NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
LUTTRA,
6e Jaargang.
Zaterdag 4 Mei 1889.
No. 1790.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
FEUILLETON.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenƒ1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsruimte/
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS.
voor het Buitenland: Compagnie Générale de Pullicite Etrangère G. L. DAUBE §- Co., JOHN F. JONESSuccFarjjs 31 lis Faubourg Montmartre.
STADSNIEUWS.
Haarlem, 3 Mei 1889.
Gedurende de maand April 11. is het
Museum van Kunstnijverheid alhier
door 1075 personen bezocht.
Gedurende de maand April 11. is ten
postkantore Haarlem in de Rijks-Post
spaarbank ingelegd de som van f13 141 79£,
terugbetaald f11 359 97-^. Het laatst uit
gegeven boekje had het nummer 4249.
De liberale kiesvereeniging //de Grond
wet" te Haarlemmermeer heeft als can-
didaten voor de Prov. Staten bij accla
matie de aftredende leden gesteld, nml.
de heeren F. L. Kist, A. van Stralen
en J. F. T. van Valkenburg.
De R. K. kiesvereeniging heeft in
overeenstemming met de anti-revolutio
nairen de volgende heeren candidaat ge
steld voor het lidmaatschap van de Prov.
Staten W. Hovy, Amsterdam P. Ver
kuil, Haarlemmermeermr. J. L. G.
van Ogtr p, Amsterdam.
Bij kon. besluit is aan mevr. L. L.
Bierens de Haan en mej. C. P. G.
Duuring alhier vergunning verleend tot
het houden van eene verloting waarvan
de opbrengst zal strekken ten voordeele
van de christelijke vereeniging voor de
verpleging van lijders aan vallende ziekte
alhier.
Er is hier ter stede een comité tot
stand gekomen, zich ten doel stellende
in deze gemeente tot ondersteuning op te
wekken van de //Vereeniging tot steun
van verwaarloosden en gevallenen". Deze
Vereeniging is, naar men weet, twee
jaar geleden opgericht en heeft het vier
ledig doel, hulp te verleenen aanlo.
kinderen, wier opvoeding dreigt verwaar
loosd te worden of reeds verwaarloosd
wordt2o. oudere meisjes die strengere
leiding behoeven dan zij van hare ouders
of voogden ontvangen3o. ongehuwde
moeders4o. ontuchtige vrouwen die
haar leven wenschen te verbeteren.
Het hoofdbestuur dezer Vereeniging
bestaat uit de heeren dr. J. Knappert,
dr. A. W. C. Berns, H. P. Goedkoop,
dr. W. M. Gunning en J. A. Tours te
Amsterdam, C. G. Chavannes te Leiden,
dr. G. J. D. Mounier te UtrechtJ.
van 1 oenen Martinet te Haarlem en dr.
P. J. R. K Simon van der Aa te
Purmerend.
Die Vereeniging heeft nu eenigen tijd
met goeden uitslag gewerkt, doch slechts
op kleine schaal en met gelden, in be
perkten kring bijeengebracht. Thans zoekt
zij steun in grooter kring om aan hare
werkzaamheid een meer blijvend karakter
te verzekeren. Het is bij de toenemende
aanvrasen om opneming gebleken, dat'
het onmogelijk moet heeten de verschil
lende soorten van verpleegden in één
gebouw naar eisch af te zonderen. Daar
om heeft men moeten besluiten voorloo-
pig geene verpleegden van de 3e en 4e
Citegorie meer op te nemen, en daarmede
eerst dan weder te beginnen wanneer
eene behoorlijke woning voor de ver
pleegden van de le en 2e categorie zal
zijn verkregen.
Het is dus voorhands haar doel, vooral
preventief werkzaam te zijn en voor de
zoodanigen te zorgen die door eene betere
opv eding en omgeving voor een zede
lijken val bewaard kunnen blijven en
nuttige leden der maatschappij worden.
