NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. L IT T T R A, Premie 12 Mei. 6e Jaargang'. Dinsdag 14 Mei 1889. No. 1798. ADVERTENTIES: Oranje-Nassau Haarlem ia Feestpwaai HAARLEM'S DAGBLAD ABOHHEMEHTSFRIJS: Voor Haarlem per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0-03. Dit blad verschijat dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen, ureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents Groote letters naar plaatsruimte.] Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers. Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Generale de Fvblicite Etrangere G. L. DAVBE dp Co., JOHN F. JONESSvccdarijs 3His Faubourg Montmartre. De Directie van „Haarlem's Dagblad" bericht hiermede aan hare geabonneerden, dat het werkje weder ten haren kantore ver krijgbaar is. Door de groote aanvrage was de voorraad Za terdagavond uitgeput. Thans is het weder te bekomen tegen 15 Cents per exemplaar; franco per post na toezending van 20 Cents in postzegels. S I A D S NIE U W S. Haarlem, 13 Mei 1889. Onder de talrijke benoemingen, die door Z. M. den Koning ter gelegenheid van Hoogstdeszelfs veertigjarig jubileum zijn gedaan, treffen wij die aan van mgr. C. J. M. Bottemanne, bisschop van Haarlem, A. C. Kruseman, letterkundige alhier, Th. Figee, lid van de firma Gebr. Figee, fabrikanten van stoom- en andere werktuigkundige alhier, J. H. Krelage tuinbouwkundige alhier, allen tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. op V r ij d a g 10 Mei, des namiddags te écn uur {Slot.) Reshuijsen. M. de V.! Bij het ontvan gen van het rekest der afgevaardigden kwam de vraag bij mij op of de kerke- raad de bevoegdheid heeft om een protest uit te spreken tegen het besluit van een vergadering van liet algemeen bestuur. Mijns inziens behoort do kerkeraad te blijven op eigen terrein. Ik v nd deze inmenging van zoo bedenkelijken aard, dat ik mij niet verantwoord zou achten, met mij gunstig uit te spreken voor het rekest. Enschedé. Bij de ontvangst van het stuk kwam de meening bij mij op of er zich een verkeerde voorstelling had gevormd van de zijde der protesteere den. Ik voor mij heb niets geen bezwaar dat er feest worde gevierd na afloop der godsdienst oefeningen, dat de btrgers zich kunnen verheugen in de schoone natuur in den Hout, wat toch ook stemming verwekt. Maar kan liet ook zijn dat de muziek tent op de Groote Markt in de onmid dellijke nabijheid der Groote Kerk de vrees heeft gewekt, dat er rumoer zou plaats hebben op de Groote Markt tijdens de godsdienstoefening? Inde eerste plaats wilde ik dus vragenIs het plan om muziek te maken tijdens de oefening de Groote Kerk: Dan keur ik dit niet goed. Ik geloof dat de viering niet zoo luidruchtig zal zijn als velen verwach ten. Ik vind het wenschelijk om die luid ruchtigheid te beperken tot een dag, den Zondag, omdat er dan toch reeds door het uitsteken der vlaggen enz. veel drukte zijn zal, wanneer men nu op den Maan dag feest gaat vieren, heeft men twee dagen veel drukte te verwachten, die tot één beperkt kan blijven. Als de muziek op Zondag aanstoot zou kunnen geven, dan zou ik tegen de viering van den feestdag op Zondag zijn. Voorzitter. In de vorige vergadering is zeer uitdrukkelijk gezegd, dat de feest viering zal plaats hebben na afloop van de voormiddaggodsdienstoefeniDg. Wat de muziek op de Markt betreft, deze zal plaats hebben des avonds te 8 uur, dus na afloop van den dienst in de Groote Kerk, terwijl de muziekuitvoeringen in den Hout nog nimmer aanleiding hebben gegeven tot verstoring van godsdienst oefeningen. 