zien tosschen de rails, waarover die'
trein moest passeeren. Wat te doen.
Nog enkele oogenblikken en het was
te laat.
Met de seinvlag in de hand nam zij
ylings een sprong de rails over, strui
kelde, enslechts haar seinvlag
werd midden doorgereden, terwijl haar
kind veilig zat te spelen op eenige
schreden buiten het spoor. De sneltrein
snorde voorbij, moed» r en kind waren
ongedeerd, maar de vrouw was zoo ont
steld, dat zij in de eerste oogenblikken
sprakeloos was.
Zeven militairen, allen
Maastrichtenaren, zijn uit hunne garni
zoensplaats 's-Bosch gedeserteerd. Twee
hunner hebben zich reeds bij de militaire
autoriteit te Maastricht vrijwillig aange
meld. Men vermoedt, dat ook de vijf
anderen zich in laatstgemelde stad op
houden. Door de politie aldaar wordt
ijverig naar hen gezocht.
Op de lijn Maastricht
Aken is door den trein nabij Simperveld
de werkman Vleugelsuit Boekolz
overreden en gedood.
Een arbeider uit Vlodrop
(Limburg) vertrok voor ongeveer H jaar
naar Duitschland om daar als brikken
bakker werkzaam te zijn, en liet zijn
vrouw te Vlodrop achter. Hij had het
ongeluk in dien tijd een oog te verliezen
en toen hij nu Donderdag aau zijn huis
terugkwam, weigerde de vrouw halsstar
rig hem te ontvangen en in huis te la
ten omdat zij hem wel met twee
oogen, maar niet met één oog had ge
trouwd
Wegens landlooperij is dooi
den brigadier der marechaussée te Ter
Neuzen aldaar aangehouden en ter be
schikking van den officier van justitie te
Middelburg gesteld zekere Johannes Ja
cobus Calander, oud 32 jaar, van beroep
schrijver, geboren te Rotterdam, meer
malen veroordeeld wegens diefstal en op
lichterij, en die in Nederland, België,
Duitschland en Engeland verschillende
malen in een krankzinnigengesticht is
verpleegd geworden, zonder echter wer
kelijk krankzinnig te zijn.
Thans zich bij dén brigadier aanmel
dende, gaf hij op te hecten Brutel de. la
Rivière, van beroep doctor in de medi
cijnen en geboren te Marseille, zoomede
vele onzinnige verhalen; doch daar het
hem bleek dat de brigadier zeer goed
met zijn verleden bekend was, was hij
onmiddellijk van die ongelukkige ziekte
hersteld. Hij had geen cent op zak en
bekende dan ook krankzinnigheid voor
gewend te hebben, om weder een goed
onderkomen te hebben.
Financieele Mededeelingen.
In de Zaterdag, 25 Mei 1.1. gehouden
gewone Algemeene Vergadering van Aan
deelhouders der Nederlandsche Alge
meene Maatschappij van Levensverzeke
ring wConcordia" te Rotterdam werd
uitvoerig verslag uitgebracht over het
afgeloopen boekjaar en rekening en ver
antwoording o ergelegd. Na aftrek van
de wegens sterfgeval en roiement nfge-
loopcn verzekeringen was uit. 1888 van
kracht 314040 kapitaal met 12420.45
jaarlijksche premie en 154.48 koopsom.
De gemiddelde leeftijd der verzekerden
was 22 jaar en 31 dagen en de door
snede van elke verzekering f 72.26 met
3.74 jaarlijksche premie per 100.
kapitaal. De werkelijke sterfte was llr,u
personen met 901.kapitaal lager
dan de berekende sterfte deed verwach
ten. De gezamenlijke bezittingen der
Maatschappij bedragen 101456.69^
waarvan ƒ- 93184.69 uitstaande onder
derden. Daar de overwinst zulks toeliet,
werd op voorstel van Commissarissen be
sloten tot uitkeering aan Aandeelhouders
van 4 pCt. over hun storting.
Na afloop der gewone Vergadering
werd eene buitengewone Vergadering ge
houden van Aandeelhouders, waarin, met
het oog op de uitbreiding, met algemeene
stemmen besloten werd tot vergrooting
van het kapitaal en dit vastgesteld op
één millioen gulden.
K OLONIËN.
(Uit eenige bataviasche bladen van
23—27 April jl. De vorige mail liep
tot den 20sten.)
