NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
L IJ T T R A,
6e Jaargang.
Zaterdag 1 Juni 1889.
No. 1813.
ABONNEMENTSPRIJS:
AD VERTENTIEN:
Bij tlii Nummer behoart een Bijvoegsel.
STADSNIEUWS.
„Weldadigheid naar Vermogen"
B I N N E N I, A N IK
Voor Haarlem per 3 maandenƒ1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers-0.03.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen,
ureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers.
Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS.
Hoofdagenten voor liet Buitenland: Compagnie Generale de PMicite Btrangère G. L. BAH BB Co, JOHN B. JONBS, Snee., Parijs 3 Uis Baulourg Montmartre.
Haarlem, 31 Mei 1889.
Naaf men verneemt ia op de tentoon
stelling te Parijs, afdeeling Tuinbouw,
door de jury een eerste prijs toegekend
aan de verzameling tulpen, tentoonge
steld onder den naam „Darwin-tulpen"
en geplant in het park van den Troca-
dero door de firma B. H. Krelage en
Zoon alhier.
Sportterrein „de Phoenix".
Hoewel het Donderdagavond vrij frisch
was in de buitenlucht, was het Sport
terrein druk bezocht.
De stedelijke kapel, onder directie van
den luit.-kapelmeester Kriens, gaf weder
om een concert; van het goedgekozen
programma trok vooral het nummer //Ca
price militaire" de aandacht. De eerste
klarinettist, de heer Hofmeester, had
daarin eene zware partij, die hij echter
met veel tact voordroeg. Ook de heer
Denzier had met zij n solo voor piston niet
tegenstaande zijn instrument zich nu en
dan zéér onwillig betoonde veel succes.
Bij het Bestuur der Vereeniging:
hebben zich de volgende personen voor
werk aangemeld
Twee voor huisknecht of oppasser.
Een voor koetsier.
Een voor ziekenoppasser.
Vier voor kantoorlooper.
Een voor portier.
Een voor loopwerk.
Een voor schrijfwerk.
Twee voor tuinmansknecht.
Een voor opzichter.
Een voor koekbakkersknecht.
Een voor loo'lgieterskuecht.
Een voor bloemist''necht.
Een voor polychromeerden
Een voor witter.
Twee voor metselaar.
Acht voor aardwerkers of los werkman.
Veertien voor werkster of schoonmaakster.
Drie voor bnrgerwaschvrouw.
Zes voor burgernaaistor.
Een voor burgerbaker.
Twee voor breister.
Een voor strijkster.
Een voor hulpkookster.
Twee »oor dagmeisje.
Particulieren en werkgevers, die van
deze aanbiedingen wenschen gebruik te
maken, worden beleefd verzocht zich schrif
telijk tot het Bestuur der Vereeniging te
richten, (bus Stadhuis of Doelen).
Daar het in den laatsten tijd is voor
gekomen, dat personen zich om werk
aanmeldden uit naam der Vereeniging,
zonder daartoe het recht te hebben, ver
zoekt het, Bestuur te willen noteeren dat
slechts zij dit mogen doen, die een door
den secretaris der Vereeniging geteekend
briefje kunnen vertoonen.
Vóór eenige dagen werd hier ter
stede door den heer H. M. Hartman in
de Groote Houtstraat 78 een magazijn
geopend in manden, balcon- en waranda
meubelen, badstoelen, bloemenmanden en
tal van andere artikelen, zoowel in de
eenvoudigste als in de sierlijkste genres.
Het huis heeft van binnen eene be
langrijke verbouwing ondergaande ves
tibule is keurig zwart gelakt, en geeft
door breede, glazen deuren toegang tot
den elegant ingerichten winkel. Wij
kunnen iedereen aanraden, dit magazijn
eens te gaan bezichtigen, het is een be
zoek overwaard.
De telegraafkantoren der Haarlem
Zand voort Spoorweg-Maatsch. te O ver
veen en Zand voort, zullen met ingang
van 1 Juni a. s., als wanneer die spoor
weg in exploitatie aan de H. IJ. S. M.
overgaat, dagelijks open zijn van 8 tot 1
en 3 tot 9 uren.
Het spoorwegkantoor te Zandvoort is
van denzelfden dag alleen open voor de
aanbieding van telegrammen en voor de
aflevering van tijdingen, welke van de
aanwijzing //Station restant" zijn voorzien.
Letteren en Kunst.
Bij de uitgevers Cremer en Co. te
's-Gravenhage zal op 6 Juni a.s. ver
schijnen het eerste nummer van „het
Sportblad," weekblad voor alle takken
van binnen- en buitenlandsche Sport,
onder redactie van de heeren A. L.
