laten voorbij gaan de ongunstige opinie, welke uw correspondent uitspreekt over onzen waarnemenden vice-consul te Ro- sario, van welken ambtenaar de heer Yan Waalwijk na een enkele en korte kennismaking zegt«Als die man onze landgenooten van dienst moet zijn, dan mogen zij ook zien, hoe zij zich zeiven redden." Hoe onrechtvaardig dit zoo ras geveld oordeel is, bewijst alleen het feit, dat in de maand Januari jl. tien hollandsche arbeidersgezinnen, die zich te Rosario in groote moeilijkheden bevonden, door den heer Jurgens niet alleen aan werk wer den geholpen, maar ook bijgestaan met een bedrag van 150 pesos, door hem ge collecteerd bij Nederlanders en Duitschers. Zijn er behalve de genoemde ook nog enkele andere zaken, waaromtrent ik in meening van den heer Van Waalwijk verschil over het geheel komt mij zijne correspondentie uitmuntend voor en mag mijns inziens zijne zending naar Argen tinië als geheel geslaagd worden be schouwd. IJ, mijnheer de directeur, van het Nieuwsblad* daarmede dan ook mijne gelukwenschen aanbiedende, teeken ik met gevoelens van hoogachting, L. Van Riet. Hage19 Juni 1889. Het spraakgebruik bedoelt met kan toorbediende iets anders dan waarop de geëerde schrijver het oog heelt. Onze reiziger had bepaaldelijk op het oog de breede schaar van jongelieden, die hier op kantoren werkzaam zijn en geen mid delen bezitten om een paar maanden te wachten. Red. Woensdag ochtend had te Uitgeest eene treffende plechtigheid plaats. Het stoffelijk overschot van den conduc teur der H. IJ. S. M. DeRegt, Vrijdag jl. door een noodlottig ongeval in de uit oefening van zijn dienst te Beverwyk verongelukt en Maandag d. a. v. over leden, werd ter aarde besteld. Op eene draagbaar door zijne kameraden (15 in getai) grafwaarts gedragen, werd zijn lijk gevolgd door den inspecteur, den adj.-inspecteur, den stationschef, het bu reaupersoneel en eenige belangstellende vrienden, waarbij zich, toen een gedeelte van den weg was afgelegd, zijne weduwe en eenig kind, vergezeld van eenige vrouwen, aansloten. In de r. k. kerk werd eene plechtige mis gevierd. Naaf loop hiervan werd hij door zijne kame raden naar zijne laatste rustplaats ge bracht. De pastoor dankte in eenvoudige doch gevoelvolle taal bij de geopende groeve allen, die van hunne belangstel ling hadden blijk gegeven bij het over lijden van een man, die op zulk eene treurige wijze aan zijue nabestaanden werd ontrukt. Voor het recht omeieren te rapen en konijnen te strikken op Tessel werd dit jaar f 605 betaald. Thans is het weder voor een jaar ver pacht en bracht f 666 op. Op het Noorderstrand van Terschelling is eene verbeterde zandste- ker beproefd, die ruim 17 voet dooreen kleiachtigen bodem drong. Dit werk tuig zal worden gebruikt bij het onder zoek der El-Dorado, waarmede over een paar dagen zal worden begonnen. De urkervischschuit J. K- 115 is Donderdag uit zee komende, in het Marsdiep door eene van dc batterij Zeefront te Helder afgevuurde granaat getroffen. Het vaartuig werd later met verlies van mast en tuig te Nieuwediep binnengesleept doch de opvarenden hadden gelukkig geen letsel bekomen. Nadat bij de politie teLei- den aangifte was gedaan, dat bij nacht uit in aanbouw zijnde huizen timmer- en metselaarsgereedschap door overklimming was ontvreemd, ging de agent-rechercheur op onderzoek uit. Op zijnen weg ont moette hij twee personen, de een Leide- naar, de ander hem niet bekend, welke laatste in een witten doek twee metse laarstruffels vervoe-de. Des gevraagd gaf hij op, dat gereedschap den vorigen avond voor 50 cent van een hem onbe kend man te hebben gekocht. Daar het bedoeld gereedschap een gedeelte van het ontvreemde bleek te zijn, toog de rechercheur op verder onderzoek uit, en