NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. 6e Jaargang. Woensdag 17 April 1889. No. 1776. ACVEKTEKTIÉH: STADSIVIEl W S. FEUILLETON. IN TIJGERKLAUWEN. ABONNEMENTSPRIJS: HAARLEM'S DAGBLAD Tan 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents Groote letters naar plaatsruimte. Bij groote opgaven aanzienlijk rabat. Abonnementen en Adverteutiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en conrantierp. J. B. AVIS. Roof dag ent at* voor het Buitenland: Compagnie Generale de Publieito Etrangère G. L. liAJJBE Co., FOR. F. JONES, Suer., 31bts Faubourg M mtmartre. IK ARBEIDSWET, zooals zij thans is aangenomen, luidt als volgt. WIJ WILLEM III, bij de gratie GodsKoning der NederlandenPrins van Oranje-N'assau, Groot-Rertog van Luxemburg, enz., enz., enz. Allen die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten: Alzoo Wy in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is, ter ver vanging van de wet van 19 September 1874 {Staatsblad no. 130), bepalingen vast te stellen tot het tegengaan van over- matigen en gevaarlijken arbeid van jeug dige personen en van vrouwen Zoo is het, dat Wij, den Raad van Sta'e gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevon den en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze; 1. Inleidende bepalingen. Artikel 1. Onder arbeid verstaat deze wet alle werkzaamheden in of voor eenig bedrijf, behalve: 1. werkzaamheden in of voor de bedrijven van landbouw, tuin bouw, boschbouw, veehouderij of veen derij; 2. werkzaamheden buiten fabrieken en werkplaatsen in of voor het bedrijf van hem, bij wien degene, die ze verricht inwoont, voor zoover die werkzaamheden ook buiten eenig bedrijf in eene huis houding of stalling plegen voor te komen. Art. 2. Onder fabrieken en werkplaat sen verstaat deze wet alle zoowel open als besloten ruimten, waar in of voor eenig bedrijf pleegt gewerkt te worden aan het vervaardigen, veranderen, versie ren, afwerken of op andere wijze tot verkoop of gebruik geschikt maken van voorwerpen of stoffen, of waar in of voor eenig bedrijf voorwerpen of stoffen eene daartoe strekkende bewerking plegen te ondergaan. Keukens en soortgelijke inrichtingen, i waar spijzen en dranken voor onmiddel lijk verbruik bereid worden, benevens apotheken, zijn hieronder niet begrepen. 2. Van den arbeid van jeugdige personen en van vrouwen. Art. 3. Het is verboden een kind be neden twaalf jaren arbeid te doen ver richten. Art. 4. Bij algemeenen maatregel van bestuur wordt door Ons, hetzij onvoor waardelijk, hetzij voorwaardelijk, verbo den een persoon beneden zestien jaren en in fabrieken en werkplaatsen eene vrouw bepaalde soorten van arbeid te doen verrichten, op grond van de ge varen voor de gezondheid of het leven, welke die soorten van arbeid, hetzij in het algemeen hetzij bij niet inachtne ming van zekere voorwaarden door de wijze waarop zij verricht worden of door de verwerkt wordende stoffen, voor een persoon beneden de zestien jaren of voor eene vrouw opleveren. Art. 5. Het is verboden den arbeid van een persoon beneden zestien jaren of van eene vrouw in fabrieken en werkplaatsen vroeger te doen aanvangen dan te 5 uren des voormiddags, met dien verstande, dat het aantal uren, gedurende welke de arbeid wordt verrichtniet meer dan elf per etmaal bedrage. Yoor bepaalde bedrijven kan door Ons bij algemeenen maatregel van bestuur worden vergund, hetzij in het algemeen hetzij ten opzichte van bepaalde ge meenten, den arbeid van personen bene den zestien jaren en van vrouwen op andere dan de in het vorige lid be paalde uren te doen aanvangen en te doen eindigen, onder zoodanige voor waarden als zullen noodig blijken, met dien verstande dat het aantal uren, ge durende welke die arbeid wordt ver richt, niet meer dan elf per etmaal be drage. Voor personen beneden veertien jaren of vrouwen mag het begin van dien arbeid niet vroeger dan te B uren des voormiddags en het einde niet later dan te 10 uren des namiddags worden gesteld. In bizondere omstandigheden kan door Onzen Commissaris in de provincie schriftelijke vergunnning worden gegeven