't Hooft. In de vorige vergadering is met instemming van den geheelen Raad een crediet verleend voor de viering van een groot nationaal feest. Nu komt als een donderslag uit den helderen hemel het protest van den kerkeraad, waaruit ik opmaak dat de Raad een besluit genomen heeft om den Zondag te ontheiligen. Er zijn bij alle feestelijke gelegenheden men- schen die zich aan dronkenschap en lie derlijkheid overgeven. Deze ontheiligen den mensch maar niet den Zondag. Moeten wij er niet eene insinuatie in zien dat de kerkeraad ouderstelt dat de gemeen teraad een besluit zou hebben genomen om de feestviering op Zondag te houden tegen den wensch des Konings in, ter wijl het zeker is dat Z. M. de Koning ons daarin vrijlaat. Om deze reden stem ik thans voor den Zondag. Stolp. Ik heb tegen den Zondag ge stemd omdat ik den tijd van voorberei ding te kort vond, doch verklaar mij nu ook voor het besluit van den raad. Herx. Ik zou er nog gaarne willen bij voegen, dat er geeu tijd van begin voor «ie muziek op de Groote Markt werd voorgesteld maar dat die zal plaats hebben na afloop van de avondgodsdienstoefening. Voorzitter. W an neer de heeren meenen dat het niet wenschelijk is op het be sluit terug te komen op grond van de vermelde redenen, dan zou ik voorstel len aan den kerkeraad te kennen te geven dat er geen redenen zijn om op het be sluit terug te komen Macaré. Ik zou indien het de bedoe ling is, van den Raad het antwoord te doen uitgaan, nog gaarne iet8 opgenomen zien: lo. In hoever is de kerkeraad bevoegd om zich te mengen in de besluiten van het bestuur der gemeente; dit naar aan leiding van de opmerking van den heer Heshuijsen. 2o. Dat eene feestviering zooals zij is voorgesteld nooit tot ontheiliging van den Zondag kan strekken. 3o. Zou ik gaarne een woord van protest doen tegen de bewering dat die feestelijkheden eenig karakter van belee- diging zouden hebben of iemand grieven. Er zal slechts zyn een muziekuitvoering op de Markt, in den Hout en eenige verlichting, ieder kan daarvan genieten zonder gekrenkt of gegriefd te worden. Ten slotte zij nog opgemerkt dat ten alle tijden openbare feestelijkheden met de feestdagen der kerk samenvielen. Voorz. doet lezing van het antwoord van den Raad zooals het thans luidt. Wenscht de heer Macaré nog toe te voegen de staatsrechtelijke vraag in hoe ver het kerkelijk bestuur gerechtigd is zich te mengen in do besluiten van het openbaar gezag door protesten? Macaré. Ik acht het beter met het oog op den korten tijd deze vraag te laten rusten. He Kanter. Ik zou nog wel wenschen ia overweging te geven of het afgeschei den van het courantenbericht, niet goec was er op te wijzen dat de kerkeraad niet goed was ingelicht, daar het anders wel officieel ter kennis zou zijn gebracht dat Z. M. bepaaldelijk de feestviering op Maandag wenschte. Voorz. Ik zou gaarne alles vermijden wat ergernis zou kunnen verwekken en dus vind ik het beter dat achterwege te laten. He Kanter. Het is meer voor den vorm. Ik sta er niet op. In stemming gebracht wordt met al- gemeenc stemmen besloten het antwoord op het rekest van den kerkeraad te ge ven zooals het aldus is samengesteld en het besluit van den Raad tot feestviering op Zondag tc handhaven. Voorz. Ik zal dus ook namens den Raad aan Nederland en Oranje" en den heeren Mulder en Weiss dit antwoord mededeelen. Waller. Neen, mijnheer de Voorzitter, daar ben ik tegen. Het betreft hier slechts een verzoek en geen officieel re kest op gezegeld papier, alhoewel de ker keraad aan het door de heeren M. en W. geschrevene een voorbeeld kan nemen. Alleen de Voorzitter van den Raad, aan wien het verzoek gericht is, zal dit kun nen doen. Von JReeJeèn. Ik 1 en voor het gevoelen van den Voorzitter. Er kunnen meer rekesten inkomen en dan zou de Raad telkens weer opgeroepen moeten worden. Het ware daarom beter het dagelijksch bestuur te machtigen het ingekomen ver zoek en alle verdere verzoeken in den geest te beantwoorden zooals thans ge schiedt met den kerkeraad. Deze machtiging wordt zonder stem ming verleend en daarna de vergadering te 2 uur gesloten. Het mag gezegd worden dat de feest viering van Zondag alhier, uitnemend is geslaagd. Jammer was het dat de regen, die des avonds bij tusschenpoozen viel en ten slotte het was gelukkig tegen het einde van het feest in een zwaren plasre gen overging, het genoegen eenigszins bedierf, vooral voor hen die zich een onvrijwillig bad moesten getroosten bij het luisteren naar de muziek. De opgeruimde stemming, die deze over 't algemeen hoogst ordelijke