B I N N E I. A N I). 3b Schah van Perzië ie Amsterdam. 6e. J. F., 48 jaar, die als hoofd der j De Voorzitter trad hieromtrent in over- school eenige inlichtingen gaf omtrent leg met de deskundigen, en bepaalde Antje Eickhoff. Zij had van haar 6e tot daarna de uitspraak op heden over 14 10e jaar school gegaan en was toen zeer dagen. stompzinnig van verstand. De kunst van j lezen en schrijven heeft zij beoefend,j maar de vorderingen zijn luttel geweest die vier jaar tijd. Zijns inziens was hare slechte Grauw, D. van Emmerik te Amsterdam Voordracht voor onderwijzer aan school no. 4 te Haarlemmermeer: J. Fook te dit te wijten zoowel u<«v opvoeding, als aan hare weinig ontwik- en kelde vermogens. 7e. D. K. 51 jaar. Volgens zijne op gave heeft beklaagde eenigen tijd bij hem gediend en betoonde zij zich zeer vlijtig. Maar zij had vele kuren, die hem vaak deden twijfelen aan haar verstand. O. a. sneed zij stuk, wat los en vast was;b.v. hemden, broeken, jassen, kousen, dassen, hoeden, lakens enz. Ook hier had zij vaak lachbuien, teweeggebracht door niets. Voorz. Antje, heb jij dat allemaal stuk gesneden Bekl. (Na lang talmen). Neon. 8e. J. v. S., tene tante van beklaagde. Deze geeft op, dat Antje eenigen tijd bij haar gediend heeft, goed werkte, doch rare manieren had en zéér weinig sprak. De juffrouw had haar betrapt op het vernielen van sommige onmisbare arti kelen, o. a. eenige brillen. Verder vond zij 14 gebakken botjes in een emmer vuil zeepwater, petroleum in plaats van boter in het eten en dergelijke, te veel om op te noemen. f^j9e. J. v. d. G. 3S jaar. Antje heeft bij dezen getuige 4 dagen gediend, terwijl zijne verklaringen ongeveer hetzelfde zijn als van get. v. S. Antje brak alles, o.a. vernielde zij zes eetlepels, 4 oorbellen, en bracht, toen zijne vrouw ham gesne den had, deze lekkernij in een kolenbak, in plaats van op een schotel naar binnen. Verder had zij de gewoonte, alle drink bare waar dooreen te mengenzoete room bij karnemelk etc. Spreken deed Antje weinig of niet, en wanneer zij de een of andere streek had uitgevoerd gaf zij de schuld aan de kinderen. 10e. Dr. Van Linden van den Iieuvell, arts. Deze getuige heeft onderzoek ge daan naar de verstandelijke vermogens van bekl., en heeft bevonden dat zij een groote mate van sluwheid bezit. Zij weet alles te verdraaien, en vertelt leugens, die waarlijk van sluwheid getuigen. Eerst vertelde zij, dat zij niet voornemens was geweest het kind te verbranden, maar enkel bedoeld had rook in de kamer te zetten, om de huisgenooten aan het schrik ken te makenlater zeide zij, dat zij het kind had willen verbranden. Volgens get. bevinding weet zij echter geen oordeel des onderscheids en bere kent geene gevolgen van hare daden, hetwelk veroorzaakt wordt door hare gebrekkige ontwikkeling. Get. acht ver pleging in een krankzinnigengesticht hoogst noodwendig, daar zij anders vol slagen gek zal worden, en dit kan bij goede leiding voorkomen worden. Juist de sluwheid die bekl. in alles aan den dag legt, is het karakteristieke van de ziekte, waaraan zij lijdt. Getuige achtte een eventueel verblijf van bekl. in eene inrichting als b. v. Montfoort, hoogst verkeerd. lie. Dr. W. Coert, achtte de geest vermogens van bekl. eveneens abnormaal, en was het volmaakt eens met de mee ning van den heer dr. van Linden. De subs, off, mr. Baumhauer, nam alsnu het woord. ZEd. Achtb. schetste den toestand van bekl. als hoogst be treurenswaardig; waren de verstandelijke vermogens van bekl. normaal, hij zou niet dralen om de hoogste straf te requi- reeren, die de wet in dit geval veroor looft toe te passen, nl. 15 jaar gev. Nu echter is dit anders; voor een individu als bekl., dat