BATAVIA, 27 April.
Aan den Java-Bode wordt van Soera-
baja dd. 24 April gemeld:
Volgens eene onder reserve gedane
mededeeling is de Koning der Nederlanden
naar Macassar gezonden om op Boeton,
een der Saleier-eilanden, een onbelangrijk
rijk te gaan beschieten.
Aan de schutterij te Soerabaija is eene
subsidie van 1500 toegestaan, die ech
ter onvoldoende is.
Dit telegram merkt de J. B. op
spreekt van eene tuchtiging op het eiland
Boeton. Het is niet onmogelijk dat de
sultan van Boeton zelf bestraft moet
worden. Hij volgde onder den naam van
Mahomed Omar Kajamoeddin IV zijn in
1885 overleden oom op en gedroeg zich
in Mei 1887 zeer oneerbiedig tegen den
goeverneur va« Celebes, toen deze bij
hem kwam om eene kwestie over mari
ne kolenloo lscn te regeleneerst toen de
goeverneur twee maanden later zijn be
zoek herhaalde, doch nu met drie oor
logsschepen, werd hij handelbaarder, gaf
hij dc verlangde voldoening en werd hij
geïnstalleerd. Misschien is hij thans eene
van de veertien, door hem bij akte van
verband op zich genomen verplichtingen
niet nagekomen.
Volgens een gerucht door het Soer.
Hand. vermeld, ging de Koning der Ne
derlanden naar Macassar naar aanleiding
van onlusten in de Molukken, waarbij
een controleur het leven zou hebbeu ver
loren; de Benfcoelendie in do wateren
van Bali en Lombok kruist, zou zich bij
genoemd ramtorenschip voegen.
Aan het verslag der voornaamste ge
beurtenissen in het goevernement Atjehen
Onderhoorighedcn, loopende van 31 Maart
jl. tot en met 14 dezer, wordt door de
Jav. Cl. het volgende ontleend:
Groot-Atjeh. Verscheiden posten
in de linie werden nu en dan licht be
schoten; ook werden er gedurende den
verslagdjd wederom circa drie honderd
strekkende meter telephoondraad geroofd
en enkele isolatoren vernield. Overigens
bleef het over geheel Groot-At jeh vrij
rustig. In de XIII Moekims Toengkoeb
keerden nagenoeg driehonderd personen,
die tijdens den oorlog naar Pedir uitge
weken waren, terug.
Onderhoorigheden. In de On-
derhoörigheden was het vrij rustig.De ver
sterking te Segli werd gedurende den
den verslagtijd slechts weinig, die te
Melaboeh in het geheel niet beschoten.
Naar aanleiding van den verbeterden
politieken toestand werd de Westkust,
die van Oleh-lch af tot aan Ketapang
Patir (met uitzondering van Telok Kroetj
voor den handel gesloten was, van den
Ilea April af, met uitzondering van La
gen, Kamoë en Rigas, wederom geopend,
De weersgesteldheid was op Groot-At jeh
en Noord- en Oostkust zeer droog en
drukkend warm, terwijl er op de West
kust nu en dan regen viel. In de boven
streken heerschte pokziekte, overigens
was de gezondheidstoestand zeer gunstig.
Het gemiddeld aantal lijders, dagelijks
opgenomen in het hospitaal te Pantei
Perak, bedroeg 17, van welke gemiddeld
1 aan fieri-beri leed, zoodat de stand
dier ziekte zeer gunstig is gebleven. Het
ziekte-cijfer was laag, het sterfte-cijfer
zeei laag.
CIVIEL DEPARTEMENT
VerleendEen tweejarig verlof naar
Europa, wegens ziekte, aan den ads.-res.
van Ngawi (Madioen), G. Arntzenïus en
den ref. bij het dep. der burgerl. openb.
werken, L. C. Agerbeekaan den contr.
2de kl. bij het binnenl bestuur C. E. T.
van Kerckhoffwegens meer dan twaalf
jaren onafgebroken dienst, aan den contr.
Ie kl. bij het binnenl. bestuur W. M.
van Schmid.
MILITAIR DEPARTEMENT.
