B I N N E I. A N I).
3b Schah van Perzië ie Amsterdam.
6e. J. F., 48 jaar, die als hoofd der j De Voorzitter trad hieromtrent in over-
school eenige inlichtingen gaf omtrent leg met de deskundigen, en bepaalde
Antje Eickhoff. Zij had van haar 6e tot daarna de uitspraak op heden over 14
10e jaar school gegaan en was toen zeer dagen.
stompzinnig van verstand. De kunst van j
lezen en schrijven heeft zij beoefend,j
maar de vorderingen zijn luttel geweest
die vier jaar tijd. Zijns inziens was
hare slechte Grauw, D. van Emmerik te Amsterdam
Voordracht voor onderwijzer aan school
no. 4 te Haarlemmermeer: J. Fook te
dit te wijten zoowel u<«v
opvoeding, als aan hare weinig ontwik- en
kelde vermogens.
7e. D. K. 51 jaar. Volgens zijne op
gave heeft beklaagde eenigen tijd bij hem
gediend en betoonde zij zich zeer vlijtig.
Maar zij had vele kuren, die hem vaak
deden twijfelen aan haar verstand. O. a.
sneed zij stuk, wat los en vast was;b.v.
hemden, broeken, jassen, kousen, dassen,
hoeden, lakens enz. Ook hier had zij
vaak lachbuien, teweeggebracht door niets.
Voorz. Antje, heb jij dat allemaal stuk
gesneden
Bekl. (Na lang talmen). Neon.
8e. J. v. S., tene tante van beklaagde.
Deze geeft op, dat Antje eenigen tijd
bij haar gediend heeft, goed werkte, doch
rare manieren had en zéér weinig sprak.
De juffrouw had haar betrapt op het
vernielen van sommige onmisbare arti
kelen, o. a. eenige brillen. Verder vond
zij 14 gebakken botjes in een emmer
vuil zeepwater, petroleum in plaats van
boter in het eten en dergelijke, te veel
om op te noemen.
f^j9e. J. v. d. G. 3S jaar. Antje heeft bij
dezen getuige 4 dagen gediend, terwijl
zijne verklaringen ongeveer hetzelfde zijn
als van get. v. S. Antje brak alles, o.a.
vernielde zij zes eetlepels, 4 oorbellen,
en bracht, toen zijne vrouw ham gesne
den had, deze lekkernij in een kolenbak,
in plaats van op een schotel naar binnen.
Verder had zij de gewoonte, alle drink
bare waar dooreen te mengenzoete
room bij karnemelk etc. Spreken deed
Antje weinig of niet, en wanneer zij de
een of andere streek had uitgevoerd gaf
zij de schuld aan de kinderen.
10e. Dr. Van Linden van den Iieuvell,
arts. Deze getuige heeft onderzoek ge
daan naar de verstandelijke vermogens
van bekl., en heeft bevonden dat zij een
groote mate van sluwheid bezit. Zij weet
alles te verdraaien, en vertelt leugens,
die waarlijk van sluwheid getuigen. Eerst
vertelde zij, dat zij niet voornemens was
geweest het kind te verbranden, maar
enkel bedoeld had rook in de kamer te
zetten, om de huisgenooten aan het schrik
ken te makenlater zeide zij, dat zij het
kind had willen verbranden.
Volgens get. bevinding weet zij echter
geen oordeel des onderscheids en bere
kent geene gevolgen van hare daden,
hetwelk veroorzaakt wordt door hare
gebrekkige ontwikkeling. Get. acht ver
pleging in een krankzinnigengesticht
hoogst noodwendig, daar zij anders vol
slagen gek zal worden, en dit kan bij
goede leiding voorkomen worden. Juist
de sluwheid die bekl. in alles aan den
dag legt, is het karakteristieke van de
ziekte, waaraan zij lijdt. Getuige achtte
een eventueel verblijf van bekl. in eene
inrichting als b. v. Montfoort, hoogst
verkeerd.
lie. Dr. W. Coert, achtte de geest
vermogens van bekl. eveneens abnormaal,
en was het volmaakt eens met de mee
ning van den heer dr. van Linden.
De subs, off, mr. Baumhauer, nam
alsnu het woord. ZEd. Achtb. schetste
den toestand van bekl. als hoogst be
treurenswaardig; waren de verstandelijke
vermogens van bekl. normaal, hij zou
niet dralen om de hoogste straf te requi-
reeren, die de wet in dit geval veroor
looft toe te passen, nl. 15 jaar gev. Nu
echter is dit anders; voor een individu
als bekl., dat zoo laag staat op den trap
der ontwikkeling, moet men medelijden
gevoelen.
