gen is gelegd, moet worden opgeheven
en veroordeelde de maatschappij in de
kosten. Het vonnis werd echter niet
openlijk uitgesproken, daar beide par
tijen verklaarden eene dading te hebben
getroffen, waarbij aile geschillen uit den
weg zijn geruimd. Volgens de dading
blijven de voorheen gesloten overeenkom
sten van kracht en neemt dr. Mezger
weer voorgoed het opperbestuur van de
badinrichting op zich. 01 er nu een ter
mijn bij is bepaald, dan wel of hij zich
vrijheid van opzegging uitdrukkelijk heeft
voorbehouden, wordt niet gemeld.
Woensdag is in het gebouw
„Stroucken" te Amsterdam de 103e
algemeene vergadering gehouden vau de
Maatschappij tot Nut vau 't Algemeen.
De heer prof. mr. G. A. van Hamel,
door het hoofdbestuur uit zijn midden
tot voorzitter benoemd, opende de ver
gadering met eene rede, waarin hij in
den aanvang het echt hollandsche
schetste van de groepen en kringen, daar
vertegenwoordigdde degelijkheid en
taaiheid de rustigheid en doorzettings
kracht, de warmte waarmede de belangen
van zooveel kleine kringen deelen
van het groote geheel werden voor
gestaan. Een beeld der tegenstelling
noemde spr. het eeuwfeest der revolutie,
dat dit jaar over onze zuidelijke grenzen
wordt gevierd. Spr. schetst; de invloeden
en gevolgen di t revolutie als zegenrijk
en goed. Nochtans wilde hij „niet blind
zijn voor de feiten en wel erkennen, dat
menige zegenaanbrengende wereldher
vorming niet als een bekoorlijke
Aphrodite uit het spattend schuim der
blauwe zee, maar uit bloed en tranen
oprees'7.
Sommige kondigen nog vóór het einde
dezer eeuw een „sociale revolutie" aan
een edel, te vroeg ontslapen staatsman
te onzent voorspelde he: in zijn „herziet
u zei ven" en die voorspelling werd nage
praat, door velen met lichtvaardige on
verschilligheid met duivelsch cynisme.
Spr. protesteert tegen het gelooven
aan de noodwendigheid van revolutiën.
Die van de 18de eeuw heeft de wapens
voor den strijd der geesten voor goed
en onder allen rondgedeeld. Het voordeel
is nu juist daarin gelegen, dat de over
winningen slechts zelden die zijn van
ócn onvoorbereiden dag, te meer voo -
deelig in het groote verkeer van saam-
gevlochten belangen.
Yoor wie in den strijd der geesten
eerlijke wapenen kiezen en met noeste
vlijt ze smeden en scherpen wil, staan
de arsenalen en werkplaatsen wijd open.
Het licht der openbaarheid schijnt aan
alle kanten vrij is het woord, vrij de
pers, en in de Volksvertegenwoordiging,
door een breeden zoom van burgers ge
kozen, beraadslagend ten aanhoore van
het geheele volk, vindt een mengeling
van geestesrichtingen, van inzichten, be
langen en behoeften ver hoorbaren
weerklank.
De groote kracht der geesten ligt
daarin, om der onwaarheid het vizier
van het gelaat te rukken en de waarheid
er tegenover te stellen de misleide
massa's duidelijk voor te lichtenzelf
het voorbeeld te blijven geven van rid
derlijkheid en goeden toon, degelijkheid
en diepte van studie en onderzoek, on
kreukbare rechtvaardigheid over daden
en instellingen zonder aanzien des per-
SOODS.
„In dien strijd der geesten gaat deze
maatschappij voor. Uit den drang der
denkbeelden van het einde der 18e eeuw
geboren, koos zij al dadelijk de middelen
des vredes. Daarin ligt haar goeden
naam. Nog sticht of steunt zij scholen
en volksboekerijenzij richt haar blik
op de opvoedende kracht van het onder
wijs in handenarbeid en de professioneel e
bekwaamheid van den werkman. Zij
zorgt voor volksgeschriften en voor
drachten over sociale vraagstukken. Zij
is bovenal overtuigd, dat, ter blootleg
ging van maatschappelijke kwalen, feiten
spreken en heeft in die richting reeds
veel in gang gezet.
