gintot dt eonte oplwring too) tegon ongelukken en invaliditeit te verzekeren bij de Eerste Nederlandsche Yerzekering- maatsehappij tegen invaliditeit en onge lukken te 's Gravenhage. Hij moet daarvan een polis aan de directie overleggen, die deze voor gezien moet teekenen. Hij is bovendien verplicht de, ingevolge de polis, verzekerde som te vermeerderen met het een vijfde gedeelte dier som, wan neer daarbij eene som inééns wordt be dongen, of wanneer de in termijnen uit te keeren som in eene som inééns veranderd en wanneer eene uitkeering in termijnen uit de pelis voortvloeit, eene som gelijk staande met een vol jaar der uitkeering. In beide gevallen wordt het bedrag van de aannemingssom afgetrokken. Indien deze niet of niet meer toerei kend blijkt te zijn, blijft de aannemer mei zijne borgen aansprakelijk, geheel volgens het bepaalde in art. 14. Alleen wanneer een ongeval het gevolg is van eigen opzet of nalatigheid van een werkman zelf, volgens oordeel der directie, zal d« bovenbeschreven vermeerdering der uitkeeringssom niet plaats hebben. Door de bepalingen van dit artikel neemt de aanbesteder geenerlei verplicb ting op zich wegens ongevallen, aan werk lieden op het ia dit bestek omschreven werk overkomen.* Het is, zooals wij reeds opmerkten, niet de eeiste maal, dat dergelijke bepalingen in bestekken voor particuliere werken wor den opgenomenmaar de vorm, waarin dit thans geschiedt verdient de aandacht. Aan den eenen kaut wordt aan den aannemer de plicht van verzekering opgelegd; maar an derzijds is de zaak zoo geregeld, dat de aannemer ook zelf geldelijke schade lijdt, indien een ongeluk plaats heeft, omdat hij verplicht wordt, bij de som, door de ver- zekering-maatschappij uit te keeren, zelf ook nog een evenredig bedrag te voegen. Ons komt het voor, dat dit juiste be ginsel bij de regeling, die van de regee ring is te wachten, overweging alleszins waard is. Uit Buiksloot wordt van 23 Maart gemeld Gisterenavond vierde de afdeeling Waterland der Maatschappij tot «Nut van 't Algemeen» haar eeuwfeest. De president, de heer J. Cleijndert, van Nieuwendam, sprak de feestrede uit, terwijl voor de leden met hunne dames en genoodigden de avond verder aangenaam gemaakt werd door het opvoeren van eene operette en andere vermakelijkheden. Men schrijft onsuitPurme- rend: Donderdagavond jl. werd in wDe Doele* de gewone tweejaarlijksche tentoonstelling gehouden van de werkstukken van leer- gen der stadsteekenschool. Nadat door den voorzitter-commissaris, den heerP. H. v. d. Aard weg,in welgekozen woorden het doel en het nut van het teekenonderwijs in het algemeen was ge schetst, waarbij ZEd. als architect vooral ook wees op het voordeel van de kennis van het bouwkundig teekenen voor den aanstaanden ambachtsman, werd by monde van den heer J. Lankelma verslag uitge bracht over de twee laatste jaren, waaruit o. a. bleek, dat hh. commissarissen over het gegeven onderwas en de vorderingen der leerlingen ten zeerste voldaan waren Hierna volgde de gewone prijsuitdeeling aan die leerlingen, welke zich door ijver en aanleg van de anderen onderscheidden, 'Ten slotte nam de burgemeester, de heer jhr. C. van Citteis, het woord en bracht hulde aan hh. commissarissen en onder wijzers der teekensehool, wekte de leerlin gen op, voort te gaan met flink gebruik te maken van de hun aangeboden schoone gelegenheid tot oefening van oog en hand en tot ontwikkeling en beachaving van den kunstzin en dankte de ouders der leerlingen en verdere genoodigden voor hunne tegenwoordigheid, waarmede ae,vol gens den spreker, een bewijs van belang stelling hadden gegeven. En wat nu hat tentoongestelde betreft, trof ons in de eerste plaats de groote ver. scheideuheid van werkstukken. Het