laten voorbij gaan de ongunstige opinie,
welke uw correspondent uitspreekt over
onzen waarnemenden vice-consul te Ro-
sario, van welken ambtenaar de heer
Yan Waalwijk na een enkele en korte
kennismaking zegt«Als die man onze
landgenooten van dienst moet zijn, dan
mogen zij ook zien, hoe zij zich zeiven
redden."
Hoe onrechtvaardig dit zoo ras geveld
oordeel is, bewijst alleen het feit, dat in
de maand Januari jl. tien hollandsche
arbeidersgezinnen, die zich te Rosario in
groote moeilijkheden bevonden, door den
heer Jurgens niet alleen aan werk wer
den geholpen, maar ook bijgestaan met
een bedrag van 150 pesos, door hem ge
collecteerd bij Nederlanders en Duitschers.
Zijn er behalve de genoemde ook nog
enkele andere zaken, waaromtrent ik in
meening van den heer Van Waalwijk
verschil over het geheel komt mij zijne
correspondentie uitmuntend voor en mag
mijns inziens zijne zending naar Argen
tinië als geheel geslaagd worden be
schouwd.
IJ, mijnheer de directeur, van het
Nieuwsblad* daarmede dan ook mijne
gelukwenschen aanbiedende, teeken ik met
gevoelens van hoogachting,
L. Van Riet.
Hage19 Juni 1889.
Het spraakgebruik bedoelt met kan
toorbediende iets anders dan waarop de
geëerde schrijver het oog heelt. Onze
reiziger had bepaaldelijk op het oog de
breede schaar van jongelieden, die hier
op kantoren werkzaam zijn en geen mid
delen bezitten om een paar maanden te
wachten. Red.
Woensdag ochtend had te
Uitgeest eene treffende plechtigheid plaats.
Het stoffelijk overschot van den conduc
teur der H. IJ. S. M. DeRegt, Vrijdag
jl. door een noodlottig ongeval in de uit
oefening van zijn dienst te Beverwyk
verongelukt en Maandag d. a. v. over
leden, werd ter aarde besteld. Op eene
draagbaar door zijne kameraden (15 in
getai) grafwaarts gedragen, werd zijn
lijk gevolgd door den inspecteur, den
adj.-inspecteur, den stationschef, het bu
reaupersoneel en eenige belangstellende
vrienden, waarbij zich, toen een gedeelte
van den weg was afgelegd, zijne weduwe
en eenig kind, vergezeld van eenige
vrouwen, aansloten. In de r. k. kerk
werd eene plechtige mis gevierd. Naaf
loop hiervan werd hij door zijne kame
raden naar zijne laatste rustplaats ge
bracht. De pastoor dankte in eenvoudige
doch gevoelvolle taal bij de geopende
groeve allen, die van hunne belangstel
ling hadden blijk gegeven bij het over
lijden van een man, die op zulk eene
treurige wijze aan zijue nabestaanden
werd ontrukt.
Voor het recht omeieren
te rapen en konijnen te strikken op
Tessel werd dit jaar f 605 betaald.
Thans is het weder voor een jaar ver
pacht en bracht f 666 op.
Op het Noorderstrand van
Terschelling is eene verbeterde zandste-
ker beproefd, die ruim 17 voet dooreen
kleiachtigen bodem drong. Dit werk
tuig zal worden gebruikt bij het onder
zoek der El-Dorado, waarmede over een
paar dagen zal worden begonnen.
De urkervischschuit J. K-
115 is Donderdag uit zee komende, in
het Marsdiep door eene van dc batterij
Zeefront te Helder afgevuurde granaat
getroffen. Het vaartuig werd later met
verlies van mast en tuig te Nieuwediep
binnengesleept doch de opvarenden
hadden gelukkig geen letsel bekomen.
Nadat bij de politie teLei-
den aangifte was gedaan, dat bij nacht
uit in aanbouw zijnde huizen timmer- en
metselaarsgereedschap door overklimming
was ontvreemd, ging de agent-rechercheur
op onderzoek uit. Op zijnen weg ont
moette hij twee personen, de een Leide-
naar, de ander hem niet bekend, welke
laatste in een witten doek twee metse
laarstruffels vervoe-de. Des gevraagd gaf
hij op, dat gereedschap den vorigen
avond voor 50 cent van een hem onbe
kend man te hebben gekocht. Daar het
bedoeld gereedschap een gedeelte van
het ontvreemde bleek te zijn, toog
de rechercheur op verder onderzoek uit,
en komende ten huize van eene op
koopster, waar hij zijne informaties deed,
kwam daar binnen een hem onbekend
man, die 11 zakken te koop aanbood.
