gintot dt eonte oplwring too) tegon
ongelukken en invaliditeit te verzekeren
bij de Eerste Nederlandsche Yerzekering-
maatsehappij tegen invaliditeit en onge
lukken te 's Gravenhage. Hij moet daarvan
een polis aan de directie overleggen, die
deze voor gezien moet teekenen.
Hij is bovendien verplicht de, ingevolge
de polis, verzekerde som te vermeerderen
met het een vijfde gedeelte dier som, wan
neer daarbij eene som inééns wordt be
dongen, of wanneer de in termijnen uit te
keeren som in eene som inééns veranderd
en wanneer eene uitkeering in termijnen
uit de pelis voortvloeit, eene som gelijk
staande met een vol jaar der uitkeering.
In beide gevallen wordt het bedrag van
de aannemingssom afgetrokken.
Indien deze niet of niet meer toerei
kend blijkt te zijn, blijft de aannemer mei
zijne borgen aansprakelijk, geheel volgens
het bepaalde in art. 14.
Alleen wanneer een ongeval het gevolg
is van eigen opzet of nalatigheid van een
werkman zelf, volgens oordeel der directie,
zal d« bovenbeschreven vermeerdering der
uitkeeringssom niet plaats hebben.
Door de bepalingen van dit artikel
neemt de aanbesteder geenerlei verplicb
ting op zich wegens ongevallen, aan werk
lieden op het ia dit bestek omschreven
werk overkomen.*
Het is, zooals wij reeds opmerkten, niet
de eeiste maal, dat dergelijke bepalingen
in bestekken voor particuliere werken wor
den opgenomenmaar de vorm, waarin dit
thans geschiedt verdient de aandacht. Aan
den eenen kaut wordt aan den aannemer de
plicht van verzekering opgelegd; maar an
derzijds is de zaak zoo geregeld, dat de
aannemer ook zelf geldelijke schade lijdt,
indien een ongeluk plaats heeft, omdat hij
verplicht wordt, bij de som, door de ver-
zekering-maatschappij uit te keeren, zelf
ook nog een evenredig bedrag te voegen.
Ons komt het voor, dat dit juiste be
ginsel bij de regeling, die van de regee
ring is te wachten, overweging alleszins
waard is.
Uit Buiksloot wordt van
23 Maart gemeld
Gisterenavond vierde de afdeeling
Waterland der Maatschappij tot «Nut
van 't Algemeen» haar eeuwfeest.
De president, de heer J. Cleijndert,
van Nieuwendam, sprak de feestrede
uit, terwijl voor de leden met hunne
dames en genoodigden de avond
verder aangenaam gemaakt werd
door het opvoeren van eene operette
en andere vermakelijkheden.
Men schrijft onsuitPurme-
rend:
Donderdagavond jl. werd in wDe Doele*
de gewone tweejaarlijksche tentoonstelling
gehouden van de werkstukken van leer-
gen der stadsteekenschool.
Nadat door den voorzitter-commissaris,
den heerP. H. v. d. Aard weg,in welgekozen
woorden het doel en het nut van het
teekenonderwijs in het algemeen was ge
schetst, waarbij ZEd. als architect vooral
ook wees op het voordeel van de kennis
van het bouwkundig teekenen voor den
aanstaanden ambachtsman, werd by monde
van den heer J. Lankelma verslag uitge
bracht over de twee laatste jaren, waaruit
o. a. bleek, dat hh. commissarissen over
het gegeven onderwas en de vorderingen
der leerlingen ten zeerste voldaan waren
Hierna volgde de gewone prijsuitdeeling
aan die leerlingen, welke zich door ijver
en aanleg van de anderen onderscheidden,
'Ten slotte nam de burgemeester, de heer
jhr. C. van Citteis, het woord en bracht
hulde aan hh. commissarissen en onder
wijzers der teekensehool, wekte de leerlin
gen op, voort te gaan met flink gebruik
te maken van de hun aangeboden schoone
gelegenheid tot oefening van oog en hand
en tot ontwikkeling en beachaving van
den kunstzin en dankte de ouders der
leerlingen en verdere genoodigden voor
hunne tegenwoordigheid, waarmede ae,vol
gens den spreker, een bewijs van belang
stelling hadden gegeven.
