te allen fcyde heeft do massa minder ge
golden dan de hoedanigheid ran enke
len. Infcusacheneen millioen is een eer
biedwekkend cijfer, on een millioen post
zegels te verzamelen vereischt heel wat
geduld. Van meer belang is echter de
verzameling des heeren J. H. Provó
Kluit te fs Hage.
Ook hij heeft eene groote hoeveelheid
(13,000) postzegels bijeengebracht, doch
zij hebben stuk voor stuk belang en het
is dus geen wonder, dat het postzegel
album" van dezen „phylatelist", evenals
dat van den heer Ferrari te Parijs, zoon
van de pas overleden hertogin Van Gal-
liera, den omvang van geheele kamers
beslaai. Laat ons er bijvoegen, dat de
verzameling van den heer ProvóKluit
nog niet zoo belangrijk is, als die des
heeren Ferrari, al kan zij het misschien
worden, en dat de heer Ferrari niet op
deze tentoonstelling heeft ingezonden en
er ook niet wordt gemist. De „Magde-
burgsche Verein fiir Briefmarkenkunde'
heeft eene volledige verzameling van
europeesche zegels. Zij is dus van zeer
veel belang ter vergelijking van de ver
schillende Janden onderling.
De heer mr. P. Kloss te Dresden is
een bekend schrijver op het gebied der
postzegelleer. Zijne Verzeichniss und Be-
schreibung aller Postkarten mit aufge-
drückten Werthatempelzijne „Cou
verten der Ver. St. von Nordamerica;
zijne „Geschichte der Po3twerthzeichen
des Königreichs Sachsen," worden door
alle verzamelaars geraadpleegd. Voor
deze tentoonstelling heeft hij zijne ver
zameling van over de 700 amerikaan-
sche briefomslagen gezonden, in al hunne
variëteiten van grootte, snit, papiersoort
en kleur.
De heer A. H. Wilson te Londen
heeft zich hoofdzakelijk bepaald bij post
zegels van Nieu w-Zuid-Wale3: de heer
C. Joris te Munchen bij beiersche post
zegels: de heer O, Pfenniger te Sint-
Gallen bij zwitserscho zegels; de heer
M. Böressón te l 'rammen bij noor weeg -
sche zegelsde heer K. George te 's Hage
bij postzegels van Portugal en zijne ko
loniën; de heer K. M. Richter te Leip
zig bij Spanje en zijne koloniën. Uitge
breider dan deze laatste inzendingen is
die van den heer J. Lindau te Heidel-
berg. die met succes eene verzameling
van europeesche zegels heeft aangelegd;
terwijl het den heer K. Manus alhier
gelukt is, eene vrij talrijke collectie
zeldzame postzegels bijeen te brengen.
Te gelijk verdienen genoemd te wor
den de collecties A. E. Glarenwald te
Gössnitz (saksische en grieksche zegels);
A. H. van den Berg te Utrecht (Neder
land en koloniën) en Ernst Keiler te
Triest, (sardinische couverten.)
Wij hebben slechts de voornaamste
verzamelingen genoemd, doch er zijn nog
vele andere, die belangrijk zijn.
Hoogst belangwekkend is de collectie
af beddingen van brievenbestellers van
alle landen en verschillende postkanto
ren, en van groot historisch belang de
verzameling ballonpostbrieven van het
beleg van Parijs, toen de menschen hunne
brieven schreven op kleine krantjes,
waarop eene zijde onbedrukt was geble
ven, die dan kon dienen voor den brief.
Ook vindt men er eene belangrijke col
lectie van hoogst zeldzame zegels, en dat
niet bij een of twee te gelijk, maar in
tal van variëteiten, o. a. een geheel blad
met zegels uit Nieuw-Caledonië, dat uit
de hand geteekend, het borstbeeld van
Napoleon III telkens anders aangeeft.
De heer Wilson te Londen is er de ge
lukkige bezitter van, en zijne niet groote
verzameling is meer dan 1500 pond
sterling waard.
Yan letterkundig belang zijn de frag
menten van een uit postzegels vervaar
digd behangsel. Een arme teringlijderes,
die te Nizza bij Alphonse Karr logeerde,
kreeg van den schrijver der „Wespen,"
om eene bezigheid te hebben, tot taak
zijne briefwisseling te schiften. Zij be
waarde alle postzegels en begon er een
behangsel van te makeD, dat zij echter
niet voltooide. Hare zuster, mejuffrouw
Lacombe te Pont-de-la-Tour (dep. Var),
heeft haar werk op ueze tentoonstelling
ingezonden.