zoo laag staat op den trap der ontwikkeling, moet men medelijden gevoelen. ZEd, Achtb. wenschte, dat met deze beklaagde, die in de maatschappij niet thuis behoort, volgens het verlangen der deskundigen zou gehandeld worden, en requireerde hare opzending naar een rijks-krankzinnigengesticht voor den tijd van minstens één jaar. De verdediger zag in deze omstandig heden van een pleidooi af, en wenschte dat de uitspraak in deze zaak nog heden zou volgen. Nobel te Haarlem. Woensdag had te Houtrijk en Polanen eene keuring plaats van paarden dooi de remonte commissie; 45 werden er aan geboden van welke er 85 aan de keu ring werden onderworpen. Allen werden echter afgekeurd zoodat de commissie onverrichter zake weder vertrok. Letteren en Kunst. Het jongste, pas verschenen nummer van De Katholieke Illustratie is geheel gewijd aan de nagedachtenis van wijlen prof. J. A. Alberdingk Thijm. De heer Jan F. M. Sterck leverde een hoogst verdienstelijke schets, zoowel van de levensbizonderheden als van den let terkundigen arbeid van den ontJapen dichter en kunstminnaar. Dit op stel wordt versierd door de fraai uit gevoerde portretten van Joseph Alber dingk al3 zevenjarigen knaap, naar een teekening zijner moeder van hem als jongeling, naar een eigen geteekend por tret in 1839 van den dichter op man- nelijken leeftijd, naar een gravure van 1852, en eindelijk van denzelfde in zijn laatste levensjaren, door een neef, den ingenieur-architect Jos. Th. I. Cuypers. Dit laatste portret is door schilden, em blemata enz., alsmede door eikenloof en lauwertakken omlijst. De woorden van den hoogleeraar Quack in diens lijkrede: Wanneer ik mij Alberdingk als ridder Gods genade voorstel, dan is hij voor mij gelijk aan het beeld van Dona- tello, den Sint Joris aan de kerk van San Michele te Florence" gaven aan leiding, om aan de afbeelding van het beroemde kunstwerk van Donatello, als symbool van het werken en strijden van Alberdingk Thijm, een plaats op dc eerste bladzijde in te ruimen. Een gravure, naar de teekening van R. A. Van de Pavert, geeft het met bloemen en kransen be dekte graf van den dichter te aanschou wen „A travers une correspondanee" is de uitheemsche titel van een zeer belang rijk artikel van dr. W. Everts, den ge leerden en kunstlievenden directeur van Rolducmet wien Joseph Alberdingk Thijm langer dan dertig jaren in brief wisseling was. Prof. Allard behandelde de zeer dank bare stof: „Thijm als Amsterdammer". Nog komen er bijdragen in voor van den heer F. J. A. M. Wierdels. onder het opschrift „Alberdingk Thijm's liefste bedeplekje" (de fransche kerk) en zijn er verzen in opgenomen van prof. J. A. De Rijk, J. R. Van der Lans en Ed. Brom. In „Arti et Amicitiae" te Amsterdam is de historische galerij, die sinds twee jaren gesloten was, heropend. Deze ver zameling van nederlandsche meesters zal dagelijks van 10 tot 4 uur tegen een toegangsprijs van 25 cent te bezichti gen zijn. Inhoud Hollandse he Lelie No. 51: Hoofdartikel. Kunstwaardeering. De droom van Jenny Lind, door E. M. Vacano fslot). Muziek, door Carmen. Roman. Weekkalender. vonden, aan de spoorwegbesturen laten aanschrijven, dat hunnerzijds streng be hoort te worden toegezien, dat de werk ploegen, werkzaam op den weg,steeds zullen zijn voorzien van de vereischte sein midde len, en dat de ploegbazen zorg dragen, dat deze seinmiddelen zooveel mogelijk steeds ter hunner onmiddellijke beschikking zullen zijn, ten einde in geval van nood dadelijk in staat te zijn de noodige sei nen te geven. In de Haagse he Kroniek van de N. Gron. CW.lezen we dat er reeds sinds eenige weken minder gunstige geruchten van het Loo liepen. Het is een feit dat tijdens het verblijf