hand- teekenen, perspectivisch- en bouwkundig teekenen, schilderen op papier, doek, hout on steen, zoomede het boetseeren, wordei blijkbaar met goed gevolg onderwezen en beoefend. Vooral de stillevens in de afdeeling sohilderen waren dikwijls treffend wat aan gaat zuiverheid vam lijnen en juiatheid van kleuren. De proeren van boetseerkunst trokken de algemeene aandacht: ze wtren dan ook met veel zorg en netheid af gewerkt. Door deze welgealaagde tentoonstelling is wederom duidelijk het goed reoht van bestaan der stadsteekenschool gewettigd, is haar gewis de voortdurende waardee ring der ingezetenen verzekerd. Verplaatst met 8 April a. s. de rijksveldwachters der 3e kl. G. J. Kap van Delft naar IJmuiden (Velsenj, C. Godart, van IJmuiden naar Delft. D. Vonk, de 15 j a r i g e j o n- gen, die Donderdag op het terrein van het Merwedekanaal, aan den Muiderstraatweg, door een zandwe gen werd overreden, en wiens been daarbij werd verbrijzeld, is reeds den volgenden dag aan de gevol gen bezweken. Op het postkantoor te Tiel is een brief met geld ontvreemd. Verdacht wordt daarvan de brie venbesteller W. O., die dan ook reeds in zijne betrekking geschorst is. De zaak is in handen der jus titie. De beide personen, die zich met een knecht in de voor de haven te Huizen omgeslagen tjotter bevonden, zijn de heeren E. E. en H. de Vries uit Elburg, broeders, beiden gehuwd. De lijken der drie drenkelingen zijn reeds te Huizen aangespoeld en zullen naar Elburg worden overgebracht. Van andere zijde meldt men nog, dat alle mogelijke pogingen tot redding werden aangewend, maar door den bevigen wind zeer be moeilijkt werden. De knecht heeft zich het langst aan het vaartuig vastgeklemd, doch moest zich eindelijk na een hevigen kamp loslaten. In de gemeente Emmen is een der hunebeden, gelegen vóór in het dennebosch ten oosten, dat aan de provincie behoort en het schoonste hunebed in die buurt is, door kwaadwilligen zeer beschadigd. Tengevolge van een vuurtje, dat er zeker door knapen onder is aan gelegd, is een der dikste steenen gebarsten. Er zijn reeds eenige brok ken afgevallen. Het is te verwachten, dat bedoelde steen weldra door de werking van het weder in tweeën zal vallen. (IV. P. D. C.) De commissaris rzn po litie te Arnhem waarschuwt geen goederen af te geven aan Johannes Franciscus Verbeek, 40 jaar, kapper, laatst woonachtig te Amsterdam, daar hij herhaaldelijk in genoemde plaats goederen kocht, welke hij niet betaalde en onmiddellijk weer verkocht. De weduwe van den a d- judant-onderofficier Peters te Utrecht, ontving dezer dagen vanwege den minister van Koloniën het officieel bericht, dat haar zoon, sergeant majoor der infanterie bij het leger in Oost-Indié, J. W. Peters, op 12 Jan. te Medan (Deli, Oost-Sumatra) in eenen twist met inlanders door dezen is vermoord. De le luitenant W. C. Vöicker, van het le regiment hu zaren te Deventer, staat gereed om zoo noodig met een detachement huzaren naar de venen in Overijsel te vertrekken, ten einde daar de einde te bewaren. Door de justitie te Breda is een streng onderzoek ingesteld naar de oorzaak van den plaats gehad hebbenden brand in de werkplaats van den heer J. F. de Booy. Het gebouwtje met inventaris waren ver zekerd, zoodat de geldelijke schade voor den betrokken eigenaar zeer gering zal zijn. Nader vernemen wij, dat de loonsvermindering aan de luci fersfabriek te Eindhoven niet is in getrokken, maar aan de werklieden nog voor eenige dagen het oude loon is toegezegd, ten einde hun tegemoet te komen en hun de ge legenheid te geven zich in dien tijd de nieuwevereenvoudigde wijze van werken eigen te maken. (IV. R. C.) De werkstaking te Smil- de is geëindigd, nadat verhooging van loon was toegezegd. i»j, om kot wereldkundig