komende ten huize van eene op koopster, waar hij zijne informaties deed, kwam daar binnen een hem onbekend man, die 11 zakken te koop aanbood. Ook dit scheen den rechercheur ver dacht toe, waarom hy ook dien persoon aanhield. Bij het verder ingestelde onderzoek is gebleken, dat de eerstaangehoudene die volgens opgave van de politie zijner woonplaats reeds twee malen gevange nisstraf wegens diefstal heeft ondergaan, terwijl de verkooper der zakken verduis tering daarvan had gepleegd, door die zakken in bruikleen voor een bepaald doel bij eenen koopman te halen. Woensdagmiddag kwam te Scheveningen dicht onder den wal een torpedoboot, komende van den kant van den Hoek van Holland; door het winde rige weer dicht op strand gestuwd, liet zij tot driemaal toe een schel gefluit hooren. Zoodra men de boot van den vuurtoren bemerkte, liecsch men de vlag. Na geruimen tijd telkens dichter bij de kust te hebben vertoefd, koos de boot kwart over vijven weder zee en ver trok in de richting van IJmuiden. Duizenden menschen woonden dit niet alledaagsch schouwspel bij. Wat de b - doeling ervan was heeft men echter n.et te weten kunnen komen. Bij den brand, die te Apel doorn op 8 Juni plaats had, bekwamen H. Broekhuis en zijn zoontje ernstige brandwonden. Nadat eerst het kind over leden was, is thans ook de vader be zweken. Nog altyd zoekt de politie naar de kwaadwilligen die zeer waarschijnlijk den brand hebben aangestoken. De volgende daad van de onderofficieren van het 2e rog. infanterie, die schietoefeningen in het kamp bij Zeist hebben medegemaakt, verdient mel ding. Nabij het kamp bevind1; zich een melkhuis, dat door een moeder met haar dochter wordt gehouden. Eenige manschappen hadden daar ster ken drank gevorderd, die hun werd ge weigerd. Hierover gebelgd, besloten zij den laatstcn dag van hun verblijf in het kamp den inboedel van het melkhuis te vernielen. Deze toeleg kwam ter oore van de onderofficieren van evengemeld regiment, die besloten hadden wanorde lijkheden eu bestraffing der manschappen te voorkomen. Hoewel verlof hebbende, dien dag naar Utrecht te mogen gaan, bleven toch twee onderofficieren van elke compagnie, daartoe bij loting aangewezen, in de nabijheid van het melkhuis de wacht houden, met het gevolg, dat de bedoelde manschappen, hunne meerderen ter plaats vindende, hun voornemen lie ten varen. Dinsdagavond omstreeks 10 uur heeft in de Mariënburg-kazerne te Nijmegen een treurig voorval plaats ge had. Een jeugdig onderofficier maakte tijdens hij zich alleen op de onderoffi- cierskamer bevond, door een geweerschot een einde aan zijn leven. Vrees voor straf, waardoor hem de toelating tot het examen voor den cursus zou kunnen worden geweigerd, moet de zen jongen man, die onder zijne kame raden vele vrienden telde, tot die wan hopige daad gedreven hebben. Terwijl Woensdagavond eenige kinderen op den Zwarceweg te Oldebroek, voor een aankomenden hond bevreesd, dien wilden ontwijken, geraakte het bijna 4-jarig meisje van H. Boeve met het hoofde onder het wiel van een hooiwagen, tengevolge waarvan het kind kort daarna overleed. Uit Zevenaar wordt gemeld: Een inwoner van het nabijgelegen Eiken (Pruisen) vermiste dezer dagen zijn horloge en verdacht van die ont vreemding een Hollander. Deze, op het Spijk bij Lobit wonende en aldaar Woens dag op het land werkzaam, werd daar onverhoeds door twee andere arbeiders overvallen, gebonden en over de grenzen gezet, alwaar de duitsche politie was om hem te arresteeren. Een meisje van 12 jaren heeft van eene dame in het spoorwegstation te Groningen eene poriemonnaie met ruim f 40 ontvreemd. Zij kocht voor het gestolen geld een spoorkaartje Gronin genDen Haag, en vertrok Zondagmid dag derwaarts, hare