NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD.
Woensdag 10 April 1889.
No. 1770.
ABOINEHENTSFRIJS:
ADVERTEHT1ËN:
STADSNIEUWS.
„Weldadigheid naar Vermogen"
BINNENLAND.
FEUILLETON.
IN TIJGERKLAUWEN.
f)t- Jaarifaïife,
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem, per 3 maanden/1.20.
franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummeri- o,03.
Dit blad verschijnt dagelijks,Sbehalve op Zon- en Feestdagen.
BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
IMrecteuren-Ultgevers J. C. FEERKBOWII en J.
▼an 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij grodte opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en coHrantiers.
I. AVIS.
Roofdagentan voor hit BuitenlandCompagnie Qentrall dl Pubhcite Etrangbri 6. L. DJ.TJBE Co., JOS. F. JONES. Suer.. Parigi, 31hl Faubourg Sontirartre.
Haarlem, 9 April 1889.
Yoor het op 8 April te Amsterdam
gehouden examen voor onderwijzer zijn
geslaagd, o. a. de heeren N. van Leeuwen
van Haarlem en T. Kruiten van Yelsen.
Aan mej. wed. B. Polak, alhier, is
vergunning verleend tot oprichting van
eene slachterij van runderen en kalveren
en rookerij van rundvleesch, in het per
ceel aan de Lange Veerstraat no. 8.
Uit Rotterdam wordt gemeld:
Pastoor Dankelman van de parochie
St. Joseph, Verlengde Kruiskade, deelde
Zondagmorgen aan zijn gemeente zijn
benoeming mede tot pastoor der Kathe
drale kerk te Haarlem.
Diep bewogen namen zijn gemeente
naren van deze benoeming kennis, daar
pastoor Dankelman hier de vriend en
raadsman van velen was en hij aller
achting in hooge mate genoot.
Maandagavond is de postwagen, die
te 91/4 uur van hier naar Rotterdam
vertrekt, even buiten de stad door het
breken van een as omgevallen.
Conducteur en koetsier kwamen met
den schrik vrij, doch de dienst onder
vond ruim drie kwartier vertraging. De
reis werd met een gewoon rijtuig voort
gezet.
Bij het Bestuur der Vereeniging:
hebben zich de volgende personen voor
werk aangemeld
Drie voor huisknecht of oppisser.
Drie voor koetsier.
Een voor ziekenoppasser.
Twee voor kantoorlooper.
Een voor portier.
Een voor tuinmansknecht.
Een voor opzichter.
Een voor koekbakkcsknecht.
Een voor broodbakkerskuech'.
Een voor bloemistknecht.
Een voor polychromeerden
Een voor witter.
Een voor zagenvyler.
Twee voor metselaar.
Een voor zandvormen
Twee voor timmerman.
Acht voor aardwerkers of los werkman.
Een voor opperman.
Zestien voor werkster of schoonmaakster.
Twee voor bnrgerwaschvrouw.
Vier voor burgernaaister.
Een voor breister.
Een voor strijkster.
Particulieren en werkgevers, die van
deze aanbiedingen wenschen gebruik te
makenworden beleefd verzocht zich
schriftelijk tot het Bestuur der Vereeni
ging te richten, (bus Stadhuis of Doelen).
Van de twee onbekende vriendelijke
gevers, leden van de Vereeniging, zijn
door het Bestuur wederom onder harte
lijke dankzegging ontvangen 3 pakken,,
inhoudende twee hemden en twee borst
rokken, elk voor drie oppassende gezin
nen der Vereeniging.
Aan een 3-jarig meisje zijn Maandag,
terwijl zij op straat liep, een paar gouden
belletjes ontstolen. Van dezen diefstal
wordt verdacht eene meid van omstreeks
20 jaren, gekleed met donkeren mantel
en hoed.
Zondagavond heeft een bediende uit
een danshuis alhier, zekere J. K., die
belast was de entreegelden te ontvangen,
zich daarmede, zynde een bedrag van
ruim 15 gulden, uit de voeten gemaj
naar Amsterdam. Maandag is hij echter
vandaar teruggekeerd en in beschonken
toestand door de politie aangehouden, nog
slechts in het bezit van eenige centen.
Tot voorzitter van het bestuur van
den Vijfhuizerpolder is bij de Maandag
plaats gehad hebbende verkiezing herko
zen de heer jhr. W. P. Teding van
Berkhout, burgemeester van Haarlem-
merliede en Spaarnwoude.
LEGER EN VLOOT.