„Veel blijft haar nog te doen over en
veler medewerking behoeft zij, opdat zij
vermoge, wat zij zou willen. Zoo kan
zij de bondgenoote zijn van allen, die,
zij het onder andere veldteekenen en
kleuren, donzeifden edelen en eerlijken
strijd der geesten aanvaardden, waarbij,
te midden van het krijgsgewoel, nog
altijd de kreet: Pax Vobiscum (vrede
zij met u) kan weerklinken."
Na het uitspreken dezer rede, die aan
het slot levendig werd toegejuicht, werd
door het hoofdbestuur verslag uitgebracht
aangaande den staat der maa schappij en
zijn verrichtingen gedurende het afge-
loopen jaar. Wij ontleenen daaraan het
volgende
Blijkens de tot 1 Juni ontvangen op
gaven van .ie departementen zal het
aantal leden der maatschappij aan het
einde van dit dienstjaar bedragen on
geveer 16000 leden en begunstigers en
370 eereleden.
De periodiek aftredende leden van het
hoo dbestuur, mr. J. T. Buys te Leiden
i-n dr. H. C. Rogge te Amsterdam,
werden vervangen door de heeren dr.
W. Pleyte te Leiden en mr. W. H. K.
Mouthaan te Amsterdam. In plaats van
mr. J. P. Moltzer, die als lid bedankte,
werd aangewezen dr. J. Zeeman, te
Amsterdam.
Tot voorzitter, in plaats van den beer
A. C. Wertbeim, werd door het hoofd
bestuur uit zijn midden aangewezen de
heer mr. G. A. van Hamel
Blijkens den uitslag der gehouden
verkiezing, zullen met den aanvang van
het nieuwe dienstjaar ais leden van het
hoofdbestuur optreden in plaats van
de alsdan aftredende leden W. F. Loman
te Amsterdam en mr. K. M. G. de
Meijier te Arnhem de heeren mr.
H. J. Kist te Amsterdam en mr. C. II.
B. Boot te Rotterdam.
Uit de aan de departementen toege
zonden rekening en verantwoording over
188788 blijktdat de toestand der
financiën betrekkelijk gunstig is te
noemen.
Aangaande het batig saldo vau de re
kening der vroeger voorgenomen stich
ting eener kweekschool voor bewaar-
schoolbouderessen, kan thans worden me
degedeeld, dat dit, dank zij de gunstige
beschikking van velen, die hunne giften
niet. hebben terugverlangd, maar deze ter
vrije beschikking van de Maatschappij
hebben gelaten, f 3025.45 bedraagt. Aan
dit bedrag zal eerlang eene vaste bestem
ming gegeven worden.
De Commissie van onderzoek naar het
geen in verschillende gemeenten des
lands ter verkrijging van verbeterde ar
beiderswoningen is geschied, ging in het
afgeloopen jaar voort met het verzame
len van bouwstoffen voor haar rapport.
Zij hoopt hare taak in den loop van het
volgend dienstjaar ten einde te brengen.
In den loop van het volgende dienst
jaar kan ook worden tegemoet gezien het
verslag der Commissie van onderzoek
naar den toestand der zieken- en begra
fenisfondsen in ons land.
De heer mr, A. Kerdijk, te 's Hage,
die zich welwillend heeft belast met het
onderzoek betreffende de vraag, in hoe
ver, in verband met de toestanden in den
vreemde, regeling van het leerlingwezen
voor ons land aanbeveling verdient, is
bezig dit onderzoek in te stellen.
Van de machtiging door de algemeene
vergadering van het vorige jaar aan het
hoofdbestuur verleend, om 150 voordrach
ten te doen houden door sprekers, daar
toe door het hoofdbestuur uit te noodigen
en handelende over onderwerpen, welke
in verband staan met het streven der
Maatschappij, werd door de departe
menten een zoo ruim mogelijk gebruik
gemaakt. In den afgeloopen winter kon
aan 150 ingekomen aanvragen voldaan
worden.
Hoezeer niet zonder moeite, is het
hoofdbestuur toch gelukkig geslaagd in
het uitgeven van eenige kleine geschrif
ten ter levering aan en ter verspreiding
door de departementen. Uitgegeven zijn
„Een kijkje in Java", door A. Weru-
méus Buning; „Kindervoeding, Kinder
verzorging en Kindersterfte in het eerste
levensjaar," door dr. B. Stephan: „Het
water uit een oogpunt van gezondheid",
door dr. B. v. d. Meulen en „Een en
ander over sommige voedingsmiddelen en
hunne vervalschingen", door dr. P. F.
van Hamel Roos. Van deze geschriften,
waarvan het laatste eerst onlangs is ver
schenen, werden tot dusver gezamenlijk
verspreid door de departementen 36838,
buiten de departementen 6554in 't ge
heel dus 43392 exemplaren.