Wij maken terloops melding van de
belangrijke werken van postzegelkunde
door de heeren J. B. Moens te Brnssel,
C. Lindenberg te Leipzig, C. Eitmann
te Leipzig, en gebr. Senff te Leipzig in
gezonden; van de rijko verzameling van
180 postzegeltijdschriften in alle talen,
waarbij het nederlandsche, dat onder de
bekwame hoofdredactie staat van den
heer A. Huart alhier, niet het minst
voordeelig uitkomt. Wij wijzen tevens
op de smaakvolle voorwerpen (tafeltjes
e. d.) die met postzegels op de manier
van mozaïek zijn ingelegd dat van
don heer Joh. W. Stephanik, den kun-
digen penning verzamelaar alhier, is bij
voorbeeld al zeer fraai om ten slotte
nog mede te deelen dat alle deskundigen
het eens zijn, dat deze internationale
postzegeltentoonstelling een der belang
rijkste is, tot dusverre gehouden, en die
van Antwerpen van 1887 verre achter
zich laat.
De luchtreiziger Grais is
Dinsdagmiddag op het Sportterrein
achter het Rijksmuseum te Amsterdam,
te 4 uren 40 min. opgestegen tot eene
hoogte van 350 M.en eene minuut
later met het valscherm behouden neer
gedaald, nog op het terrein zelf. Het
stout bedrijf wekte natuurlijk bij de
menigte dezelfde emoties als de vorige
maal. De ballon dreef weg in de richting
van Buiksloot, daar het lood, dat, boven
aan den ballon gehecht, hem moet doen
kantelen zoodra de man het luchtschip
verlaten heeft, er bij de opstijging was
afgevallen.
Bij de firma Gebr. Van Cleef»
te 's-Hage, zal tegen half Mei het lich*
zien het rapport der Staatscommissie
voor de defensie.
De politie te 's-G ravenhage
heeft aangehouden een juffertje, dat te
Rotterdam bij verschillende winkeliers
;ouden armbanden en andere voorwer
pen van waarde door oplichting had
weten machtig te worden, welke zij al
daar in de bank van leening beleend of
;etracht heeft, op andere wijze van de
hand te doen. De verdachte is ter be
schikking gesteld van de justitie te Rot
terdam.
Het juffertje had de kostbare voor
werpen op één dag in verschillende ge
deelten bij de bank van leening aldaar
op pand aangeboden. Eerst vroeg zij
geld op een stuk van 25 waarde; la
ter kwam zij terug en beleende een
kostbaar sieraad tot hooger bedrag, en,
den derden keer terugkomende wilde zij
een beleening sluiting van 200. Dit
herhaaldelijk terugkomen wekte achter
docht bij de beambten der Bank, te
meer daar zij als hare woonplaats eene
straat opgaf waar gewoonlijk geen lie
den wonen, in het bez-t van kostbaar
heden als welke deze jonge dochter be
leende. De ambtenaar liet haar wachten
totdat hij een politieambtenaar ten kan
tore had. Deze schonk de jonge dame
zijn geleide naar hare woning, en ont
dekte toen dat de zaak niet in orde was
de ter beleening gegeven voorwer
pen door oplichting in het bezit der
pandneemster gekomen waren.
Te Leiden kregen vader en
zoon met elkander oneenigheid over het
eten van paardewor3t. De twist liep zóó
hoog, dat de vader zijn schoenmakers
mes van de tafel nam en daarmede zijnen
zoon op drie plaatsen verwondde, geluk
kig niet doodelijk.
De dader werd onmiddellijk door de
politie in arrest genomen
Door de keurmeesters van
dieren enz. te Rotterdam is Dinsdag
eene groote partij rund- en schapen-
vleesch voor de consumptie afgekeurd.
Het vleesch werd in beslag genomen,
onschadelijk gemaakt en begraven.
Uit N o o r d - B r a b a n t wordt
aan de Tijd geschreven
In verband met een bericht over den
smokkelhandel in sigaren en tabak op onze
grenzen naar België meldt men ons, dat
de sluikers toch niet altijd even gelukkig
de linie kunnen forceeren. Meestal zyn
de belgischo ambtenaren met hun tweeën
op surveillance, en nu is het lichtelijk
te begrijpen, dat zij er wel eenigszins
tegen opzien om een bende van 10 en
meer porsonen aan te pakken, daar zg
slechts voor lijfsbehoud mogen schieten,
hetgeen een groot contrast vormt met
den duitschen douanier, daar deze den
smokkelaar met zijn karabijn neerschiet,
wanneer hg, aangeroepen zijnde, niet
blijft staan.
