Vrouwen- en Ki Politiek Overzicht. kwartiermeester Eijssell, en de kapi teins Van Goens, Verstegen, De Boek, Callenfels en jhr. Van de Spiegel, leden. üit Leiden wordt gemeld: In de Dinsdag avond gehouden ver gadering van de afdeeling Leiden en omstreken der Nederl. Maatschappij voor tuinbouw en plantkunde is, door haren voorzitter, aan Johannes van der Sluis wegens vijttigjarigen dienst als boomsnoeier een horloge voorzien van inscriptie met gouden ketting overhandigd, benevens een album bevattende, behalve een stof felijk bewijs van waardeeriug, de namen van hen die tot dit huldeblijk hadden bijgedragen. Tevens werd den jubilaris namens die afdeeling een loffelijk getuig schrift uitgereikt. Iemand uit Den Haag, die in de Argeutijnaehe republiek een beter be staan ging zoeken, schrijft van daar aan zijne vrouw eu kinderen een brief uit Rosario, waaraan bet volgende door het „Rotterd. Nieuwsbl." is ontleend Wij zijn beiden aan het metselen van een suikerfabriek, l'/a uur buiten de stad, en bij ons werk liggen wij in de kost. Daar huisvest ik onder Eugelschen, Duitschers, Italianen en Spanjolenwij zijn met 6 Hollanders. Het eten is vreemd klaargemaakt, en de taal is me nog vreemder. Raad een ieder af, vrouw! die zon der geld wil reizen, om bier been te gaan want zij ondervinden groote armoede en ellende, eerst op de boot en dan te landdaar vervallen zij in een groot hotel, waarin een drie duizend reizigers zijn, die slapen in kribben twee hoog, op planken en met allerlei soort van onge dierte en vreemd volk. Wordt bet anders, dat men de taal kan spreken, dan is er wel fortuin voor getrouwde menscben te maken, door te wink'len. Daar er weinig vrouwen zijn, verdienen die met wasschen, strijken, naaien en koken veel geld. Ik zal, als het naar uw zin zal zijn, mijn best doen dat ik wat geld verzamel, dat ik u kan zenden om over te komen. Ja, ik moet toeb nog vertellen, dat wy iu Buenos-Ayres werk konden krijgen, maar geen woning, en de consul gaf ons weinig troosttoen hebben wij besloten, om naar Rosario te trekken. Een metselaar is hier niet zoo in tel. Esn steenbouwer en een timmerman verdienen per dag 2 nationaals of 65 cent. In de werkmansverdiensten is geen uitzicht om geld te vergaren. Er wordt niet gevraagd of het zijn vak is; pak maar aan. Maar wie geld heeft, die kan vor deringen makenwinkelen dat gaat goed en geeft een goede winst. Van Zondagen weten wij niet veel; de klokken luiden wel, maar er wordt even goed gewerkt als door de week door die genen, die het willen. De t e n t o o n b t e i 1 i n g v a n schoone vrouwen te Gorinchem gaat niet door. De redactie vaa de Nieu we GorincAemscAe Ct., die onder haar advertentiên de oproeping plaatste, is te weten gekomen, dat het slechts een grap was, meer niet. De landbouwer G. vauH., te Hurwenen, oud 72 jaar, is Zon dag avond, van Zalt-Bommel ko mende, door de duisternis misleid, nabij zijne woning in eene sloot ge vallen en verdronken. Eerst den volgenden ochtend is zijn lijk ge vonden. De ArnA. Ct. meldt thans dat op drie-en-vijftigjarigen ouder dom te Arnhem is overleden de heer L. Mulock Houwer, oud-resident van Pekalongan. Dinsdag overleed na smartelijk lijden, in het gasthuis te EindhoveD, een man uit het nabu rig dorp Nunen, wien Maandag te Eindhoven door een slag van een paard eene wond aan het hoofd wai toegebracht. Dinsdag voormiddag zijn ook de vrouw en dienstmeid van den onlangs te Grubbenvorst gear resteerden V. d. V., als verdacht van moedwillige brandstichting, ge vankelijk naar Roermond overge bracht. Men schrijft uit Fries- land aan de N. jR. C.: De trek naar