Ook dit scheen den rechercheur ver
dacht toe, waarom hy ook dien persoon
aanhield.
Bij het verder ingestelde onderzoek is
gebleken, dat de eerstaangehoudene die
volgens opgave van de politie zijner
woonplaats reeds twee malen gevange
nisstraf wegens diefstal heeft ondergaan,
terwijl de verkooper der zakken verduis
tering daarvan had gepleegd, door die
zakken in bruikleen voor een bepaald
doel bij eenen koopman te halen.
Woensdagmiddag kwam te
Scheveningen dicht onder den wal een
torpedoboot, komende van den kant van
den Hoek van Holland; door het winde
rige weer dicht op strand gestuwd, liet
zij tot driemaal toe een schel gefluit
hooren. Zoodra men de boot van den
vuurtoren bemerkte, liecsch men de vlag.
Na geruimen tijd telkens dichter
bij de kust te hebben vertoefd, koos de
boot kwart over vijven weder zee en ver
trok in de richting van IJmuiden.
Duizenden menschen woonden dit niet
alledaagsch schouwspel bij. Wat de b -
doeling ervan was heeft men echter n.et
te weten kunnen komen.
Bij den brand, die te Apel
doorn op 8 Juni plaats had, bekwamen
H. Broekhuis en zijn zoontje ernstige
brandwonden. Nadat eerst het kind over
leden was, is thans ook de vader be
zweken.
Nog altyd zoekt de politie naar de
kwaadwilligen die zeer waarschijnlijk den
brand hebben aangestoken.
De volgende daad van de
onderofficieren van het 2e rog. infanterie,
die schietoefeningen in het kamp bij
Zeist hebben medegemaakt, verdient mel
ding. Nabij het kamp bevind1; zich een
melkhuis, dat door een moeder met haar
dochter wordt gehouden.
Eenige manschappen hadden daar ster
ken drank gevorderd, die hun werd ge
weigerd. Hierover gebelgd, besloten zij
den laatstcn dag van hun verblijf in het
kamp den inboedel van het melkhuis te
vernielen. Deze toeleg kwam ter oore
van de onderofficieren van evengemeld
regiment, die besloten hadden wanorde
lijkheden eu bestraffing der manschappen
te voorkomen. Hoewel verlof hebbende,
dien dag naar Utrecht te mogen gaan,
bleven toch twee onderofficieren van elke
compagnie, daartoe bij loting aangewezen,
in de nabijheid van het melkhuis de
wacht houden, met het gevolg, dat de
bedoelde manschappen, hunne meerderen
ter plaats vindende, hun voornemen lie
ten varen.
Dinsdagavond omstreeks 10
uur heeft in de Mariënburg-kazerne te
Nijmegen een treurig voorval plaats ge
had. Een jeugdig onderofficier maakte
tijdens hij zich alleen op de onderoffi-
cierskamer bevond, door een geweerschot
een einde aan zijn leven.
Vrees voor straf, waardoor hem de
toelating tot het examen voor den cursus
zou kunnen worden geweigerd, moet de
zen jongen man, die onder zijne kame
raden vele vrienden telde, tot die wan
hopige daad gedreven hebben.
Terwijl Woensdagavond
eenige kinderen op den Zwarceweg te
Oldebroek, voor een aankomenden hond
bevreesd, dien wilden ontwijken, geraakte
het bijna 4-jarig meisje van H. Boeve
met het hoofde onder het wiel van een
hooiwagen, tengevolge waarvan het kind
kort daarna overleed.
Uit Zevenaar wordt gemeld:
Een inwoner van het nabijgelegen
Eiken (Pruisen) vermiste dezer dagen
zijn horloge en verdacht van die ont
vreemding een Hollander. Deze, op het
Spijk bij Lobit wonende en aldaar Woens
dag op het land werkzaam, werd daar
onverhoeds door twee andere arbeiders
overvallen, gebonden en over de grenzen
gezet, alwaar de duitsche politie was om
hem te arresteeren.