Ten einde aan het nederl. leger de
medewerking te verzekeren van vrijwil
lige wielrijders, is door den minister van
Oorlog de bemiddeling van het bestuur
van den wAlg. Ned. Wielrijdersbond"
ingeroepen, dat met algemeene stemmen
heeft besloten aan dat verzoek te vol
doen, terwijl het met den chef van den
generalen staf in overleg is getreden om-
treüt de voorwaarden, welke aan eene
istelling als militair wielrijder ver
bonden zouden moeten worden. Als ge
volg van dat overleg is een ontwerp op
gemaakt, dat verschillende conceptvoor-
waa'den bevat; het ontwerp is den mi
nister van Oorlog aangeboden, en het
later, wanneer het door den minister
is bekrachtigd, worden openbaar gemaakt.
Als militair wielrijder zullen alleen
worden toegelaten leden van den ,»/Alg.
Ned. Wielrijdersbond", die een zekeren
graad van geoefendheid zullen verkregen,
den ouderdom van 19 jaren bereikt heb
ben en in het bezit zijn van een door
het bondsbestuur goedgekeurd rijwiel.
Om tot militair wielrijder benoemd te
worden, moeten de leden zich eenige
militaire kennis eigen maken, welke
voor den van hen te vorderen dienst
noodig wordt geacht. Daartoe zal men
gratis kunnen deelnemen aan een cursus,
te geven door officieren van het leger in
verschillende garnizoensplaatsen, welke
cursus ongeveer eene maand zal duren.
Bepalingen betreffende de verpleging, de
inkwartiering en den dienst der wielrij
ders, bij de manoeuvres dienstdoende,
zullen worden vastgesteld.
Om te weten in hoeverre kan worden
gerekend op de medewerking der leden
tot het volvoeren van dit plan, wordt
hen, die genogen zijn voor eene benoe
ming tot militair wielrijder in aanmer
king te komen, verzocht zich nu reeds
bij den secretaris van het bondsbestuur,
den heer D. Ter Haar, te Kuik, aan te
melden.
De minister van Oorlog Bergan-
sius en de generaal-majoor Alewijn, com
mandant der bereden artillerie, zullen
met de remonte-commissie deze week bij
de paarden-aankoopen in Noordbrabant
tegenwoordig zijn.
Behalve de 14-daagsche detachee
ringen van officieren ter bestudeering van
de inrichting en behandeling van het
getransformeerde geweer, zal er van "15
Juni tot 1 October een cursus worden
gehouden van 2 luitenants per regiment
infanterie.
Het Hand. vestigt meer bi
zonder de aandacht op den vorm welken
de Raad van State heeft gekozen voor
de eerste zijner daden in de buitengewone
functie, thans aan dat lichaam opgedra
gen.
De kennisgeving is geschied „in naam
van Z. M. Koning Willem III enz." Door
dezen aanhef word het beginsel erkend,
dat Z. M. de Koning niet heeftopgehouden
te zijn het hoofd van den Staat. De Koning
is door het besluit der Vereenigde Kamers
niet van zijn waardigheid ontzet, maar
alleen buiten staat verklaard zelf het Ko
ninklijk gezag waar te nemen. Degeen
aan wien die waarneming is opgedragen,
handelt in naam van den Koning.
Dit geldt echter alleen voor gevallen,
waarin volgens de wetten de medewer
king des Konings vereischt wordt. Waar
's Konings gezag zonder rechtstreeksche
tu88chenkomst wordt uitgeoefend blijft
plaatsvervanging achterwege. Zoo zullen
alle vonnissen, evenals voorheen, worden
uitgesproken win naam des Konings".
De kennisgeving van den Raad van
State is onderteekend door den vice-
president, den heer Van Reenen, en niet
door alle leden. Ook dit is een uitvloei
sel der grondwettige bepaling, welke de
waarneming van het koninklijk gezag
opdraagt, niet aan elk lid in het bizon
der maar aan den Raad als geheel, als
college, dat als zoodanig wordt verte
genwoordigd door zijn voorzitter.
De residentie-briefschrij
ver van het Z. Dbl. bericht, dat de in
diening van de onderwijswet nog in dit
zittingsjaar stellig kan worden verwacht.
Naar aanleiding vang het rapport van
den Raad van State, zullen nog eenige
gegevens worden verzameld.
Verder meldt hij, dat de minister van
Financiën zich onledig houdt met het
overwegen der vermindering van een
paar accijnsen. Een daartoe strekkend
voorstel zou, in verband met andere be
lasting-ontwerpen tegelijk met de be
grooting van 1890 aanhangig gemaakt
worden.
Uit Luxemburg wordt van
8 April gemeld De staats-minister heeft
in de Kamer voorlezing gedaan van eene
boodschap van den hertog van Nassan,
waarin deze zich bereid verklaart gevolg
te geven aan de grondwet en aan het
familie verdrag, en den eed als regent
af te leggen.
De Kamer heeft zich vervolgens in de
afdeelingen begeven, ten einde de mede
gedeelde stukken te onderzoeken.