De middelen welke zij hiertoe niet kan
ontberen zijn giften en jaarlijksche con
tribution.
Maar bovendien is eene som vereischt
om een asyl of doorgangshuis te bouwen
en in te richten. Naar matige bereke
ning zal daartoe ongeveer f 20,000 noo-
dig zijn.
Bovenvermeld comité, bestaande uit de
heeren P. E. H. Bodel Bienfait, A. C.
Kruseman, dr. B. Tideman, Jo. de Vries,
M. Wijt en H. F. Waller en de dames
mevr. P. E. H. Bodel Bienfait, mevr.
De Clercq-Kruseman en mevr. H. F.
Waller, heeft thans een aantal circu
laires van het hoofdbestuur hier ter stede
rondgezonden, waarin het hierboven kor-
telijk vermelde doel der Vereeniging en
hare behoeften breeder uiteengezet worden.
Ieder lid van het comité verk aart zich
bereid verdere i> lichtingen te verstrekken.
Uit het feit, ook hierboven vermeld,
dat er zoovele aanvragen om opneming
gedaan worden, blijkt reeds voldoende
dat deze Vereeniging ook naast de be
kende Heldringsgestichten met vrucht
werkzaam kan zijn. Het pogen om het
kwaad te voorkomen, dat door deze v er-
eeniging meer op den voorgrond gesteld
wordt, verdient zeker alleszins gesteund
te worden, en wij twijfelen dan ook niet,
dat de opwekking van het comité bij
een aantal onzer stadgenooten gehoor
zal vinden.
11
De groote bijval dien de vorming van
een nieuw stedelijk muziekkorps mocht
ondervinden, was reeds een voorteeken
dat dit plan naar wensch zou slagen.
Het bewijs ervan werd ods Donderdag
avond gegeven toen de heer Kriens en
de zijnen zich voor de eerste maal de
den hooren in den tuin der socië
teit „Vereeniging" waartoe leden toegang
hadden en zij die hunne bijdragen voor
de oprichting van het korps hadden ge
schonken, waren uitgenoodigd. Met zekere
spanning hebben wij de uitvoering ver
beid, maar nauw was het eerste stuk,
een kranige „Marche Militaire" van den
heer Kriens zelf, ingezet of wij kwamen
terstond tot de overtuiging hoe degelijk
hij zijn korps in elkaar gezet heeft. Het
zeer schoone werk „Ouverture Hunyadi
Laszlo" van Erkel, rijk aan fraaie mo
tieven, werd met kracht en vuur ten ge-
hoore gebracht; eveneens merkten wij het
vele schoons op dat gelegen is in Wald-
teufels „Soirée d'été" een wals, welke
zuiver geritmeerd werd uitgevoerd, wat
voor de eenheid der uitvoerenden pleit.
In de „Rêverie", geïnstrumenteerd door
Kriens, van Vieuxtemps, bereikten zij het
glanspunt van den avond. Vooral de hout-
instrumenten klonken hier zeer fraai; de
soli voor klarinet en koper bewezen
dat het jonge korps flinke krachten rijk is.
Tot slot „Grande caprice militaire"
van Herzeelen. Ook in dit nummer be
wees het korps hoe goed het z:ch naar
de instrumentatie der stukken voegt.
De heer Kriens hanteert zijn dirigeer
stok blijkbaar met groote bekwaamheid en
de orkestleden bewezen zich met vrucht
onder zijn leiding te hebben gevormd,
nog wel niet tot den hoogsten trap van
volmaking, maar dan toch voldoende om
onze gemeente met trots te doen neerzien
op de pogingen der volijverige commissie
en inzonderheid van die des heeren mr. W.
Jager Gerlings, aan wie wij de tot stand-
koming van zulk een korps onder zulk
een directeur danken. Mogen zij met
dezelfde kracht voortgaan om Haarlem's
gemeentelijk muziekkorps te volmaken en
moge het hun aan den steun daarvoor
niet ontbreken!