Voorverleden week echter deden zes
belgische kommiezen een goede vangst.
Zij haalden pl. m. 400 kilo tabak aan,
terwijl een berucht aanvoerder der smok
kelaars in hun handen viel. Dit ging
echter niet gemakkelijk, daar hij, met
een geladen revolver gewapend zijnde,
erop losbrandde, zoodat er zelfs bloed
vloeide.
Intusschen bleven deambtenaren meester
van het terrein de overige smokkelaars
zetten het op een sauve qui peut, zij lieten
de tabak waar die was, en stevig ge
boeid werd de baas-smokkelaar aan de
gendarmerie overgeleverd. Deze bezorgde
hem vrij logies op het kasteel, terwijl
hij zich nu niet alleen wegens het smok
kelen van tabak, maar ook wegens het
gewapend verzet tegen rijks-ambtenaren
zal hebben te verantwoorden.
Een onzer Zuiderzeekapi-
teins verhaalt, dat zich verleden week
twee friesche boeren aan boord bevon
den, die nog nooit een zeereis hadden
gemaakt. Men had hun als middel tegen
zeeziekte verteld, dat zoo lang zij land
roken, zy geen last van zeeziekte zouden
hebben van laar dat onze boertjes, toen
zijn aan boord waren, hunne reistasch
openden en daaruit ieder eene groote
graszode te voorschijn haalden om daar
aan af en toe te ruiken. Dat dit voor
de andere passagiers een bespottelijk ge
zicht was en er hartelijk om gelachen
werd, toen beiden al spoedig hun offer
aan de zee brachten, valt ligt te be
grijpen. (N. Spt.)
VISSCHERIJ.
Zandroort. Van 15 tot 20 April
1889 kwamen alhier aan:
„Z. V." 11, J. Keesman, 112. „Z.
V." 5, H. v. Koningsbruggen, 92. „Z.
V." 9, C. Koper, ƒ90. „Z. V." 3, D.
v. Duijn, 84. „Z. V." 4, A. Paap, 76
„Z. V." 14, S. Paap, 74. „Z. V." 10,
A. Koper, ƒ67, „Z. V." 15, E. Paap,
ƒ67. „Z. V." 16, W. Paap, ƒ67. „Z.
V." 13. P. Paap, ƒ66. „Z. V." 2, Jb.
Koper, 66. „Z. V." 12, F. Zwemmer,
ƒ60. „Z. V." 1, A. Paap, 54. „Z. V."
M. Keesman, ƒ25.
De prijzen waren: Bakschol ƒ0.80 k
ƒ4.50, scharren ƒ0.50 a ƒ1.60 p. m.,
tong ƒ0.10 k 0.80 p. st., schol ƒ0.30
k 0.90 p. snees, 1 steur 12 en 1 tar
bot 10.50.
N i e u w e d i e p, 22 April. Heden
kwam van de groote visscherij binnen
de sloep Jan Hojlandsch. v. d. Hoeven,
met 90 levende-, 16 doode kabelj., 10
lev. lengen, 1 tarbot, 1100 schelv. en 1
ben vleet; lev. kabelj. gold 1.15, doode
id. 95 cent, leng ƒ1.75 per stuk, de
tarbot ƒ7, schelv. ƒ13 het honderd en
vleet ƒ16 per beD.
T e s s e 1, 22 April. De Noordzee-vis-
schers van hier brachten in de afgeloopen
week elders ter markt: 400 tongen, 500
roggen, eenige tarbotten, 250 manden
kleine schol, 40 manden scharren. De
prijzen waren als volgttongen 60 5 75
cent per stuk, roggen 60 a 70 ct., tarbot
ƒ3 a 11 per stuk. kleine schol 2 a 3,
scharren ƒ1 a 1.50 per mand.
POLITIEK OVERZICHT.
Frankrijk heeft geen gebrek aan poli
tieke redenaars. Het publiek moet steeds
iemand hebben waarnaar het luisteren
kan, voor wien het in de handen kan
klappen zoolang het bem niet op de han
den kan dragen en zulk een man heeft
men nu na Boulangers vertrek gevonden
in Antoine, van wiens optreden wij reeds
vroeger breedvoerig hebben gewaagd.