En wat nu hat tentoongestelde betreft,
trof ons in de eerste plaats de groote ver.
scheideuheid van werkstukken. Het hand-
teekenen, perspectivisch- en bouwkundig
teekenen, schilderen op papier, doek, hout
on steen, zoomede het boetseeren, wordei
blijkbaar met goed gevolg onderwezen en
beoefend.
Vooral de stillevens in de afdeeling
sohilderen waren dikwijls treffend wat aan
gaat zuiverheid vam lijnen en juiatheid van
kleuren. De proeren van boetseerkunst
trokken de algemeene aandacht: ze wtren
dan ook met veel zorg en netheid af
gewerkt.
Door deze welgealaagde tentoonstelling
is wederom duidelijk het goed reoht van
bestaan der stadsteekenschool gewettigd,
is haar gewis de voortdurende waardee
ring der ingezetenen verzekerd.
Verplaatst met 8 April
a. s. de rijksveldwachters der 3e
kl. G. J. Kap van Delft naar
IJmuiden (Velsenj, C. Godart, van
IJmuiden naar Delft.
D. Vonk, de 15 j a r i g e j o n-
gen, die Donderdag op het terrein
van het Merwedekanaal, aan den
Muiderstraatweg, door een zandwe
gen werd overreden, en wiens been
daarbij werd verbrijzeld, is reeds
den volgenden dag aan de gevol
gen bezweken.
Op het postkantoor te
Tiel is een brief met geld ontvreemd.
Verdacht wordt daarvan de brie
venbesteller W. O., die dan ook
reeds in zijne betrekking geschorst
is. De zaak is in handen der jus
titie.
De beide personen, die
zich met een knecht in de voor de
haven te Huizen omgeslagen tjotter
bevonden, zijn de heeren E. E. en
H. de Vries uit Elburg, broeders,
beiden gehuwd. De lijken der drie
drenkelingen zijn reeds te Huizen
aangespoeld en zullen naar Elburg
worden overgebracht.
Van andere zijde meldt men nog,
dat alle mogelijke pogingen tot
redding werden aangewend, maar
door den bevigen wind zeer be
moeilijkt werden.
De knecht heeft zich het langst
aan het vaartuig vastgeklemd, doch
moest zich eindelijk na een hevigen
kamp loslaten.
In de gemeente Emmen
is een der hunebeden, gelegen vóór
in het dennebosch ten oosten, dat
aan de provincie behoort en het
schoonste hunebed in die buurt is,
door kwaadwilligen zeer beschadigd.
Tengevolge van een vuurtje, dat
er zeker door knapen onder is aan
gelegd, is een der dikste steenen
gebarsten. Er zijn reeds eenige brok
ken afgevallen. Het is te verwachten,
dat bedoelde steen weldra door de
werking van het weder in tweeën
zal vallen. (IV. P. D. C.)
De commissaris rzn po
litie te Arnhem waarschuwt geen
goederen af te geven aan Johannes
Franciscus Verbeek, 40 jaar, kapper,
laatst woonachtig te Amsterdam,
daar hij herhaaldelijk in genoemde
plaats goederen kocht, welke hij
niet betaalde en onmiddellijk weer
verkocht.
De weduwe van den a d-
judant-onderofficier Peters te Utrecht,
ontving dezer dagen vanwege den
minister van Koloniën het officieel
bericht, dat haar zoon, sergeant
majoor der infanterie bij het leger
in Oost-Indié, J. W. Peters, op 12
Jan. te Medan (Deli, Oost-Sumatra)
in eenen twist met inlanders door
dezen is vermoord.
De le luitenant W. C.