verhuizing begint in het noorden van Friesland vrij sterk te worden. In de streek langs de zee van de Lauwere tot Harlin- geu makeu zich weer honderden gereed om hun geluk aan de andere zijde van den Oceaan te zoeken. Zij maken gebruik vau de aange^ boden gelegenheid om de reis te ondernemen in gezelschap van Frie zen, die hier tijdelijk hun verblijf houden, en in het najaar van 1888 uit de nieuwe wereld zijn overge komen. Barradeel en Het Bildt vooral leveren een groot contingent. Verkoop van huisraad enz. is er aan de orde van den dag. Ook in de steden werkt de zucht naar land verhuizing; in Franeker maken er zich een zestigtal gereed. Levert het jaar 1889 voor den landbouwer geen voordeeligen oogst, dan zal ong -twijfexd de verhuizing een vol gend jaar op nog grooter schaal plaats hebben. Of het overal in Amerika goed is? Een vriend te Le Mars, in Jowa, schreef dezer dagen«wij zitten met 300 vette ossen, zij schijnen niets waard te zijn; boelgoeden zijn aan de orde van den dag. De room is er hier af.» Zaterdagavond jl. zijn te Appelscha ongeregeldheden uit gebroken na afloop van een ver gadering van ongeveer 200 arbeiders De menigte scheidde zich, na het verlaten van het vergaderlokaal, onder het zingen van socialistische liederen in twee deelen, waarvan de eene groep langs den weg en de andere langs de overzijde van den evenwijdig daarmee loopende Com pagnonsvaart voorttrok. Al spoedig rinkelden er glasruiten. De inmiddels aangerukte maréchaussées sommeer den de menigte om uit elkaar te gaau, waaraan echter niet voldaan werd. Hierna dreven zij den troep met de wapens uit elkander, waar op de orde spoedig hersteld was. Bij een viertal ingezetenen, nl. wed. Keitsma, IJ. Reitsma, Stoker en Geertsma, werden glazen ingewor pen. Zondag hadden er den gehee- len dag samenscholingen plaats. De politie is aanmerkelijk versterkt, terwijl de burgemeester van Oost stellingwerf zich ter plaatse bevindt. Het //Vaderland" meldt De aangekondigde meeting ter bespreking van het wetsontwerp op de vrouwen- en kinderarbeid, had Maandagavond een uiterst talrijk publiek naar het //Gebouw" gelokt, waaronder vijf Kamerleden, de heeren Goeman Borgesius, Kerdijk, Heldt, Gildemeester en Domela Nieuwenhuis werden opgemerkt. In het //Gebouw" was geen plaatsje meer open, terwijl op het tooneel voor het gesloten doek, een aantal banierdra gers van 8oc.-dem. afdeelingen en vak- vereenigingen gezeten waren, benevens een klein meisje, volgens opgaaf oud 13 jaar, en bestemd om als voorbeeld te dienen van den invloed van het fabrieksleven op het kroost der arbeiders. De Voorzitter B a ij e opende de ver gadering met er op te wijzen, dat al had den de Kamers v. Koophandel, andere corporatiën en industriëelen tot dusver hun meening over het aanhangige wetsontwerp geuit, van de aijde der arbeiders nog geen stem was opgegaan. Opdat uit dit zwijgen van hen, die toch niet minder belangheb benden waren, niet sou worden afgeleid, dat dezen den tegenwoordigen toestand goedkeuren, was deze meeting belegd, om te toonen, dat het volk niet onmondig is. Een wet op den arbeid staat op het pro gramma der eenige georganiseerde ar beiderspartij, omdat deze het kind acht thuis te behooren op school en niet op de fabriek, opdat het in staat zij een in tellectueel werkman te worden, die tegen over de maatschappij zijn plichten weet te vervullen. Na voorlezing van een aantal telegram men van sympathie van andere vereeni gingen, trad als eerste inleider op de heer Van Helsdingen van Botterdam. Deze herinnert hoe het tegenwoordige Kabinet en de tegenwoordige Kamermeer derheid ontstonden