Couvée en W. Muiier en met vaste me
dewerking van de heeren G. D. baron
de Salis, Mr. J. van Buttingha Wichers,
H. A. Graaf van Bylandt eu Jhr. J. L.
Mock. De prijs per jaargang is f 6.
Ieder nummer verschijnt geïllustreerd, ter
wijl van de voornaamste race's, instan-
tanée-reproductiën zullen worden opge
nomen.
Over het veel besproken werk //Mei",
een gedicht door Herman Gorter, (bij
Versluis te Amsterdam), geeft het Vad
de volgende beschouwing:
In het April-nummer van de //Nieuwe
Gids" gaf Fred, van Beden een zeer le
zenswaardige beschouwing over poëzie
naar aanleiding van dit gedicht, waar
over Van Eeden met de grootste bewon
dering spreekt. //Voor kort", zegt hij, is
in ons land het geluid gehoord, een nieuw
geluid, van iemand die sprak." En zoo
is 't. In Mei klinkt een nieuw geluid,
er is een frischheid in dit werk, die aan
trekt en tot bewondering dwingt. Al
kunnen wij niet met Van Eeden ver
klaren, dat „elk stuk niet alleen schoon
is door zichzelf, maar door al het voor
gaande en al het volgend", we hebben
veel genoten en veel bewonderd in dit
dichtwerk.
We kunnen onmogelijk alles mooi vin
den en alles duidelijk, of wel wij von
den iets zeer mooi maar niet duidelijk.
Zoo o. a.:
Het is het zacht aanwuiven
Van blauwgeveerde duiven
enz., blz. 76, 77 en 78 verrukkelijke taal
muziek, maar een nuchtere vraag doet
zich op aan het slot en vindt geen ant
woord wat is //het" Muziek, maar 't
staat er niet.
Zoo zou er meer zijn te vragen en zoo
zou er ook veel zijn te zeggen op taal
of zinbouw en brave schoolmeesters zou
den er dozijnen «fouten" uithalen. Maar
als een nieuw dichter, cn Gorter is er een
par la grace de Dieu, zoo heeft gesproken
dat hij ons die aandachtig luisterden heeft
meegesleept en opgevoerd in zijn droom
land, dan moeten wij op den vasten wal
terug gekomen niet dadelijk weer al te
menschelijk naar grootere en kleinere
fouten zoeken.
Wy zouden, als er maar plaats voor
was, zooveel moois kunnen afschrijven
nit "Mei//, vooral uit de hemelvaart en de
episode van de wolkenspinster, poëzie
klaar als water en rein als sneeuw, soms
verheven en ernstig, dan weer hartstoch
telijk of droomerig. En daarbij, misschien
zelfs te veel, vergelijkingen, treffend vaak
door eenvoud en waarheid.
Zoo onder vele:
„Vaarwel!" lispelden Meilippen
[heel zacht.
Toen trad naar binnen hare oogen
[wacht,
Blanke soldaatjes, die diep in haar
[hoofd
Hun wachthuis hadden en ze keek
[verdoofd.
en
Een vrouwehart is als ee» zo-
[merweide
Waar koeien grazen droomend,
[tusschenbeide
Grazen ze niet en staan met
[stillen kop.
En uit een ander gedeelte
Er ligt in elk ding schuilend
[fijne essence
Van andere dingen. Daardoor
[wordt een mensch
Als een piano, zoo dood maar
[besnaard.
Nu eens rilt éen snaar, dan d'aar
[naar den aard
Van elk geluid buiten, soms, te
[gelijk
Heel veel.
De heer Van Eeden vreest dat men
om deze regels zal lachen, 't Is mogelijk,
maar wat doet 't er toeMen heeft ook
gelachen om Byron en Multatuli, om
Shelley en Heine.
Een ongevraagden raad kunnen wij
Herman Gorter niet onthouden. „Mei"
had, als bijna alle werken van jonge
schrijvers, door bekorting kunnen winnen.
De moeilijke kunst van zelf' beperking zij
den nieuwen dichter ten bate van zijn
kunst toegewenscht.
H. M. de Koningin vertrok
Woensdag voormiddag te half elf met H.
K. H. Prinses Wilhelmina in een extra-
trein van het Loo naar Neuwied. Z. M.
de Koning geleidde zijne gemalin en
dochter tot aan de hoofddeur van het
paleis. De kamerheer baron Taets van
Amerongen van Natewisch, de hofdame
jonkvrouw Van de Poll en de goevcr-
nante der Prinses, miss Saxton Winter,
vergezellen de vorstelijke reizigsters, wier
afwezigheid vermoedelijk acht dagen zal
duren.