Vöicker, van het le regiment hu
zaren te Deventer, staat gereed om
zoo noodig met een detachement
huzaren naar de venen in Overijsel
te vertrekken, ten einde daar de
einde te bewaren.
Door de justitie te Breda
is een streng onderzoek ingesteld
naar de oorzaak van den plaats gehad
hebbenden brand in de werkplaats
van den heer J. F. de Booy. Het
gebouwtje met inventaris waren ver
zekerd, zoodat de geldelijke schade
voor den betrokken eigenaar zeer
gering zal zijn.
Nader vernemen wij, dat
de loonsvermindering aan de luci
fersfabriek te Eindhoven niet is in
getrokken, maar aan de werklieden
nog voor eenige dagen het oude
loon is toegezegd, ten einde hun
tegemoet te komen en hun de ge
legenheid te geven zich in dien tijd
de nieuwevereenvoudigde wijze
van werken eigen te maken.
(IV. R. C.)
De werkstaking te Smil-
de is geëindigd, nadat verhooging
van loon was toegezegd.
i»j, om kot wereldkundig te Makes.
lieer wolbeeehouwd ken het ket niet
ondienstig lijn, deie ontdekking, hoewel
de doriehvlegel bijna tot bet verledene
behoort, nogmaals in herinneriag te bren
gen, want er lijn goede eo sleehte dorech-
machines en de arbeiders zijn in hun be
handeling daarvan niet minder nalatig dan
vroeger io het hanteeren van den vlegel;
daarom zou bet miaaehien ook tegenwoor
dig niet kwaad zijn, de kippen en ganzen
over bet werk der dorecbmachinea te laten
oordeelen, en af te luisteren wal ze er van
zeggen.
FINANCIEELS MEDEDEELINQEN.
Het testuur der Vereeniging voor den effecten
handel te Amsterdam bericht dat in de prijscou
rant der vereeniging zullen worden opgenomen:
lo. de 3Ya pets. leening der Hollandache IJze
ren Spoorwegmaatschappij;
2o. de 5 pet8. pandbrieven der Oosterscbe
Hypotheekbank, gevestigd te Amsterdam;
3o. de 47a pets. obligatie n dar Bataviasche
Oo8ter-Spoorwegmaatschappij
4o. de 473 pets. leening van het koninkrijk
Portugal 1889;
5o. de 5 pets. geprivilegieerde Ottomanisehe
Douane-obligatiën van 1886.
KOLONIËN.
(Uit bataviasche bladen van 1623 Febr.)
BATAVIA, 23 Februari.
LANDBOUW EN VEETEELT-
Ik heb indertijd opgemerkt, zegt een
sehrander landbouwer, dat er geen nauw
lettender controleurs bestaan dan kippen
en ganzen, waarom ik altijd hun raad in
riep, om na te gaan of mijn dorschers
vlijtig en goed gewerkt hadden. Misschien
wordt deze wenk door mijn collega's op
gevolgd en in dat geval zullen zij zien,
hoe hun ganzen op het uitgedorsehte stroo
aanvallen en de aren onderzoeken. Zijn er
flink wat korrels in gebleven, dan beginnen
de ganzen den dorscher te prijzen en maken
een gesnater, dat des te harder klinkt, naar
mate de vlegel meer voor de ganaen heeft
overgelaten. Dan komen ook de kippen en
klokken haar kuikens er bij, terwijl de
haan de trompet steekt en tot den aan
val blaast. Dan gaat het er vroolijk en
luidruchtig toe.
Komt dan een poosje later de boer en
wrijft hij zich de oogen uit en onder
zoekt hij het stroo, dan is het ledig; dan
prijst hij zijn reeds door de kippen en
ganzen geprezen dorscher, en iedereen ii
voldaan, ook de boerin, die zich verge
noegd in de handen wrijft, omdat haar
gevogelte van zelf vet wordt en eieren
legt tot in het oneindige.