te Makes. lieer wolbeeehouwd ken het ket niet ondienstig lijn, deie ontdekking, hoewel de doriehvlegel bijna tot bet verledene behoort, nogmaals in herinneriag te bren gen, want er lijn goede eo sleehte dorech- machines en de arbeiders zijn in hun be handeling daarvan niet minder nalatig dan vroeger io het hanteeren van den vlegel; daarom zou bet miaaehien ook tegenwoor dig niet kwaad zijn, de kippen en ganzen over bet werk der dorecbmachinea te laten oordeelen, en af te luisteren wal ze er van zeggen. FINANCIEELS MEDEDEELINQEN. Het testuur der Vereeniging voor den effecten handel te Amsterdam bericht dat in de prijscou rant der vereeniging zullen worden opgenomen: lo. de 3Ya pets. leening der Hollandache IJze ren Spoorwegmaatschappij; 2o. de 5 pet8. pandbrieven der Oosterscbe Hypotheekbank, gevestigd te Amsterdam; 3o. de 47a pets. obligatie n dar Bataviasche Oo8ter-Spoorwegmaatschappij 4o. de 473 pets. leening van het koninkrijk Portugal 1889; 5o. de 5 pets. geprivilegieerde Ottomanisehe Douane-obligatiën van 1886. KOLONIËN. (Uit bataviasche bladen van 1623 Febr.) BATAVIA, 23 Februari. LANDBOUW EN VEETEELT- Ik heb indertijd opgemerkt, zegt een sehrander landbouwer, dat er geen nauw lettender controleurs bestaan dan kippen en ganzen, waarom ik altijd hun raad in riep, om na te gaan of mijn dorschers vlijtig en goed gewerkt hadden. Misschien wordt deze wenk door mijn collega's op gevolgd en in dat geval zullen zij zien, hoe hun ganzen op het uitgedorsehte stroo aanvallen en de aren onderzoeken. Zijn er flink wat korrels in gebleven, dan beginnen de ganzen den dorscher te prijzen en maken een gesnater, dat des te harder klinkt, naar mate de vlegel meer voor de ganaen heeft overgelaten. Dan komen ook de kippen en klokken haar kuikens er bij, terwijl de haan de trompet steekt en tot den aan val blaast. Dan gaat het er vroolijk en luidruchtig toe. Komt dan een poosje later de boer en wrijft hij zich de oogen uit en onder zoekt hij het stroo, dan is het ledig; dan prijst hij zijn reeds door de kippen en ganzen geprezen dorscher, en iedereen ii voldaan, ook de boerin, die zich verge noegd in de handen wrijft, omdat haar gevogelte van zelf vet wordt en eieren legt tot in het oneindige. Omdat ik nu weet, welk belaDg kippen en ganzen bij het dorschen hebben en welk een juist oordeel daarover door hen aan den dag wordt gelegd, heb ik de ge vleugelde controleurs ook bij de dorsch- machines waargenomen, om te hooren, wat zij daarover wel zouden snateren en ka kelen. ,Zij zeiden er echter niets van. De kippen fladderden er op rond, als op een hooiberg en sprongen er weer af en stap ten verdrietig heen, alsof ze alle ziek wa ren en de pip hadden. De ganzen rekten de halzen uit en wag gelden bedachtzaam naderbij, woelden in het stroo rond en trokken de aren door ds gele snavels, schudden wijsgeerig den kop en bleven een poosje staan daarna zagen zij elkaar verlegen aan, sloegen eerst het eene oog ten hemel, vervolgens het andere, staken den snavel opnieuw in den hoop en trokken hem andermaal ledig er uit; dan dachten zij weer een poosje na, keerden zich vervolgens ver achtelijk om, bleven staan en trokken een poot omhoog en staken den kop onder de vleugels, wat bij de ganzen hetzelfde is, als wanneer een verlegen mensch zich achter het oor krabt, en waggelden ein delijk stil terug. Ahadaoht ik, mijn kippen en ganzen zijn niet over de dorschmaehine tevreden, en ik trok dadelijk een der met hangende vleugels voorbijsluipende ganzen een pen uit en schreef daarmede haar oordeel ne- De resident van Soerabaja telegrapheerde onder dagteekening van 18 dezer aan de regeering hel volgende: //Groote bandjir in de Solo-rivier. Wa terstand 15 meter, zijnde 84 cM. hooger dan