van de koningin te Neuwied, de koning zich minder wel ge voelde. Met opzet wer I dit toen zeer stil gehouden en gelukkig was het ook blijkbaar eene aandoening van voorbij gaanden aard. Sedert een dag of vier echter zijn de pijnen weer heviger ge worden en doen zich ook eenige meerdere verschijnselen van suikerziekte bij Z. M. voor. Voortdurende hoofdpijn en moeilijk heid in de bewegingen hebben den koning belet om in de laatste dagen zijne gewone wandelingen in het park te doen. Dr. Vlaanderen bezoekt Z. M. weder dagelijks en ook bad er weer een consult met dr. Vinkhuijzen en prof. Rosenstein plaats. De uitkomst daarvan niet onbevredigend gebleken de hoogleeraar en de geneesheeren hebben Z. M. de strenge handhaving van het hem voorgeschreven dieet en het zooveel mogelijk genieten van de buitenlucht, zij het ook zonder zich ver te verplaatsen, aanbevolen. Men hoopt dat de ongunstige wending dus niet voortgaan, maar van tijdelijken aard blijken zal. gewone tint te krijgen, zoodat de boter een jongeling een paard tegen, gespan- eene aanmerkelijke hoeveelheid stoffenncn v00r een wagen waarin eenig(. kan bevatten water, zout en kleursel, en grasmaaiers aren gezeten. Een der volkomen beantwoorden aan de wet. De maaiers steeg af en bracht den jongeling groote boterboeren zullen nu evenmin verscheiden messteken in den rug toe gaan knoeien als vroeger, maar wat heeft waarvan gelukkig geen levensgevaarlijk dan nu het publiek voor zekerheid, datj was. De brigadier der rijksveldwaeht het goede boter koopt, en hoe zal dezede gemeente-veldwachter zijn wet gunstig kunnen werken voor deop weg gegaan om den schuldige, die verbetering der boterprijzen Het is im- \u de verwarrin1 mers duidelijk dat men de voorkeur zal vatten. geven aan goede margarine, met de we- terstond wist te ontsnappen, te Provinciale Staten. Bij de herstemming voor de Prov. Staten te Assen is gekozen de heer mr. J. Willing met 664 stemmen. De heer Homan had 247 stemmen, (beide candi daten zijn lib.) Bij de verkiezing van een lid der Tweede Kamer in het hoofdkiesdistrict Roermond, ter vervanging van den heer mr. Brouwers, zijn uitgebracht 1533 stemmen van onwaarde 26 volstrekte meerderheid 754. Gekozen is baron d'Olne (kath.), met 766 stemmen. Op den heer mr. Geradts (lib.), waren 590 stemmen uitgebrachtop den heer De Ras (kath.) 79 op den heef Janssen 72 stemmen. De kiesvereeniging „Eendracht maakt macht" te Groningen, heeft tot candida- ten voor den gemeenteraad gesteld de aftredende leden en de heeren mr. J. A. Feith en A. T. Vos Azn. In het Juli-nummer van 5 Economist is een opstel opgenomen van den heer J. N. Landré over de „Boterwet". Na in het kort te hebben nagegaan welke oorzaken tot het ont werpen van deze regeling aanleiding heb ben gegeven, zegt de schrijver: „Zoo is er dan ten slotte een tamelijk zachtmoe dig wetje in de wereld gekomen „„om de gestoorde rechtsorde te herstellen"". Dit is althans één van de vele grootsche bedoelingen, aan dezen nederigen wette- lijken maatregel toegeschreven, die veel begrips- en spraakverwarring, is tot stand gekomen, en hoogstwaarschijnlijk wel voor altijd zal blijven een van de zonderlingste producten door de wetge- j vende macht in Nederland voortgebracht De uiterst logische gedachtengang waar- I op het is gebaseerd, komt ongeveer zóó uitde boterprijzen dalen; de margarine is een uitstekend product; de fabrikanten knoeien niet, de boterboeren knoeien wel. H. M. de Koningin moet ergo moet margarine geen boter heeten voornemens zijn eenigen tijd met Prin- „Men zou eer zeggenboter mag geen ses Wilhelmina te Bad Kreuznach te margarine heeten gaan doorbrengen. Voor de talrijke Ne-j Een der voornaamste