„J. J. CREMER".
De laatste voorstelling in dit seizoen
der Letterlievende Vereeniging „J. J.
Cremer" die Woensdagavond plaats had
in den schouwburg alhier, had een zeer
afwisselend programma. Tooneelspel, ta
bleaux-vivants en een zangspel met
het fransche woord dat bij ons burger
recht heeft verkregen, „operette" ge
naamd.
Het eerste nummer van het programma
was het bekende tooneelspel van Francis
Coppée, „de Viool van Cremona". De
intrigue van dit gevoelvolle teedere stukje
is als volgtEen vioolmaker te Cremona,
Taddeo Ferrari, heeft twee leerlingen,
beide meesters in hun vak en eene
schoone dochter. Er zal een wedstrijd
plaats hebben tusschen de verschillende
vioolmakers der stad en Ferrari zweert
dat hij zijn schoone dochter ten huwelijk
geven zal aan dengene die in den kamp
overwint.
Giannina echter is hiermede weinig
tevreden, want zij bemint Sandro, een
der leerlingen baars vaders, en vreest
dat Filij po, de tweede leerling, een bul
tenaar, den prijs zal behalen. Zij maakt
Filïppo deelgenoot van haar geheim en
deze, overtuigd dat hij den prijs zal be
halen, daar hij de beroemde vernis heeft
ontdekt waaraan de Amati-violen haren
roem te danken hebben, besluit zich op
te offeren voor Giannina, die hij in stilte
bemint. Hij verruilt de violen zoodat de
zijne in Sandro's kist ligt.
Zelf wil hij niet naar den wedstrijd
gaan, men bespot hem altijd wegens zijn
bult. Sandro vraagt hij dus de beide
violen mede te nemen en deze voldoet
daaraanmaar komt eenigen tijd later
vertellen dat hij de zaal van den wed
strijd is ontvlucht uit berouw, want
hij heeft de violen onderweg in de kisten
verwisseld.
Nauwelijks heeft hij dit ootmoedig aan
Filippo bekend, of een luid gejuich doet
zich hooren, en men komt berichten, dat
Filippo de winner is. De edelmoedige
bultenaar wijst, hoewel zijn hart bloedt,
een huwelijk van Giannina af en legt
hare hand in die van Sandro. Hijzelf
trekt de wijde wereld in met zijn
viool het hoogste product zijner kunst.
De „viool van Cremona" is een echt
uitvloeisel van het weeke, fijngevoelige
talent van Coppée en in dichtmaat zui
ver in het hollandsch vertaald. De heer
van G. als Taddeo Ferrari, de heerR.
als de bultenaar Filippo en J. als
Sandro, gaven in vereeniging met de
dame die de rol van Giannina vervulde,
het kleine, gevoelvolle stukje zeer
goed weer, vooral de heer R. vol
doet uitnemend in dramatische rollen.
De tableaux-vivants, voorstellende ta-
fereelen uit Schiller's „lied van de klok"
welk gedicht door den heer L. Jansen Fz.
met veel gevoel werd voorgedragen,hadden
het te verwachten succes,dat voor een groot
deel verschuldigd is aan de uitnemende
leiding van den heer W. B. IJzerdraat.
De komische operette „Broekmeijer in
Turkije," een oud troetelkind der ver
eeniging, gaf weder veel stof tot vroolijk-
heid, maar deed ons ook veel schoons
genieten. De heeren van Ooy, van Gas
teren en B. hebben daarin met hun stern-
middelen gewoekerd.
Heeft „Cremer" met dezen avond van
dit seizoen afscheid genomen, dan deed
zij dit op eene wijze harer waardig.
„Haarlem's Zanggenot".