Verleend: Een tweej. verlof naar Ne
derland, wegens vijf tien jaren onafgebroken
dienst, aan den kapt.-kwartierm. C. J
Smitheen tweej. verlof naar Europa
wegens ziekte, aan den off. van gez. 2e
kl. dr. C. de Haan aan den le luit.-
kwartierm. J. C. de Raadaan den 2e
luit. der inf. P. R. de Rochemont; we
gens twaalf jaren onafgebroken dienst
aan den kapt. J. Hamming en aan den
le luit. J. H. C. G. Angenent, beiden
van de infanterie.
Trouw-, Geboorte- en Doodberichten.
(Uit de ind. bl. van 13 tot 20 April.)
GEHUWD: L. P. Kerdijk en E. V.
A. Lavalette, Batavia. (Bij volmacht)
J. P. Michielsen en C. van Hattera,
Batavia-Delft. L. R. Rhemrev met de
inlandsche vrouw Raden Nganten Saki-
nem, Semarang. J. Britt en A. Hale
wijn, Riouw. J. Pietersz en C. C.
Bell, Batavia.
GEBOORTENH. F. v. d. Noort—
Austerma i d. Bandjarnegara. H. E.
VictorJansen d. Semarang. C. H.
StenebomeDeRevecourt d.Soerabaia.
E. HöselScholten z. Solo. C. Keij-
nerRenau z. Semarang. C. J. E.
van WaardenburgGosenson d. Sema
rang. M. RoosElshout d. Soera
baia. J. BauwensDoorenbosch d. Mr.
Cornells. Mevr. DezentjeReijnhart
z. Buitenzorg. M. J. I. Muller
Verdooren z. Mr. Cornelis.A. Kessler
z. Garoet. J. C. Burgemeestrevan
Gumster d. Batavia. - A. M. van Weer
den PoelmanWind z. Batavia. E.
C. de WolffWagenaar z. Mr. Cornelis.
OVERLEDEN C. A. A. Oestens van
Waveren Pancras CliffordGraichen 27 j.
Gemampir (Klatten). A van Dor ser
7 j. Djokja. L. Fredriksz 17 j. Se
marang. C. Ogterop 35 j Semarang.
J. A. Ravaux 51 j. Semarang.
P. W. Lambert 14 j. Semarang. J.
J. Deeleman Batavia. W. Klatt Ba
tavia. H. A. P. HoogeveenPieter-
maat Salatiga. P. W. J. van den
Broek, Lawang.
POLITIEK OVERZICHT.
De expeditie Wissmann, die zich sinds
eenige maanden in Afrika bevindt, heelt
het daar zooals men uit de verschillende
bericht n heeft kunnen opmaken, nogal
zwaar te verantwoorden gehad. De Ara
bieren, bijgestaan door eenige ma htigc
negerstammen, verzetten zich met hand en
tand tegen de vestiging der Duitscliers
in hun gebied en bedrijven allerlei gru
welen tegen hen, die de duitsche indrin
gers bijstaan, al verzekeren dezen ook dat
zij met de meest vriendschappelijke en
vreedzame bedoelingen zijn gekomen.
De Reiclisanze'uger bevat thans een be
richt van kapitein Wissmann aan den
rijkskanselier, gedagteekend van Bagandy
van 1 Mei, waarin een beeld wordt ge
geven van den toestand. Wissmann nam
den door admiraal Deinhart en Busehiri
gesloten wapenstilstand aan, totdat hij
slagvaardig zou zijn. Busehiri verbrak
dien spoedig en zond Wissmann een
Salaam met afgehouwen handen. De be
straffing van twee lieden door hangen
bleef eerst achterwege op verzoek der
ongelsche autoriteiten te Zanzibar, totdat
de uitlevering zou gevolgd zijn van de
in Buschiri's macht zijnde zendelingen
van Mombase. Aan de fransche zende
lingen is medegedeeld geworden, dat zij
zich onder de bescherming der duitsche
vestiging moeten stellen of naar Zanzibar
moeten gaan, wanneer Busehiri ook te
genover hen vijandelijk wordt. Aan de
engelsche missionarissen heeft Wissmann
den raad gegeven, den open weg door
Massoï-land en Witie te riemen.
Wissmann doet voorts mededeeling
omtrent de aankomst van de troepen,
welke dr. Peters voor eene maand tot
zijne beschikking heeft gesteld, en die
bestaan uit 550 Soedaneezen, 40 Somalia,
60 Askoris en 100 Lomalis. Deze troe
pen zijn afkomstig van de Emin-expe-
ditic.