hoogste stand op 9 Februari 1875. Dientengevolge doorbraak dijk onder Bo- werno, Rembang, waardoor Babal en om streken onder water staat, en zelfs zout pakhuis in gevaar is gekomen. Resident Rembang per draad verzocht om dijkbreuk spoedig te dichten. In afdeeling Lamongan zijn verschillende dammen weggeslagen. Bij Ngawen tusschen Sidajoe en Grissee staat 1 meter water op den weg. Het ver voer per as is gestremd: de post wordt per prauw vervoerd. Verscheiden kampongs en sewah's in afdeeliDgen Soerabaja en Sidoardjo onder water. Toegebrachte schade aan padigewas nog niet te bepalen." Van den resident van Rembang zijn door de regeering de volgende telegram men ontvangen, respectievelijk gedagtee- kend 15 en 16 dezer: ffDijk Solo-rivier bij Bodjonegoro gis terenavond zeven uur doorgebroken. Hoofd plaats Bodjonegoro overstroomd; bevolking laag gelagen plaatsen daarheen gevlucht. Onder nadere goedkeuring wordt aan dijk werkers gevangenisvoeding en aan berooide vluchtelingen rijst verstrekt. Rivier een weinig dalende, doch breuk nog niet te herstellen. Communicatie Padangan Bod jonegoro gestremd; brug Majangidjoo weg geslagen; weg grootendeels onder water. Verdere berichten ontbreken. Toestand niet bepaald onrustbarend". z/Door hoogen waterstand Solo-rivier kali Glondong, afdeeling Toeban, buiten haar oevers getreden op 14 Februari. Water sedert gewassen. Zuidelijk deel dis tricten Rengel en Rembes overstroomd. Bevolking bijtijds naar hooger terrein ge vlucht. Geen ongelukken, doch waarschijn lijk nog al goed verloren. Water gisteren avond 6 uur zakkende". Een nader door de regeering van den resident van Soerabaja ontvangen telegram, gedagteekend 19 dezer, luidt: //Volgens bericht is de postweg tusschen Sidajoe en Toeban op twee paal van eerst genoemde plaats doorgebroken. De hevige stroom maakt passage onmogelijk en laat niet toe iets le hsr&tellen. Zoo mogelijk zal de postkar overgebracht worden met een vlot. Velden *öm Sidajoe zijn allen overstroomd. Schade nog niet na te gaan." Het officieel bericht omtrent den moordaanslag op den hulppriester Le Cocq d'Armandville luidt als volgt: Te Sicka (Zuidkust van het eiland Flo- res) werd, onder aanvoering van een paar heethoofden, door een gedeelte der bewo ners van de kampong Lilla een moord aanslag gepleegd op den hulppriester Le Cocq d'Armandville en den radja van het landschap. De twee hoofddaders werden door dezen gearresteerd. De regeering heeft aan den directeur der burgerlijke openbare werken machtiging verleend, om met de Oost Java Stoomtram maatschappij eene overeenkomst aan te gaan betreffende den aan te leggen stoom tramweg van Modjokerio naar Ngoro. In het begin uer volgende week gaat Zr. Ms. stoomschip j/De Ruijter", thans te Priok, voor eene maand den indischen Oceaan bezuiden Java bevaren. Op 2 Febr. hebben de Atjehers onder de rails tHsschen de bentings Keta- pang Doea en Lampeneroet een onzer on- ontplofte granaten verborgen, in de ver wachting, dat die springen zoude als de train ar ovar haai zou rijdai. Da toeW mislukte echter gakeel, dewijl ae^ dwangarbeiders, vooruitgazonden om de veiligheid van dat traject te onderzoeken door het zien van den omwoelden grond achterdocht koesterden en tegen eene bende Atjehers stieten, die op hen schoten. Ter voorkeming van ongelukken is au verordend, dat een spoortrein zich niet van den eenen post naar den oanderen zal begeven, dan nadat de loc motief ziok vooraf van de veiligheid langs den weg vergewist heeft. Onder het personeel van de trian gulatie-brigade van Sumatra's Westkust hebben eenige overplaatsingen plaats gehad, Werd den opzichter tweede klasse bij dien tak van diem.t, H. J. M. de Waha, Moeara Stongi als standplaats aangewezen, eergis- terenmorgen