bezwaren van derlanders, die aldaar een gedeelte van j den heer Landré is daarin gelegen, dat den zomer doorbrengen, zou dat zeker de „boterwettot zekere hoogte verval- eene aangename verrassing zijn. j sching van boter door bijvoeging van Tegen het eind van Juni bestaat te- j kleursel sanctioneert, maar de toevoeging vens vooruitzicht op de komst van keizer van margarine verbiedt. Dat noemt de Wilhelm II. i schrijver „een hoogst immoreel beginsel. De minister van Water-! eene schande voor deze wet". „Kleurstof" staat, Handel en Nijverheid heeft, naar jzegt hij, „waar is de grens? Men aanleiding van het ongeval, dat den 7en 1 kan eene zeer zachte kleurstof nemen. tenschap dat het margarine is, boven boter waarin allerlei vreemde bestand- deelen zich kunnen bevinden". De schrijver trekt verder sterk te veld tegen de mogelijkheid die de wet zal geven om een derde vetartikel, dat geen boter is, als „surrogaat"waaraan geen enkele waarborg is verzekerd, ongehinderd aan den man te brengen: een artikel „dat aanleiding kan geveu tot de grootste afzetterij." De heer Landré eindigt zijn opstel met eenige belangrijke opmerkingen, om te staven dat het ten slotte grootendeels nog van de boeren zeiven zal afhangen, of de goede bedoeling van onze wetge vende macht om onze natuurboter in eere te herstellen, werkelijk zal worden be reikt. Aan het begin van het diner bij den burgemeester van Amsterdam nam de Schah het woord om in de perzische taal een dronk te wijden aan Z. M. den Koning, welke toost in het fransch be antwoord werd door den minister van buitenlandsche Zaken, jhr. Hartsen, met. een heildronk op den Schab. Aan het dessert bracht de Schah, in het fransch, hulde aan Amsterdam, door onzen burgemeester beantwoord met een dronk op het welzijn van den Schah de toekomst van Perzië onder diens regeering, waarna de Schah nogmaals het woord nam om in welwillende be woordingen te danken voor de ontvangst hem ten huize van den burgemeester bereid. Als bewijs van zijne hooge tevreden heid over zijn bezoek aan Zr. Ms. op leidingsschip Admiraal van W as&maer heeft de Schah van Perzië zijn portret (groot formaat) en eene belangrijke som gelds wij vernemen f 500 ter hand gesteld aan den schout-bij nacht W. F. H. Cramer, directeur eu commandant der marine, met bestemming voor de jongens van gemeld opleidingsschip. Ook te IJmuiden was burgemeester Van Tienhoven de ziel van alles. Aan steiger der boot stonden een aantal adelborsten en haie geschaard ter eere van den Schah. Aan boord van het sa- lonjacht waren tegenwoordig de wethou ders, de president der Kamer van Koop handel, de commissaris des Konings in Noord-Holland, de schout-bij-nacht Cra mer, generaal Verspyck, de burgemees ters van Zaandam en Velzen, enz. Om half een bereikten zij het zijka naal F., alwaar de torpedo-inrichting is gelegen, en aan den Schah de werking van visch-torpedo's werd aangetoond. Een drietal van die torpedo's werden door middel van luchtdruk met vliegende vaart het kanaal ingestuurd en volgden blijkbaar juist de aangegeven richting De Schah, die het manoeuvreeren met deze vernielingswerktuigen voor de eerste maal aanschouwde, toonde zich zeer ver rast. Over het geheel was hij zeer spraak zaam, voor zoover zijne kennis der fran sche taal dit toelaat. Vooral zijne uit spraak maakt het te volgen. Te 2 uren werd IJmuiden bereikt en een tocht in zee gedaan met den daar toe gereed liegenden stoomer Hercules Na de kennisgeving van het domeinbestuur, dat geen bezwaar heeft tegen het toelaten van een russische glij baan aan het strand te Scheveningen op het terrein bij de gemeente in huur, hebben Burg. en Weth. van 'sHage, als weder-verhuurders aan