In Duitschland is tot Zondag het feest
vieren in vollen gang gebleven. Den
laatsten dag van koning Humberts ver
blijf in de hoofdstad werd een diner ge
geven ter eere van Crispi, waaraan door
ongeveer 180 personen werd deelgeno
men. Graaf Bismarck was Diet onder de
aanzittenden.
Een dronk van Crispi op den Keizer
en den Rijksdag werd met stormachtigen
bijval ontvangen, vooral zijne verzekering
dat hij den vrede wilde en dat zijn
droum wasde vrijheid der volken en
de vorming van sterkere staten.
Toen Crispi het gezelschap verliet,
werd hij begroet met geestdriftvolle hoch's.
Crispi zeide o. a. dat de geestdriftige,
hartelijke ontvangst, den koning te Ber
lijn ten deel gevallen, op gansch Italië
indruk zal maken, als de uitdrukking van
de sympathie tusschen de beide natiën
en monarchen. Onze vijanden zeggen:
wij willen den oorlog. Wij zijn ten allen
tijde strijdvaardig, maar willen den vrede.
Ik drink op het welzijn van den keizer
en den Rijksdag, als de ware vertegen
woordigers van het duitsche volk.
Deze rede werd met warme evvivds
begroet.
Slimme beursspeculanten hebben het
bericht uitgevonden dat koning Humbert
en di keizer naar Straatsburg zouden
gaan om er de parade bij te wonen. Dit
wordt thans ten stelligste weersproken.
Op het laatste oogenblik nog is koning
Humberts vertrek uitgesteld en zou dit
heden plaats hebbeo.
GOIEXG1) MEliïïS.
Gladstone werd Donder
dagavond, onder het huiswaarts gaan,
in Piccadilly door eene ucab'' aange
reden en neergeworpen. Hij bezee de
zich, doch schijnt overi en3 van het
ongeval geen letsel te hebben gekregen
Te Ron aan is thans een ver-
giftigingszaak voor het hof van assises
aanhangig. Een jongmensch, apothekers-
leerling, genaamd Pastré-Becassier, is
beschuldigd dertien personen, waarvan
drie zijn overleden, te hebben vergiltigd.
De zaak kwam aan het licht doordat de
apotheker, bij wien Pastré leerling was,
tegen zijn huisheer een vordering instelde
tot ontbinding van huur, daar van de
personen, die het huis gedurende twee
jaar bewoond hadden, drie waren ge
storven, terwijl zich bij verscheidene an
deren dezelfde ziekteverschijnselen ver
toonden. De rechtbank benoemde toen
deskundigen, ora te onderzoeken of de
ziekte der bewoners werkelijk het gevolg
was van de ongezondheid van het huis.
Een der deskundigen, dokter Brouardc,
kwam tot de ontdekking dat bij alle
slachtoffers vergiftiging door arsenicum
had plaats gehad. Daar Pastré de eenige
was, dio steeds gezond was gebleven,
viel het vermoeden op hem, en reeds
spoedig kwamen verscheidene bezwarende
leiten aan het licht. Deze misdaad schijnt
de uiting te zijn van haat, dien Pastré
tegen zijn patroon koesterde, daar deze
hem eenmaal op oneerlijkheid had be
trapt en daarover onderhouden. 1 'e be
klaagde ontkent alle schuld.
Dat /Cocaïne", tegenwoor
dig zoo veel, met nam1! in de tandheel
kunde, gebruikt, lang geen onschuldig
middel is, bewijst een stuk van Prot.
Lépine van Lyon, in da Setnaine medicate,
waarin hij de voornaamste gevallen van
vergiftiging door cocaïne heeft bijeenge
bracht. De vergiftigingsverschijnselen zijn
verschillendmet name zijn bloedarme
en zenuwachtige personen zeer vatbaar.
Tot de meest voorkomende verschijnselen
behooren bleekheidgevoel van kou,
hartkloppingenkrampen in ernstige
gevallen hevige hart- cn hersenverschijn
selen, en de dood door ademhalingsver
lamming. Verreweg de meeste vergifti-
gingsgevallen kwamen voor bij toepas
sing van het middel aan het hoofd, met
name bij inspuitingendoch ook bij
besproeiing van neus- en keelholte en
van het tandvleesch bleven zij niet
achterwege. Professor Kolorain heeft een
patient verloren door toevoeging van
slechts ruim één gram cocaïne bij een
lavement.