om in eene daarin genoemde fabriek of werkplaats den arbeid van personen be neden zestien jaren en van vrouwen ge durende niet langer dan zes achtereen volgende werkdagen, of om den anderen dag niet langer dan gedurende veertien dagen hoogstens twee uren vroeger te doen aanvangen of hoogstens twee uren later te doen eindigen dan in het eerste lid van dit artikel of bij algemeenen maatregel van bestuur als bedoeld in het tweede lid van dit artikel, is be paald, met dien verstande dat het aantal uren, gedurende welke die arbeid wordt verricht, niet meer dan dertien per etmaal bedrage en voor personen bene den 14 jaren of vrouwen het begin van dien arbeid niet vroeger Han te 5 uren des voormiddags en het einde niet later dan te 10 uren des namiddags worde gesteld. In spoedeischende gevallen kan, voor niet langer dan twee achtereenvol gende werkdagengelijke vergunning worden verleend door den burgemeester, die daarvan binnen 24 uren mededeeling doet aan Onzen Commissaris in de provinciedoor dezen kan die vergun ning tot een duur van zes achtereen volgende werkdagen worden verlengd. Voor dezelfde fabriek of werkplaats geldt geene der genoemde vergunningen, alvo rens sedert het eindigen van eene vorige, voor dezelfde klasse van personen gel dende, ten minste acht dagen zijn ver- loopen, tenzij na goedkeuring van Onzen ministermet de uitvoering van deze wet belast. Art. 6. Hij, die een persoon beneden zestien jaren of eene vrouw arbeid doet verrichten in fabrieken en werkplaatsen is verplicht te zorgen, dat die arbeid ten minste worde afgewisseld door éen rust- tijn van een uur tusschen 11 uren des voormiddags en 4 uren des Damiddags. Voor bepaalde fabrieken en werk plaatsen kan door of vanwege onzen minister, met de uitvoering van deze wet belast, onder zoodanige voorwaarden als zullen noodig blijken, wijziging of ver mindering van dien rusttijd worden toe gestaan, met dien verstande, dat daar- daardoor het aantal uren, gedurende welke aldaar arbeid wordt verricht door de in dit artikel bedoelde personen of vrouwen niet grooter worde dan in art. 5 is veroorloofd. Hij die bedoelde personen of vrouwen arbeid doet verrichten is verplicht te zorgen, dat deze gedurende voormelden rusttijd niet verblijven op eene besloten plaats, waar alsdan arbeid wordt ver richt. Art. 7. Het is verboden een persoon beneden zestien jaren of eene vrouw op Zondag arbeid te doen verrichten in fa brieken en werkplaatsen. Voor personen, behoorende tot een kerkgenootschap, dat den wekelijkschen rustdag niet op Zondag viert, treedt in de plaats van dit verbod dat, om hen arbeid te doen verrichten in fabrieken en werkplaatsen in het etmaal, door hun kerkgenootschap als rustdag aangenomen indien zij aan het hoofd of den bestuur der van het bedrijf f de onderneming hun verlangen hebben te kennen gege ven om in dat etmaal geen arbeid te verrichten, waarvan achter hunnen naam op de in art. 11 bedoelde lijst melding moet worden gemaakt. Voor bepaalde bedrijven kan door Ons bij de algemeene maatregelen van be stuur, bedoeld in het tweede lid van art. 5, worden vergund den arbeid van man nelijke personen tusschen veertien en zestien jaren op Zondag te doen voort duren tot uiterlijk te 6 uren des voor middags. Waar in eene fabriek tot herstel of reiniging van eenen aldaar in gebruik zijnden stoomketel de arbeid van een mannelijken persoon beneden zestien ja ren onontbeerlijk mocht zijn, kan de burgemeester der gemeente, waar de fabriek gelegen is, daartoe schriftelijke vergunning voor eenen bepaalden Zondag verleenen. Art 8. Het is verboden eene vrouw arbeid te doen verrichten in fabrieken en werkplaatsen binnen vier weken na hare bevalling. Art. 9. Wanneer een persoon beneden zestien jaren of eene vrouw in de werk uren aangetroffen wordt op een besloten plaats waar arbeid wordt verricht, die niet tevens een woonvertrek is, en wan neer een persoon beneden zestien jaren aangetroffen wordt aan boord van een vaartuig, dat niet bestemd is tot het vervoer van reizigers en aan boord waar van die persoon niet woont, wordt die geacht aldaar zelf arbeid