NIEUWS -EN Al)VEKTENTJEBLAD.
6e Jaargang.
ABOUSEMBNTSPRIJS:
ADVERTENTIES:
Mm MeMBrpclt.
S T A DSM EII W S.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
IN TIJGERKLAUWEN.
Donderdag li April 1889.
No. 1771.
Voor Hcarlem, per 3 maanden1.20.
Franco door het g-eheele Rijk, per 3 maanden. - 1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad vorschijnt dagelijks,fbehalve op Zon- en Feestdagen.
BureaoKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. ïelefoonnomaaer a
▼an 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij groöte opgaven aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en coHrantiers,
®irectcMrcï»-ï'ï?sever«3 «5. C. en J. B. AVIS.
Hoof dag ent voor net -BuitenlandCompagnie Generale
h. üAUJSE Co., JOH. P. JUV&Ö. óttcr., tsrvt. Hbn Pauöowg 3f>nt-marm.
Eenige weken geleden werd door een
aannemer uit Zwijndrecht aan den Ge
meenteraad alhier het voors el gedaan,
om tegen nader overeen te komen voor
waarden de Bakenessergracht te dempen.
Adressant stelde gunstige voorwaarden
in het vooruitzicht, daar hij de demping
wilde bewerkstelligen met specie, die hij
uit de Leidschevaart haalde.
Nieuw was het denkbeeld niet. Eenige
jaren geleden reeds had de Gemeente
raad zich met dit plan bezig gehouden,
maar toen was het afgestuit op de nijdige
klip, waarop zoovele plannen reeds schip
breuk hebben geleden, de geldkwestie.
Het noodige en nuttige in zake ge
meente-belangen wordt gewoonlijk zeer
verschillend getaxeerd, maar eene dem
ping van de Bakenessergracht zou, mee-
nen wij, bijkans algemeenen bijval vinden.
De beschuldiging van VYandalisme, welke
men indertijd het gemeentebestuur van
Amsterdam naar het hoofd wierp toen
het grachten ging dempen, zou hier aller
minst op haar plaats wezen. Noch van
de Spaarnezijde, noch van den kant der
Korte Jansstraat levert deze smalle gracht
een ook maar eenigcrmate schilderachtig
tafereel op, tenzij men de aanwezigheid
van allerlei raadselachtige stoffen en voor
werpen die in het water drijven, met den
naam van pittoresk mag bestempelen.
Yeel vaart is er in deze gracht niet
en toch zou het gebruik dat van de
gracht nog als vaarwater wordt gemaakt,
nevens de financieele kwestie de grootste
moeilijkheid zijn. Er wonen aan de Ba
kenessergracht verschillende kooplieden
en industrieelen, voor wie eene eventu-
eele demping een ernstig ongerief zou
daarstellen, wij noemen daarvan slechts
de Haarlemsche Brood- en Meelfabriek.
Er is eene omstandigheid, die op zich
zelf reeds voldoende aanleiding zou zijn
om tot demping te besluiten, de infëcte
odeur welke de gracht des zomers ver
spreidt. Er wordt zoo nu en dan gebag
gerd, 't is waar, maar ieder die aan de
Bakenessergracht woont of er op een
warmen zomerdag passeert, wordt duide
lijk gewaar dat baggeren hier geen af
doend middel is. Spoken te zien op klaar
lichten dag is eene slechte gewoonte, maar
wij meenen ons daaraan niet schuldig te
maken, zoo wij beweren dat in tijden
van besmettelijke ziekte, de Bakenesser
gracht een verderfelijke geleider der be
smetting wezen zou. In het uitgebreid
leerboek der hygiëne staat het bestaan van
eene stinkende gracht in het centrum eener
stad met rood aangeteekend.
Te verwachten was het, dat de bewo
ners van de gracht zei ven hun best zou
den doen om de aanvrage van den Zwijn-
drechtschen aannemer te steunen. Er is
aan den Gemeenteraad een rekest inge
diend, van vele handteekeningen voorzien,
en behelzende het verzoek om het dem
pingsplan ernstig in overweging te willen
nemen. En is het wonder? Bij demping
zal de smalle, onoogelijke en meestal
kwalijk riekende gracht plaats maken
voor een rijweg, terwijl de thans be
staande straat aan weerszijden zoude
kunnen dienen als trottoirs, dit zou de
waarde der huizen aldaar niet weinig
doen stijgen, daar de Bakenessergracht
worden zou een flinke breede straat, vlak
in het hart der stad.
Als eigenaardigheid zij nog opgemerkt,
dat enkele der bovenbedoelde firma's aan
de gracht wonende, die werkelijk nadeel
van de demping zouden ondervinden,
niettemin het adres aan den Raad, waar
van wij melding maakten, hebben onder
teekend, met het oog op het belang der
gezondheid en de verfraaiing der stad.