ouders doodelijk on gerust achterlatend Te 's Hage zwierf zij echter nog laat in den avond op straat en werd daar door de politie aangehouden, die haar naar Groningen teruggeleidde. Zij had nog 35 in haar bezit. Rechtszaken. Woensdag heeft het hoog militair ge rechtshof te Utrecht uitspraak gedaau in de zaak van den korporaal H. Fekken (die eenigen tijd geleden in dronkenschap den soldaat Stavast 's nachts achter de kazerne „Damlust" te Utrecht doodstak). Het hof heeft hem vrijgesproken van de aanklacht, dat hij gehandeld zou hebben met voorbedachten rade, maar hem schul dig verklaard aan mishandeling, den dood tengevolge hebbende, en hem veroordeeld tot zes jaren gevangenisstraf, met ver-= vallenverklaring van den militairen stand. De rechtbank te Utrecht heeft Donderdag uitspraak gedaan in de zaak van Eduard Mackvijlenfabrikant te Deventer, die onlangs onder voorgeven een neel van baron Van Nagell te Arn hem te zijnde firma Deumer Cramer te Utrecht oplichtte voor een rijwiel, dat te Nieuwer-Amstel verkocht en te Amsterdam ten huize van een rijwielen- labrikant herkend werd. De rechtbank veroordeelde hem tot een jaar gevange nisstraf. Woensdag stonden voor de arron- dissements-reclitbank te Zutien terecht le H. v. d. W., kolfiehuishouder fe Apel doorn, en 2e diens huisvrouw, S. v. W., beklaagd de eerstgenoemde van poging tot afpersing en mishandeling met voor bedachte rade gepleegd op de destijds bij hem inwonende personen Jaantje Cor nelia Struik (de zoogenaamde millioenen- juffrou w) en van Anna Cornelia Kou wijzer; de tweede beklaagde van medeplichtig heid aan voormelde poging tot afpersing en voor diefstal van aan genoemde per sonen behoorende goederen. De feiten bij dagvaarding te laste ge legd waren dat de eerste beklaagde, met het voornemen om de voormelde perso nen te mishandelen en tevens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te be- voordeelen, zich in den nacht ven 25 op 26 April jl., omstreeks twee uren, in zijne woning te Apeldoorn gekleed en gewapend met een dik stuk hout bege ven heeft, de trap op, naar het boven kamertje waar beide vrouwen in één bed lagen te slapen, dit bovenkamertje is binnengetreden^, en dadelijk daarop beide genoemde vrouwen in haar bed riïgt dat stuk hout moedwillig verschei dene hevige slagen heeft toegebracht, bij herhaling uitroepende tegen Jaantje Struik: «geld moet ik hebben, of anders vermoord ik jullie beidegeld, of ik vermoord je, jij moet mij redden, anders zink ik!" door welke slagen Jaantje Cor nelia Struik is verwond aan de zijde van het hoofd en gekneusd aan den rechter arm, en Anna Catharina Kouwijzer eene bloedende wonde aan den linker arm, hebbende hij le bekl. daarbij het licht hetwelk op het kamertje urandde, uit geslagen, dat hij vervolgens genoemde Jaantje Struik, die intusschen uit haar bed gesprongen was, van het ka mertje heeft afgesleurd, aldoor roepende „ik moet geld hebben" en haar de trap hee't afgestooten of afgedrongen naar be neden, hebbende hij door deze handelin gen gepleegd de voormelde poging, en zijnde de uitvoering van zijn voornemen niet voltooid alleen door de plotselinge verschijning aan de voordeur zijuer wo- nin» van eenige personen, die op het geroep van help, help, moord! van A. C. Kouwijzer, die daartoe eene glasruit van hel bovenkamertje had stuk geslagen, waren toegeloopen en door laatstgenoemde werden binnengelaten. Wijders dat de tweede bekl., op tijd en plaats voormeld, insgelijks gekleed, met den eerste bekl. is naar boven gegaan, naar voormeld kamertje, met het licht in de hand; dat licht bui en het kamertje heeft neergezet, daarop het kamertje is binnengetreden, de deur heeft dichtgedaan en haar man, den eersten bekl. heeft toegeroepen„sla