Omdat ik nu weet, welk belaDg kippen
en ganzen bij het dorschen hebben en
welk een juist oordeel daarover door hen
aan den dag wordt gelegd, heb ik de ge
vleugelde controleurs ook bij de dorsch-
machines waargenomen, om te hooren, wat
zij daarover wel zouden snateren en ka
kelen. ,Zij zeiden er echter niets van. De
kippen fladderden er op rond, als op een
hooiberg en sprongen er weer af en stap
ten verdrietig heen, alsof ze alle ziek wa
ren en de pip hadden.
De ganzen rekten de halzen uit en wag
gelden bedachtzaam naderbij, woelden in
het stroo rond en trokken de aren door
ds gele snavels, schudden wijsgeerig den
kop en bleven een poosje staan daarna
zagen zij elkaar verlegen aan, sloegen
eerst het eene oog ten hemel, vervolgens
het andere, staken den snavel opnieuw
in den hoop en trokken hem andermaal
ledig er uit; dan dachten zij weer een
poosje na, keerden zich vervolgens ver
achtelijk om, bleven staan en trokken een
poot omhoog en staken den kop onder de
vleugels, wat bij de ganzen hetzelfde is,
als wanneer een verlegen mensch zich
achter het oor krabt, en waggelden ein
delijk stil terug.
Ahadaoht ik, mijn kippen en ganzen
zijn niet over de dorschmaehine tevreden,
en ik trok dadelijk een der met hangende
vleugels voorbijsluipende ganzen een pen
uit en schreef daarmede haar oordeel ne-
De resident van Soerabaja telegrapheerde
onder dagteekening van 18 dezer aan de
regeering hel volgende:
//Groote bandjir in de Solo-rivier. Wa
terstand 15 meter, zijnde 84 cM. hooger
dan hoogste stand op 9 Februari 1875.
Dientengevolge doorbraak dijk onder Bo-
werno, Rembang, waardoor Babal en om
streken onder water staat, en zelfs zout
pakhuis in gevaar is gekomen. Resident
Rembang per draad verzocht om dijkbreuk
spoedig te dichten. In afdeeling Lamongan
zijn verschillende dammen weggeslagen.
Bij Ngawen tusschen Sidajoe en Grissee
staat 1 meter water op den weg. Het ver
voer per as is gestremd: de post wordt
per prauw vervoerd. Verscheiden kampongs
en sewah's in afdeeliDgen Soerabaja en
Sidoardjo onder water. Toegebrachte schade
aan padigewas nog niet te bepalen."
Van den resident van Rembang zijn
door de regeering de volgende telegram
men ontvangen, respectievelijk gedagtee-
kend 15 en 16 dezer:
ffDijk Solo-rivier bij Bodjonegoro gis
terenavond zeven uur doorgebroken. Hoofd
plaats Bodjonegoro overstroomd; bevolking
laag gelagen plaatsen daarheen gevlucht.
Onder nadere goedkeuring wordt aan dijk
werkers gevangenisvoeding en aan berooide
vluchtelingen rijst verstrekt. Rivier een
weinig dalende, doch breuk nog niet te
herstellen. Communicatie Padangan Bod
jonegoro gestremd; brug Majangidjoo weg
geslagen; weg grootendeels onder water.
Verdere berichten ontbreken. Toestand
niet bepaald onrustbarend".
z/Door hoogen waterstand Solo-rivier
kali Glondong, afdeeling Toeban, buiten
haar oevers getreden op 14 Februari.
Water sedert gewassen. Zuidelijk deel dis
tricten Rengel en Rembes overstroomd.
Bevolking bijtijds naar hooger terrein ge
vlucht. Geen ongelukken, doch waarschijn
lijk nog al goed verloren. Water gisteren
avond 6 uur zakkende".