vertrokken naar Siboga, de le luit, H. B. van Rhijn, benevens de adjudant-onderofficier opnemer A. Wolff, terwijl ook de opzichter le klasse K. F. Keil naar Padang Sidempoean vertrok. De tijd is, naar men wil, niet meer ver af, dat de geheele brigade zich te Padang- Sidempoean, alwaar het hoofdkwartier zal zijn, gaat vestigen, daar in de noordelijke streken. Tobalaiiden enz., nog een ruim arbeidsveld voor triangulatie open ligt. Met een particulier schrijven uit Atjeh is te Batavia het bericht aange bracht, dat één dag voor het vertrek der laatste boot van daar wederom een door de Atjehers geplaatste torpedo onder de spoorbaan ontplofte, toen de trein erover reed, met het gevolg, dat één wagen ge deeltelijk verbrijzeld werd. Geene persoon lijke ongelukkeu hadden plaats. Omtrent de //Cerberus" meldt men uit Soerabaja, dat toen het scheepje na 27a dag stoomens van Singapore ter reede kwam en langs het wachtschip ging, van daar aan de bemanning een driewerf hoerak werd toegeroepen voor haar kloek gedrag gedurende den tocht, die onder de gegeven omstandigheden vrij gevaarlijk was. De boot staat nog in de grondverf en moet eerst schoongemaakt en verder afgewerkt worden waarna die eerst aan het marine- departement wordt afgeleverd. Zij moet dan eene snelheid bereiken van 21 mijl, In de kalkgrotten bij de Gamping is een vreeselijk ongeluk gebeurd. Vier inlanders waren aldaar bezig kalksteen uit te bikken, toen een hunner beweging meende te bespeuren in een ernorme blok kalk steen boven hunne hoofden. Hij waar schuwde zijne makkers, die er echter geen notitie van namen en rustig doorwerkten. Eensklaps viel echter een groot blok naar beneden en verpletterde de drie arbeiders i CIVIEL DEPARTEMENT. Verleend: een fcweej. verlof naar Europa, we gens ziekte, aan den 2en coram, bij Ss lands kas te Semarang A. Th. J. van Emmerik; id. aan den geneesheer directeur van het krankzinnigen gesticht te Semarang L. Overink; wegens 12 ja ren onafgebroken dienst in N. I. aan den contr. le kl. bij het binn. bestuur E. L. van Rouve- roy van Nieuwaal. MILITAIR DEPARTEMEN1. Verleend.- Een tweej. verlof naar Europa, vre- wegens ziekte, aan den kapt. der inf. J. L. Be- gemann. Trouw-, Geboorte- en Doodberichten. (Uit de indisohe bladen van 16 tot 23 Febr.) Gbhuwd F. W. Pechler en J. H. G. SiWo, Semarang. - F. H. L. E. Meeng en E. P. Bna* seher, Batavia. - L. H. le Ratte en E. C. Diepe- ring, Segli-Buitenzorg. - H. Altman en M. J. Koopman, Sindang-laoet. - H. Lumkeman en ff. C. J. Moovaart, Probolinggo. - J. J. Blettorm&n en S. P. Dieudonné, Brebes. Geboorten: Bolte geb. Weiman, d. Meester- Cornelis. - M. S. Stibbe geb. Cohen, z. Sambu. - M. Menningh geb. Pauwels, z. Tjikorai. - J. van Heutsz geb. Dekens, z. Batavia. - 3. ff. C. Ketting Olivier geb. Bolderman, z. Batavia.* A. A. Beisser geb. Boekbolt, z. Semarang. - A. A. Marcks geb. v. Ooijen, d» Samarang. - H. M. van der EeBt geb. Van Hemert, d. Tjandi. - L B. Brijl geb. De Grave, d. Balangnipa. - Fokker geb. Dieraont, d. Kediri. - W. C. M. Versteegh geb. Valkenhoff, Rlampok (Malang). - M. Ai Eschanzier geb. Gravenhoff, z. (lev.) - J. A. van de Graaff geb. Winters, z. Rotti Timor. - Hof man geb. Cla" ssen, d. Djokja. - C. Smits geb. Vreedo, d. Semarang. - G. J. G. W. J. H. Haak geb. Stroink, z. Semarang. - J. L. Priester geb. Brouwer, d. Prambon. - Klein geb. Broodhaag, d. Soerabaja. - E. H. van Ingen geb. Reijnaert, id. Soerabaja. - Blumenthal, z. Boeloe Tjina. -J. Kortenbach geb. Struijck, z. Semarang. Overleden: N. A. Wannée, 8 m. Semarang. - Zustor Philomeno, Padang. - L. C. Bruijninga, 84 j. Palembang. - C. S. H. Vollprecht, 56 j* Baatavia. - M. E. E. Weijnschenk geb. Van der Brugghen, 26 j. Solo. - Wed. H. M. Nooy geb