Met nog twee geschriften, een over
de „strekking der fransche omwenteling",
door mr. J. D. Veegens, en een en an
der over „handenarbeid als opvoedings
middel". naar bet deensch bewerkt door
mej. C. J. Prins en met een voorwoord
van den heer F. W. van Eeden, welke
nog in dit jaar zullen verschijnen, zal
het gewenschte zestal in het dienstjaar
188889 zijn uitgegeven.
De Commissie tot het in 't leven roe
pen van oordeelkundig georganiseerde
wedstrijden tusschen handwerkslieden en
tusschen leerlingen, heeft een schema
ontworpen betreffende de organisatie van
tentoonstellingen en zal weldra gereed
ziju om aanwijzingen te doen omtrent
de wijze, waarop bedoelde wedstrijden in
den vorm van tentoonstellingen, zooals
deze o. a. reeds vanwege -enige depar
tementen gehouden werden, behooreu te
worden ingericht.
De tweede zitting van het Nut werd
Donderdag door prof. Van Hamel ge
opend met een bizouder voorstel. Ver
leden jaar heeft nl. het departement
Werkendam zijn 50-jarig bestaan ge
vierd. De oprichter, en jaren lang de
secretaris van dat dep., tevens stichter
der volksbibliotheek en bestuurder der
spaarbank aldaar, de heer J. Blok, meer
dan 80 jaren oud, was op de vergade
ring aanwezig en het hoofdbestuur
wenschte hem tot lid van verdienste te
benoemen een titel niet alleen besterad
voor bizondere openbare daden maar
meer nog een belooning voor stillen, be
scheiden, volhardenden arbeid als die
van den heer Blok (luid applaus).
Bij acclamatie wordt de benoeming
bekrachtigd en de benoemde naar de
voorste rij geroepenalwaar hij het
voorwerp is van een luide ovatie. De
voorzitter wenschte hem geluk en noemt
den heer Blok een voorbeeld voor velen
en verzekert hem, dat zijn naam bij het
„Nut" steeds in eere gehouden zal wor
den. (Luid applaus).
De heer Blok dankt het hoofdbestuur
en de geheele vergadering voor de ont
vangen onderscheiding. Hij heeft veel
aan het „Nut," welks geschriften hem
een bron van leering waren, te danken
en hoopt, dat allen, jong en oud, nun
krachten aan het „Nut" zullen blijven
wijden. (Stormachtige toejuiching).
De gewone werkzaamheden worden
daarop hervat. Het kiescollege stelt de
volgende dubbeltallen voor, ter aanwij
zing van de twee leden der financiëclo
commissie: Den Haag, Dordrecht, Arn
hem en Middelburg.
Na enkele huishoudelijke mededeelin-
gen (waaronder een dankbetuiging van
de Kweekschool te Leiden voor het ver
leend subsidie) komen tegelijk de voor
stellen
1. Van het Depart. Hindeloopenom
het hoofdbestuur uit te noodigen, voor
zoover de bedoelingen der Regeering met
de herziening der wet op het lager on
derwijs in strijd mochten zijn, met de
richting door de Maatsch. steeds voor
gestaan en bevorderd, daartegen bij de
vertegenwoordiging een krachtig pro
test te doen hooren en desgevorderd te
dezer zake en ter bekwamer tijd gebruik
te maken van zijn bevoegdheid bij art.
38 der wet van de Maatsch. verleend,
(buitengewone alg. vergadering.)
2. Van het Depart. Arumom het
hoofdbestuur uit te noodigen bij de hoogc
Regeering krachtig aan tc dringen op
een spoedige invoering van leerplicht.
3. Van het Depart. Winschoten van
gelijke strekking als 't vorige, in behan
deling, waarbij het voorstel van het
hoofdbestuur, vervat in de bekende cir
culaire, strekkende om uitvoerig de grie
ven en wenschen aan de Staten-Generaal
kenbaar te makenals amendement
wordt beschouwd en mede in discussie
kom
Hindeloopen zet kortelijk zijn voorstel
uiteen, verklaart het wetsontwerp onaan
nemelijk en handhaaft zijn voorstel on
danks «ie vereeniging met het praeadvies
van het hoo dbestuur, om nog meer
kracht aan het protest bij te zetten, op
dat het ontwerp nooit wet worde, (Ap
plaus).