uit de tekortkomingen der liberale partij. Had men daaruit moed kunnen putten, dat de tegenwoordige Ke- geering zich daaraan spiegelen zou, deze hoop was vergeefsch. Het wetsontwerp op den arbeid heeft althans den bodem inge slagen aan de hoop, dat met de belangen der arbeiders rekening zou worden ge- hou len. Het ontwerp bewijst, dat men niet op de hoogte der toestanden is, waar om het geen opheffing van grieren en wegneming van misbruiken bevat, die in tegendeel door deze wet in een wettigen vorm gegoten worden. Allereerst bepaalt de wet zich tot vrouwen en kinderen, terwijl toch ook de fabrieksarbeiders belangen hebben die ver zorgd dienden te worden, bv. ten opzichte van de inrichting dier lokalen. Wellicht weet de Kegeering en Kamer dit niet, omdat zij nooit in die pestholen komen, waarin de fabrikant, om maar ruimte te spareu, zooveel arbeiders mag stoppen als hij wil, zonder eeuige gezond heidsmaatregelen te nemen. Had men daar naar een enquête ingesteld, deze zou veel geleerd hebben. O. a. in Botterdam, om trent welks industriëele toestanden spr. vervolgens eenige treurige bizonderheden mededeelt. Iu de tweede plaats moest de arbeider verzekerd zijn van de uitbetaling van het hem toegekende loon, waarvan thans maar al te dikwijls als boete een groot deel werd ingehouden. De wijae waarop men thaDS boeten heft, is stelen, en daaraan moest de wet paal en perk stellen. Tot de artikelen van de wet zelf over gaande, kwam s^r. het eerst op art. 8, dat de bestendiging van een bestaand euvel (12-jarige 1 e e f t ij d) bevat, waarmede de arbeiders geen vrede kunnen hebben. In plaats van de fabrieksdeuren voor 18- jarige kinderen open te stellen, moest men liever die van alle scholen geopend hou den, want treurig is het te zien hoe de kinderen op fabrieken er uit zien, wier lichamelijke ontwikkeling achteruit gaat, waar het leven van den arbeider een strijd is door worsteling in zijn hongerloon. Zou spr. in het belang van de lichame lijke en zedelijke ontwikkeling liever een hoogeren leeftijd aangenomen zien, 14 jaar is echter de minste eisch der arbeiders. Den arbeidsdag van 11 uur (met uitzonderingsbepaling) voor jeugdige personen achtte spr. een dwaasheid, waar 8 a 9 uur de eisch is voor een volwassen arbeider, en men te Parijs dezen laatsten arbeidsdag reeds voor stedelijke werken heeft ingevoerd. En dan stelt de minister nog voor om te 7 uur te eindigen, opdat het kind '9 avonds van herhalingsonder- wijs zal kunnen profiteeren, en de vrouw in haar huishouden werken 1 Spr. noemt dit naief, want een kind, dat den len dag op de fabriek was, is niet in staat daarna nog ouderwijs te genieten, terwijl de vrouw voor haar huishoudelijke bezig heden meer tijd noodig heeft, dan na 7 uur disponibel is. De schafttijden acht spr. te kort, vooral in groote steden; wel is de bepa ling, dat de arbeiders de schafturen niet in de fabriekslokalen mogen doorbrengen goed, maar daarnevens moest de fabrikant verplicht worden een afzonderlijk schaft lokaal aan te wijzen, 't Is te dwaas hierbij to rekenen op de welwillendheid van de fabrikanten, want waren dezen welwillend, deze geheele wet was overbodig. Vervolgens acht spr. voor jonge moe dert den tijd van vier weken na de be valling te kort, en acht evenzeer een ver bod van arbeid voor de bevalling noodig. Het instellen van het inspecteursambt juicht spr. toe, maar deze betrekkingen moeten door de Kegeering niet aan vriendjes gegeven worden, maar aan mannen die het vertrouwen der arbeiders bezitten, en met de fabrieken en fabriekstoestanden bekend zijn; daarom late men de inspec teurs door de