ieestviering kenmerkte, mag zeer geroemd worden. Door het opvolgen van den niet genoeg te waardeeren maatregel, waarop wij nog hebben gewezen, om bij het gaan en komen van den Hout steeds rechts te houden, kon ieder op zijn ge mak wandelen, terwijl de toe te juichen verordening van het stadsbestuur op het rijden door de hoofdstraten de goede orde verzekerde. Zoo kon men volop genieten van de verschillende prachtige versieringen en illuminatiën, die allerwege de aandacht trokken. Wij willen deze niet alle be schrijven uit vrees van tot dorheid te vervallen er zal wel geen Haarlemmer zijn, die al het schoons niet heeft gezien. Maar toch dienen vermeld te worden in de eerste plaats de allerkeurigste gasillu- minatiën vanwege het gemeentebestuur waarvoor het alle lof toekomt. Een schoon effect maakten de klassieke gevel van het stadhuis en de schoongedachte eurepoort in den Hout, waarachter de rijen sterren op de lantaarnpalen een fraai perspec tief vormden. De gevel van de prachtige woning van den heer Cremer was ge heel geïllumineerd, hetgeen daar even eens een zeer fraai schouwspel opleverde. Van den Hout zich naar de Markt be gevende, werd het oog het eerst aange- uaam getroffen door de slingersgewijze opgehangen illumineerglazen, die een zee van licht verspreidden. Vooral trok een fraaie eerepoort de aandacht. De bewo ners van dat gedeelte der Groote Hout straat hebben alle eer van hun werk. Hier en daar ook in de Anegang hadden eenige der groote winkeliers fraaie illuminaties aangebracht. Overal viel iets schoons te zien. Behalve de statige verlichting aan den ingang van het helaas wat af gelegen gebouw van het Provinciaal be stuur trok de sierlijke verlichting van de voorpui van de lettergieterij der firma Enschedé de aandacht. De muziektent op de Groote Markt was een voorbeeld van goeden smaak. I Vlaggen, groen en verlichting gaven haar een feestelijk aanzien, en het was geen wonder dat men er zich tijdens de twee muziekuitvoeringen haast geen weg door 1 de toehoorders kon banen. J Onze dagwandeling gaf mede veel schoons te genieten. Met een enkel woord j maken wij melding van de treffende ver- siering aan de school van het Keizerrijk aan de Raamgracht. Eo keurige ver siering viel te bewonderen op de Groote Markt. Het was de buste van Z. M. den Koning, waaronder eenige op Z. M. 40- j jarige regeering en herstel toepasselijke j dichtregels, het geheel gestoffeerd door fraaie draperieënwaaraan fonkelende [prisma's hingen. Voorts vielen er tal van winkels te bewonderen, die door fraaie étalages met portretten van den Koning, oranje, groen enz. uitblonken. Inderdaad onze gemeente heeft feestge vierd op eene wijze barer waardig. DE PARADE. Hedenmiddag te half twaalf werd op het terrein voor de kazerne aan den Schooterweg de groote parade gehouden ter gelegenheid van Z. M. 40-jarig regee- ringsjubileum. Hieraan namen deel het garnizoen en de schutterij. Ook nu was het weder niet gunstig, er viel een aan houdende regen. De parade werd gecom mandeerd door den majoor der cavallerie L. B. Loeff en geïnspecteerd door den luitenant-kolonel der infanterie J. A. K. H. W. Vogel, als commandant der infan terie trad op kapitein J. M. H. van der Koog. Het militaire schouwspel werd bijgewoond door Z.Ex. den Commissaris des Konings en den Ed.Achtb. heer Burgemeester, eenige kamerleden en een aantal oud-militairen. Na afloop trokken de troepen met de schutterijmuziek stad waarts. Voor de schutterij zich ter plaatse begaf, had op den Doelen de plechtige installatie plaats der nieuwbenoemde officieren, hetgeen geschiedde door den waarnemend commandant den heer mr. W. Jager Gerlings, die daarbij in kernachtige bewoordingen de benoemden toesprak. Ten slotte werd aan den sergeant Dirk van Ake en de muzikanten G. Kruyer en J. Postma het eereteeken voor 15 jarigen trouwen dienst bij de schutterij uitgereikt. Ter gelegenheid der veertigjarige re geering van Z. M. den Koning, hield de I'1 K U I LLETOiN. uil hel cngelscliran Anna Katharina Green. IS - IIlIT O'. HÊ1M IN HET KABINET TAN BLAKE. Ik