Een meisje van 12 jaren heeft
van eene dame in het spoorwegstation
te Groningen eene poriemonnaie met
ruim f 40 ontvreemd. Zij kocht voor het
gestolen geld een spoorkaartje Gronin
genDen Haag, en vertrok Zondagmid
dag derwaarts, hare ouders doodelijk on
gerust achterlatend
Te 's Hage zwierf zij echter nog laat
in den avond op straat en werd daar
door de politie aangehouden, die haar
naar Groningen teruggeleidde. Zij had
nog 35 in haar bezit.
Rechtszaken.
Woensdag heeft het hoog militair ge
rechtshof te Utrecht uitspraak gedaau in
de zaak van den korporaal H. Fekken
(die eenigen tijd geleden in dronkenschap
den soldaat Stavast 's nachts achter de
kazerne „Damlust" te Utrecht doodstak).
Het hof heeft hem vrijgesproken van de
aanklacht, dat hij gehandeld zou hebben
met voorbedachten rade, maar hem schul
dig verklaard aan mishandeling, den dood
tengevolge hebbende, en hem veroordeeld
tot zes jaren gevangenisstraf, met ver-=
vallenverklaring van den militairen stand.
De rechtbank te Utrecht heeft
Donderdag uitspraak gedaan in de zaak
van Eduard Mackvijlenfabrikant te
Deventer, die onlangs onder voorgeven
een neel van baron Van Nagell te Arn
hem te zijnde firma Deumer Cramer
te Utrecht oplichtte voor een rijwiel,
dat te Nieuwer-Amstel verkocht en te
Amsterdam ten huize van een rijwielen-
labrikant herkend werd. De rechtbank
veroordeelde hem tot een jaar gevange
nisstraf.
Woensdag stonden voor de arron-
dissements-reclitbank te Zutien terecht
le H. v. d. W., kolfiehuishouder fe Apel
doorn, en 2e diens huisvrouw, S. v. W.,
beklaagd de eerstgenoemde van poging
tot afpersing en mishandeling met voor
bedachte rade gepleegd op de destijds
bij hem inwonende personen Jaantje Cor
nelia Struik (de zoogenaamde millioenen-
juffrou w) en van Anna Cornelia Kou wijzer;
de tweede beklaagde van medeplichtig
heid aan voormelde poging tot afpersing
en voor diefstal van aan genoemde per
sonen behoorende goederen.
De feiten bij dagvaarding te laste ge
legd waren dat de eerste beklaagde, met
het voornemen om de voormelde perso
nen te mishandelen en tevens met het
oogmerk om zich wederrechtelijk te be-
voordeelen, zich in den nacht ven 25 op
26 April jl., omstreeks twee uren, in
zijne woning te Apeldoorn gekleed en
gewapend met een dik stuk hout bege
ven heeft, de trap op, naar het boven
kamertje waar beide vrouwen in één
bed lagen te slapen, dit bovenkamertje
is binnengetreden^, en dadelijk daarop
beide genoemde vrouwen in haar bed
riïgt dat stuk hout moedwillig verschei
dene hevige slagen heeft toegebracht, bij
herhaling uitroepende tegen Jaantje
Struik: «geld moet ik hebben, of anders
vermoord ik jullie beidegeld, of ik
vermoord je, jij moet mij redden, anders
zink ik!" door welke slagen Jaantje Cor
nelia Struik is verwond aan de zijde van
het hoofd en gekneusd aan den rechter
arm, en Anna Catharina Kouwijzer eene
bloedende wonde aan den linker arm,
hebbende hij le bekl. daarbij het licht
hetwelk op het kamertje urandde, uit
geslagen, dat hij vervolgens genoemde
Jaantje Struik, die intusschen uit
haar bed gesprongen was, van het ka
mertje heeft afgesleurd, aldoor roepende
„ik moet geld hebben" en haar de trap
hee't afgestooten of afgedrongen naar be
neden, hebbende hij door deze handelin
gen gepleegd de voormelde poging, en
zijnde de uitvoering van zijn voornemen
niet voltooid alleen door de plotselinge
verschijning aan de voordeur zijuer wo-
nin» van eenige personen, die op het
geroep van help, help, moord! van A.