Tot zoover is alles goed en wel, maar
onder in den zak vindt men de rekening.
Zou het dempingsplan kans van slagen
hebben, dan moest het kunnen worden
uitgevoerd voor een koopje, want de ge-
meerite Haarlem als zoodanig is arm en
in de kas van den gemeente-ontvanger
is het gestadig ebbe en vloed zonder dat
er ooit een springvloed komt, m. a. w.
zonder dat ooit een buitenkansje toevloeit
in den vorm van verkoop van grond, of
dergelijke. Alles wat er bizonders moet
worden gedaan, vinden de burgers op hun
belastingbiljet terug en in een stad als
Haarlem, waar een groot deel der ver
mogende ingezetenen ambteloos leeft, en
even zoo goed in den Haag zou kun
nen wonen of ergens elders, moet men
hoogst voorzichtig zijn met het opvoeren
der belastingen.
Zijn wij wel ingelicht (waarvan wij
overtuigd zijn) dan zullen de kosten van
de demping der Bakenessergracht en
de onkosten die daaruit voortvloeien, zel's
onder deze voordeelige omstandigheden,
een som van 37000 gulden bedragen, een
bedrag dat ook door een rijker gemeente
dan de onze, nog wel eens schuin zou
worden aangekeken. Natuurlijk ligt de
kostbaarheid der demping ook voor een
deel in de bestrating, die in den beginne
onophoudelijk moet worden verbeterd en
op hoogte gehouden, totdat de aange
plempte grond de noodige vastheid heeft
verkregen.
Bij dit cijfer zouden wij het plan bij
den Gemeenteraad geen zeer gunstig ont
haal durven voorspellen. In eene huis
houding die met beperkte middelen moet
rondkomen, leggen vaak de nuttigste za
ken het in den strijd met de financiën
geheel en al af en 37000 gulden tegen
drie percent rente en 2 percent aflossing
verhoogen den broodbrief met een niet
onbeteekenend cijfer, waarvan de jaar
lij ksche afneming door de geringe aflos
sing nauwelijks wordt gevoeld.
Adressen, verzoekschriften, rekesten
zijn dikwijls machtige steunpilaren voor
de een of andere algemeen gewenschte
zaak, maar tegenover groote financiëele
bezwaren zouden zij toch te licht worden
bevonden en zal de schaal naar den kant der
geldelijke moeilijkheid overslaan. Anders
ware het geval, zoo men de schaal be
zwaarde met wat edel metaal.
De bewoners van de Bakenessergracht
hebben door hun adres aan den Raad
getoond, dat zij het voordeel van eene
demping der gracht inzien en erkennen.
Zou het ook niet op hun weg liggen, om
een offer te brengen, naar aanleiding van
de grootere waarde die hunne perceelen
door de demping zullen verkrijgen en het
eerste adres te doen volgen door een
tweede, inhoudende dat zij gezamenlijk
een gedeelte der kosten willen dragen?
Haarlem, 10 April 1889.
De nieuwe commissie van toezicht op
het middelbaar onderwijs heeft zich ge
constitueerd, tot haren voorzitter benoemd
jhr. mr. A, J. Rethaan Macaré en tot
haren secretaris den heer L. de Vla
ming.
Voor het onderwijzersexamen op 9
dezer te Amsterdam gehouden zijn ge
slaagd, o. a. de heeren: R. II. Posthu-
ma, J. de Nobel en J. Mulder alhier.
De directie der broodfabriek //De Vol
harding" alhier, die er voortdurend op
uit is door keur van gebak- en brood
soorten de aandacht te trekken en haar
debiet te vergrooten, brengt thans een
zeer smakelijk gebak in den handel onder
den naam van Wilhclminagebak (zie
achterst, adv.). Wij konden ons overtui
gen dat deze gebaksoort werkelijk door
fijnen smaak uitmunt en het duitsche
recept van den heer Malessa, bakker te
Potsdam, waarnaar de bakker-meester der
„Volharding" zelf de bereiding in Duitsch-
land leerde, ook hier met het beste resul
taat is gevolgd.
dez r te Amsterdam gehouden, zijn ge
slaagd o. a. de heeren: G. J. van der
Ploeg te Heemskerk en A. van der Mije
te Zandvoort.
Het onderzoek naar de onlangs ge
pleegde mishandeling van het kind van
C. H. te Haarlemmermeer heeft tot op
heden tot niets geleid. Wel heeft men
aanleiding gevonden om de jonge dienst
bode als de vermoedelijke daderes in
hechtenis te nemen, maar tot op heden
I heeft men haar geene bekentenis kunnen
ontlokken. Het kind, ofschoon met he-
vige brandwonden bedekt, is na zorg
vuldige verpleging in leven gebleven.