Arum verdedigt zijn voorstel, maar
verklaart dat leerplicht niet van deze
wet afhankelijk is; leerplicht is op zich
zelf geen partijkwestie en onafhankelijk
van elke onderwijswet. Men moet bij de
Regeering op leerplicht blijven aan
dringen.
Winschoten sluit zich bij dit betoog
aan, ter verdediging van zijn eigen voor
stel.
Purmerend wijst er op dat voor de
openbare school de voorwaarde van
schoolgeldheffing wordt gesteld en voor
de bizondere school niet. Dit is onbillijk.
Voorts wil dit departement aandringen
op het behoud van de handwerken als
examenvak voor de onderwijzeressen.
's Hertogenbosch acht de kwestie van
het subsidie voor het bizonder onderwijs,
welke het hoofdbestuur ecarteert, van
overwegend belang en als zeker liggend
op den weg der Maatschappij, die van
haar standpunt, wegens den nadeeligen
invloed van subsidie te verwachten, de
vraag der wenschelijkheid ontkennend
moet beantwoorden. (Applaus).
Nadat Hindelopen zijn voorstel naar
den actueelen toestaud bad gewijzigd en
ha i opgevat in dien zin, dat bij aanne
ming het hoofdbestuur van het Nut werd
gemachtigd in den geest der -edane
voorstellen zich tot de Staten-Generaal
te wenden, in welken geest liet hoofd
bestuur ook de voorstellen van Arum
en Winschoten opvat, ui. als een mach
tiging om aan te dringen op leerplicht,
allereerst bij de aanhangige wet en
desgevorderd onafhankelijk daarvan, wor
den de gezamenlijke voorstellen bij accla
matie aangenomen.
Het voorstel van het depart. Bedum
otn art. 2 en art. 5 al. 3 der wet vau
de Maatschappij te schrappen (uitsluiting
van godsdienst en politiek) vond krach
tige bestrijding door Nijmegen, dat het
voorstel in strijd vond met het verleden
en de beginselen van het Nut en met
het verheven doel van den stichter Jan
Nieuwenhuizen in het Nut blijve plaats
voor allen aau hen die niet willen
binnenkomen zij de schuld voor de schade,
die zij zichzelf berokkenen. Nadat door
een lid op de godsdienstige geschriften
der maatschappij was gewezen ten be
wijze van niet-absolute neutraliteit, acht
het hoo dbestuur (mr. Mouthaan) in
aansluiting bij Nijmegen, een tusschen-
tijdschen wetsherziening door de om
standigheden niet gewettigd. De maat
schappij blijve het volksgeluk bevorderen,
onafhankelijk van eenige partij, en steun
aanvaardende van wie het goede wil.
Nadat Heeren veen het voorstel voor zeer
illiberaal had verklaard, werd het bij
acclamatie verworpen.
4. Van hot hoofdbestuur: om der.
jaarlijksehen post van f 250 (sedert 1871
toegestaan) voor plaatselijke wedstrijden
tusschen handwerklieden in te trekken.
Aangenomen.
5. Van het hoofdbestuur: om £500
voor dit jaar toe te staan voor uitbrei
ding der verzamelingen van het nederl.
schoolmuseum.
De financieele commissie ondersteunt
het voorstel-Nijmegen, bestrijdt op grond
van de afwijzing van het subsidie voor
de rotterdamsche industrieschool het
voorstel. Namens het hoofdbestuur ver
dedigt de heer Mouthaan het voorstel.
Het museum is geen instelling van plaat
selijk belang, maar van algemeen belang.
Harlingen vraagt nadere opheldering
omtrent de schijnbare inconsequentie van
het hoofdbestuur, waarop Nijmegen wees.
Nijmegen waarschuwt nader voor de ge
volgen; begint men hiermee, dan is er
geen einde aan dergelijke subsidies. Mr.
Mouthaan (hoofdbestuur), ontkent de in
consequentie, het geldt hier de eenige
centrale instelling van dien aard in Ne
derland, terwijl er vele industriescholen
zijn en het sub idie niet voor het gewoon
onderhoud, maar voor buitengewone aau-
vulling van de verzamelingen moet die
nen. Het voorstel is daarna bij acclama
tie aangenomen.
