ook doen.
Twee vloeistoffen met elkander vermen
gen „bereiden te noemen is te ver ge
trokken, meent beklaagde. Dan is ook eeu
koffiehuishouder, die kina met elixer ver
mengd, aan zijn klanten voorzet, schuldig.
Wat de hoeveelheid der verschillende stof
fen betreft, in een pakje lucifers zit 47
gram chloras kalicus, zoodat een winke
lier, die een pakje lucifers verkoopt, zich
ook aan wetsovertreding schuldig maken
zou.
Bekl. eindigt zijne verdediging, met ale
ziju mt'ening uit te spreken, dat hij door
den ambtenaar van het O. M. eens is uit
gezocht om te worden gestraft. Hij acht
zichzelven onschuldig en verzoekt, als de
kantonrechter van een ander oordeel is,
een lichte straf.
De ambtenaar van het O. M. acht de
feiten, in de dagvaarding ten laste gelegd,
voldoende bewezen en requireert bekl.'s
veroordeeling tot een geldboete van f300
subs. 60 dagen hecht, en in de kosteD.
Als getuigen-deskuudigen treden op de
genoemde doktoren en de beer C. G.
Loomeyer Jr. apotheker alhier. Laatstge
noemde getuige verklaart o. a., dat een
apothekersbediende onder de oude wet niet
gelijkstaat met een drogist van vóór '65.
De laatste toch heeft de bevoegdheid enkele
geneesmiddelen tot een kleinere hoeveelheid
af te leveren dan de wet voorschrijft.
Wel beweert bekl., dat hij door zijn
examen ook de bevoegdheid van drogist
verkreeg, maar hiervan komt volgens de
ambtenaar van het O. M. in de wet
niets voor.
De heer Loomeyer verklaart ook op
een vraag van den kantonrechter, dat de
handelswaarde van de door bekl. gele
verde artikelen, zoo men die houdt voor
den inkoopsprijs met 20 of 25 pCt. ver
hooging, kleiner is dan de prijs dien be
klaagde voor zijn bereidingen vroeg, t. w.
dertig a veertig cents.
Uitspraak over 8 dagen.
De verpachting tot uh° November
van het grafgewas van de bermeu,
den «Cruquius» en het fort Schiphol
in den Haarlemmermeerpolder, heeft
opgebracht de som van f4131, in
derdaad een zeer hoog cijfer.
Men schrijft ons uit Zandvoort,
dd. 12 Maart:
Het den 9den Maart jl. alhier
door eene katwijksche bomschuit
uit zee aaogebrachte lijk van Arie
Roos, oud 18 jaren, behoord heb
bende tot de bemanning van de on
langs verongelukte visscherspiuk,
genaamd De Vier Gebroeders van
den reeder M. Tuit te Schevenin-
gen, is Maandag namiddag ten 1
uur alhier ter aarde besteld. De
familie alsmede een groot getal be
langstellenden, woonden deze droe
vige plechtigheid bij. Zoowel het
burgerlijk als het kerkelijk bestuur
was vertegenwoordigd. Ds. Schrieke,
predikant te Zandvoort, hield bij
de open groeve eene toespraak.
LETTEREN EN KUNST.
Men schryft uit Rotterdam
Naar de geruchten willen, zal het einde van
onze opera- en tooneelcriais zijn, dat de heer
Saalborn, laatstelgk regisseur bij het duitsche
tooneelgezelschap van de heeren Van Lier, in
het volgend seizoen pachter zal worden van den
nieuwen schouwburg en tegelijkertijd directeur
van de duitsche opera. Zelfs zegt men, dat ook
het teoneelgezelechap, thans bestuurd door de
heeren Le Gras en Haspels, onder zijne directie
zal komen.
Inhoud Hollandse he Lelie no. 37.:
Karakterstudie Muziek, door Carmen Mer-
gem, door W. J. van den WerfF Kunst
Roman, door C. C. ter Reehorst Weekka
lender.
Door den heerBahlmann
lid der Tweede Kamer zijn twee
amendementen op de Arbeidswet
voorgesteld
lo. Om den arbeidstijd van vrou
wen en jeugdige personen beneden
18 jaren in plaats van te 7 uren
des namiddags te doen eindigen te
8 urenen
2o. om den gezamenlijken duur
van den rusttijd in plaats van ten
minste twee uren slechts anderhalf
uur te doen zijn.
