TWEEDE BLAD UIT INSULINDE. De Wraak van een Onstersehe. Hl N N K N I N I). Iwan de Verschrikkelijke en zijn hond. BBHOOHENDB BIJ HAARLEM'S DAGBLAD Maandag 8 Juli 1888. Het was op een schoonen morgen in de maand Juli van 't jaar 18 De zon der tropische gewesten was glorievol aan de oosterkimme opge komen en Btatig steeg zij, omgeven van een oogverblindenden glans, aan een heldemlauwen hemel. De iudi- sche natuur in al haar pracht en heerlijkheid was uit haren slaap ontwaakt; ia een eenvoudig maar schitterend ochtendgewaad trad zij thans te voorschijn en duizenden woudzangstertjes begroetten met hun galmend lied de komst van de vor stin des daags, die met zeker wel gevallen op 't aardrijk nederzag, waar haar betooverende blik allee had doen ontwaken en als 't ware met een nieuw friech leven bezield, voor wier vroolijke verschijning de sombere Nacht had plaats gemaakt en in wier glansrijk, gloedvol licht alle schaduwen zich hadden opge lost. Het was acht uur. Een ongemeene bedrijvigheid heerschte in de straten van Sama- raug; chineesche marskramers met hun eigenaardig klinkende klontongs, Klingaleezen met hun trommels voor zien van alle mogelijke zaken tot zeits vleeschblikjes en harmonika'i toe, drankverkoopers met hun groote waterkruiken, wisselaars, vrouwen met inlandsche kleedingstukken, in 't kort, allerlei slag van menschen, van de voornaamste tot de geringste, zag men op dit vroege uur zich be geven naar den pasar.Plotseling werd de stroom in zijn voortgang gestremd door een groepje matrozen, dat zich uit de dichte menschenmassa terug trok en zich schaarde voor een groot, fraai bswerkt ijzeren hek, waardoor toegang werd verleend tot een uit- gestrekten schoon aangelegden tuin, die een in sierlijken stijl opgetrok ken villa van den samarangschen straatweg afscheidde. Hier, in dezen tuin, die in een waar lusthof scheen herschapen, klonk een heerlijk, hartroerend lied, dat nu eens heel in de verte weg stierf, dan weder zacht ruischend door 't gebladerte der boomen scheen te naderen. Onovertreffelijk schoen stegen da klanken op in de reine atmosfeer als een lofzang, en met onwederstaanbare kracht kotenden zij den toehoorder, wie hij ook zijn mocht, aan de plek vast, waar hem de reine engelenstem in hare gol vingen trof. Eensklaps echter staakte de zangeres haa- lied, vlug en be vallig als een hinde verscheen uit een heerlijk prieeltje van bloeiende jasmijnen een slanke maagdenge stalte. Eventjes maar zag zij om naar 't groote hek, waar Janmaat de schoone Indische met handge klap begroette, liet een schaterlach hooren en ijlde toen weg, in de richting van het landhuis, waar zij spoedig verdween. Het lustige zee volkje volgde weder de beweging van den stroom en een oogenblik daarna weergalmden in den tuin slechts de tjilpende tonen van eenige zwartgevederde vogeltjes, die zich in den heerlijken zonneschijn ver lustigden. Eeuige uren na 't bovenstaande zag men een jonge dame in licht blauw gewaad voor het welbekende hek, met een fikschen ruk draaide zij den knop om en terwijl de ele gante parasol werd gesloten, volgde zij 't pad, dat al slingerend naar de villa liep. Nu klonk het heftig geblaf van twee waakhonden en te gelijkertijd trad een inlandsche be diende te voorschijn met een stof doek over den schouder. Eerbiedig bleef hij op een afstand staan. Nonna Line di roemah vroeg de nieuwaangekomene, terwijl zij de parasol in een hoek der voorgalerij plaatste en zich behagelijk in een schommelstoel neervleide. - Saja klonk 't half teemend uit den mond van den jongen, die zijn stofdoek in de hand nam en verdween om Nonna te waarschuwen. Deze liet niet lang op zich wachten en met een opgewekt good mor ning begroette zij den juffer in 't blauw, die onmiddellijk opstond en Line een fermen klapzoen gaf. En nu beu ik zeer benieuwd naar den afloop van je hoogst be langrijke onderzoekingen, Sophie begon Line met een zeer ernstig gezicht, terwijl zij zich naast haar vriendin nederzette. Zitten wij hier veilig. Line? Volkomen veilig, Sophie, doch als je prefereert op mijn kamer te gaan, zon dat nog veiliger ziju. Uitstekend, Line, dergelijk za ken, zooals wij thans te behandelen hebuen, eischen de striktste geheim houding en de grootste voorzich tigheid. 