6. Van het Depart. Elburg: om ge
durende vijf jaren f 2000 per jaar sub
sidie toe te kennen aan de kweekschool
voor bewaarschoolhouderessen te Leiden.
Gewijzigd: drie in plaats van 5 jaar.
Het hoofdbestuur" stelt voor drie jaren
f 1000 toe te staan, wat door de financi
eele commissie wordt ondersteund vooral
omdat die som is te vinden uit het over
schot van f 3025 van den verkoop van
het huis voor de kweekschool te Utrecht.
Namens het hoofdbestuur deelt de heer
Veltman mede, dat de leidsche kweek
school slechts f 1000 vraagt. Leiden ver
dedigt nochtans het voorstel van Elburg.
Het voorstel van het hoofdbestuur wordt
bij acclamatie aangenomen.
Het voorstel van het Depart. Harlin
gen 500 beschikbaar te stellen voor
een onderzoek naar een verbeterde wijze
vau stemming in de algemeene vergade
ring, wordt door de fiuaneiëele commis
sie en het hoofdbestuur (dr. Zaayer) be
streden. Alleen wil het hoofdbestuur
onderzoeken, of een verbetering in de
wijze van stemmen mogelijk is; aldus
vereenvoudigd wordt het voorstel bij ac
clamatie aangenomen.
Een voorstel van Arum, om het hoofd
bestuur uit te noodigen bij de Regeering
aan te dringen op de invoering van een
wet op het voorbereidend ouderwijs,wordt
door het Dep. toegelicht, als dienende
ter wille van dc eenheid der methodes
van bewaarschool onderwijs en van de
aansluiting aan het L. O. 's Hertogen
bosch stelt voor er bij te voegen „ter
gelegener tijd", daar het oogenblik om
te adresseeren nog niet gekomen is.
Dit amend, wordt door Arum en door
het hoofdbestuur overgenomen en daarna
het voorstel aangenomen.
De agenda is hiermede afgeloopen.
Rotterdam brengt hulde aan het hoofd
bestuur voor de welgeslaagde pogingen
tot i.itgifte van volksgeschriften. Reeds
nu zijn ten getale va i 40.000 exempla
ren verspreid. Ilet depart, wenscht dat
voortgegaan worde op dezen weg.
Venier dankt de voorzitter voor de
uitnemende leiding (applaus), waarop
prof. Van Hamel dankt voor den onder
vonden steun, en zijn dank brengt aan
allen die in het afgeloopen jaar voor het
doel van het Nut hebben gearbeid De
vergadering wordt daarna gesloten.
Te Oost er beek (gem. Renkum)
is Woensdagochtend een villa, toebehoo-
rende aan den heer W. F. Engelschman
te Amsterdam, eene prooi der vlammen
geworden. Men denkt aan kwaadwillig
heid, daar het gebouw on' ewoond was.
Door de politie is reeds ecu onderzoek
ingesteld.
Uit Teasel wordt gemeld:
Onder de kwallen in zee komt ook
eene zekere soort voor, die vergil tig
schijnt te zijn. Een dertienjarige knaap
kwam Woensdag, bij het zwemmen, in
aanraking met zulk een dier. Terstond
voelde de jongen eene brandende pijn,
welke eenige uren achtereen vooriduurde.
Eerst na eenige malen met carbolzuur
de pijnlijke plaatsen te hebbengewassclien,
kwam er verbetering.
Het ongeval heeft geene nadeelige
sporen achtergelaten.
Zij, die onderstellen dat de
politie niet ijverig zoekt naar de mannen
vaD de roode vlag op den haagseken to
ren, kunnen zich geruststellen. De kaag-
sche correspondent der Arnh. Crt. toch
meldt, dat „niet alleen bij alle manufac-
tuurhandelaars in Den Haag en omge
ving is rondgegaan met een staaltje van
de clandestienelijk uitgestoken roode vlag,
om aldus te ontdekken, waar en door
wie het uitermate gewoon rood katoen,
een allernormaalst handelsartikel, kon ge
kocht zijn, maar zelfs een lapje van het
ding gezonden is naar de Polytechnische
School te Delft, om te onderzoeken of
door eene scheikundige analyse niet eenige
geheime en bizondere eigenaardigheden
van de stof konden worden aau den dag
gebracht, die tot ontdekking van den
uitsteker zouden kunnen leiden."