De Staatscourant bevat het vol
gende bericht omtrent den toestand
van Zijne Majesteit den Koning:
Professor Rosenstein en de ge-
neesheeren des Konings verklaren,
dat in den ziektetoestand van Z. M.
weinig verandering is gekomen. De
lichte verschijnselen van bloedver
giftiging zijn eenigszins verminderd,
zonder geweken te zijn.
Dinsdag bracht prof. R o-
senstein zijn wekelijksch bezoek op
Het Loo, om met de geneesheeren
des Konings te consulteeren.
Gedelegeerden van de
verschillende nederl. spoorwegon
dernemingen kwamen Dinsdag te
Utrecht bijeen, teneinde van ge
dachten te wisselen over de a. s.
zomerdienstregeling.
Als bewijs met welk eene
nauwgezetheid bij ons te lande toe
zicht wordt geoefend op vee dat
levend naar Engeland verscheept
wordt, kan dienen, dat Dinsdag
ochtend door den goevernements-
keurmeester 55 schapen werden in
beslag genomen, enkel en alleen op
grond dat zich onder dezen er twee
bevonden, welke aan schurft leden.
Bedoelde kudde stond ter iulading
in het ss. Winsloe gereed. Na de
inbeslagname werden de dieren naar
het openbaar slachthuis vervoerd,
om daar te worden geslacht en na
keuring naar Engeland te worden
gezonden.
De schapen waren afkomstig van
J. H., te Eist.
De algemeene vergade
ring van de Vereeniging tot bevor
dering van het volksonderwijs in
Nederland zal 14 Juni te Amsterdam
plaats hebben.
Het ledental is in de laatste
maanden met ruim 300 vermeerderd.
Onder voorbeho u d dee11
het Nid. v. N. mede, dat door een
engelsche maatschappij, onderhan
delingen zijn aangeknoopt over den
verkoop van het hotel «Rondeels en
het «Doelenhotels met de tusschen-
liggende huizen (een geheele zijde
der Doelenstraat te Amsterdam!, om
daar een groot hotel naar ameri-
kaansch svmsteem te stichten.
Door de meubelmakers-
patroons-vereeniging, die vóór een
paar jaar te Amsterdam opgericht
werd, is rechtspersoonlijkheid op
hare statuten verkregen, en is een
ziekenfonds opgericht voor de werk
lieden in dienst der leden.
Volgens het Geïll. Poli
tienieuws zitten de rechercheurs te
Amsterdam, die den heer Willink
Ketjen surveilleeren, niet meer in
het Paleis op den Dam, doch dren
telen zij voor de woning van den
heer W. K. op en neer. Gaat deze
de stad niet uit of niet uit wande
len, dan worden zij om de 2 uur af
gelost.
Omtrent de behandeling
van lijders aan longtering met ver
hitte lucht, heeft de arts J. Nord te
Amsterdam, eenige nadere mededee-
lingen en voorschriften openbaar
gemaakt, waaraan het UiUI. o. a.
ontleent, dat hij «ieder ontraadt, de
inademing op eigen gezag en zonder
contróle van deu arts te ondernemen.»
Men meldt ons:
Dinsdagmiddag ontdekte men ten
huize van den bekenden schilder,
den heer Koekoek aan de Torenlaan
te Hilversum een begin van brand.
Door het vlug optreden der «Hil-
versumsche Vrijwillige Brandweer»
mocht men er echter in slagen het
vuur in zijn voortgang te stuiten.
Na een instructie van
ruim drie maanden is de zaak van
den sergeant-majoor en den fourier
bij het reg. grenadiers en jagers,
beschuldigd van ontrouw en valsch-
heid in de compagnies-administratie,
voor den krijgsraad in behandeling
gekomen.
De krijgsraad, benoemd om in
deze omvangrijke zaak recht te
spreken, bestaat uit den luit.-kol.
Verschoor, voorzitter, de majoor-
TP
UIIJIJHTO INI.
Roman van Karl Hbllmer.
32; EEN EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Een snoode daad.
Lafaard I riep zij hem onverschrokken toe,
lafaard en moordenaar!