't Is zoo Sophie! De beide meisjes stonden op en richtten hare schreden naar een lange gang. Ik zal je maar voorgaan, Sa phie, sprak de oostersche, wij zijn er spoedig. Eenige oogenblikken daarna hoor de men 't geknars der scharnieren en een groote deur sprong open. Après vous, ma chère, her nam Line, terwijl zij den sleutel uit 't slot trok en de deur van binnen sloot zie zoo, nu zitten wij hier zoo veilig, als een ridder op zijn burcht. Ga zitten, Sophie. Sophie voldeed aan den wensch van haar vriendin en nam in een gemakkelijke sofa plaats. Zij stak de rechterhand in den zak, haaide er „en kanten zakdoek uit, bracht dien eenige malen aan den neus en sprak en nu, Line, zal ik je 't een en ander mededeelen, wat ik alzoo ben te weten gekomen. In de eerste plaats dan mijn beste, de vreeselijke waar heid, dat Frits werkelijk geënga geerd ia! Geëngageerd, stamelde Line, terwijl zij zoo koud werd als ijs en haar twee rijen hagelwitte tanden klapperden. Annette Schuier, vervolgde Sophie, heett hen gisteren avond gezien op den Bodjongschen weg! O God, sprak Line, terwijl de stem haar in de keel schokte en haar lichaam trilde als een aange •lagen snaar hoe laat waa dat, Sophie. Ongeveer half negen! Genadige hemel! riep de ooatersche uit, terwijl zij in een he vig snikken uitbarstte. Niet weenen, Line sprak Sophie, terwijl zij 't hoofd van haar vriendin ondersteunde niet wee nen, mijn kind, hij is 't niet waard, dat een onschuldig meisje om hem weent! 't Is haast onbegrijpelijk, neen 't is onmogelijk, ging Line snik kend voort, terwijl zij een portret uit haar boezem te voorschijn haalde en 't strak aanzag, dat oprecht en goedig gezicht; geen enkele trek, die laagheid verraadt. Och, Sophie, 't is onmogelijk Annette kan zich vergist hebben. Zij heeft zich niet vergist, Line, zij heeft Frits je naam hoo ren uitspreken en daarop hooren zeggendat schepsel Line zweeg, doch men kon 't haar aanzien, dat zij een hevigen inner - lijken strijd te voeren had. Hij, die haar nog geen volle vier en twin tig uren geleden trouw en liefde gezworen had, diezelfde zou haar trouweloos geworden ziju? 't Was duivelen werk! En als je 't bewijs wil heb ben, beste Line, ben ik in staat je hst nog op 't oogenblik te geven! Dat is een valsch bewijs, So phie! Zal je dat durven volhouden, Line, als je een brief van hem ziet met zijn eigen handteekening? Dan is de duivel in hem ge varen, sprak Line, terwijl haar blikken van haat en woede begon nen te flikkeren, wee de duivelin, die in menschengedaante hem ver leid heeft, haar adem zal van haar worden weggenomen! Weet dan, mijn beste, ging Sophie voort, toen Line had uitgesproken, dat onze baboe Mint een zuster is van Frits' be diende Sidin. Sidin brengt altijd de brieven van Frits weg naar de post. Nu heb ik, 't heeft wei een aardig duitje gekost O ik zal je onmiddellijk bedrag uitbetalen, Sophiel sprak Line, terwijl zij, de spreekster in de rede vallend, fluks opstond en den sleutel vau naar secretaire nam. Blijf zitten, Line, ik wil'tmet terug hebben, blijf zitten, anders stap ik ook op. Line nam weder plaats en luis terde aandachtig. Ik heb dar, vervolgde Sophie, Sidio omgekocht alle brie ven van Frits mij te laten zien. vóór hij ze naar de post bracht en nu zag ik gisteren dezen brief, zie daar! Line nam bevend den brief aan en terwijl groote tranen haar langs de wangen biggelden, las zij daar Aan Mej. Hermine Vogels, Soerakarta. Helaas! zuchtte de ooster sche, ik ben in de strikken geval len van een bedrieger, mag ik de brief openen, Sophie? Dat recht behoud ik mij voor, de brief is miju eigendom, ik zal je hem voorlezen. Wee de duivelin, mompelde Line, wee haar, die gelijk de lis tige slang hem heeft verleid, haar adem zal haar ontnomen worden! Sophie kreeg een rilling. Spoe dig had zij 't couvert opengesneden en las toen op luiden toon: S&marang 6 Juli 18.. Lieve beste Hermine! O God I gilde Line, terwijl zij zich aan de sofa vasthield, o ge nadige Godl Toen begon zij hevig te weenen. Kom Line, sprak Sophie, ween niet, mijn