vakvereenigingen u i t de arbeiders kiezen. Wordt de wet, met of zonder de thans gestelde amendementen, aangenomen, de arbeidersklasse zal er niets bij winnen; alleen zullen enkelen in slaap gewiegd worden. De heer B e n n i n k trad vervolgens op, om de twentsche fabriekstoestanden te schilderen, die afschuwelijk ziju; verbetering zal daarin niet gebracht worden door dit wetje, omdat de kapitalisten een ander be lang hebben. Toch kent men in beide Kamers de toestanden, vraag het mannen als Stork en Van Alphen maar eens. In den drukken tijd zit de arbeider tot 15 uur toe opgesloten in een ruimte, waar een temperatuur van 105<> heerscht, ter wijl de lucht vol vet en smeersel is. En daarin kwijnen jeugdige krachten weg, waarbij spr. het hiervoor besproken meisje aan het publiek voorstelde. Ook h9t laven der gezinnen, in verband met den arbeid der moeder werd door dezen spr. aange roerd, die behalve een ontkenning van het nut der inspecteurs, het eigenlijk onder werp van bespreking niet aanroerde. Ook de heer Van Zinderen Bak ker uit Schoterland bepaalde zich in hoofdzaak tot eenige grepen uit het ar beidersleven in de venen; hij weea er cp hoe, als het gezin aan het werk is, de kleine kinderen öf in huis, of op het werk moeten worden vastgebonden. Uitvoerig schetst spr. verder den arbeid, en het aan deel daaraan van de vrouw, en ondanks dat werken en zwoegen kan een gezin maar f850 verdienen. Ook het schoolver zuim, als gevolg vau misbruik van jeug dige krachten wordt besproken, waardoor reeds schelen voor 2/8 ontvolkt zijn, terwijl hij het verder dienstig achtte nog de materie van den winkeldwang te gaan behandelen. Op deaelfde wijze, maar korter, schetste spr. nog het werken onder den boeren stand en in de bosschen, welke laatste arbeid nog meer ontberingen van de vrou wen eischt. Ten slotte wijdt spr. een woord aan den ellendigen toestand der friesche armhuizen. De heer Y1 i e g e n schetst den arbeid in de drukkerijen en herinnert aan het exploiteeren van kindereu in tal van druk kerijen en andere gruwelen, waarin het wetsvoorstel geen verandering zal brengen dat nb. een normalen arbeidsdag voor kin deren van 11 uren wil! waaruit volgt de erkentenis, dat het thans nog erger is. Die wet zal niet baten en maakt geen einde aan toestanden, zooals in de werk plaatsen te Maastricht, waarop de wet had gericht moeten zijn. Een groote leemte in deze wet is het gemis van de invoering van leerplicht, waarvoor de liberalen, die zoo met het volksonderwijs ophebbeu, thans hadden moeten ijveren, in verband met hunue liefde voor volksontwikkeling. Zouden de liberalen niet verder willen gaau uit vrees, dat het volk hun de baas zou worden? Hun moet een protest worden voorgehou den over de verdrukking van het volk. De eenige vrucht der nederlaudsche vrij heid is het lijden van het volk. En toch, de tegenwoordige minister van Justitie moet de maastrichtsche fabriekeu hebben opgemerkt, maar hij dient een voorstel in dat onbeschermd laat hen, met wier lijden hy het best bekend is. Spr. veroordeelt het ontwerp; het kan niet voldoen aan de eischen des volks, dat een wet verlangt, die voor de geheele arbeidersklasse een betere toekomst zal brengen. De Kegeering bedenke wel: Het volk zal niet altijd even tam en lijdelijk blijven onder een vertegenwoordiging, die komt uit de bezitters maar niet uit het volk. Wordt het ontwerp verworpen, dan zal blijken, dat de clericalen nog slechter willen dan de liberalen, en wordt het aangenemen, och, dit is lood om oud ijzer. Alsnu wordt gelegenheid gegeven tot debat, waarby de voorzitter mededeelt, dat geen motie gesteld