Op de vraa - of men dergelijke onge
vallen kan voorkomen, antwoordt Lepine
bevestigend. Met name spuite men ten
minste aan het hoofd niet meer dan 20
milligram inen brenge men op een
slijmvlies niet meer dan 40 of 50 milli
gram. Met inachtneming van nog enkele
andere voorzorgen kan de geneesheer
met vrij grooten graad van veiligheid
het in vele gevallen onschatbare middel
toepassen.
Een val om meikevers te van
gen. De fransche fabrikant Cloux
heeft een toestel bedacht tot het vangen
van meikevers, en in verbinding met
den heer Voitellier, te Nantes, in den
handel gebracht. Het is gegrond op het
bekende feit, dat alle insecten op het
licht afkomen De toestel bestaat uit een
sterk lichtgevende lantaarn door stevig
helder glas omgeven, daaronder bevindt
zich een wijde gladde blikken trechter
waaraan een zak is vastgemaakt waarin
de 10 k 15 cM. wijde beneden-opening
van den trechter uitloopt. Als de sche
mering of duisternis invalt, wanneer de
meikevers gaan zwerven, dan ontsteekt
men het licht in de lantaarn en han«t
den to stel in een boom of op een
andere plaats, waar zich de meikers in
een groot aantal bewegen. Weldra komen
zij in volle vaart op het licht aanvlie
gen, bonzen tegen het glas terug, vallen
in den trechter en glijden daaruit on-
middelijk in den daaronder uigespannen
zak. Is de zak bijna vol, dan vervangt
men dien weer door een ledigen.
Men zegt dat de met dezen toestel
genomen proefnemingen de verwachting
ver hebben overtroffen cn dat hij alle
aanbeveling tot verdere verbreiding ver
dient niet alleen meikevers maar ook
vele schadelijke nachtvlinders enz., vangt
men tegelijkertijd.
Een be w ij 8, hoe vergeetach
tig velen zijn, leverde de publieke ver-
koóping van gevonden en niet opge
vraagde voorwerpen, gehouden in de
goederenloods van het station Keulen.
Daar werden ie koop aangeboden, dik
wijls voor zeer lage prijzen: parapluies,
bij pakken van zes stuks te zamen ge
bonden, wandelstokken, 'doeken, verre-
kijker-, boeken, glacéhandschoenen, reis
dekens en tasschenvan deze artikelen
waren vooral parapluies en wandelstok
ken grooten getale aanwezig; men zou
er een magazijn mede kunnen vullen.
Verder had mentrouwringen, brillanten
van groote waarde, broches, echte en on
echte armbanden, horloges, lorgnetten,
dassen bij dozijnen, schildersbenoodigdhe-
den, olie- en azijn kannen, zelfs laarzen
knechten en vesten. Corsetten, tournures
en dergelijke geheime voorwerpen van
het vrouwelijk toilet had men bij de
verkooping maar achterwege gelaten.
Opvattend is het, dat do reizigers hunne
eigendommen maar in den steek lieten,
zonder zelfs navraag te doen; met eene
eenvoudige opgave van het verlorene
kreeg men het bteeds terug.
Een ziekenhuis de bron van
verspreiding eener besmettelijke ziekte,
dit verschijnsel heeft zich, volgens dr.
Barry te Sheffield voorgedaan bij de
hevige pokkenepidemiedie aldaar in
1887 en 1888 heeft gewoed. Dr. Barry
eeft onlangs over die epidemie ren
rapport in 't licht gegeven. Ter verduide
lijking van den loop der besmetting
geeft hij op een drioen-twintigfal kaar-
teD, voorstellende de meest bevolkte ge
deelten der stad, met roode stippen de
aangetaste woningen aan. Rondom het
ziekenhuis als middelpunt heeft hij voorts
een aantal cirkels getrokken, telkens met
een duizend voet grooteren straal
Wanneer men die kaarten beziet, dan
blijkt dat in 't begin de roode stippen
vrij wel geleidelijk over de geheelo stad.
zijn verspreid. In Juni 1887 en vooral
tegen het einde van Juli concentreerden
zij zich rondom het ziekenhuis, waarin
toen sedert eenigen tijd de eerste pok
lijders werden verpleegd. Van daar heeft
de besmetting zich allengs naar alle
kanten verspreid.