C. Kouwijzer, die daartoe eene glasruit
van hel bovenkamertje had stuk geslagen,
waren toegeloopen en door laatstgenoemde
werden binnengelaten. Wijders dat de
tweede bekl., op tijd en plaats voormeld,
insgelijks gekleed, met den eerste bekl.
is naar boven gegaan, naar voormeld
kamertje, met het licht in de hand; dat
licht bui en het kamertje heeft neergezet,
daarop het kamertje is binnengetreden,
de deur heeft dichtgedaan en haar man,
den eersten bekl. heeft toegeroepen„sla
het licht uit"; dat zij vervolgens heeft
getracht voornoemde A. C. Kouwyzer te j
beletten om hulp te roepen, door haar de
hand op den mond te houden; dat zy
vervolgens het goed van de beide vrou
wen, hetwelk gepakt op het bovenka
mertje stond, heeft opgenomen en naar
beneden geworpen, haar dochtertje, dat
beneden stond, toeroepende„de kelder
open, gooi alles er in," met het oogmerk
om zich dat goed, bestaande in doozen, j
pakjes, tascbjes en valiesjes met kleeding- i
stukken wederrechtelijk toe te eigenen, j
Mr. J Rost van Everdingen, advocaat
te Zutfen, trad als verdediger voor de j
beide beklaagden op en deed namens deze
aan de rechtbank, vóór het hooren der
getuige Jaantje Cornelia Struik, het ver
zoek dat deze getuige niet anders dan
buiten eede zoude worden gehoord, en
zulks op grond van art. 165 wetb. van
stralr., bepalende dat de rechtbank o. a.
op het verzoek van den bekl. kan beve
len, dat niet anders dan buiten eede
woiden gehoord zij die tot gevangenis
straf van 3 jaren of langer zijn veroor
deeld.
Na er op gewezen te hebben, hoe deze
getuige bij vonnis der rechtbank te Rot
terdam van 29 Juni 1883 (bevestigd bij
arrest van den Hoogen Raad dd. 28 Jan.
1884) wegens bedrieglijke oplichting was
veroordeeld tot 5 jaren gevangenisstraf,
trachtte de verdediger in een klemmend
betoog, waarbij hij wees op het verleden
van Jaantje Struik, te doen uitkomen,
dat aan een persoon als deze alle be
trouwbaarheid behoort ie worden ont
zegd, en mitsdien zoo ooit dan zeer ze
ker in dit geval voor de rechtbank al
leszins termen aanwezig waren om van
hare bevoegdheid gebruik te uiakeu en
de millioenenjufirouw niet anders dan
buiten eede te hooren.
Na repliek van den subst. olficier, jhr.
mr. Martens van Se venhoven, die de be
trouwbaarheid van Jaantje Struik trachtte
te betoogen, en na dupliek van den ver
dediger, ging de rechtbank in raadkamer
en besliste vervolgens, dat er naar haar
oordeel geen termen waren om het ver
zoek van den verdediger toe te staan en
Jaantje Struik mitsdien wèl onder eede
zou worden gehoord.
Vóór het hooren van de getuige Anna
Cathariua Kouwijzer betoogde de verde
diger, dat deze getuige niet onder eede
mocht worden gehoord, daar zij indertijd
ter zake van kinuermGord was veroor
deeld tot eene onteerende straf (de dood
straf', later gewijzigd in gevangenisstraf
van 20 jaren) en mitsdien ingevolge de
bepaling van art. 190 no. 3 van het toen
vigeerende Wetboek van Strafvordering
de bevoegdheid had verloren om als ge
tuige onder eed(f te WGrden gehoord, en
subsidiair deed de verdediger op grond
van art. 165 S. V. hetzelfde verzoek als
ten aanzien der vorige getuige.
Na bestrijding van de zijde van het
O. M. besliste echter de rechtbank, dat
ook deze getuige onder eede zou worden
gehoord. Behalve deze beide genoemde
getuigeD, die de feiten der dagvaarding
in hoofdzaak vrij eenstemmig bevestigden,
werden nog 5 getuigen gehoord.
Het O. M. achtte door de verklarin
gen der getuigen Struik en Kouwijzer,
in verband met aanwijzingen, voortvloei
ende uit de verklaringen der overige ge
tuigen, de te laste gelegde feiten wettig
en overtuigend bewezen en vorderdedat
de eerste beklaagde zou worden veroor
deeld tot 3 jaren en de tweede beklaagde
tot 1 jaar gevangenisstraf.
Door den verdediger werd dit requisi
toir breedvoerig bestreden en nogmaals
gewezen op het verleden van de beide
hoofdgetuigen en den invloed, die dit
op de geloofwaardigheid dier getuigen
moest uitoefenen, en wijders betoogd dat,
wat den eerste beklaagde betrof, niet
was bewezen het aanwezig zijn van
strafbare poging, dewijl ontbrak het be
wijs, dat de uitvoering van het feit niet
was voltooid alleen tengevolge van om
standigheden van zijn wil onafhankelijk
dat er alzoo wat de 2de beklaagde be
trof geen sprake kon zijn van medeplich
tigheid daaraaD, terwijl voor den aan
deze beklaagde ten laste gelegden diefstal
alle elementen in dit proces ontbraken.