Natalie hier Werktuigelijk kwamen de woorden
over zijn lippen, terwijl hij haar aanstaarde met bloed be-
loopen oogen, als meende hij een visioen ta zien en niet
een mensch van vleesch en bloed.
Zij antwoordde niet, maar knielde neder naast het arme
meisje, die het bloed in dikke droppels uit een wond aan
den slaap vloeide.
Als gij het arme kind vermoord hebt, zult gij zoowaar
ik leef, daar rekenschap van afleggen.
Én gij zult zeker als aanklaagster optreden! zeide
Carlingford honend. Vergeet niet dat gij mijne echtge-
noete zijt. Bekommer u verder niet om het meisje. Als ze
dood is heeft zij ziahzelve haar treurig einde te wijten. Ik
heb haar niet vermoord, de val heeft de verwonding ver
oorzaakt, niet de slag dien ik naar haar deed. Hebt gii de
spion gespeeld Ik eisch antwoord
Hij sloot het venster en trok het gordijn weder dicht,
terwijl Natalie met kloppend hart het bloed trachtte te stillen,
dat nog altijd uit Essy's wonde vloeide.
Als gij nog één sprank van mannelijkheid in u hebt,
zeide zij eindelijk zich tot hem wendend, dan zult
gij mij helpen om de levensgeesten weer op te wekken.
Breng mij water!
Gij zijt wel overmoedig, dat gij mij durft trotseeren I
riep Carlingford toornig. Er is niemand in huis, die
u zou kunnen helpen.
Ik ben niet bevreesd, mijn leven is op dit oogenblik
minder in gevaar den het uwe, antwoordde Natalie,
hem onverschrokken aanziende.
Er lag een zonderlinge uitdrukking van angst in zijn
oogen, toen hij den blik van het jonge meisje ontmoette.
Onwillekeurig boog hij zich tot Essy neer en zeide niet
zonder bezorgdheid: Ze is toch niet dood?
Natalie stond op en haalde van een zijtafeltje een karaf
met water, daarop ging zij voort met te trachten het meisje
weer bij te brengen. Geen spoor van leven was te zien.
De lippen waren grauw, geen ademtocht verried dat er nog
leven in het lichaam was. De slag die den slaap scheen te heb
ben getroffen, moest eene doodelijke werking gehad hebben.
Natalie stond eindelijk op, het nuttelooze harer pogingen
inziende. Hadt gij u niet reeds zwaar genoeg tegenover
het kind bezondigd? sprak zij minachtend, verwijtend,
moest gij uw slechte ziel ook nog met haar bloed beladen
Ik, wilde haar niet dooden, fluisterde Carlingford
angstig om zich heen ziende. Het was een ongelukkig
toeval, dat moet gij toch gezien hebben!
Wat ik gezien heb doet er niet toe. Help mij nu, het
meisje op de sofa te leggen. Hij gehoorzaamde zonder te
spreken en toen het liehaam op de sofa lag, kuste Natalie
het op het voorheofd, terwijl groote tranen in haar oogen
stonden.
Met een ruw gebaar greep Carlingford haar bij den arm
en stiet haar van de sofa weg.
Gij kunt wel heengaan en mij de verdere zorgen voor
Essy overlaten. Zij heeft haar lot zelf gewild, maar ik heb
geen getuigen die bezweren kunnen, dat ik het niet ben
die haar gedood heb. Hoe spoediger gij dus dit huis ver
laat, des te beter voor u. Wat mij betreft, de werkvrouw
heeft mij niet gezien en kent mijn naam niet. Verlaat het
huis door de voordeur, als gij het venster uitgingt zou dat
de aandacht van een of anderen voorbijganger kunnen
trekken en dat verlang ik niet.
Natalies toestand was niet zonder gevaar. Carlingford
moest beschouwd worden als een driftig man, die, als hij
eenmaal vertoornd was, alle matiging vergat. Essy scheen
geen hulp meer te kunnen bateH. Misschien zou ook haar
oom, door hare lange afwezigheid ongeduldig geworden,
haar gaan zoeken en, zooals reeds meer gebeurd was, ver
dwalen.
Zonder een woord volgde Natalie hem in de gang; toen
hij de hand reeds op den deurknop gelegd had, zeide hij
zacht maar dreigend: Wij beide zijn nu alleen in dit
huis. Gij hebt niemand om als getuige te dienen, zoo gij