ZEd, Achtb. wenschte, dat met deze
beklaagde, die in de maatschappij niet
thuis behoort, volgens het verlangen der
deskundigen zou gehandeld worden, en
requireerde hare opzending naar een
rijks-krankzinnigengesticht voor den tijd
van minstens één jaar.
De verdediger zag in deze omstandig
heden van een pleidooi af, en wenschte
dat de uitspraak in deze zaak nog heden
zou volgen.
Nobel te Haarlem.
Woensdag had te Houtrijk en Polanen
eene keuring plaats van paarden dooi
de remonte commissie; 45 werden er aan
geboden van welke er 85 aan de keu
ring werden onderworpen.
Allen werden echter afgekeurd zoodat
de commissie onverrichter zake weder
vertrok.
Letteren en Kunst.
Het jongste, pas verschenen nummer
van De Katholieke Illustratie is geheel
gewijd aan de nagedachtenis van wijlen
prof. J. A. Alberdingk Thijm.
De heer Jan F. M. Sterck leverde een
hoogst verdienstelijke schets, zoowel van
de levensbizonderheden als van den let
terkundigen arbeid van den ontJapen
dichter en kunstminnaar. Dit op
stel wordt versierd door de fraai uit
gevoerde portretten van Joseph Alber
dingk al3 zevenjarigen knaap, naar een
teekening zijner moeder van hem als
jongeling, naar een eigen geteekend por
tret in 1839 van den dichter op man-
nelijken leeftijd, naar een gravure van
1852, en eindelijk van denzelfde in zijn
laatste levensjaren, door een neef, den
ingenieur-architect Jos. Th. I. Cuypers.
Dit laatste portret is door schilden, em
blemata enz., alsmede door eikenloof en
lauwertakken omlijst. De woorden van
den hoogleeraar Quack in diens lijkrede:
Wanneer ik mij Alberdingk als ridder
Gods genade voorstel, dan is hij
voor mij gelijk aan het beeld van Dona-
tello, den Sint Joris aan de kerk van
San Michele te Florence" gaven aan
leiding, om aan de afbeelding van het
beroemde kunstwerk van Donatello, als
symbool van het werken en strijden van
Alberdingk Thijm, een plaats op dc eerste
bladzijde in te ruimen. Een gravure, naar
de teekening van R. A. Van de Pavert,
geeft het met bloemen en kransen be
dekte graf van den dichter te aanschou
wen „A travers une correspondanee" is
de uitheemsche titel van een zeer belang
rijk artikel van dr. W. Everts, den ge
leerden en kunstlievenden directeur van
Rolducmet wien Joseph Alberdingk
Thijm langer dan dertig jaren in brief
wisseling was.
Prof. Allard behandelde de zeer dank
bare stof: „Thijm als Amsterdammer".
Nog komen er bijdragen in voor van
den heer F. J. A. M. Wierdels. onder
het opschrift „Alberdingk Thijm's liefste
bedeplekje" (de fransche kerk) en zijn
er verzen in opgenomen van prof. J. A.
De Rijk, J. R. Van der Lans en Ed.
Brom.
In „Arti et Amicitiae" te Amsterdam
is de historische galerij, die sinds twee
jaren gesloten was, heropend. Deze ver
zameling van nederlandsche meesters
zal dagelijks van 10 tot 4 uur tegen een
toegangsprijs van 25 cent te bezichti
gen zijn.
Inhoud Hollandse he Lelie
No. 51:
Hoofdartikel. Kunstwaardeering.
De droom van Jenny Lind, door E. M.
Vacano fslot). Muziek, door Carmen.
Roman. Weekkalender.
vonden, aan de spoorwegbesturen laten
aanschrijven, dat hunnerzijds streng be
hoort te worden toegezien, dat de werk
ploegen, werkzaam op den weg,steeds zullen
zijn voorzien van de vereischte sein midde
len, en dat de ploegbazen zorg dragen, dat
deze seinmiddelen zooveel mogelijk steeds
ter hunner onmiddellijke beschikking
zullen zijn, ten einde in geval van nood
dadelijk in staat te zijn de noodige sei
nen te geven.