Op deze gronden concludeerde de verde
diger tot vrijspraak van beide beklaagden.
Na repliek van het O. M. en dupliek
van den verdediger bepaalde de recht
bank de uitspraak van het vonnis op
26 Juni a. s.
VISSCHERIJ.
Nieuwediep, 20 Juni. Door 105
korders werden heden 10 tot 150 groote-,.
30 tot 180 kl. tongen, 13 tarbotten, 10
tot 20 roggen, 1 tot 4 manden schar 1
tot 3 man ijes kl. schol en 1 steur aan
gevoerd; gr. tong--gold 25 a 30 c.,
kleine id. 20 a 25 c., tarbot f 6_ a 7,
rog 25 c. per stuk, schar f2.60 a 3 per
mand, kl. schol f 1.25 a 1.50 per mandje
en de steur f 10.50.
Tessel, 20 Juni. Aangezien de
geepvangst aan deze kust zoo schraal
blijft, zijn eenige visschers vau hier naai
de friesche kust vertrokken, ten einde
daar hun geluk te beproeven. De zoute-
rijen loven f 14 per tal uit.
POLÏÜEk OYEitZICHT.
De Norddeutsche Allg. Zeit. beleeft
eenig succes van haar wraakgeroep over
bet gebeurde met Wohlgemuth, en in 't
algemeen van hare vertogen tegen de
haudelingen der zwitsersche regeering in
zake hare houding tegenover de politieke
samenzweerders, die haar grondgebied tot
verblijfplaats hebben gekozen. Thans be
vat het blad een heftig artikel tegen de
misbruiken waaraan Zwitserland door
het bevorderen der sociaal-democratie
schuldig is, en die, zoo zij tusschen groote
staten zich voorgedaan hadden, tot oorlog
geleid zouden hebben. Zwitserlands neu
traliteit wordt onnatuurlijk en onhoud
baar, als beleedigende minachting van de
belangen van een naburigen staat als
gerechtvaardigd beschouwd wordt zegt
de Nordd.
Tevens deelt het blad mede dat de
klacht welke door Duitschland en Rus
land den 13en Juni te Bern is inge
bracht, officiëel ook door den gezant van
Oostenrijk-Hongarije is gesteund.
Het schijnt dat de bondsregeering eenig
voorgevoel had van het gevaar dat haar
boven het hoofd heeft gezweefd, want met
kracht heeft zij maatregelen genomen,
welke voor de verdediging des lands
noodzakelijk zijn en gaat daarmede nog
steeds voort. Zoo is door den Bondsraad
het voorstel gedaan tot. het aanschaffen
binnen den kortst mogelijken tijd, van
nieuwe vuurwapenen, waarvoor in de
volgende zitting een crediet zal worden
aangewezen. Inmiddels is de Bondsraad
gemachtigd tot het sluiten van eene lee
ning ten bedrage van 16 millioen.
Bovendien is in den nationalen raad
door tien afgevaardigden eene interpellatie
ter tafel gebracht, om van don bondsraad
inlichtingen te vragen omtrent het con
flict van Zwitserland met anderelanden,
waarop heden het antwoord van den
president tegemoet gezien wordt.
Niet minder dan in Zwitserland maakt
men in Frankrijk haast met de behan
deling der legerwet. "-De ministerraad
heeft besloten, onmiddellijk nadat de be
grooting zal zijn afgehandeld bij de Ka
mer op beraadslaging over die wet aan
te dringen. De ministers zullen als reden
doen gelden dat die wet noodzakelijker
wijze tot stand dient te komen vóór dat
de Kamers uiteengaan.
Uit .Servië komt de tijding dat in de
slechte verstandhouding, welke van den
aanvang af tusschen het regentschap en
het ministerie heeft bestaan, hoegenaamd
geen verbetering komt en zij t .ans zoo
is toegenomen, dat de regenten hoege
naamd geen gezag meer hebben.
De Porte heeft aan hare vertegen
woordigers bij de groote mogendheden
eene circulaire gezonden om deze te vra
gen, wat zij over de gebeurtenissen in
Servië denken.