Nog steeds predikt hij, sedert zijn terug
keer in Frankrijk, zijne patriottische ge
voelens van stad tot stad. Op een feest
maal te Marseille, Zondag gehouden, hield
hg een redevoering waarin hij aan de
toewijding herinnerde van Elzas-Lotha-
ringen jegens Frankrgk en de gehecht
heid dier landen aan het fransche vader
land waarvan zij wreedaardig werden
gescheiden. Het vreemdenlegioen zeide
hg bracht 2000 mgner landgenooten
naar Tonkin, waar zy gewillig hun bloed
voor Frankrgk ten offer brachten.
Den dag na 1870, toen Frankrijk den
doodstrijd streed, de lijken den grond
nog bedekten en de arsenalen leeg waren,
kon Gambetta met reden zeggen: „Laat
ons altijd aan Elzas-Lotharingen denken,
maar spreken wij er nooit over". Nu
echter, dat Frankrijk een bewonderens
waardig leger bezit, machtige doode weer
middelen en een gegarneerde grens, zou
Gambetta niet meer hetzelfde zeggen.
Niemand mag het patriotisme als re
clame gebruiken en het land voeren op
den weg, die tot den oorlog leidt; maar
men mag in herinnering brengen, dat
Elzas-Lotharingen lijdt en verbeidt en de
Franschen vragen, in naam van dat lijden,
hunne verdeeldheid en toorn te laten
varen en zich te verzoenen voor het
vaderland en de Republiek. Antoine wees
op het gevaar van het boulangisme, dat
de eischen van Elzas-Lotharingen dreigde
te verstikken en smeekte de Franschen
te luisteren naar hun geweten en te
luisteren naar een verdrukt volk, dat
onder persoonlijke willekeur sterft.
Ten slotte zeide hij nog: 1870 heeft
ons van het bonapartiame genezen, dat
1889 ons van het boulangisme bevrijde.
Hij eindigde met niet alleen Elzas-
Lotharingen maar alle Franschen te
smeeken een politiek te verlaten, die niet
alleen de regeeringloosheid binnenslands
maar ook de vernedering in de oogen
van het buitenland ten gevolge heeft.
Hij stelde een toast in op de verzoe
ning van allen, op Frankrijk, op Elzas-
Lotharingen en op de Republiek.
Volgens de Presse heeft er eene huis
zoeking plaats gehad bij den bekenden
anarchist Soudey. Deze kwam Maandag
avond laat thuis en zag tot zijn verwon
dering licht in zijne woning. Vlug klom
hij de trappen naar de vierde verdieping
op, opende de deur en bevond zich in
tegenwoordigheid van Clément, commis
saris van politie. Deze zeide hem dat
hij een bevelschrift tot huiszoeking en
aanhouding had tegen hem en dat hij
na de drie wettelijke sommatiën de deur
had laten inloopen. Clément was in ge
zeischap van zeven politie-agenten, die
Soudey gevangen namen en in verzekerde
bewaring brachten.
Volgens de Presse zijn de gevonden
papieren onbelangrijk. Zij zijn verzegeld
geworden en naar het Paleis van Justi
tie overgebracht door een agent van
Clement. Soudey wordt beschuldigd van
deelgenootschap in een complot tegen de
veiligheid van den staat. Aan den an
deren kant bevestigt de Presse dat er
huiszoekingen gedaan zijn bij een oom
van Soudey, Tissier, wijnhandelaar, wo
nende rue Clément-Marot. Daar zijn
eenige papieren in beslag genomen als
mede drie portretten van Generaal Bou-
langer.
De politie te Parijs heeft vooreerst
nog handen vol werks. Er zijn nieuwe
vervolgingen ingesteld door Quesnay de
Beaurepaire tegen verschillende bladen
die hem beleedigd hebben. Een daarvan,
een geïllustreerd blad, had Quesnay de
Beaurepaire voorgesteld gekleed als ma
gistraatspersoon met een dolk den tekst
der wi_ t verscheurende, terwijl de mi
nisters van justitie en van biunenland-
sche zaken zich onder zijn toga verbor
gen hielden. Onder deze prent stond:
„Trois bandits dans un Beau repaire"
(Drie bandieten in een fraai roof hol)
Daar het hier betreft de beleediging van
een magistraatspersoon cn niet die van
een gewoon burger zal het hof van assises
over deze zaken to rechten hebben.
De nieuwe oostenrijksche minister van
Financiën heeft, mei het oog op de ver
kiezingen, zijn programma ontwikkeld.