In de Haagse he Kroniek van
de N. Gron. CW.lezen we dat er reeds sinds
eenige weken minder gunstige geruchten
van het Loo liepen. Het is een feit dat
tijdens het verblijf van de koningin te
Neuwied, de koning zich minder wel ge
voelde. Met opzet wer I dit toen zeer
stil gehouden en gelukkig was het ook
blijkbaar eene aandoening van voorbij
gaanden aard. Sedert een dag of vier
echter zijn de pijnen weer heviger ge
worden en doen zich ook eenige meerdere
verschijnselen van suikerziekte bij Z. M.
voor. Voortdurende hoofdpijn en moeilijk
heid in de bewegingen hebben den
koning belet om in de laatste dagen
zijne gewone wandelingen in het park
te doen. Dr. Vlaanderen bezoekt Z. M.
weder dagelijks en ook bad er weer een
consult met dr. Vinkhuijzen en prof.
Rosenstein plaats. De uitkomst daarvan
niet onbevredigend gebleken de
hoogleeraar en de geneesheeren hebben
Z. M. de strenge handhaving van het
hem voorgeschreven dieet en het zooveel
mogelijk genieten van de buitenlucht, zij
het ook zonder zich ver te verplaatsen,
aanbevolen. Men hoopt dat de ongunstige
wending dus niet voortgaan, maar van
tijdelijken aard blijken zal.
gewone tint te krijgen, zoodat de boter een jongeling een paard tegen, gespan-
eene aanmerkelijke hoeveelheid stoffenncn v00r een wagen waarin eenig(.
kan bevatten water, zout en kleursel, en grasmaaiers aren gezeten. Een der
volkomen beantwoorden aan de wet. De maaiers steeg af en bracht den jongeling
groote boterboeren zullen nu evenmin verscheiden messteken in den rug toe
gaan knoeien als vroeger, maar wat heeft waarvan gelukkig geen levensgevaarlijk
dan nu het publiek voor zekerheid, datj was. De brigadier der rijksveldwaeht
het goede boter koopt, en hoe zal dezede gemeente-veldwachter zijn
wet gunstig kunnen werken voor deop weg gegaan om den schuldige, die
verbetering der boterprijzen Het is im- \u de verwarrin1
mers duidelijk dat men de voorkeur zal vatten.
geven aan goede margarine, met de we-
terstond
wist te ontsnappen, te
Provinciale Staten.
Bij de herstemming voor de Prov.
Staten te Assen is gekozen de heer mr.
J. Willing met 664 stemmen. De heer
Homan had 247 stemmen, (beide candi
daten zijn lib.)
Bij de verkiezing van een lid der
Tweede Kamer in het hoofdkiesdistrict
Roermond, ter vervanging van den heer
mr. Brouwers, zijn uitgebracht 1533
stemmen van onwaarde 26 volstrekte
meerderheid 754. Gekozen is baron
d'Olne (kath.), met 766 stemmen. Op
den heer mr. Geradts (lib.), waren 590
stemmen uitgebrachtop den heer De
Ras (kath.) 79 op den heef Janssen
72 stemmen.
De kiesvereeniging „Eendracht maakt
macht" te Groningen, heeft tot candida-
ten voor den gemeenteraad gesteld de
aftredende leden en de heeren mr. J.
A. Feith en A. T. Vos Azn.
In het Juli-nummer van 5
Economist is een opstel opgenomen van
den heer J. N. Landré over de
„Boterwet". Na in het kort te hebben
nagegaan welke oorzaken tot het ont
werpen van deze regeling aanleiding heb
ben gegeven, zegt de schrijver: „Zoo is
er dan ten slotte een tamelijk zachtmoe
dig wetje in de wereld gekomen „„om
de gestoorde rechtsorde te herstellen"".
Dit is althans één van de vele grootsche
bedoelingen, aan dezen nederigen wette-
lijken maatregel toegeschreven, die
veel begrips- en spraakverwarring, is tot
stand gekomen, en hoogstwaarschijnlijk
wel voor altijd zal blijven een van de
zonderlingste producten door de wetge-
j vende macht in Nederland voortgebracht
De uiterst logische gedachtengang waar-
I op het is gebaseerd, komt ongeveer zóó
uitde boterprijzen dalen; de margarine
is een uitstekend product; de fabrikanten
knoeien niet, de boterboeren knoeien wel.