de maatschappij „Zeebad Scheveningen" van dat terrein, thans vergunning verleend tot het plaatsen van de „montagnes russes", Woensdj is reeds het materiaal aangevoerd. Deze vermakelijkheid zal gesteld worden aan den duinvoet, tusschen het Kurhaus en het „Oranje-Hotel" De glijbaan zal een net aanzien bekomen en onder leiding staan van den heer Travaglino te Am sterdam. D el ft heeft een g o eden na am bij de geldmannenVoor de nieuwe 3-§- pct. leeuing, grooi. f 200.000 ten laste dier gemeente is geconverteerd voor een bedrag van 73 mille, terwijl voor de resteerende f 127.000 is ingeschreven voor een bedrag van f 723.000. De voorspelling van specu lanten, als zou men dit jaar zeer weinig en dure kersen hebben, wordt gelogen straft door de groote aanvoeren op de kersen markt. Te Nijmegen, een der be langrijkste markten van kersen uit de Betuwe, waren er jl. Maandagochtend bui tengewoon veel aangevoerd. Men bedong slechts 5 a 6 cents per half kilo. Door de groote warmte, het snelle rijpen en den op sommige plaatsen gevallen hagel, be gint het bederf zich echter nogal hevig aan de vrucht te vertoonen, zoodat men vreest, dat de kersen niet van langen duur zullen zijn. Uit Zevenaar wordtbericht dat de trein waarmede de Schab van Perzië Zondagavond passeerde, sedert vele jaren de eenige is, welke daar niet ophield om gevisiteerd le worden. Door den minister van Financiën was autori satie verleend, om die formaliteit achter wege te laten, waaraan andere vorsten zich steeds onderwierpen. Dinsdagochtend, circa acht uur, wilde te Harderwijk de oppasser Weijenberg zich naar den, buiten de stad gelegen stal van zijn meester begeven, ter verzorging van het aldaar voorhan den vee, toen hij onverhoeds met een mes eene diepe snede in den buik ontving van zekeren, te Maastricht thuisbehoo- renden smid, Th. Franciscus Amouri, onlangs uit Ommerschans ontslagen. De dader werd gegrepen door den heer De Vroom, die hem met behulp van den politieagent De Witte overgebracht naar het politiebureau. De verslagene werd hevig bloedende naar zijne woning ver voerd, doch verkeert gelukkig niet in levensgevaar. Uit Roermond bericht men: Johan Klonisch uit Dülkeo, wiens sig nalement wij mededeelden als zijnde ver dacht van den moord op Maria Holz te Duiken bij Venloo, is Maandag door de antwerpsche politie aangehouden, en reeds aan de duitsche uitgeleverd. De twee welgekleedeperso- I nen, die, behalve te Venloo, ook te Te- gelen, Reuver en Swalmen vergulde hor- loges voor gouden verkochten zijn door moeilijk hem altoos j den commissaris van politie uit Venloo te Roermond opgespoord en aangehouden. De beide personen (Fransehen) waren nog in het bezit van vele uurwerken, geld enz. Te middernacht hoorde men Maandag in de woning van den hout- e- handelaar C. van Cuyck, te Oirschot vN. B.) een donderend gekraak en ge- Een der heeren van het volg van den Schah verloor Dinsdag avond op de De Ruyterkade eene met druis. Bij onderzoek bleek, dat zijn broe- kostbare steenen versierde sabel. Dank der, W. v. C. met bed en ledikant door vloer eener opkamer ge- gehee! ongedeerd in den Dat er onder de maaiers kelder van een belendend huislag. Nau- kort aangebonden personen zijn, is op 1 welijks had de goede zeventigjarige man te maken uit 't geen voor eenige dagen zich van de plaats des onkeils verwij- zij de zorgen van de politie, had de den versleten eigenaar het kleinood spoedig terug. stort was en IJuni jl. te Heerenveen heeft plaats ge- waarvan zeer veel noodig is om eene te Hoogwoud is geschied. Daar hield derd, of een gedeelte van den muur viel gesloten, Redhills dan uit de handen van Philip Bourchier in die van den onaanzienlijken koopman zou