Een nader door de regeering van
den resident van Soerabaja ontvangen
telegram, gedagteekend 19 dezer, luidt:
//Volgens bericht is de postweg tusschen
Sidajoe en Toeban op twee paal van eerst
genoemde plaats doorgebroken. De hevige
stroom maakt passage onmogelijk en laat
niet toe iets le hsr&tellen. Zoo mogelijk
zal de postkar overgebracht worden met
een vlot. Velden *öm Sidajoe zijn allen
overstroomd. Schade nog niet na te gaan."
Het officieel bericht omtrent den
moordaanslag op den hulppriester Le Cocq
d'Armandville luidt als volgt:
Te Sicka (Zuidkust van het eiland Flo-
res) werd, onder aanvoering van een paar
heethoofden, door een gedeelte der bewo
ners van de kampong Lilla een moord
aanslag gepleegd op den hulppriester Le
Cocq d'Armandville en den radja van het
landschap. De twee hoofddaders werden
door dezen gearresteerd.
De regeering heeft aan den directeur
der burgerlijke openbare werken machtiging
verleend, om met de Oost Java Stoomtram
maatschappij eene overeenkomst aan te
gaan betreffende den aan te leggen stoom
tramweg van Modjokerio naar Ngoro.
In het begin uer volgende week gaat
Zr. Ms. stoomschip j/De Ruijter", thans
te Priok, voor eene maand den indischen
Oceaan bezuiden Java bevaren.
Op 2 Febr. hebben de Atjehers
onder de rails tHsschen de bentings Keta-
pang Doea en Lampeneroet een onzer on-
ontplofte granaten verborgen, in de ver
wachting, dat die springen zoude als de
train ar ovar haai zou rijdai. Da toeW
mislukte echter gakeel, dewijl ae^
dwangarbeiders, vooruitgazonden om de
veiligheid van dat traject te onderzoeken
door het zien van den omwoelden grond
achterdocht koesterden en tegen eene bende
Atjehers stieten, die op hen schoten.
Ter voorkeming van ongelukken is au
verordend, dat een spoortrein zich niet
van den eenen post naar den oanderen zal
begeven, dan nadat de loc motief ziok
vooraf van de veiligheid langs den weg
vergewist heeft.
Onder het personeel van de trian
gulatie-brigade van Sumatra's Westkust
hebben eenige overplaatsingen plaats gehad,
Werd den opzichter tweede klasse bij dien
tak van diem.t, H. J. M. de Waha, Moeara
Stongi als standplaats aangewezen, eergis-
terenmorgen vertrokken naar Siboga, de
le luit, H. B. van Rhijn, benevens de
adjudant-onderofficier opnemer A. Wolff,
terwijl ook de opzichter le klasse K. F.
Keil naar Padang Sidempoean vertrok.
De tijd is, naar men wil, niet meer ver
af, dat de geheele brigade zich te Padang-
Sidempoean, alwaar het hoofdkwartier zal
zijn, gaat vestigen, daar in de noordelijke
streken. Tobalaiiden enz., nog een ruim
arbeidsveld voor triangulatie open ligt.
Met een particulier schrijven uit
Atjeh is te Batavia het bericht aange
bracht, dat één dag voor het vertrek der
laatste boot van daar wederom een door
de Atjehers geplaatste torpedo onder de
spoorbaan ontplofte, toen de trein erover
reed, met het gevolg, dat één wagen ge
deeltelijk verbrijzeld werd. Geene persoon
lijke ongelukkeu hadden plaats.
Omtrent de //Cerberus" meldt men
uit Soerabaja, dat toen het scheepje na
27a dag stoomens van Singapore ter reede
kwam en langs het wachtschip ging, van
daar aan de bemanning een driewerf hoerak
werd toegeroepen voor haar kloek gedrag
gedurende den tocht, die onder de gegeven
omstandigheden vrij gevaarlijk was. De
boot staat nog in de grondverf en moet
eerst schoongemaakt en verder afgewerkt
worden waarna die eerst aan het marine-
departement wordt afgeleverd. Zij moet
dan eene snelheid bereiken van 21 mijl,
In de kalkgrotten bij de Gamping
is een vreeselijk ongeluk gebeurd. Vier
inlanders waren aldaar bezig kalksteen uit
te bikken, toen een hunner beweging meende
te bespeuren in een ernorme blok kalk
steen boven hunne hoofden. Hij waar
schuwde zijne makkers, die er echter geen
notitie van namen en rustig doorwerkten.