Te vier uur werd de zitting hervat.
De voorzitter leest het volgende besluit
voor
z/De Kamer van afgevaardigden,
//Erkennende dat uit de haar medege
deelde bescheiden volgt dat de Koning
groothertog ten gevolge van ziekte in de
onmogelijkheid verkeert om te regeeren
z/Dat overeenkomstig de gehouden be
raadslagingen er aanleiding bestaat tot
het instellen van een regentschap
z/Dat volgens het familieverdrag van
Nassau het regentschap met volle recht
toekomt aan den hertog van Nassau
//Besluit den eed, af te leggen door
den regent overeenkomstig art. 6 der
grondwet, te zullen ontvangen."
De beraadslaging wordt geopendNie
mand verlangt het woord. Het besluit
wordt eenparig genomen. De voorzitter
leest daarna de volgende verklaring voor
z/De Kamer, instemmende met de ge
voelens door de regeering uitgesproken,
betreurt, dat zij door eene smartelijke
aanleiding genoodzaakt is geworden tot
het genomen besluit ten aanzien van
eenen vorst, wiens veertigjarige regee
ring aan het land even zoovele jaren
van voorspoed, geluk en vrijheid heeft
geschonken".
Van den staats-minister is eene aan
schrijving ingekomen, waarin aan de
Kamer wordt medegedeeld dat de regent
aanstaanden Donderdag den eed wenscht
af te leggen, en de Kamer verzocht
wordt dien dag eene zitting te 3 uur te
beleggen.
Aldus wordt besloten.
Bij het overleggen der stukken zeide
de staatsminister: //Het leven der vol
ken telt, evenals dat der menschen, zijne
dagen van leed. Het openbaar belang
stelt somtijds harde eischen. Hoogst
smartelijk is den raadslieden der kroon
het vervullen van den plicht geweest,
die hun in dit oogenblik was opgelegd.
Maar wij zouden niet gehandeld hebben
overeenkomstig den geest, die de lang
durige regeering van onzen dierbaren en
ongelukkigen vorst bezield heeft, indien
wij uit het oog verloren hadden, dat in
het openbare leven alleen het algemeene
belang en de wet in aanmerking behoo-
ren genomen te worden."
De heer L. van Riet, consul
der Nederlanden te Buenos-Ayresis
Maandag te 's-Hage aangekomen en aan
het //Hotel Paulez" afgestapt.
Het laatste nummer der
Nouvelle Revue behelst een artikel van
den heer De Nimal, een Belg, ter aan
prijzing van een herstel der vereeniging
van België en Nederland, zoowel in het
belang van de ontwikkeling als van de
veiligheid der twee landen, die elkander,
betoogt hij, bewonderenswaardig aan
vullen. De vereeniging zou moeten zyn
van denzelfden aard als die van Oosten-
rijk-Hongarije, die twee onderscheidene
Staten vormen met eigen souvereiniteit,
constitutie en wetten, Vertegenwoordi
ging en Ministerie. Alleen ten aanzien
van de buitenlandsche betrekkingen, en
uit een militair en commerciëel oogpunt
zijn zij éénmet Delegatiën die de
gemeene belangen bestieren onder den
Keizer-Koning en met een bizonder
ministerie. Niets zou gemakkelijker
wezen dan tot eene dergelijke regeling
voor België en Nederland te komen.
Prins Boudewijn en Prinses Wilhelmina
zijn voor elkander geschapengeen
enkele hinderpaal (van het verschil van
godsdienst rept de schrijter niet) zou
zich tegen hun huwelijk verzetten. De
één zou koning van België, de andere
koningin van Nederland blijven, bij gemeen
overleg de gemeenschappelijke ministers,
den opperbevelhebber der afzonderlijke
legers, den Gouverneur-Generaal der
koloniën benoemen enz. De heer De
Nimal eindigt met de verklaring, dat
hij sedert jaren de zaak overwogen heeft
en volstrekt niet lichtzinnig schrijft. De
vereeniging is onvermijdelijk oordeelt hij.
Het hoofdbestuur van het
Nederl. Rundveestamboek heeft zich met
een adres tot den minister van Binnen-
landsche Zaken gewend, daarin verzoe
kende om een streng toezicht te doen
houden op de verschillende binnenland-
sche veemarkten en eene zoo streng mo
gelijke keuring te doen plaats hebben
van het vee, dat naar Engeland vervoerd
wordt.
De londensche correspon-
dent van de N. R. C. seint dd. 8 dezer:
Naar de Times verneemt, zal de en-
gelsche regeering hedenavond in het
Lagerhuis aankondigen, dat zij het be
sluit intrekt, waarbij levende hollandsche
runderen en schapen met Juni weder in
Engeland zouden toegelaten worden.