vraag' 11 verschooning, antwoordde Gryce. maar ik ben het niet, die achterdocht koester; mijn plicht gebiedt u mede te deelen, dat het meisje, met hetwelk men n heeft zien spreken dood is, en dat ik u vraag of gij ons geene inlichtingen kunt geven, die het onderzoek van de politie bevorderlijk kunnen zijn Gij weet. dat ik dat niet kan. Als ik zoo nauwkeu rig bespied ben zooals gij het laat doorschemeren, dan moet gij ook weten waarom ik dat meisje en ook andere meisjes aangesproken heb, waarom ik naar het huis der Schoen makers ben gegaan, en Weet gij dat? - vroeg hij eensklaps. Gryce was er de man niet naar, op zulk eene vraag te antwoorden; hij beschouwde den ring- met den g-rooten robijn, die de hand van Blake versierde en zeide zoo be minnelijk mog-elijk: Ik ben gereed om uwe verklaringen aan te hooreti. liet gelaat van Blake betrok Gij meent dus het recht te hebben, die te eischen? Wees zoo goed mij te zeggen, wat u daartoe aan leiding geeft Welnu dan Hoewel mijne betrekking liet mij niet tot een plicht maakt, zal ik u mededeelen waarom ik, hoofd inspecteur van politie, het huis durf binnentreden van iemand, die zoo hoog geplaatst is als gij zijt, om hem over bizondere aangelegenheden te spreken Mijnheer Blake ver plaats u zich op 't oogenblik eens op het politiebureau. Daar komt eene vrouw, - zij is de huishoudster van een door een ieder geacht persoon en zij deelt ons mede. dat een jong' meisje, dat als naaister in huis werkzaam was den vorigen nacht is verdwenen eu zij uit sommige dingen opmaakt dat zij met g'eweld door het venster is wegge voerd Deze vrouw is zeer opgewonden en roept de hulp der politie in, en terwijl zij bekent, dat zij niet aan het meisje verwant is, verzekert zij dat zij eene groote gene genheid voor haar heeft opgevat Zij moet teruggevon den worden, verzekert zij. en zij laat doorschemeren dat groote geldsommen als belooning zullen uitgeloofd worden. Maar wat is de bron daarvan, als hare eigen spaarpennin gen uitgeput zijn? Dat heeft zij ons niet gezegd Als men haar vraagt of haar meester iets van de zaak afweet verschiet zij van kleur, en wordt onrustig, hij bemoeit zich nooit met de dienstboden en laat haar het ge heele bestier over, enz. Daarna verschrikt zij hevig als men haar voorstelt hem over deze vreemde verdwijning aan te spreken Stel u nu voor, dat gij de agenten verge zelt in de woning van hem, waar de gebeurtenis heeft plaats gevonden. Wij treden de kamer van juffrouw Emily binnen dat is de naam van het meisjewat treft ons daar? Ten eerste is het vertrek een der schoonste van het huis, kostbaar gemeubileerd; dan zien wij hier en daar studieboeken en de boeken der beste schrijvers; er is eene piano met muz'ek er bij, kortom, alles bewijst dat deze kamer niet bewoond wordt door een eenvoudig werkmeisje, maar door iemand uit een beteren stand, dat stemt juffrouw Daniels, de huishoudster, ons later zelve toe. Het heeft eenigen schijn van waarheid, dat juffrouw Emily door het venster is verdwenen, maar het is nog niet zoo klaar be wezen dat zij tegen baar zin is vertrokken; juffrouw Da niels beweert echter dat zij gewelddadig is weggevoerd, hetgeen zij afleidt uit de verscheurde g-ordijnen en de sporen van bloed, die dit beweren schijnen te bekrachtigen. Wij hebben nog andere bizonderhedeneenpennemes met paarlmoeren heft heeft men op de binnenplaats onder het venster gevonden, met dit instrument is de wond toe gebracht waaruit de bloeddruppels zijn gevloeid Dit pen- nemes behoort bij het schrijfstel dat zich in den openstaauden schrijflessenaar van Emily bevindt en bewijst, dat zij zich daarvan tegen hare vijanden heeft bediend, want geen man zou tot zulk een nutteloos wapen zijne toevlucht nemen. Juffrouw Daniels verzekert nog daarenboven, dat er twee aanranders waren, want zij heeft te middernacht hunne stemmen gehoord. Zulke feiten, mijnheer, wekken de nieuws gierigheid op, vooral als de heer des huizes zich volstrekt niet om de zaak schijnt te bekommeren, terwijl de huis-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 1