te verrichten, tenzij het tegendeel blijke. Art. 10. Het hoofd of de bestuurder van een bedrijf of eene onderneming, waarin of waarvoor een persoon beneden zestien jaren arbeid verricht in fabrieken en werkplaatsen, moet in het bezit zijn van eene kaart, houdende opgave van den naam, de voornamen, den dag en de plaats van geboorte van dien per soon, van den naam en woonplaats van het hoofd des gezins, waarin die persoon in woont en van het hoofd of van den bestuurder van het bedrijf of de onder neming. Deze is verplicht die kaart aan de bij art. 18 bedoelde ambtenaren op aanvrage te vertoonen. Die kaarten worden ingericht naar een door Ons vast te stellen model en worden geteekend en afgegeven door of van wege den burgemeester der gemeente, binnen welke de jeugdige personen arbeid zal verrichten. De kaarten en de daarvoor noodige jeboorte-extracten worden kosteloos ver strekt. Binnen tweemaal vier en twintig uren na het eindigen van de arbeidsbetrekking tusschen den jeugdigen persoon en hem, die dezen arbeid deed verrichten, is het hoofd of de bestuurder van het bedrijf of de onderneming verplicht do betrekke lijke kaart, na daarop den dag van op neming en van ontslag te hebben ver meld, terug te bezorgen bij den burge meester, door of van wege wien zij werd afgegeven. Art. 11. Het hoofd of de bestuurder van een bedrijf of eene onderneming, waarin of waarvoor een persoon beneden zestien jaren of eene vrouw arbeid verricht in fabrieken of werkplaatsen, is verplicht te zorgen, dat in zijn fabriek of werk plaats, waar arbeid wordt verricht, steeds op eene zichtbare wijze is opgehangen eene door hem onderteekende en door of van wege den burgemeester gewaarmerkte lijst, vermeldende de namen en de voor namen van dien persoon of die vrouw voor in het bizonder den aanvang en j het einde van den werktijd, de werkuren j en het etmaal, bestemd tot wekelijkschen j rustdag. Voor bepaalde bedrijven kan door Ons bij algemeenen maatregel van bestuur vrijstelling verleend worden van de ver plichting om op de bedoelde lijst de werk uren te vermelden. Het hoofd of de bestuurder van een bedrijf of eene onderneming, bedoeld in het eerste lid, is verplicht te zorgen, dat een afschrift cf uittreksel van de bij dat lid vermelde lijst steeds op eene zicht bare wijze is opgehangeL in elk ar- beidslokaal, daartoe door of van wege Onzen minister, met de uitvoering van deze wet belast, aangewezen. Wordt vervolgd.) Haarlem, 16 April 1889. ^*Door den heer J. T. Gerlings, lid van het comité van bestuur der ned.-indische spoorwegmaatschappij te Utrecht, zijn aan deze gemeente ten behoeve van het ste delijk museum ten geschenke gegeven dertien schilderstukken (portretten) als mede voor het archief eene verzameling documenten, betrekking hebbende tot de geschiedenis van deze stad. De indeeling der lotelingen dezer ge meente zal dit jaar plaats hebben op Vrijdag 10 Mei e. k. Betreffende den gezondheidstoestand dezer gemeente in de afgeloopen maand Maart kan het volgende worden mede gedeeld Ter gemeente-secretarie werden van in de wet genoemde besmettelijke ziekten aangegeven 65 gevallen van ma zelen, 2 van angina diphtherina, 1 geval van roodvonk en 1 geval van tebris typhoïdea. Het totaal der overledenen, daaronder begrepen 4 levenloos aangege- venen bedraagt 112. Verhouding der over ledenen tot 1000 inwoners per jaar voor deze maand berekend, 25.9 tegen 24.1 in de vorige maand. Aan lichaamszwakte stierven 11, aan kanker 4, aan aanhou dende koorts 2, aan mazelen 5, aan stui pen 8, aan apoplexie 8, aan hersenziek ten 5, aan croup 2, aan organische liart- gebreken 7, aan ziekte der ademhalings organen 40 (waarvan 21 aan keel- en longtering of bloedspuwing), aan ziekte der spijsvertering8werktuigen 4, aan an dere oorzaken 8, aan onbekende oorzaken 4. Naar de leeftijden was de sterfte als volgt: beneden 1 jaar 25, van 15 ja ren 13, van 514 jaren 6, van 1420 jaren 4, van 2050 jaren 20, van 50—65 jaren 10 en van 6580 jaren 23, boven 80 jaren 7. Geboren zijn 84 jongens en 77 meisjes. Maandag promoveerde aan 's rijks uni versiteit te Utrecht tot doctor in de rechtswetenschap onze stadgenoot de heer C. F. Pahud de Mortanges, geb. te Tjandjoer, met proefschrift, get.: „Straf bare uitoefening van het beroep van geneeskundige. Het examen voor onderwijzeres is op 15 April te Amsterdam met goed ge- Roman van Kabl Hellmeb. 