Toch vreest men dat het ongelukkig
zal blijven.
Den 8sten dezer is uit de Ringvaart
der gemeente Haarlemmermeer, bij Aals
meer, opgehaald het lijk van een onbe
kend manspersoon, oud ruim 40 jaren,
haar zwart en krullend, zonder baard,
hoog voorhoofd, lang pl.m. 1.580, ge
kleed bruin pillow broek, zwart laken
vest, duffelsche bonker, blauw boezeroen,
blauw bever onderbroek en borstrok,
zwarte kousen, klompen, grijzen halsdas
met paardekoppen.
Had bij zich eene groeue beurs met
14 centen en eene kleine koperen tabaks
doos.
Verleden week berichtten wij den plot-
selingen dood van iemand te Lisse door
het gebruik van drank, waarin morphine
was gemengd.
Spoedig was de officier van justitie
uit Haarlem er om een onderzoek in te
stellen. De maag is uit het lichaam ge
nomen om scheikundig te worden onder
zocht of er ook vergiftiging heeft plaats
gehad. Twee dagen later is het lijk ter
aarde besteld, 's avonds weder opgegra
ven en zijn meerdere deelen er uit ver
wijderd ter onderzoek. Omtrent het resul
taat hiervan is nog niets bekend.
De overneming in exploitatie van den
Haarlem-Zandvoortschen spoorweg door
de Holl. IJzeren Spoorwegmaatschappij
schijnt te zullen plaats hebben. De vorige
week en ook Maandag, thans onder
leiding van den heer Nierstrasz, had eene
wegopname plaats. Men spreekt er van,
dat met ingang van 1 Juli de overgave
zal geschieden.
Voor het onderwijzersexamen op 9
Uit Luxemburg wordt ge
mold De hertog van Nassau zou heden
ten 1.43 hier aankomen. Aan de grens
zal hij worden opgewacht door de leden
van het goevernement. Hij zal zich ter
stond naar het paleis begeven, alwaar
hij d-n staatsraad en andere raadsleden
van het goevernement zal ontvangen.
Donderdag zal hij bij de Kamer den eed
afleggen en vervolgens den afgevaardig
den ten paleize een diner aanbieden.
Het college van burgemeester en sche
penen noodigt in eene proclamatie de
bevolking uit tot het uitstexen der vlag
gen van Luxemburg, van Orahje en van
Nassau. Hoewel een luidruchtige betoo^
ging thans minder gepast wordt geacht,
wordt toch van particuliere zijde een
fakkeltocht op Donderdagavond voor
bereid.
De haagsche corr. van de
Zw. CL schrijft, dat hij van goederhand
kan mededeelen, dat het te verwachten
wetsvoorstel van den Staatsraad H. M.
de Koningin als regentes zal voordragen.
De Koningin heeft hare toestemming
verleend, erkennende, dat hare onafge
broken tegenwoordigheid op „Het Loo"
ter verpleging niet meer bepaald noodig
is. De achteruitgang van Z. M. is zoo
danig, dat het min of meer onverschillig
wordt, wie den lijder verzorgt.
Naar het Hbl, verneemt,
ligt bij het ministerie van Binnenl. Zaken
een ontwerp tot herziening der provinciale
wet gereed. De wijziging beoogt o. a.
eene nieuwe regeling van de financieele
verhouding tusschen Staat en provincie.
Bij nader gewijzigd ont
werp van wet heeft de Regeering, in
plaats van 1 September 1889, het in
werking treden der wet op den fabrieks
arbeid van jeugdige personen en van
vrouwen voorgesteld op 1 Januari 1890.
Omtrent den indruk, dien
het wetsvoorstel van den heer Seyffardt
betrekkelijk de verlenging van den
diensttijd heeft gemaakt in de parlemen
taire kringenverneemt men dat niet
weinigen volstrekt niet afkeering waren,
in het denkbeeld van den heer Seyffardt
te treden, met het doel om te verkrij
gen, dat na aanneming der wet de in
diening van de leger wet zou worden
uitgesteld totdat door de speciale kazer-
newet voor de huisvesting van den sol
daat beter zou zijn gezorgd. De legerwet
zou dan te bekwamer tijd onder gunsti
ger omstandigheden kunnen worden be
handeld. Anderen gaan uit van het denk
beeld, dat de wet-Seyffardt in verband
te brengen zou zijn met een overgangs
bepaling in de nieuwe legerwet, volgens
welke haar invoering eerst zou plaats
hebben nadat in de inrichting der kazer
nes allerwegen bevredigende hervormingen
zouden zijn tot stand gebracht. In af
wachting daarvan zou de noodwet-Seyf-
fardt voor een voldoende verdediging des
Vaderlands kunnen zorgen. Het verschil
tusschen de beide standpunten valt in 't
oog. De een wil door de aanneming der
wet-Seyffardt de indiening der legerwet
voorkomen, de ander haar invoering. Mis
schien stuit op de afwijzende houding
van den minister Bergansius alles af.