Bij het einde van het seizoen kwijten
de stedelijke zangvereenigingen zich nog
van hunne verplichting tegenover hunne
kunstlievende leden, om de rij hunner
uitvoeringen vol te maken. Nog voeren
partituur en dirigeerstok hunne heer
schappij om weldra plaats te maken voor
die van de „gevederde zangers van wou
den en beemden", die ons noodigen tot
een concert in de vrije natuur- Het vele
dat de laatste dagen ons brengen stemt
ons niettemin dankbaar. „Het laatste niet
het minste" geldt ook in dit geval, en
„Haarlem's Zanggenot" toonde Donder
dagavond dit gezegde in toepassing te
brengen. Allereerst brengen wij een woord
van waardeering voor de keuze vau den
nieuwen directeur, den heer W. Wiegant,
dien wij bij een vorige gelegenheid reeds
als zoodanig zagen optreden, ofschoon
eerst onlangs definitief benoemd. Wij
meenen, voor zoover wij den heer Wie
gant als musicus hebben leeren kennen,
in hem wel den man te zien, wien deze taak
gerust kan worden toevertrouwd.Zijn goede
leiding bleek uit de uitvoering der koor
nummers, waarin de verschillende partijen
met veel nuanceering en met gloed zon
gen en aan de zuiverheid niet te kort
werd gedaau. Vooral het schoone „Overal"
van Boon viel zeer in den smaak.
't Programma werd eenigszins gewij
zigd nl.no. 3 en 6 (kwartetnummers)
werden vervangen door soli voor fluit,
voor te dragen door den heer Martin,
eerelid der Vereeniging. Reeds vroeger
hadden wij gelegenheid op de deugden van
zijn spel te wijzen. Zijne techniek ont
wikkelt zich blijkbaar meer en meer, en
zijn toon is fraai en krachtig. Met beide
nummers had hij een welverdiend succes.
Met genoegen luisterden wij naar den
jongeheer Leon van der IJeim, van Rot
terdam (viool). Hij speelde: Variatiën
op een thema van Mozart, van David;
„Obertass" (Mazurka) van Wieniawski.
Zijn toon is, in aanmerking van zijn
leeftijdvrij goed ontwikkeld en aan
vaardigheid ontbreekt het hem niet. Het
daverend applaus deed hem een nummer
herhalen.
Met een goed gezongen bariton-solo en
twee schoone koornummers werd het
concert besloten.
De voor hedenavond aangekondigde
fransche voorstelling in den Schouwburg
alhier, gaat niet door.
Arroiidissements-Kecliibaiiti
te haarlem
Zitting van Donderdag 2 Mei 1889.
Door de Rechtbank alhier werden op
2 Mei, behalve de zaak in ons vorig
nummer vermeld, nog behandeld de na
volgende zaken
J. G., werkman, Haarlem, beleediging,
f10 boete of 3 d. hecht.; J. K., Haarlem,
verduist., 2 m. gev.; A. M., arb., Haar
lem, openb. dronkensch. en wedersp., fS
boeto- of 1 d. hecht, en 8 d. gev.; K. de
B., werkm Zaandam, verniel., 8 d. gev.;
K. G., visscher, Ilpendam, diefst., 6 m.
gev.; C. v. V., arb., Haarlemmermeer,
mish., f 10 boete of 5 d hecht.; R van
M., arb., Halfweg, verniel., f 10 boete of
5 d. hecht.; A. K. arb., Ben nebroek,
uil hel engelsch, van Anna Katharina Green.
10)
V.
Eene schoonheid van New-Yokk.
Wat hebt gij gedaan? Gij hebt mijn vertrouwen in
uwe sexe geschokt; gij hebt mij getoond, dat eene vrouw,
die een man onder eede had verklaard lief te hebben,
zich zoover had vergeten om een ander te huwen, die aller
achting onwaardig was, en dat voor een titel, rijkdommen
en kostbaarheden! Gij hebt mij getoond....