59) ZEVENTIENDE HOOFDSTUK. de valsche sleutel Aanmoedigen? Baron Raven aanmoedigen Mijn hemel, hij bewijst mij zoo weinig attenties, dat daarvan geen sprake wezen kan. Laat mij voorbijgaan, de baron wacht mij! Morrend trad hij ter zijde en haar volgend, zag hij hoe Raven haar in het rijtuigje hielp en met haar wegreed Toen zij voortrolden op den breeden straatweg, zeide de baron lachend: Dat was een waagstuk, Natalie! Ik moest het wagen, ik had overlegd op welke wijze ik u alleen zou kunnen spreken en vond geen andere dan deze. Goddank, want alleen op deze wijze heb ik u voor mij alleen en behoef minstens drie uur lang niet te vreezen dat wij gestoord worden Reken er op, dat ik langzaam rijden en u zoo lang mogelijk hij mij houden zal. Nu echter moeten wij ons plan heden avond uitvoeren, ten minste als het Michael gelukt juffrouw Brown den slaapdrank te doen gebruiken. Ik geloof dat wij het ook moeten wagen, wanneer zij den slaapdrank niet nam, want ieder uur is van beteekenis Als Essy werkelijk de wettig'e echtgenoot van dien man is, dan is zij voor hem een zeer groot gevaar. Zijn huwe lijk met gravin Carida zou hij met grooten luister willen voltrokken zien en daarom zal de verzoeking om Essy uit den weg te ruimen, allengs sterker bij hem worden. I lij zou middelen kunnen vinden om haar schijnbaar zonder geweld te laten sterven Ik heb alle instrumenten die noodig zijn om de deur te openen. Waarschijnlijk brengt juffrouw Brown hare be zoeken aan de ongelukkige gevangene tusschen tien en elf uur, want te elf uur gaat zij naar bed Te éen uur zou er dus geen gevaar voor ons zijn. Alleen Carlingford zou ons hinderlijk kunnen zijn, maar ik zal wel zorgen dat hij in de rookkamer blijft en dan kunnen wij het werk verrichten. Ik wilde wel, dat ik de uren die nog moeten ver- loopen, kon doen omvliegen, zeide Natalie met een zucht, en toch koester ik vrees voor wat er gebeuren zal. Als Essy eens vermoord was Lionel? Martel u niet met die vrees, geliefde. Gij zijt tot nu toe onwankelbaar geweest in uw hoop, laat niet op het laatste oogenblik den moed zinken Vergeef mij, ik zal mij goed houden, fluisterde zij zacht. Hij ademde diep; eigenlijk had hij nooit geheel en al liare hoop gedeeld. Hij oordeelde als een man van onder vinding en hoewel hij eenig-e barer beweeggronden deelde, voelde hij zich toch niet zoodanig door hoop gesteund als zij dat was. Eerst tegen het aanbreken der duisternis keerde Raven met Natalie terug naar het landgoed Daar vernam gravin Carida dat Carlingford woedend was over haar rit met Raven en den geheelen middag' jegens iedereen norsch en stuursch was geweest Des avonds gelukte het haar, Carlingford in wat beteren luim te brengen, maar geheel opgewekt was hij toch nog niet. Morgen zou zij hem wel weder zoo kun nen verzoenen, dat hij zelf niet meer aan zijn jaloerschheid dacht, maar heden wilde zij hem toonen dat zij geen Blauw baard-eigenschappen in hem duldde, maar tevens was zij voor hem zoo betooverend en boeiend als een schoone vrouw dat slechts vermag. Uit wanhoop dronk hij bij het soupé veel meer wijn dan gewoonlijk en ging vroegtijdig naar zijn kamer, waar hij weldra in een diepen slaap zonk. ACHTTIENDE HOOFDSTUK. Db ueur geopend. In de grootste spanning zat Natalie Melleville te half een in hare kamer en wachttein het huis was alles doodstil, huiten hoorde men alleen nu en dan het akelige gekras van een nachtuil. In de gangen brandde een mat licht. Het bewustzijn dat Carlingford te veel gedronken had en dus in zwaren slaap zou zijn, stelde Natalie eenigermate gerust. Voor Haarlem, per 3 maanden/1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. BureauKleine Houtstraat No. V, Haarlem. 'ire.Befoonsseasneuev Uirectenren-UItgevers J. C. FEEKKKtiUSI en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 1