H. M. de Koningin moet ergo moet margarine geen boter heeten
voornemens zijn eenigen tijd met Prin- „Men zou eer zeggenboter mag geen
ses Wilhelmina te Bad Kreuznach te margarine heeten
gaan doorbrengen. Voor de talrijke Ne-j Een der voornaamste bezwaren van
derlanders, die aldaar een gedeelte van j den heer Landré is daarin gelegen, dat
den zomer doorbrengen, zou dat zeker de „boterwettot zekere hoogte verval-
eene aangename verrassing zijn. j sching van boter door bijvoeging van
Tegen het eind van Juni bestaat te- j kleursel sanctioneert, maar de toevoeging
vens vooruitzicht op de komst van keizer van margarine verbiedt. Dat noemt de
Wilhelm II. i schrijver „een hoogst immoreel beginsel.
De minister van Water-! eene schande voor deze wet". „Kleurstof"
staat, Handel en Nijverheid heeft, naar jzegt hij, „waar is de grens? Men
aanleiding van het ongeval, dat den 7en 1 kan eene zeer zachte kleurstof nemen.
tenschap dat het margarine is, boven
boter waarin allerlei vreemde bestand-
deelen zich kunnen bevinden".
De schrijver trekt verder sterk te veld
tegen de mogelijkheid die de wet zal
geven om een derde vetartikel, dat geen
boter is, als „surrogaat"waaraan geen
enkele waarborg is verzekerd, ongehinderd
aan den man te brengen: een artikel
„dat aanleiding kan geveu tot de grootste
afzetterij."
De heer Landré eindigt zijn opstel met
eenige belangrijke opmerkingen, om te
staven dat het ten slotte grootendeels
nog van de boeren zeiven zal afhangen,
of de goede bedoeling van onze wetge
vende macht om onze natuurboter in eere
te herstellen, werkelijk zal worden be
reikt.
Aan het begin van het diner bij den
burgemeester van Amsterdam nam de
Schah het woord om in de perzische
taal een dronk te wijden aan Z. M. den
Koning, welke toost in het fransch be
antwoord werd door den minister van
buitenlandsche Zaken, jhr. Hartsen, met.
een heildronk op den Schab.
Aan het dessert bracht de Schah, in
het fransch, hulde aan Amsterdam, door
onzen burgemeester beantwoord met een
dronk op het welzijn van den Schah
de toekomst van Perzië onder diens
regeering, waarna de Schah nogmaals
het woord nam om in welwillende be
woordingen te danken voor de ontvangst
hem ten huize van den burgemeester
bereid.
Als bewijs van zijne hooge tevreden
heid over zijn bezoek aan Zr. Ms. op
leidingsschip Admiraal van W as&maer
heeft de Schah van Perzië zijn portret
(groot formaat) en eene belangrijke som
gelds wij vernemen f 500 ter hand
gesteld aan den schout-bij nacht W. F.
H. Cramer, directeur eu commandant
der marine, met bestemming voor de
jongens van gemeld opleidingsschip.
Ook te IJmuiden was burgemeester
Van Tienhoven de ziel van alles. Aan
steiger der boot stonden een aantal
adelborsten en haie geschaard ter eere
van den Schah. Aan boord van het sa-
lonjacht waren tegenwoordig de wethou
ders, de president der Kamer van Koop
handel, de commissaris des Konings in
Noord-Holland, de schout-bij-nacht Cra
mer, generaal Verspyck, de burgemees
ters van Zaandam en Velzen, enz.
Om half een bereikten zij het zijka
naal F., alwaar de torpedo-inrichting is
gelegen, en aan den Schah de werking
van visch-torpedo's werd aangetoond.
Een drietal van die torpedo's werden
door middel van luchtdruk met vliegende
vaart het kanaal ingestuurd en volgden
blijkbaar juist de aangegeven richting
De Schah, die het manoeuvreeren met
deze vernielingswerktuigen voor de eerste
maal aanschouwde, toonde zich zeer ver
rast. Over het geheel was hij zeer spraak
zaam, voor zoover zijne kennis der fran
sche taal dit toelaat. Vooral zijne uit
spraak maakt het
te volgen.