Eensklaps viel echter een groot blok naar
beneden en verpletterde de drie arbeiders
i
CIVIEL DEPARTEMENT.
Verleend: een fcweej. verlof naar Europa, we
gens ziekte, aan den 2en coram, bij Ss lands kas
te Semarang A. Th. J. van Emmerik; id. aan
den geneesheer directeur van het krankzinnigen
gesticht te Semarang L. Overink; wegens 12 ja
ren onafgebroken dienst in N. I. aan den contr.
le kl. bij het binn. bestuur E. L. van Rouve-
roy van Nieuwaal.
MILITAIR DEPARTEMEN1.
Verleend.- Een tweej. verlof naar Europa, vre-
wegens ziekte, aan den kapt. der inf. J. L. Be-
gemann.
Trouw-, Geboorte- en Doodberichten.
(Uit de indisohe bladen van 16 tot 23 Febr.)
Gbhuwd F. W. Pechler en J. H. G. SiWo,
Semarang. - F. H. L. E. Meeng en E. P. Bna*
seher, Batavia. - L. H. le Ratte en E. C. Diepe-
ring, Segli-Buitenzorg. - H. Altman en M. J.
Koopman, Sindang-laoet. - H. Lumkeman en ff.
C. J. Moovaart, Probolinggo. - J. J. Blettorm&n
en S. P. Dieudonné, Brebes.
Geboorten: Bolte geb. Weiman, d. Meester-
Cornelis. - M. S. Stibbe geb. Cohen, z. Sambu.
- M. Menningh geb. Pauwels, z. Tjikorai. -
J. van Heutsz geb. Dekens, z. Batavia. - 3. ff.
C. Ketting Olivier geb. Bolderman, z. Batavia.*
A. A. Beisser geb. Boekbolt, z. Semarang. - A.
A. Marcks geb. v. Ooijen, d» Samarang. - H. M.
van der EeBt geb. Van Hemert, d. Tjandi. - L
B. Brijl geb. De Grave, d. Balangnipa. - Fokker
geb. Dieraont, d. Kediri. - W. C. M. Versteegh
geb. Valkenhoff, Rlampok (Malang). - M. Ai
Eschanzier geb. Gravenhoff, z. (lev.) - J. A. van
de Graaff geb. Winters, z. Rotti Timor. - Hof
man geb. Cla" ssen, d. Djokja. - C. Smits geb.
Vreedo, d. Semarang. - G. J. G. W. J. H. Haak
geb. Stroink, z. Semarang. - J. L. Priester geb.
Brouwer, d. Prambon. - Klein geb. Broodhaag,
d. Soerabaja. - E. H. van Ingen geb. Reijnaert,
id. Soerabaja. - Blumenthal, z. Boeloe Tjina. -J.
Kortenbach geb. Struijck, z. Semarang.
Overleden: N. A. Wannée, 8 m. Semarang.
- Zustor Philomeno, Padang. - L. C. Bruijninga,
84 j. Palembang. - C. S. H. Vollprecht, 56 j*
Baatavia. - M. E. E. Weijnschenk geb. Van der
Brugghen, 26 j. Solo. - Wed. H. M. Nooy geb
troffen was maar geen enkele trek in haar gelaat be
woog zichzoo zij geen onbeperkt vertrouwen in hare
zelfbeheersching gesteld had, zou zij nimmer het koene
spel dat zij thans speelde, hebben kunnen wagen.