Naar aanleiding van het
bericht der Middelburgsc/ie Cl. dat eenige
Kamerleden het voornemen hebben ge
had een interpellatie te richten tot de
ministers van Justitie en van Buiten
landsche Zaken over een voorval dat
zich aan het station van de Holl. Spoor
weg-Maatschappij te 's Hage met een
gezant van een der mogendheden heeft
voorgedaan, zegt Het Vaderland'.
Niet volkomen juist en volledig wordt,
zijn wij wel ingelicht, dit geval daar
voorgesteld. Bedoelde gezant had reeds
het perron verlaten en zijn plaatskaartje
afgegeven, toen hem werd medegedeeld
dat zyn echtgenoote hem op het perron
wachtte. Hij snelde terug, maar werd
door den ambtenaar in functie terugge
roepen en, toen hij daaraan geen gehoor
gaf, door dezen tegengehouden, waarop
hij den ambtenaar een vuistslag toediende
die nogal raak moet geweest zijn. De
chef, in wiens tegenwoordigheid hij den
ambtenaar nogmaals aanviel, maakte
proces-verbaal op en zond dat door aan
de directie zijner Maatschappij. Des
av nds kwam de minister van Buiten
landsche Zaken zijn excuses aanbieden
namens den gezant. Later bood deze den
beambte, die van de Maatschappij een
gratificatie ontving, een schadevergoeding
aan.
Het schijnt dat enkele Kamerleden
den ministers hebben willen vragen, of
de zaak geen verder gevolg zal hebben,
maar, zooals de Middeb. Cl. mededeelt,
«dezen schijnen er in geslaagd te zijn
de heeren tot bedaren te brengen, ter
wille van de goede verstandhouding met
de betrokken regeering." De volkenrech-
terlijke gebruiken, merkt de briefschrij
ver op, mogen een strafvervolging uit
sluiten, de vreemde regeering behoort
op de hoogte te worden gesteld van de
wijze waarop haar vertegenwoordiger
hier is te werk gegaan, opdat zij genoeg
doening geve.
De leidsche Universiteit
heeft een zwaar verlies geleden. Op den
jeugdigen leeftijd van 38 jaren is Dins
dagavond aan een hartkwaal, die plotse
ling een ongunstigen keer nam, overleden
prof. mr. W. d'Ablaïng, die sedert
Goudsmits dood, na eerst reeds gedurende
diens leven eenigen tijd zijn lessen te
hebben waargenomen, hoogleeraar was
in 't romeinsche recht. De heer d'Ablaing
was een zeer grondig kenner van het
recht en van de historie, die geheel en
al leefde voor do wetenschap.
Toen wijlen de onderzoe
kingsreiziger D. D. Veth vier jaren ge
leden zijn laatste ontdekkingsreis aan de
westkust van Afrika deed, genoot hij van
de boeren te Humpata in den staat An
gola oorspronkelijk uit de Transvaal
afkomstig de mee-t hartelijke ont
vangst. Zij steunden hem bij zijne on
derzoekingen en verpleegden hem bij de
ziekte, die weldra een einde aan zijn le
ven zou maken.
Thans roepen zij de hulp van zijnen
vader, den oud-hoogleeraar P. J. Veth,
te Arnhem, in tot het bijeenbrengen van
geldon voor het oprichten van een kerk
gebouw en van eene pastorie ten behoeve
van hun eersten predikant. „Dankbaar
heid" aldus schrijft prof. Veth
„drijft mij, voor hen te doen wat ik kan,
maar lichaamszwakte verhindert mij, alles
te doen wat ik zou wenschen. En zoo
richt ik mij dan tot allen, die iets voor
mijne vrienden te Humpata zouden wil
len afstaan. Hunne gaven zal ik dank
baar aanvaarden, terwijl ook de heer
mr. O. J. H. graaf Van Limburg Sti-
rum, te 's-Gravenhnge, zich op mijn
verzoek bereid heeft verklaard, giften
voor dat doel in ontvangst te nemen."
De Deen, dieineenbuiten-
gewoon politieblad was gesignaleerd als
verdacht van diefstal in een hotel te
's-Hage, is door de belgische politie te
Antwerpen aangehouden. De verdachte
had zes dagen in een der beste hotels
vertoefd, <;n deed zich als een gentleynan
voor. In den nacht van Zondag moet hij
in eene kamer van een zwitsersch heer
met behulp van den sleutel die op
de deur paste, zijn binnengedrongen, en
ontvreemdde een aanzienlijk bedrag aan
vreemd bankpapier en goudgeld. Ook
moet hij op eene andere kamer ook
nog portemonnaies met geld hebben me
degenomen. Des ochtends vroeg verliet
hij het hotel, om aan het Rijnspoor-sta-
tion eenig goudgeld te wisselen, keerde
toen terug, vroeg zijne rekening, betaalde
die en vertrok met het Hollandsche spoor
van 7.11. Den zwitserschen heer had hij
op diens kamer ingesloten. Toen deze bij
zijn ontwaken den diefstal bemerkte, was
de vogel gevlogen. Onmiddellijk zond de
hotelhouder eenige personen den vermoe-
delijken dader achterna naar Rotterdam,
FEUILLETON.
uil hei engelschvan Anna Katharina Green.