overgaan. Deze ontdekking was nog nieuw en lag Philip Bourchier nog loodzwaar op het hart, toen hij 's nachts een ruwen man van Brackley naar Redton liet meerijden en om zijn leven te redden verplicht was, dienzelfden man neer te schieten. Het spreekt vanzelf, dat toen de heer des huizes te Red hills aankwam, hij eene hevige ontsteltenis in de familie teweegbracht. Niet alleen droeg hij de uiterlijke kentee- kenen van eene worsteling, maar in de linkerzijde had hij een klein wondje, veroorzaakt door het mes van den aan valler. Zijne vrouw, dochters en zijn zoon, die thuis was, staarden hem met wijdgeopende oogen aan, toen hij hun zijn avontuur vertelde, en dankten de Voorzienigheid, die het hoofd van het gezin zoo genadiglijk had gered. Hoewel mijnheer Bourchier een man van zelfbeheersching was, kunnen wij niet veronderstellen dat hij zijne gewone kalmte bezat, en men kan het hem niet ten kwade duiden, dat hij den regen van vragen, die tot hem gericht werden, zeer kort beantwoordde, en spoedig zijn wensch te kennen gaf om zich te ruste te leggen. Toen hij met zijne echt- genoote alleen was, verzocht hij haar niet meer over het onderwerp te spreken, tenminste dien nacht niet. Ik moet bij het aanbreken van den dag opstaan, zeide hij. Ik heb in de worsteling mijne portefeuille verloren, on kon haar later niet terugvinden. Kan een der bedienden er niet naar gaan zoeken? vroeg zijne vrouw. Neen, ik moet er zelt op af. Er is geld in, en papie ren van waarde. Zeg hen, dat ik voor het aanbreken van den dag mijn paard noodig heb. Mijnheer Bourchier was iemand met stalen zenuwen en hij sliep altijd goed. Daarom was zijne vrouw uiterst ver baasd, toen zij twee uur na het gehouden gesprek door haar man werd gewekt. Ik kan niet slapen, zeide hij met een schor ge fluister. Geef mij wat chloral, laudanum of iets anders. Er was chloral in het vertrek. Voor iemand, die er niet aan gewend is, nam mijnheer Bourchier eene veel te groote dosis in; zijne vrouw bleef wakker, totdat zij hem regel matig hoorde adem halen en dus wist, dat hij sliep Toen zij 's morgens ontwaakte, was hij nog vast in slaap. Een tijd lang wilde zij hem niet storen, totdat zij zich zijne bevelen van den voorgaanden nacht herinnerde en hem niet langer durfde laten liggen. Zij maakte hem wak ker; eenige minuten had hij noodig om zich aan de werking van de medicijn te onttrekken, en staarde toen om zich heen. Het was helder dag. Hoe laat is het, hoe laat is het? vroeg hij ongeduldig. Zijne vrouw zeide het hem. En gij hebt mij maar laten slapen! zeide hij op bit teren toon, terwijl hij zich aankleedde. Is het paard gereed? vervolgde hij. met dien trek op het gelaat, waar voor mevrouw Bourchier altijd bang was Het paard wachtte, ten koste van een stalknecht, die nu van zijn werk werd verlost en kon gaan ontbijten. Mijn heer Bourchier voltooide haastig zijn toilet, en zonder iets te gebruiken, sprong hij in den zadel, en reed weg- in vollen draf. De wind was dien nacht veranderd, en er was sneeuw gevallen. Zij lag overal een voet hoog. Het deed mijnheer Bourchier genoegen, dat te zien, nu waren alle sporen van de worsteling van den vorigen nacht uitgewischt. Hij had geen hulp noodig, om den plek weer te vinden. Hij her innerde zich een jongen den te hebben gezien die al te vroeg was doodgegaan, en nu bladerloos te midden van zijne groenende en levende broeders stond. In vreeselijke oogenblikken schenken wij soms onze opmerkzaamheid aan zeer gewone dingen; mijnheer Bourchier voelde dan ook, dat hij nooit weer een verdorden boom zou zien, zonder aan de gebeurtenissen van den vorigen nacht te denken. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 2