„Nu is 't waar, voegt de corres
pondent er bij, - dat men in politieza
ken nooit weten kan „hoe eene koe een
haas kan vangen," zooals het spreek
woord zégt, en de londensehe detectives
bewijzen telkens, hoeveel gewicht oogen-
schijnlijke nietigheden bij eene politie-
instructie hebben, maar deze finesse van
zijn jaszak en begon zijne reisdeken op te vouwen.
Wij zijn te Brackley, zeide bij koelbloedig. Hier
stap ik er uit
Mijnheer Bourchier, zeide zijn reisgenoot op ern-
stigen toon, morgen ziet gij mij weer en zullen wij
verder over de zaak spreken
Ik zie er het nut niet van in.
Ik behoef niet onvriendelijk te zijn, als ik dat kan
verhinderen, mijnheer
Een glimlach speelde om de lippen van mijnheer Bour
chier. sJemand die u uw huis en goed komt ontnemen is
zelden een vriend. De trein stond bijna reeds stil. Mijnheer
Bourchier stond op met eene zonderlinge uitdrukking in
zijne oogen en hij zeide met onvaste stem:
Ik zal u afwachten Kom wat vroeg. Waar zult gij
overnachten
Ik wilde naar Longmere gaan.
Gij deedt beter met naar Redton te gaan. Dat is dicht
bij mijn landgoed. Er is daar een goed logement.
Hoe ver is dat hier vandaan?
Ongeveer zes mijlen: als gij het wilt zal ik er u laten
heenrijden.
Nu zeer gaarne! Dat noem ik vriendelijk. Ik denk
wel, dat alles terecht zal komen, mijnheer Bourchier,
om zijn goeden wil te toonen, strekte de spreker zijne
breede hand uit.
Philip Bourchier plaatste er zijne vingertoppen in, maar
trok ze haastig terug, daar een spoorwegbeambte het por
tier opende en boog, toen de groote man uitsteeg.
Zijn medereiziger volgde. Ik ben in de verkeerde
coupé gestapt zeide hij, in antwoord op denvragenden
blik, hier is eene shilling, gij kunt de rest houden.
Vervolgens zocht hij zijn handkoffertje
Een sierlijk uitgedoste groom wachtte met paard en rij
tuig* mijnheer Bourchier aan het station af Als zij 's avonds
reden zat de groom gewoonlijk naast zijn meester, want
dan liep het rijtuig sneller.
Ga maar achterop zitten, William, zeide mijnheer
Bourchier. Ik heb iemand beloofd hem naar Redton te
rijden, voegde hij er bij, ofschoon hij gewoonlijk geen
verklaringen gaf van zijne bevelen
De vreemdeling trad naderbij.
- Gij kunt meegaan zeide mijnheer Bourchier, met
dien toon in zijne stem, welke sommige menschen aanne
men. als zij tot hunne minderen spreken.
De man gehoorzaamde; William, de rijknecht vierde de
teugels en het rijtuig rolde vlug voort over den weg, den
weg naar Redton. De lampen van het rijtuig brandden,
want ofschoon de maan scheen, was het op sommige
plaatsen zeer duister.
HOOFDSTUK II.
VAN UIT TWEE OOGPUNTEN BEKEKEN.
De zes mijlen lange weg tusschen Brackley en Redton
is zeer schilderachtig, maar op de helling zeer lastig Als
gij er langs rijdt, en nu en dan op een van de hoogste
punten stil houdt, dan bestormen u tweeërlei gewaarwor
dingen bewondering voor het schoone gezicht op West-
shire en medelijden met uw paard. Dat arme dier, met
oogkleppen voorzien is niet in staat in uwe bewondering
te deelen. en hoopt slechts dat uw medelijden hem den
tijd zal schenken, weer op adem te komen
Het is een vreeselijke weg*, nauwelijks hebt gij van af
Brackley een eindje gereden of het op- en neergaan begint.
Als gij niet van een heuvel afdaalt, dan bestijgt gij er
een, en de moeilijkste heuvel is zoowat halverwege en heet
de Steepsides, maar is hij hen, die hem beklommen heb
ben, meer bekend onder den naam van den -Blaasbalg*.,
een eigenaardigen naam, die geen verklaring behoeft.
Wordt vervolgd.)