troffen was maar geen enkele trek in haar gelaat be woog zichzoo zij geen onbeperkt vertrouwen in hare zelfbeheersching gesteld had, zou zij nimmer het koene spel dat zij thans speelde, hebben kunnen wagen. Mevrouw Faver stelde hare gasten aan de vreemdelinge voor, toen baron von Raven zich diep voor haar hoog, las men wel bewondering in zijne blikken, maar de scherpste opmerker zou niets meer dan dat hebben ontdektde gravin ochter wierp een half nieuwsgierigen blik op hem, zooals elke vrouw van de wereld dien vestigen mag op een schoonen man het scheen geheel alsof zijn naam en zijn gezicht haar onbekend waren. Mijnheer Carlingford gravin Carida. Natalie gevoelde, dat dit schijnbaar zoo onbeduidend oogen- blik een keerpunt in haar leven was. Carlingford die in het eerste oogenblik zeer getroffen was, had zich thans ook weer hersteld en zijne trekken verrieden niets van datgene wat er omging in zijn ziel. Niets? Ja toch Natalie, die hem onbevangen aanzag, meende eene zekere verlichting in |zijn oogen te lezen, die zeggen wildeZij kent mij klaar blijkelijk niet, heeft nooit van mij gehoord. Natalie heeft haar geheim met zich in het graf genomen I De vrouw des huizes bood haar gast een zetel aan waar op Natalie zich met een zucht van verlichting nederzette. Zij had overwonnen, zij was thans in veiligheid. Hare koel bloedigheid had iedere verdenking in den kiem verstikt, zoo deze al een oogenblik in Maurits Carlingfords ziel was ontwaakt. De gedachte kwam blijkbaar niet bij hem op, dat gravin Carida de vrouw was, die hij zijne wettige echt- genoote noemen mocht. Het was een feit, dat zij in dezen voornamen kring een grooten indruk had gemaakt en Therese Carida had redenen om zich daarover te verheugen, redenen die met persoon lijke ijdelheid niets te maken hadden. Zij verheugde zich over hare schoonheid, omdat deze haar niet alleen de hulde der mannen, maar ook de be wondering der vrouwen verzekerde. Zij moest in het ge zelschap macht en aanzien veroveren en gevoelde, dat zij daarvoor op den goeden weg was. Lionel von Raven was duidelijk geneigd, de schoone vrouw zijn hulde te betoonen en Maurits Carlingford was door hare schoonheid ais verblind; toen hij de gravin aan zag en naar hare woorden luisterde, was het hem alsof hij droomde. Toevallig kwam het gesprek op het huwelijk. Ja, ja, merkte de gravin op, bij ons te lande wordt niet gevraagd of wij onzen verloofden liefhebben. De ouders sluiten de verbintenissen voor onsin Engeland evenwel heeft men vrije keus. Een sprookje, antwoordde Raven, ik vrees dat in onze kringen evenveel huwelijken door de bemiddeling der ouders worden gesloten. En in den grond beschouwd zijn deze huwelijken niet minder gelukkig, dan die welke uit liefde worden gesloten. Op deze opmerking van mevrouw Faver schudde Natalie het hoofd en sloeg de oogen neder, daardoor den indruk wakker roepend, alsof haar huwelijk een «mariage de rai- son» geweest was en de dood van haar man haar hart niet gebroken had. Het kan zijn, hernam Raven, ik zou een huwelijk uit liefde verkiezen. Ach, gij zijt nog romantisch. Hoe aaDgenaam voor u! Hij is een mengeling van romantisme en cynisme. Ik zou wel eens willen weten, waar het romantisme in schuilt, zeide gravin Carida ondeugend, in het zeggen of in het doen. O, in het doenriep Carlingford uit, die de gele genheid niet wilde laten voorbijgaan, eene toespeling te maken op Ravens verhouding tot Essy Carr. Gelooft gij dat? Nu, ik zal het wel ontdekken! riep zij uit met de betooverende coquetterie eener schoone vrouw. Gij hebt naar allen schijn iets zeer romantisch gedaan, mijnheer de baron, en ik zal trachten te ontdekken wat dat is. (Wordt vervolqd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 2