Gedurende de veertien weken van 21
Mei tot 27 Augustus was het getal hui
zen, waai de ziekte heerschte, in een
cirkel, met een straal van 4000 Eng.
voeten rondom het hospitaal beschreven,
zeven maal zoo groot als in het overig
gedeelte der stad. Eene nadere vergelij
king leert dat do verhouding van het
getal aangetaste woningen binnen den
eersten kring (niet verder dan 1000 voet
van het ziekenhuis) driemaal zoo groot
gedurende mijne afwezigheid, die langer duurde, dan ik
voorzien had, want nadat ik den hoofdcommissaris alles
verteld had, moest ik Gryce nog gaan opzoeken, om mij
bij gelegenheid der gevangenneming van zijne hulp te ver
zekeren. Ik vond hem thuis; en hij was verrukt over mijn
verhaal.
Bravo! zeide hij; de goden schijnen u in deze
zaak gunstig te zijn; sedert ons laatste onderhoud bij mijn
heer Blake heb ik echter nog geen spoor ontdekt.
A propos, ik heb hem van morgen gesprokenalles wat
ik u kan zeggen is dit dat wij, indien wij slagen, er zeker
van kunnen zijn, dat hij ons op vorstelijke wijze zijne er
kentelijk zal toonen
Zooveel te heter! antwoordde ik. want niets zou ons
zoo aangenaam zijn. nietwaar? Misschien zijn wij zoowat
verplicht hem mede te deelen, dat zijne vrouw door ons
bewaakt wordt maar ik ben van meening, dat wij hem
niet moeten vertellen, dat zij tegenover hem woont, want
dan zouden wij te strijden hebben met de onstuimigheid
van een verliefd man. Hoe het ook zij, laat ons eerst de
plannen voor den strijd vaststellen. Het is mogelijk, zelfs
waarschijnlijk, dat wij de medewerking van mijnheer Blake
noodig hebben, dientengevolge denk ik, dat wij goeddoen
door een briefje machtig te worden, dat in 't fransch door
juffrouw Daniels wordt geschreven en waarin zij de jong#
vrouw van mijnheer Blake's liefde voor haar verzekert Zon
der dat stukje papier zal Luttra ons niet vertrouwen, en
zal zij niet begrijpen, dat zij ons in alles moet gehoorza
men Er moeten in dit briefje geen namen genoemd wor
den en men moet het niet onderteekenen; als juffrouw
Daniels geen fransch kent, moet zij het door een ander
laten opstellen, en het dan eigenhandig naschrijven
Gryce keurde deze raadgeving* goed en beloofde dat hij
mij den hriet den volgenden morgen om tien uur zou doen
toekomen. Vervolgens deelde ik hem de verdere bizonder-
heden van mijn plan mede, en tot mijne groote voldoening
betuigde hij mij zijne tevredenheid, zoodat de wond, die
hij aan mijne eigenliefde had toegebracht voor altijd ge
heeld werd
- Volvoer uw plan van het begin tot het einde en gij
zult een succes behalen, dat ons met roem zal overladen.
Wees echter voortdurend op uwe hoede, want op het laatste
oogenblik komen er dikwijls nog zeer veel hinderpalen
in den weg; ik weet er van mee te praten, zoolang ik in
dienst ben.
God geve dat alles goed gaat! Als ik nu niet slaagde,
dan zou mijn hart er van breken.
Alles zal wel goed gaan, dat zweer ik u. Ik zal overi
gens zoo handelen, dat gij al het voordeel van de onder
neming zult hebben. Ga nu heen vriend, en tot morgen.
Aangespoord door deze 'woorden, haastte ik mij naar
mijne woning Bij de trap vond ik mijne hospita trouw op
haar postbezig met hare drieëntwintigste kous te
stoppen.
Ik moet ze stoppen voor twaalf mannen en dr e kleine
jongens zeide zij, de laatste maken het mij het moei
lijkst. Het is verschrikkelijk! Kijk nu eens hier, en zij
liet mij eene kous zien, in den hiel waarvan een gat was
zoo groot als een aardappel
Na eenige woorden van belangstelling te hebben gemom
peld, vroeg* ik haar nieuws van de tweede verdieping
Volstrekt niets. Alles is rustig, sedert gij weg ge
weest zijt.
Ik pakte haar onder de kin, eene beweging die weinig
paste bij mijn bevend en ziekelijk voorkomen, en ik begaf
mij naar mijne kamer, terwijl mijne voeten achter mij aan
sleepten.
(Wordt vervolgd.)