Mevrouw Faver stelde hare gasten aan de vreemdelinge
voor, toen baron von Raven zich diep voor haar hoog, las
men wel bewondering in zijne blikken, maar de scherpste
opmerker zou niets meer dan dat hebben ontdektde gravin
ochter wierp een half nieuwsgierigen blik op hem, zooals
elke vrouw van de wereld dien vestigen mag op een schoonen
man het scheen geheel alsof zijn naam en zijn gezicht haar
onbekend waren.
Mijnheer Carlingford gravin Carida.
Natalie gevoelde, dat dit schijnbaar zoo onbeduidend oogen-
blik een keerpunt in haar leven was. Carlingford die in het
eerste oogenblik zeer getroffen was, had zich thans ook weer
hersteld en zijne trekken verrieden niets van datgene wat
er omging in zijn ziel. Niets? Ja toch Natalie, die hem
onbevangen aanzag, meende eene zekere verlichting in |zijn
oogen te lezen, die zeggen wildeZij kent mij klaar
blijkelijk niet, heeft nooit van mij gehoord. Natalie heeft
haar geheim met zich in het graf genomen I
De vrouw des huizes bood haar gast een zetel aan waar
op Natalie zich met een zucht van verlichting nederzette.
Zij had overwonnen, zij was thans in veiligheid. Hare koel
bloedigheid had iedere verdenking in den kiem verstikt,
zoo deze al een oogenblik in Maurits Carlingfords ziel was
ontwaakt. De gedachte kwam blijkbaar niet bij hem op,
dat gravin Carida de vrouw was, die hij zijne wettige echt-
genoote noemen mocht.
Het was een feit, dat zij in dezen voornamen kring een
grooten indruk had gemaakt en Therese Carida had redenen
om zich daarover te verheugen, redenen die met persoon
lijke ijdelheid niets te maken hadden.
Zij verheugde zich over hare schoonheid, omdat deze
haar niet alleen de hulde der mannen, maar ook de be
wondering der vrouwen verzekerde. Zij moest in het ge
zelschap macht en aanzien veroveren en gevoelde, dat zij
daarvoor op den goeden weg was.
Lionel von Raven was duidelijk geneigd, de schoone
vrouw zijn hulde te betoonen en Maurits Carlingford was
door hare schoonheid ais verblind; toen hij de gravin aan
zag en naar hare woorden luisterde, was het hem alsof hij
droomde.
Toevallig kwam het gesprek op het huwelijk. Ja, ja,
merkte de gravin op, bij ons te lande wordt niet
gevraagd of wij onzen verloofden liefhebben. De ouders
sluiten de verbintenissen voor onsin Engeland evenwel
heeft men vrije keus.
Een sprookje, antwoordde Raven, ik vrees dat
in onze kringen evenveel huwelijken door de bemiddeling
der ouders worden gesloten.
En in den grond beschouwd zijn deze huwelijken niet
minder gelukkig, dan die welke uit liefde worden gesloten.
Op deze opmerking van mevrouw Faver schudde Natalie
het hoofd en sloeg de oogen neder, daardoor den indruk
wakker roepend, alsof haar huwelijk een «mariage de rai-
son» geweest was en de dood van haar man haar hart
niet gebroken had.
Het kan zijn, hernam Raven, ik zou een huwelijk
uit liefde verkiezen.
Ach, gij zijt nog romantisch. Hoe aaDgenaam voor u!
Hij is een mengeling van romantisme en cynisme.
Ik zou wel eens willen weten, waar het romantisme
in schuilt, zeide gravin Carida ondeugend, in het
zeggen of in het doen.
O, in het doenriep Carlingford uit, die de gele
genheid niet wilde laten voorbijgaan, eene toespeling te
maken op Ravens verhouding tot Essy Carr.
Gelooft gij dat? Nu, ik zal het wel ontdekken!
riep zij uit met de betooverende coquetterie eener schoone
vrouw. Gij hebt naar allen schijn iets zeer romantisch
gedaan, mijnheer de baron, en ik zal trachten te ontdekken
wat dat is.
(Wordt vervolqd).