zal worden. De heer K r e d o uit Amsterdam komt op voor algeheele vrijheid van de vrouw, die niet in de fabriek mag zijn, maar be hoort bij haar kinderen haar van God gegeven, dus in het huisgezin. Despreker treedt vervolgens in allerlei beschouwin gen omtrent kerkelijke zaken en dwaalt geheel van het onderwerp af. De heer Bas verdedigt de stelling, dat de man moet werken om het loon voor vrouw en kinderen te verdienen. Hij moet zorgen, dat zij geen slaven worden. Hij moet zijn vrouw kunnen onderhouden en anders niet trouwen of kinderen verwek- ken. In zeker opzicht legt hij dus op den man de verantwoordelijkheid voor het lot zijner vrouw. De Voorzitter sluit daarna de ver gadering met een lange rede, in hoofd zaak niet ter zake dienende. Alleen bleek er uit, dat spreker verwerping der wet wenschte om naderhand ook de rechter zijde te kunnen verwijten niets te hebben Te 11.30 ging de vergadering kalm uiteen. LEGER EN VLOOT. Men meldt ons uit Halfweg De torpedo-schietoefeningen aan zijkanaal F sullen onder bovel van den luit. ter zee le kL Wentholt den 15 dezer maand aanvangen. Heden wordt verwacht de torpedohoot no. 7 en 24 manschappen. Elk land heeft thans zijn politiek stok paardje. Italië heeft zijne ministrieele crisis .ad, de financieels is echter gebleven. In de Balkan-Staten brengt het aftreden van koning Milan van Servië alles in rep en roer en in Rusland en Oostenrijk lacht of weent men om de kuren van dien stou ten bengel, die het politieke hobbelpaard op zoo wonderlijke manier heeft bereden. Iu Engeland is de nieuwigheid van een leger en vlootversterkiug aan de orde. Duitschland ziet met spanning uit naar de aanstaande Samoa-couferentie en last not least is in Erankrijk de vervolging tegen den Patriot- tenbond het onderwerp van den dag. In de overige landen sijn enkele kwes ties aan 't ontkiemen. De ministerieels horizont in Spanje is weer niet zuiver en in het radicale Scandinavië is men dubbio, wat te doen ingeval er een oor log mocht uitbreken tusschen Duitschland en een andere mogendheid. Nu en dau schijnt het of de kreet van vrede 1 vrede 1 wordt overstemd door dien van te wapen 1 te wapen 1 maar totdusver is het den heeren politici, al is het dan ook ten koste van eenige veeren, vrijwel gelukt het evenwicht te bewaren. In Frankrijk, het land waar men zoo bij uitstek de kunst verstaat aan de nie tigste zaken een schijn van belang bij te zetten en naar verhouding van zaken van eenig meer gewicht, levenskwesties te vormen, is de vervolging vaa de leden der door de regeering ontbonden Ligue des Patrio- tes, thans een ernstig stadium ingetreden. Het is eindelijk gelukt om tegen Ligue een wapen vinden waarmede zij kan worden getroffen. De rechtsgeleerden heb ben onder stof en schimmel een wet op gedoken, welke de eenige is op grond waarvan zij kan worden vervolgd en wel zooals wij reeds gemeld hebben de wet van 1848 op de geheime genoot schappen. De regeering heeft ingezien dat een een voudige ontbinding der Ligue niet veel zou helpen en daarom gaat zij in haar doortastenden ijver zoover om ook een strafvervolging tegen de hoofden in te stellen en daartoe komt haar het wetje van 1848 zeer ten stade. Inderdaad moet de Ligue het erg heb ben verbruid. Naar gebleken is beoogde zij niet meer of minder dan eene macht te vormen, die zich op een gegeven tijdstip vierkant te genover de besluiten der regeering zou kunnen stellen, zij had dus een revolu- tionnaire strekking, die zonderling afstak bij haren titel. Naar men meidt zullen er wellicht ook termen gevonden worden mij wilt verraden. Als gij dacht dat ik het doen zou, zoudt