Te 2 uren werd IJmuiden bereikt en
een tocht in zee gedaan met den daar
toe gereed liegenden stoomer Hercules
Na de kennisgeving van het
domeinbestuur, dat geen bezwaar heeft
tegen het toelaten van een russische glij
baan aan het strand te Scheveningen op
het terrein bij de gemeente in huur,
hebben Burg. en Weth. van 'sHage, als
weder-verhuurders aan de maatschappij
„Zeebad Scheveningen" van dat terrein,
thans vergunning verleend tot het plaatsen
van de „montagnes russes", Woensdj
is reeds het materiaal aangevoerd. Deze
vermakelijkheid zal gesteld worden aan
den duinvoet, tusschen het Kurhaus en
het „Oranje-Hotel" De glijbaan zal een
net aanzien bekomen en onder leiding
staan van den heer Travaglino te Am
sterdam.
D el ft heeft een g o eden na am
bij de geldmannenVoor de nieuwe 3-§-
pct. leeuing, grooi. f 200.000 ten laste
dier gemeente is geconverteerd voor een
bedrag van 73 mille, terwijl voor de
resteerende f 127.000 is ingeschreven
voor een bedrag van f 723.000.
De voorspelling van specu
lanten, als zou men dit jaar zeer weinig
en dure kersen hebben, wordt gelogen
straft door de groote aanvoeren op de
kersen markt. Te Nijmegen, een der be
langrijkste markten van kersen uit de
Betuwe, waren er jl. Maandagochtend bui
tengewoon veel aangevoerd. Men bedong
slechts 5 a 6 cents per half kilo. Door
de groote warmte, het snelle rijpen en den
op sommige plaatsen gevallen hagel, be
gint het bederf zich echter nogal hevig
aan de vrucht te vertoonen, zoodat men
vreest, dat de kersen niet van langen
duur zullen zijn.
Uit Zevenaar wordtbericht
dat de trein waarmede de Schab van
Perzië Zondagavond passeerde, sedert
vele jaren de eenige is, welke daar niet
ophield om gevisiteerd le worden. Door
den minister van Financiën was autori
satie verleend, om die formaliteit achter
wege te laten, waaraan andere vorsten
zich steeds onderwierpen.
Dinsdagochtend, circa acht
uur, wilde te Harderwijk de oppasser
Weijenberg zich naar den, buiten de stad
gelegen stal van zijn meester begeven,
ter verzorging van het aldaar voorhan
den vee, toen hij onverhoeds met een mes
eene diepe snede in den buik ontving
van zekeren, te Maastricht thuisbehoo-
renden smid, Th. Franciscus Amouri,
onlangs uit Ommerschans ontslagen. De
dader werd gegrepen door den heer De
Vroom, die hem met behulp van den
politieagent De Witte overgebracht naar
het politiebureau. De verslagene werd
hevig bloedende naar zijne woning ver
voerd, doch verkeert gelukkig niet in
levensgevaar.
Uit Roermond bericht men:
Johan Klonisch uit Dülkeo, wiens sig
nalement wij mededeelden als zijnde ver
dacht van den moord op Maria Holz te
Duiken bij Venloo, is Maandag door de
antwerpsche politie aangehouden, en reeds
aan de duitsche uitgeleverd.
De twee welgekleedeperso-
I nen, die, behalve te Venloo, ook te Te-
gelen, Reuver en Swalmen vergulde hor-
loges voor gouden verkochten zijn door
moeilijk hem altoos j den commissaris van politie uit Venloo
te Roermond opgespoord en aangehouden.
De beide personen (Fransehen) waren nog
in het bezit van vele uurwerken, geld enz.
Te middernacht hoorde men
Maandag in de woning van den hout-
e- handelaar C. van Cuyck, te Oirschot
vN. B.) een donderend gekraak en ge-
Een der heeren van het
volg van den Schah verloor Dinsdag
avond op de De Ruyterkade eene met druis. Bij onderzoek bleek, dat zijn broe-
kostbare steenen versierde sabel. Dank der, W. v. C. met bed en ledikant door
vloer eener opkamer ge-
gehee! ongedeerd in den
Dat er onder de maaiers kelder van een belendend huislag. Nau-
kort aangebonden personen zijn, is op 1 welijks had de goede zeventigjarige man
te maken uit 't geen voor eenige dagen zich van de plaats des onkeils verwij-
zij de zorgen van de politie, had de den versleten
eigenaar het kleinood spoedig terug. stort was en
IJuni jl. te Heerenveen heeft plaats ge- waarvan zeer veel noodig is om eene te Hoogwoud is geschied. Daar hield derd, of een gedeelte van den muur viel
gesloten, Redhills dan uit de handen van Philip Bourchier
in die van den onaanzienlijken koopman zou overgaan.