33)
XVIII.
Liefde en plicht.
Mijne vrouw? mompelde hij
Gryce haastte zich hem gerust te stellen.
Zij is liier dichtbij in veiligheid Als gij haar wenscht
te zien zal it liaar laten halen.
Nog niet, laat mij eerst met deze bandieten spreken,
om te weten wat mijne vrouw voor binder van hen kan
hebben.
- Uwe vrouw, zeide de vader grijnzend. Zij heeft
hier niets mee te maken Wij willen alleen weten hoe dit
alles u bevalt en hoe gij ons uit de verlegenheid zult redden.
Ik zal volstrekt niets doen. antwoordde Blake.
Gij verdient ten volle uw vonnis, en gij zult uwe straf
uitdienen, zonder dat ik er mij iets ter wereld om bekommer.
Daarvan zullen de couranten een aardig schandaal
makenriep de zoon uit.
De couranten zullen er geen woord van reppen,
viel ik hem in de rede. Voor dat wij dit huis verlaten, j
zal elke herinnering aan uw verwantschap met mijnheer
of mevrouw Blake begraven worden en van ditoogenblik
af mogen hunne namen door geen van u beiden uitgespro-
ken worden. Ik heb dit als voorwaarden g-esteld en daar- 1
aan zult gij u moeten houden.
Inderdaad? Maar wie zijt gij, die ons voorwaarden
stelt, en durft denken dat wij ons zullen onderwerj en
Kunt gij meer doen dan ons naar de gevangenis zenden,
waaruit wij zijn ontsnapt?
Als antwoord haalde ik uit mijn zak den ring' van een
boei van een galeislaaf te voorschijn. Het was de ring.
dien ik bij mijn bezoek aan de herberg- bij den kruisweg
van Gran'oy in de ascb had gevonden Ik zag hen scherp
aan. Een woeste glans overtoog hun gelaat, om echter
spoedig te verdwijnen en plaats te maken voor de bleek
heid des doods.
Deze veelbeteekenende houding overtrof al mijne ver
wachting-en.
- Ik heb dit gevonden in den haard, waarin gij uw
gevangenpak reeds had verbrand, vervolgde ilc. - Het
beteekent op zichzelf niet veel. maar als ik er mij van wil
bedienen, dan is bet voldoende om u naar den galg- te bren
gen Zonder nog te spreken van den g-elieimen afg-rond,
die zich bij de herberg bevindt; van bet lijk van een
reizig-er
Houdt opriep de vader met verstikte stem. die
weinig overeenkomst had met den toon, dien hij tot dus
verre gevoerd had. Werp dien vervloekten ring het raam
uit, en ik beloof u, uw wenscb op te volgen en over alles
te zwijgen. Zoo dom ben ik niet
Maar ik ook niet, antwoordde ik, en stak den
ring weer bij mij. Zoolang dit voorwerp in mijn bezit
is, zonder te spreken van de feiten die hier in dit huis
zijn voorgevallen, haug-t uw leven aan een draadje, dat ik
in mijne handen heb. Mijnheer Blake, die hier aanwezig
is, heeft ook eenig-e uren bij u doorgebracht; hij kent den
afgrond en als hij ontsnapt is
- Waarom spreekt gij niet, vader? riep de zoon,
doodsbleek van angst. Als zij willen dat wij zwijgen,
laten zij het dan zeggen en ophouden ons aan dingen te
herinneren, die
Het is inderdaad genoegviel Gryce hem in de
rede. Ziehier onze laatste voorwaarden gij zult naar de
gevangenis terugkeeren om uw straftijd uit te dienen, dat
zijn wij overeengekomen maar als gij u goed gedraagt,
en niet spreekt van uw bloedverwantschap met de vrouw
van dezen mijnheer, dan zal er maandelijks eene som gelds
in de bank gestort worden, die men met de intresten zal
uitbetalen, als g-ij weer vrij zijt. Gij stemt er in toe, niet
waar vroeg- hij terwijl hij zich tot Blake
wendde
Deze knikte van ja
Maar, vervolgde mijn chef, terwijl het scheen,
alsof hij den blik niet bemerkte die tusschen vader en zoon
gewisseld werd, maar als wij vernemen dat gij uwe be
lofte verbroken hebt, of maar zelfs den naam «mevrouw
Blake uitspreekt, zult gij niet alleen uw geld niet hebben,
maar dan zullen wij alle moorden en diefstallen, die gij