Tot de vraagstukken welke reeds sedert
twee jaren aanhangig zijn geweest en
thans spoedig tot oplossing zullen worden
gebracht, behooren in de eerste plaats
de regeling der geldmiddelen en het
herstel van het evenwicht de>r staatsbe-
grooting, de ontwikkeling der natie uit
een sociaal en oeconomisch oogpunt, en
de volmaking der landsverdiging. De
minister voegde daarbij, dat de con
versie der staatsschuld zal worden uit
gestrekt tot verschillende daarvoor in
aanmerking komende schulden, zoodra de
omstandigheden dit zullen toelaten.
De minister waarschuwde ten slotte
tegen het verspreiden van het denkbeeld
dat Hongarye een zelfstandig leger zou
moeten hebben.
Aan de Times wordt nit St. Petersburg
gemeld, dat de geruchten nopens een
komplot tegen den czaar, hetwelk tijdens
diens bezoek met Paschen zou zijn ten
uitvosir gebracht, bevestigd zijn. Te St,
Petersburg zijn verscheiden personen in
hechtenis genomen, onder welke artillerie
officieren.
Uit Belgrado wordt aan de Daily Newt
gemeld dat prins Ferdinand van Bulga
rije in de volgende maand naar het kas
teel „Akohary" in Hongarije vertrekken
en zich aldaar verloven zal met eene
prinses van Orleans.
De engelsche kanonneerboot Starling
en de stoomschepen MoukhbarAdjemi
en Six Dhowsmet den goeverneur-gene-
raal, den etat major en een bataljon zwarte
troepen aan boord zijn naar uit Soea-
kim wordt gemeld Dinsdag naar Ha-
laib vertrokken, ten einde zich aldaar te
stationeeren en den aanleg van een nieuw
fort te voltooien. De expeditie zal over
tien dagen terugkeeren.
De depêches van de grenzen van het
Oklahoma-gebied in de Ver. Staten schil-
deren hetgeen daar Dinsdag bij het open
stellen van het terrein is voorgevallen,
als nooit vertoond in de amerikaanscho
geschiedenis. Zoodra het verbod opgehe
ven was, overschreden tallooze avontu
riers, op snelvoetige, tegen hooge prijzen
gekochte, prairie-paarden, de grenzen, om
de beschikbare pachthoeven in bezit te
nemen. Tegen het vallen van den avond
was er dan ook geen enkele meer onbe
zet. Er hadden verschillende gevechten
plaats tusschen deze bereden pioniers,
alsook met later aangekomen landverhui
zers, die zich teleurgesteld zagen, toen
zij alles reeds bezet vonden. Men vreest
dat de laatstgenoemden nn zullen trach
ten op het omliggende Indianen-gebied,
dat nog niet opengesteld is, zich te ves
tigen. De nieuwe settlers zijn reeds be
gonnen met het bouwen van huizen, zoo
dat men reeds groote dorpen ziet ver
schijnen, waar het Zaterdag jl. nog eene
woestenij was.
ijk tan den Keizer van Liiua.
Den 26en Februari is het huwelijk vao
den 18-jarigen keizer van China voltrok
ken. De trouwdag en al de in acht te
nemen formaliteiten zijn door den Raad
der hofgebruiken, na zorgvuldige raad
pleging van alle voorteekenen en over
leveringen, vastgesteld en aan de goed
keuring der keizerin-regentes onderwor
pen. De keizerlijke bruid is, naar men
zegt, 24 jaren oud en eene dochter van
Kwei-hsiang, die bij deze gelegenheid den
titel van hertog en den rang van tar-
taarsch generaal verkregen heeft, in af
wachting van de andere onderscheidin
gen op welke hij nog aanspraak heeft.
Tegelijk met de bruid, zijn door de kei
zerin-regentes twee jonkvrouwen van
hooge geboorte, zusters en respectievelijk
13 en 15 jaar oud, aangewezen om als
tweede en derde gemalin den keizer toe
gevoegd te worden. Deze twee dames
bevonden zich in denzelfden stoet, waar
mede de jonge keizerin naar baren ge
maal geleid werd.