gij mij niet toestaan dit huis levend te verlaten, antwoordde Natalie met onwankelbare koelbloedigheid. Gij hebt gelijk. Ik zie dat wij elkaar verstaan. Als gij dacht dat gij mij aan den galg kondt bren gen, zoudt gij het zeker doen om van mij bevrijd te worden. Gij verliest den tijd, dien gij beter gebruiken kondt, met noodeloos gepraat. Open de deur eu laat mij gaan! Zonder verder antwoord gehoorzaamde hij en sloot achter haar de deur met den grendel. Toen keerde hij niet zon der eenigen angst, terug in de kamer waar het lijk lag van haar, die hij had voorgewend te beminnen en die door zijn hand, zoo al niet door zijn wil, was gestorven. Natalie had intusschen den straatweg weder bereikt. Thans nu de tijdelijke opwinding voorbij was, was zij door de vreeselijke seène die zij had bijgewoond, geheel geschokt. Hare knieën sidderden, zij kon nauwelijks ademen en moest dikwijls blijven staan. Haar kloeke geest verkreeg toen echter weer opnieuw de overhand en voorzichtig zag zij op de straat om zich heen. Alles was donker en stil, geen ge luid werd gehoord, geen menschelijk wezen was te zien. Vlug snelde zij voort en had nu in weinige minuten hare woning bereikt. Eigenlijk hield haar op dat oogenhlik slechts eén gedachte die haar naamloos veel pijn deed. Men had Raven de «Rozenvilla» zien binnengaan, de dienstboden die Essy vroeger gehad had kenden hem. Was het niet mogelijk dai men hem zon betichten van den moord. Deze moest toch bekend worden, geheimhouden was in elk geval ondoenlijk. Zou men alles gelooven, wat hij ter zijner verdediging had aan te voeren? Zou men zijn onschuld inzien of zou zijn goedheid jegens eene ongelukkige hem duur te staan komen? Onrustig en geschokt ais Natalie was, moest zij zich een onbezorgd uiterlijk geven. Haar oom had geslapen, hij ontwaakte eerst op het geluid harer voetstappen. Zij zeide dat zij reeds lang terug was, maar dat hij te vast had ge slapen om haar te hooren. Het verdroot hem, in de courant de berichten waarop hij gerekend had niet te vinden en het duurde eenigen tijd vóór hij zich kalmeeren liet. In den langen slapeloozen nacht doorleefde Natalie in den geest voortdurend het vreeselijk tooneel, waarvan zij ge tuige was geweest. Zij zag de doode voor zich, die alleen lag in het afgelegen huis en dien men morgen vinden'zou. Alle couranten zouden dan vol zijn vau dezen moord. Zij echter dacht bij zichzelf dat hij alleen ten laste kon worden gelegd aan dengene die Essy's ijdelheid had misbruikt om haar in het ongeluk te storten. In al dit lijden evenwel, kwam het zalig bewustzijn telkens bij haar op, dat Lionel von Raven haar beminde, dat zijn trouw haar toebehoorde. TWEE-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Wie dbaagt de schuld. Het was nauwelijks negen uur in den morgen, toen een oude vrouw, klaarblijkelijk ontsteld, het politiebureau te Fulham binnentrad en vroeg of er dadelijk een agent met haar kon medegaan. Nu, wat is er dan, vrouwtje? vroeg een politie beambte lachend. Hebt gij ruzie met uw liefste gehad? Mijn hemel, ik ben al sinds twintig jaar weduwe. Het geldt hier een moord I De beambte, die nu wel inzag, dat het de onde ernst was, bracht haar bij den inspecteur en dezen deelde zij mede, dat zij reeds langen tijd in de «Rozenvilla» diende, en sedert veertien dagen geheel alleen. Gewoonlijk verliet zij des avonds het huis en dezen morgen had zij zich met den sleutel dien zij had, toegang verschaft. Den vorigeu avond was zij te negen uur heengegaan en had toen met mevrouw Grandley nog een lang gesprek gevoerd. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 2