kind, als wij ver raden worden is de zaak bedorven, ik moet den brief wegstoppen en jij leeft in de pijnlijke onzekerheid, kom, niet kinderachtig wezen, hé? De oostersche staakte haar ge schrei. Sophie ging voort. Lieve beste Hermine! Ofschoon ik 't razend druk heb op 't kantoor, wil ik toch eenige oogenblikken afzonderen om met mijn engeliD, zij 't dan ook in ge dachten, bezig te zijn. Aanvaard, lieve, nogmaals de plechtige en hei lige verzekering, dat er tusschen Line Rademan en mij niets aan is en dat op dat punt je volstrekt niet ongerust behoefi te zijn. Zij is de dochter van een ooster- schen Nabob, dien ik tot in 't diepst van mijn ziel haat en veracht. Ik heb je eenmaal trouw gezworen en... Genoeg Sophie, sprak Line, genoeg, ik wil niets meer hooren Sophie zweeg en zag haar vrien din aan: 't is mij wel, Line, ik heb den brief voorgelezen, niet om je te pijeigen, maar slechts, om je een overtuigend bewijs te geven van de waarheid mijner woorden. Duizendmaal dank, Sophie, duizendmaal dank, snikte Line, terwijl zij haar vriendin om den hals viel en haar met tranen be sproeid gelaat aan dat van Sophie bracht. Geen dank, Line, als vriendin ben ik verplicht je te waarschuwen voor elk naderend onheil. Kom, laten wii geen tijd verliezen, beste meid, dadelijk de pen ter hand ge nomen en den lagen mensch afge schreven Och, Sophie, 't valt mij zoo hard, o God, ik zal de smart niet doorstaan, ik wil hem nog een maal spreken, Sophie, ik wil I Onmogelijk, Line O, moet ik dan zóó van hem scheiden, Sophiel Wil je den kans loopen den bons te ontvangen van hem, een eenvoudigen klerk? Juist, Sophie, omdat hij zoo eenvoudig is, heb ik hem altijd zoo lief gehad en heb hem nog.... Line, 't is mij volmaakt het zelfde, wat je doet, maar als jij je eer zoo maar te grabbelen gooit en ziende blind wilt zijn, ga ik heen. Ga, Sophie! Sophie verbleekte, haalde nog eens den brief te voorschijn, alsof ze nog maals een doorn in 't gewonde hart wilde steken, zette haar hoed recht en stoud op. Neen, blijf, biijf, riep Line eensklaps uit, blijf zitten, ver geef het mij, ik zal alles doen wat je wil, is 't zoo goed. my darling? Heeft 't je ooit berouwd, mijn raad opgevolgd te hebben, L'.ne. Maar 't loopt tegen 12 uur en dus voortmaken, allereerst je lieve Frits afschrijven. Hoe moet ik dien brief inrich ten, Sophie? even een voor j« Ik zal er opstellen, Line. Er volgde een stilte van eenige minuten. Zie zoo, sprak Sophie, na nogmaals den brief goed nagelezen te hebben, schrijf hem nu maar zoo spoedig mogelijk af. Met bevende hand ging de pen over 't papier. Bedaard maar aan, Line! Je vordert van mij 't onmo gelijke; kan een prauw stil liggen te midden van een stormachtige zee? Dat is ook zoo, Line, schrijf dan maar zoo goed mogelijk, hé? Line zweeg en schreef door, ta melijk kalm, schoon 't hart haar bonsde en 't hoofd hevig klopte. Goddank I zuchtte zij, toen 't laatste woord er stond. Nu nog je hand, Line. 'k Ben zoo zenuwachtig! Spoedig, Line, hernam Sophie. Line nam de pen op en schreef Line Rademan. Heb je een courant, Line? De Oostersche voldeed aan 't ver zoek van haar vriendin. Nu je portret! vervolgde Sophie. Line bracht de hand aan de borst haalde met een diepen zucht 't portret te voorschijn. Nog éénmaal zag zij de beeltenis aan en gaf toen "t dierbaar pand over aan Sophie, die 't voorzichtig aannam en met den brief in de enveloppe sloot. Nu nog 't adres, Line! Och, Sophie, schrijf jij het er maar op. Neen, volstrekt niet, Line geen tweederlei hand. Line zuchtte zwaar en schreef. Zie zoo, sprak Sophie, nu is 't zaakje klaarnu is 't tijd den brief zoo spoedig mogtlijk te bezorgen, waarmede ik mij zal be lasten. Adieu, lieve Vaarwel, Sophie, sprak Line met een zwaren zucht. Groet je pa en mama! Ik zal 't doen. Tot ziens dan! Vaarwel, Sophie! Sophie nam haar parasol uit den hoek der galerij en stak hem on middellijk op, toen zij bij 't hek stond wuifde zij nog even en ver dween 1 De band der liefde tusschen Line Rademan en Frits Scharmans was gebroken! TJAMPAKA. Wordt vervolgd,) Vrijdag werd de verjaar dag van H. K. H. de Prinses van Wied, geboren Prinses Marie der Nederlanden, te 'a-Hage, op de ge bruikelijke wijze gevierd, door het bespelen van het carillon en het uitsteken der vlaggen van vele rijke-, stads- en particuliere gebou wen. Ook de fontein op hei Bin nenhof werkte. De groote parade, ten 12 ure in het Malieveld gehouden, werd door prachtig weder opgeluisterd en door duizenden bijgewoond. Ook de mili ciens der jongste lichting namen daaraan deei. Na de gebruikelijke inspectie door den tijdelijk waarne- menden goeverneur der residentie, jhr. Teding van Berkbout, comman- FBUILLBTO 3NT, Naar het duitsch HANS HOFFMANN. 