Voor deze gelegenheid was de weg,
langs welken de stoet zich naar het paleis
begeven zou, op alle plaatsen waar bij
door andere straten gekruist werd, met
fijne matten afgesloten. De weg zelf was
met eene dikke laag goudgeel zand
de keizerlijke kleur bestrooid. Vooraf
gingen vier herauten te paard; vervolgens
kwam eene talrijke eerewaebt te paard,
begeleidende twee keizerlijke commissa
rissen. Daarna volgdenachttien witte
paardjes, twee aan twee, met gele tuigen,
door palfreniers geleid; tweo gele stan
daarde; twee wagens van geel satijn, elk
door een witte poney getrokken; twee
groote geel satijnen draagstoelen, elk met
acht dragers; eene onafzienbare menigte
banierdragers in roode, met bloemen be
slikte gewaden, dragende hoornen lanta
rens op welke het zinnebeeld van het
Wat heeft hij gezegd toen gij hem dezen morgen
verteldet, dat het jonge meisje.... Apropos, hoe heet zij?
Emily.
dat miss Emily 's nachts uit het huis was ver
dwenen
Hij heeft niet veel gezegd. Hij was aan tafel en las
de courant; hij heeft even de wenkbrauwen gefronst en
mij verzocht, mij met de huishoudelijke zaken te bemoeien,
zonder hem lastig te vallen
En gij hebt toen gezwegen?
Ja mijnheer; Mr Blake is geen man, tot wien men
twee keer durft spreken.
Dat kon ik mij gemakkelijk voorstellen; ik had dezen
man dikwijls ontmoethij was koel en terughoudend, zoo
dat hij op zijne omgeving indruk maakte.
Wij stonden nu voor het oude huis, dat geacht werd
een der schoonste huizen van New-York te zijn Ik beval
den agent, die mij begeleidde post te vatten bij eene koets
poort en acht te geven op het afgesproken teeken, ingeval
ik Mr. Gryce noodig mocht hebben; toen wendde ik mij
naar de huishoudster, die hoe langer hoe zenuwachtiger
werd ik vroeg haar hoe zij het zou aanleggen, mij inliet
huis binnen te leiden, zonder medeweten van haar heer
Volg mij slechts langs de trap der dienstboden M
Make zal er niets van vernemen, en al zag hij u, hij zou
er zich volstrekt niet om bekommeren.
En terwijl zij een sleutel voor den dag haalde, opende
zij eene deur, die naar de benedenverdiepingen leidde, naar
welke wij met ons beiden afdaalden.
II.
Eenioe kentkekbns.
Mistress Daniels, zoo heette de huishoudster bracht
mij onmiddellijk naar eene kamer op de derde verdieping,
uitziende op den tuin. Toen ik de gangen doorliep, kon ik
niet nalaten de pracht der behangsels en van de plafonds,
die met schilderwerk versierd waren op te merken Mijne
betrekking als inspecteur van de veiligheidspolitie had mij
meer dan eens de gelegenheid gegeven geheime onderzoe
kingen in de prachtige huizen der vijfde Avenue in te stel
len. maar ik had nog nooit zulk een weelderig huis be
zocht, en hoewel ik niet zeer vatbaar ben voor indrukken,
welke uiterlijke pracht opleveren, boezemde mij het schouw
spel van al deze rijkdommen toch een zekeren eerbied in.
Maar toen ik de kamer had bereikt, van waaruit het meisje
was verdwenen, maakte dit gevoel plaats voor nieuwsgie
righeid en eigenliefde, uit hoofde van mijne betrekking.
Het eerste wat mij in deze kamer trof ondanks de woor
den van Mrs. Daniels, was dat dit vertrek niet voor een
eenvoudig werkmeisje was bestemd geweest. De kamer was
zeer ruim, zelfs voor een huis van zulke uitgestrektheid als
dit was, en zeer smaakvol gemeubileerd.
Mrs. Daniels bemerkte mijne verbazing en haastte zich
met mij eene verklaring te geven.
Dit is de kamer die altijd voor het naaiwerk werd
gebruikt, zeide zij, en toen mejuffrouw Emily hier
gekomen is, meende ik, dat het heter zou zijn, dat ik hier
een bed voor haar gereed maakte dan haar op een zol
derkamertje te laten slapen. Het was zulk een lief meisje,
en zij heeft niemand lastig gevallen.
Ik doorliep met haastigen blik den lessenaar, die op een
tafeltje midden in het vertrek, nog open stond, er bevond
zich op den schoorsteenmantel eene vaas met halfverwelkte
bloemen, en op een rond tafeltje stonden de werlcen van
Shakespeare en van Macaulay, uit dit onderzoek maakte
ik stilzwijgend mijne gevolgtrekkingen.
{Wordt vervolgd.)