Genoeg! riep zij doodsbleek uit; genoeg! En
gij, wat hebt gij mij getoond?
Hij beefde, zijn gelaat werd donkerrood, en een oogen-
blik was het stil.
Ik vraag n vergiffenis. mompelde hij eindelijk.
Ik trek het woord «verwijt, terug.
Op haar beurt sloeg zij de oogen op, en beschouwde de
fiere gestalte van haar neef, wiens gelaat den stempel van
eene diepe en langdurige droefheid droeg en eene opwel
ling van teederheid gaf eene zachtere uitdrukking aan haar
gelaat.
Kolman, zeide zij, het is overbodig achter ons
te zien; wij hebben elkaar vrij wat ts verwijten, waarom
zouden wij onze toekomst vergallen door op een verleden
terug te komen, dat wij, daar wij nog jong genoeg zijn,
kunnen vergeten? Gij hebt mij verlaten, en ik heb mij laten
troosten; ik ben bezweken voor de wereldsche genoegens,
voor rijkdom en aanzien. Ik moet bekennen dat deze wijze
van handelen niet aan de volmaaktheid grenst; maar ik
heb mijne dwaasheid geboet met het verlies van mijn geluk.
Tegenwoordig bezit ook gij onmetelijke rijkdommen, en
neemt eene liooge positie inwees edelmoedig en verwijt
mij niets meer, als ook ik u vergeef Laten wij het verle
dens vergeten, en
Dat is onmogelijk! riep hij uit op somberen en
dreigenden toon, welks beteekenis ik niet kon begrijpen.
Wat vroeger geschied is, kan nu niet meer verholpen
worden. Er is geen toekomst meer, voor u noch voor mij
Ja, vervolgde hij, toen hij haar een ontkennend gebaar
zag geven er is geen toekomst meer, en wat het ver
leden betreft, wij kunnen het niet wegwisschen, nog weer
doen herleven, en zelfs al ware dat mogelijk ik twijfel er
aan. of gij er in toe zoudt stemmen. Daar het overigens
onnoodig is er aan te denken, is het niet dan natuurlijk,
dat gij op dit onderwerp niet terug wenscht te komen. Ik
wilde u nog eens zien, Evelyn Blakenu sta ik er volstrekt
niet op u nogmaals te zien. Vergeef mijn openhartigheid,
en sta mij toe, afscheid ran u te nemen.
Ik vergeef u uwe openhartigheid; maar....
En haar blik liet duidelijk zien, dat zij niet toestemde
in hetgeen hij zooeven verzocht had.
Zonder zich om deze uitnoodiging, zonder woorden, te
bekommeren, glimlachte hij bitter, groette en vertrok.
VI.
Een stuk van een japon.
Den dag na het bal ging ik in een gemeubileerd huis
wonen, dat zich juist tegenover de woning van den hesr
Blake bevond
Van uit de kamer, die ik had gekozen kon men dege-
lieele Avenue overzien en van uit mijn venster kon ik ge
makkelijk het komen en gaan bespeuren van den man, die
mij dagelijks meer belangstelling inboezemde. Was het uit
een of anderen gril, of uit een goede beweegreden, zeker
is het, dat hij zonderling handelde Hij besteedde een groot
deel van den dag met het doorkruisen van de stad en dat deed
hij niet al slenterend, maar voortdurend stevig doorstap
pende, alsof zijne oogen een of anderen prooi zochten.
Dikwijls kwam hij eerst 's namiddags vijf uur thuis; als
hij niemand bij zich te dineeren had. ging hij 's avonds
zeven uur weer uit. hervatte zijne zonderlinge tochten, en
beschouwde zorgvuldig alle vrouwen, die hij tegenkwam.
Ik was gewoon hem te volgen, evenzeer voor mijne eigen
afleiding, als in de hoop, een of andere ontdekking te doen,
die mij van nut zou kunnen zijn, en mijne nieuwsgierig-