Roman van Kabl Hellmek.
53) DERTIENDE HOOFDSTUK.
Eene Gewichtise Ontdekkins.
Zoo ontdekte ik alras, dat hij het meest correspon
deert met zijn ouden bediende; verder kwam ik door de
praatzucht van den jongen Hans op de hoogte, dat zijn
meester reeds tweemaal geld aan zijn kamerdienaar heeft
gezonden en wel sommen, die veel hooger waren dan het
bedrag dat men een kamerdienaar als loon of kostgeld be
talen zou. Ik hoorde den knaap zooveel ik kon uit en ver
nam dat de heer Carlingford verwonderlijk milddadig was
mi dat hij de oude moeder en een krankzinnige zuster van
zijn ouden kamerdienaar geheel onderhield. Hans had dat
juist van den kamerdienaar gehoord en bracht de geldzen
dingen daarmee in verhand.
Het komt mij vreemd voor, dat een man die geen
vermogen heeft, en in wiens karakter volstrekt geen phi-
lanthropische zelfopoffering ligt, zulke groote sommen weg
schenkt tot ondersteuning, zonder daarvoor een goede reden
te hebben. Of hij stopt de handen van zijn bediende, om
dat deze een geheim weet dat hij voor de oogen der wereld
verbergen wil, of hij onderhoudt met dat geld een wezen
dat in zeer nauwe betrekking tot hem staat, maar van
welks aanwezigheid anderen niets mogen weten. In elk
geval is het wel de moeite waard de zaak wat in het oog
te houden en daar ik hier op het oogenblik kan worden
gemist, zou ik mevrouw Lovell wel een kort verlof willen
vragen, schijnbaar om mijne stervende zuster te bezoeken,
in werkelijkheid echter om naar Londen te reizen en den
kamerdienaar na te gaan, om te zien of wij zoo niet de
juiste oplossing van bet raadsel zullen vinden.
Therese Carida kende haren getrouwen Michael te goed,
om niet van ganscher harte toe te stemmen in wat hij
voorstelde; bovendien verlangde zij zelve naar eene snelle
ontknooping, daar het moeilijke van haren toestand haar
gedurig zwaarder drukte.
Zoo was zij dan nadat zij hare toestemming had gege
ven tot Michaels plan, met snelle schreden naar den tuin
teruggekeerd, terwijl de bediende den anderen weg insloeg,
waar hij Carlingford ontmoette. In groote aandoening had
Natalie-Therese na haar gesprek met Maurits Carlingford
hare kamer bereikt; afgezien van al het andere kwelde en
pijnigde het haar, dat zij met Raven, die eerst zeer onlangs
aangekomen was, nog geen enkel vertrouwelijk woord had
kunnen wisselen, maar er stond zooveel op het spel dat alle
sentimentaliteit moest worden vermeden en men slechts de
bereiking van het groote doel in het oog houden moest.
Zich niet alleen op Michael verlatend, spande Natalie ook
hare eigene strikken, die dienen moesten om te ontdekken
wat zij hoopte Onder den schijn van de meest teedere
vriendschap ging zij hare gastvrouw met voortdurende op
lettendheid na en het duurde niet lang of zij had ervaren
dat deze tot hare huishoudster in een zonderlinge verhou
ding van afhankelijkheid scheen te staan, die zeer zeker
bizondere redenen moest hebben en zij besloot, die redenen
na te vorschen. Het kwam haar voor alsof juffrouw Brown,
de huishoudster, alle eigenschappen bezat om een familie
geheim goed te bewaren, zoo zij er slechts behoorlijk voor
betaald werd. Deze meening werd hierdoor versterkt, dat
de huishoudster haar, Natalie, met klaarblijkelijk wantrou
wen bejegende en al hare pogingen tot vertrouwelijkheid
met koelheid afwees.
Op den dag na het onderhoud met Carlingford was~ zij
toevallig vroeger dan gewoonlijk in de ontbijtkamerzij
was nog leeg, maar nauwelijks was Natalie er of Raven
trad binnen door een andere deur.
Gravin Caridazeide hij met eene beleefde buiging.
Maar toen hij zag dat zij alleen waren, nam hij haar in
zijn armen en bedekte haar gelaat met heete kussen.
Geliefde, zeide hij, ik durfde niet hopen uhier
te vinden.
Ik wist het ook niet, riep zij, angstig naar de
deur ziende, daar zij vreesde dat er iemand zou binnen
treden en bemerken in welke intieme verhouding' zij tot
elkander stonden.
Ik heb u overigens eene mededeeling te doen, die
mij niet zonder gewicht schijnt voegde hij er fluisterend
bij, weet gij dat zich een uur van hier in het bosch.