Deze ontdekking was nog nieuw en lag Philip Bourchier
nog loodzwaar op het hart, toen hij 's nachts een ruwen
man van Brackley naar Redton liet meerijden en om zijn
leven te redden verplicht was, dienzelfden man neer te
schieten.
Het spreekt vanzelf, dat toen de heer des huizes te Red
hills aankwam, hij eene hevige ontsteltenis in de familie
teweegbracht. Niet alleen droeg hij de uiterlijke kentee-
kenen van eene worsteling, maar in de linkerzijde had hij
een klein wondje, veroorzaakt door het mes van den aan
valler. Zijne vrouw, dochters en zijn zoon, die thuis was,
staarden hem met wijdgeopende oogen aan, toen hij hun
zijn avontuur vertelde, en dankten de Voorzienigheid, die
het hoofd van het gezin zoo genadiglijk had gered.
Hoewel mijnheer Bourchier een man van zelfbeheersching
was, kunnen wij niet veronderstellen dat hij zijne gewone
kalmte bezat, en men kan het hem niet ten kwade duiden,
dat hij den regen van vragen, die tot hem gericht werden,
zeer kort beantwoordde, en spoedig zijn wensch te kennen
gaf om zich te ruste te leggen. Toen hij met zijne echt-
genoote alleen was, verzocht hij haar niet meer over het
onderwerp te spreken, tenminste dien nacht niet.
Ik moet bij het aanbreken van den dag opstaan,
zeide hij. Ik heb in de worsteling mijne portefeuille
verloren, on kon haar later niet terugvinden.
Kan een der bedienden er niet naar gaan zoeken?
vroeg zijne vrouw.
Neen, ik moet er zelt op af. Er is geld in, en papie
ren van waarde. Zeg hen, dat ik voor het aanbreken van
den dag mijn paard noodig heb.
Mijnheer Bourchier was iemand met stalen zenuwen en
hij sliep altijd goed. Daarom was zijne vrouw uiterst ver
baasd, toen zij twee uur na het gehouden gesprek door
haar man werd gewekt.
Ik kan niet slapen, zeide hij met een schor ge
fluister. Geef mij wat chloral, laudanum of iets
anders.
Er was chloral in het vertrek. Voor iemand, die er niet
aan gewend is, nam mijnheer Bourchier eene veel te groote
dosis in; zijne vrouw bleef wakker, totdat zij hem regel
matig hoorde adem halen en dus wist, dat hij sliep
Toen zij 's morgens ontwaakte, was hij nog vast in slaap.
Een tijd lang wilde zij hem niet storen, totdat zij zich
zijne bevelen van den voorgaanden nacht herinnerde en
hem niet langer durfde laten liggen. Zij maakte hem wak
ker; eenige minuten had hij noodig om zich aan de
werking van de medicijn te onttrekken, en staarde toen om
zich heen. Het was helder dag.
Hoe laat is het, hoe laat is het? vroeg hij ongeduldig.
Zijne vrouw zeide het hem.
En gij hebt mij maar laten slapen! zeide hij op bit
teren toon, terwijl hij zich aankleedde. Is het paard
gereed? vervolgde hij. met dien trek op het gelaat, waar
voor mevrouw Bourchier altijd bang was
Het paard wachtte, ten koste van een stalknecht, die nu
van zijn werk werd verlost en kon gaan ontbijten. Mijn
heer Bourchier voltooide haastig zijn toilet, en zonder iets
te gebruiken, sprong hij in den zadel, en reed weg- in
vollen draf.
De wind was dien nacht veranderd, en er was sneeuw
gevallen. Zij lag overal een voet hoog. Het deed mijnheer
Bourchier genoegen, dat te zien, nu waren alle sporen van
de worsteling van den vorigen nacht uitgewischt. Hij had
geen hulp noodig, om den plek weer te vinden. Hij her
innerde zich een jongen den te hebben gezien die al te
vroeg was doodgegaan, en nu bladerloos te midden van
zijne groenende en levende broeders stond. In vreeselijke
oogenblikken schenken wij soms onze opmerkzaamheid aan
zeer gewone dingen; mijnheer Bourchier voelde dan ook,
dat hij nooit weer een verdorden boom zou zien, zonder aan de
gebeurtenissen van den vorigen nacht te denken.
(Wordt vervolgd.)