In de laatste dagen van
Maart had aan 's rijks Munt een munt
slag plaats van ruim 500 000 aan gou
den 1 O-guldenstukken, die, te beginnen
met Maandag 15 April, zal worden ge
volgd door de aanmunting van ƒ50.000
Roman tan Kahl Hellmer.
54) DERTIENDE HOOFDSTUK.
Eenb Gewichtige Ontdekking.
Nu met ijver aan het werk, zeide Natalie in zich
zelve, toen zij dit alles vernomen had. Binnen weinige
dagen moet en zal ik weten hoe de zaken staan en wil ik
zekerheid hebben over dat eene punt, dat mij aanleiding
geeft om reeds dezen geheelen tijd te spelen met Maurits
Carlingford als de kat met de muis.
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
Er verliepen wederom eenige dagen in de aangename
afwisseling van een gezellig landleven. Lionel von Raven
feewees schijnbaar de schoone Griekin geen hizondere op
lettendheid, maar wijdde zich bijna uitsluitend aan de gast
vrouw. Gravin Carida gedroeg zicli tegenover Carlingford
zoo grillig en ongelijk, dat deze zich eindelijk wat onge
rust maakte en zich onwillekeurig afvroeg, of zij niet iets
uit zijn verleden kende, dat haar noopte zich terughoudend
te gedragen.
Soms scheen het alsof zij op hem verliefd was, een an
dermaal scheen zij elke gelegenheid om met hem alleen
te zijn, op de meest energieke manier te ontwijken.
Ik geloof waarlijk, Maurits, sprak zijn zuster eens
op een dag tot hem, dat Raven gelijk heeft en dat
Therese eene aarts-coquette is. Blijkbaar zijt gij in haar
gunst nog geen stap verder gekomen dan toen wij nog in
de stad waren.
Coquet? Neen, dat is zij niet, maar ik vrees voort
durend dat zij iets van mij heeft gehoord, dat zij niet recht
gelooven kan en dat zij toch niet kan vergeten.
Mevrouw Lovell verbleekte.
En wat zou dat kunnen zijn, Maurits? Wat kan zij
vernomen hebben? Wie weet iets nadeeligs van u?
Dat weet de duivel, maar ik kan het idee niet van
mij afzetten, dat het zoo is en ik wil mij niet langer voor
den gek laten houden.
Pas op, Maurits, wees voorzichtig.
Voorzichtig? Maar ik zeg u, dat zij mij tot wanhoop
drijft Zou er iets van die onzalige geschiedenis met Essy
zijn uitgelekt?
Onzin en al was dat zoo, dan kon baron von
Raven de eenige zijn, dien zij daarvan in kennis gesteld
hadals hij er echter iets van wist, kunt gij er zeker van
zijn, dat hij u anders behandelen zou dan hij nu doet.
Men kan nooit weten wie er iets van zou kunnen
hebben vernomen; ik kan u verzekeren, Gusti, dat het mij
vaak te moede is alsof ik op doornen ga.
Weldra zult gij in veiligheid zijn, merkte mevrouw
Lovell beteekenisvol op.
Heden avond nog zal ik baar dwingen tot eene ver
klaring, zeide Carlingford vastberaden.
Gravin Carida had inmiddels haren tijd goed besteed;
nadat zij Michael in kennis gesteld bad van Ravens ont
dekkingen, had deze de ruïne in het oog gehouden en zoo
wel Carlingford als de huishoudster, juffrouw Brown, her
haaldelijk met een zekere schuwheid zien in- en uitgaan.
Hij stelde Natalie voor met hem en baron von Raven zich
den toegang tot de ruïne te verschaffen. Dit was des nachts
zeer goed uitvoerbaar, zeide hij, want een oude vrouw ver
liet dan vaak den toren; men moest dus het oogenblik af
wachten dat de oude naar buiten trad om haar te over
weldigen vóór zij den tijd had de deur af te sluiten; en
dan stond niets hen in den weg om het kasteel binnen te
gaan. Natalie besloot eene afspraak te maken met Raven
en zoo spoedig mogelijk dezen stap te doen, om althans over
dit punt tot klaarheid te geraken.
Denzelfden avond van dien dag zou er een bal plaats
hebben en zoowel de Griekin als mevrouw Lovell, deden
haar uiterste best om zich op het voordeeligst voor te doen.
Toen zij te zamen de balzaal binnentraden snelde Raven
dadelijk op de gastvrouw toe, gravin Carida aan Carling
ford overlatend.
Dat is mijne eerste schrede in de balzaal sedert den
dood van mijn armen Carida, sprak zij ernstig, terwijl
EWS DA