3) Ziet ge wel, Leentje, zeide de vrouw van den com mies, het sofakussen terecht schikkend, hij komt ook niet voor den dag, in't geheel niet. Maar ook ziju eigen heer gehoorzaamt hij niet. En dat moet ik zeggen, dat vind ik inderdaad merkwaardig. Want ineu zou meenen dat men dezen man terstond op zijn woord moest gehoorzamen; ja, waarachtig, wanneer hij mij iets beval zou ik voor hem vliegen, zoo baDg ben ik voor zijn oogen ea zulk een gedierte durft zich verstouten en koppig zijn! Zie-je, dat begrijp ik in 't gebael nietl Ik begrijp het zeer goed: ik zeg u toch, omdat hij veel te goed is. Niemand behoeft hem te gehoorzamen, die 't niet vrijwillig diet, niemand zal hij met geweld dwin gen. Daarom is die hond hem de baas. Leentje, Leentje, gij hoort weder het gras groeien en wilt wijzer zijn dan uwe oude moeder en de andere lieden, die allen voor ,den doctor respect hebben en met reden be angst zijn! Ik zal u echter zeggen, hoe dat komt met dien hond: omdat hij Molly heet! Daardoor komt het. Zulk een afschuwelijk beest Molly te noemen 1 Ieder christenmensch moest het liever Satan noemen of Nathan of wat anders leelijks, maar niet Molly; iets molligs is er toch geheel en al niet aan te vinden. Alsof hij van plan was, dit fraaie oordeel van mevrouw Gehrke door zijne verschijning of te bevestigen of te weer leggen, kwam Molly de houd plotseling van onder de sofa te voorschijn gekropen, rekte krachtig zijne vier pooten uit, geeuwde en wandelde toen behaaglijk schommelend naar de oude dame toe. Verschrikt deed zij een pas achterwaarts. Inderdaad, het dier kon ondanks zijn gering voorkomen zelfs een moedig mensch schrik aanjagen, zulk een groote boosaardigheid stond het op 't gelaat te lezen. De vooruitspringende on derkaak met de steeds zichtbare tanden scheen voortdurend van verscb bloed te druipen en de onder bundels haar verborgen oogen fonkelden als van onleschbaren moordlust. Deze terugstootende uitdrukking behield het kleine monster zslfs dan, wanneer het zich onder de streslende handen zijns meesters in het teederst welbehagen kromde. Leentje, fluisterde mevrouw Gehrke steeds vol angst en op geheimzinnigen toon, Leentje, Leentje 1 Wat is er, moeder, om Godswil, wat scheelt u? Kijk toch dat dier eens vindt ge ook niet? Wat dan. moedertje? Zoo waar ik leef! Neen, in 't oogloopend! Wat scheelt u dan toch? Ge kunt uw angst toch wel matigen, u is zoo opgewonden! Neen, maar heb ik van z'n leven. Als uit zijn gezicht genomen Wien dan? Wat dan? De hond toch niet? Wel natuurlijk, de hondl Wat dan anders? Ja, maar wien dan? Ziet ge, ik heb het vaak in mijn leven gezegd. Getrouwden, die veel van elkander houden, gaan ten slotte op elkander lijken als zusters, eu precies hetzelfde vindt men dikwijls bij een hond en zijn meester ik weet alleen niet, wie daarbij het eerst gelijkt. Kijk hem nu toch eens aan, nu op 't oogenblik, niet waar Mijnheer de doctor zoo als hij staat en gaat of toch zooals zijn broeder. Maar moeder I In dezen uitroep was een diepe ontroering merkbaar. Ik zal het den heer docter nu ook wel niet precies zoo zeggen, zeide de moeder op goedigen toon, maar onder ons, wat waar is, moet <aar blijven. Voor't overige, kijk eens gauw naar buiten of de doctor ook aankomt. Waarlijk, bet is al twaalf uur, en u mag hij toch in geen geval hier vinden. Waarom niet evengoed als u? vioeg Helens op koelen toon. In zijn kamerLeentje, bedenk toch eens Ik? Gij zijt twintig jaar mijnheer de doctor kon toeh denken Wat zou hij denken?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 5