GEMENGD NIEUWS.
De loodensche politie zet
haar onderzoek, naar aanleiding van de
ontdekking van een vrouwenlijk in de
vertrekt, aan het station zijn, al heet dat ook Sleeford.
Toen Davis zich goed en wel in den trein bevond, begon
hij zijne vondst te onderzoeken. Ze bestond in eene groote
portefeuille. Er bevonden zich verscheidene papieren in,
sommige waren geel van ouderdom. De pachter was geen
vlug lezer, daarom wilde hij ze vooreerst niet ontcijferen.
Maar er bevond zich ook een stuk papier in, waarvan hij
de waarde bij ondervinding kende, het was een bankbiljet
van zestig gulden De aanwezigheid daarvan besliste het
lot van de brieventasch. Als de inhoud geen waarde bezat
dan alleen voor den eigenaar, dan zou Davis haar gehouden
hebben tot zij zou worden opgeëischtmaar omdat er geld
in was, moest zij dadelijk naar den eigenaar terug, wiens
naam met vergulde letters aan den binnenkant stond
James Boucher, Hig-hstreet, Newham. Hij handelde zijne
zaken in Blacktown af, en voor hij naar huis terugkeerde,
ging hij volgens gewoonte eene pijp opsteken en een glas
brandewijn met water drinken, in eene herberg nabij het
station.
Hij was een van die menschen, die niet willen bekennen,
dat het schrijven voor hen een moeilijk werk is, en toch
willen, dat andere menschen hunne brieven schrijven, hij
vroeg nu aan de buffetjuffrouw, eene eerwaardige, moe
derlijke vrouw, van omstreeks vijftig jaar, of zij de porte-
feHille in een papier wilde wikkelen, en er vervolgens het
adres op wilde schrijven dat aan den binnenkant stond
Hoeveel postzegels moeten er op? vroeg hij, ter
wijl zij aan zijn verlangen voldeed. Zij woog het pakje,en
bevond, dat zij daarvoor drie stuivers moest hebben.
Davis, de pachter was een eerlijk en rechtschapen, maar
zeer zuinig man. Drie stuivers zijn drie stuivers. Leg
er nu het volgende briefje bij«Mijnheer, ik heb uwe
brieventascli gevonden. Ik heb er drie stuivers aan post
zegels voor betaald, die ik u verzoek te sturen aan
A. DAVIS,
Watercress-hoeve, in Redton.
De portefeuille werd nu aan den vermoedelijken eigenaar
gezonden, met de onkosten-nota van Davis er bij.
James Boucher was al eenige maanden dood, maar de
postbeambten in Newham hadden hem gekend, en in plaats
van het pakket te openen en het aan den afzender terug
te sturen, door er op te schrijven Dood geen adres
deed een hunner onderzoek naar het adres van zijne af
stammelingen. Hierin slaagde hij niet zonder eenige moeite,
en drie weken later verzond de beambte het pakket naar
Gray-Street no 72, Londen, geadresseerd aan John Bouclie.
eeaigen zoon van den overledene.
"Davis vermoedde volstrekt niet, dat zijn gevreesde land-
lieer hem gaarne pachthoeve Watercress zou geschonken
hebben in ruil voor de documenten, die zich in de zwarte
brieventasch bevonden.
HOOFDSTUK IV.
De Gray-Street is geen aanzienlijke straat in Londen.
Zelfs waagt iemand, die daar een huis heeft om het te
verhuren, het niet, de straat meer dan eene aardige straat
te noemen. Zij is als al die anderen, die zooveel op elkaar
gelijken en zich in de nabijheid van het Regent Canal be
vinden. Men vindt daar flinke huizen van twee verdiepin
gen hoog-. De drempel voor de deur is drie treden hoog;
op dezelfde hoogte met de straat bevindt zich een getralied
keukenvenster. Als men aan de voordeur van een der huizen
der Gray-street klopt, vergewist zich een der diensboden
eerst, van uit de diepte, wie gij zijt, om te zien, of zij, u
de deur moet openen, of dat uwe boodschap in de buiten
lucht kan worden afgehandeld. In de Gray-Street zijn echter
zeven van de tien huizen huurhuizen; het is daar eene ge
zellige en vriendelijke buurt, daar er vele jonge mannen,
meest ongehuwden, wonen, wier betrekking hen roept naar
banken, handelskantoren en andere inrichtingen.
{Wordt vervólgd)