het licht uit"; dat zij vervolgens heeft getracht voornoemde A. C. Kouwyzer te j beletten om hulp te roepen, door haar de hand op den mond te houden; dat zy vervolgens het goed van de beide vrou wen, hetwelk gepakt op het bovenka mertje stond, heeft opgenomen en naar beneden geworpen, haar dochtertje, dat beneden stond, toeroepende„de kelder open, gooi alles er in," met het oogmerk om zich dat goed, bestaande in doozen, j pakjes, tascbjes en valiesjes met kleeding- i stukken wederrechtelijk toe te eigenen, j Mr. J Rost van Everdingen, advocaat te Zutfen, trad als verdediger voor de j beide beklaagden op en deed namens deze aan de rechtbank, vóór het hooren der getuige Jaantje Cornelia Struik, het ver zoek dat deze getuige niet anders dan buiten eede zoude worden gehoord, en zulks op grond van art. 165 wetb. van stralr., bepalende dat de rechtbank o. a. op het verzoek van den bekl. kan beve len, dat niet anders dan buiten eede woiden gehoord zij die tot gevangenis straf van 3 jaren of langer zijn veroor deeld. Na er op gewezen te hebben, hoe deze getuige bij vonnis der rechtbank te Rot terdam van 29 Juni 1883 (bevestigd bij arrest van den Hoogen Raad dd. 28 Jan. 1884) wegens bedrieglijke oplichting was veroordeeld tot 5 jaren gevangenisstraf, trachtte de verdediger in een klemmend betoog, waarbij hij wees op het verleden van Jaantje Struik, te doen uitkomen, dat aan een persoon als deze alle be trouwbaarheid behoort ie worden ont zegd, en mitsdien zoo ooit dan zeer ze ker in dit geval voor de rechtbank al leszins termen aanwezig waren om van hare bevoegdheid gebruik te uiakeu en de millioenenjufirouw niet anders dan buiten eede te hooren. Na repliek van den subst. olficier, jhr. mr. Martens van Se venhoven, die de be trouwbaarheid van Jaantje Struik trachtte te betoogen, en na dupliek van den ver dediger, ging de rechtbank in raadkamer en besliste vervolgens, dat er naar haar oordeel geen termen waren om het ver zoek van den verdediger toe te staan en Jaantje Struik mitsdien wèl onder eede zou worden gehoord. Vóór het hooren van de getuige Anna Cathariua Kouwijzer betoogde de verde diger, dat deze getuige niet onder eede mocht worden gehoord, daar zij indertijd ter zake van kinuermGord was veroor deeld tot eene onteerende straf (de dood straf', later gewijzigd in gevangenisstraf van 20 jaren) en mitsdien ingevolge de bepaling van art. 190 no. 3 van het toen vigeerende Wetboek van Strafvordering de bevoegdheid had verloren om als ge tuige onder eed(f te WGrden gehoord, en subsidiair deed de verdediger op grond van art. 165 S. V. hetzelfde verzoek als ten aanzien der vorige getuige. Na bestrijding van de zijde van het O. M. besliste echter de rechtbank, dat ook deze getuige onder eede zou worden gehoord. Behalve deze beide genoemde getuigeD, die de feiten der dagvaarding in hoofdzaak vrij eenstemmig bevestigden, werden nog 5 getuigen gehoord. Het O. M. achtte door de verklarin gen der getuigen Struik en Kouwijzer, in verband met aanwijzingen, voortvloei ende uit de verklaringen der overige ge tuigen, de te laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen en vorderdedat de eerste beklaagde zou worden veroor deeld tot 3 jaren en de tweede beklaagde tot 1 jaar gevangenisstraf. Door den verdediger werd dit requisi toir breedvoerig bestreden en nogmaals gewezen op het verleden van de beide hoofdgetuigen en den invloed, die dit op de geloofwaardigheid dier getuigen moest uitoefenen, en wijders betoogd dat, wat den eerste beklaagde betrof, niet was bewezen het aanwezig zijn van strafbare poging, dewijl ontbrak het be wijs, dat de uitvoering van het feit niet was voltooid alleen tengevolge van om standigheden van zijn wil onafhankelijk dat er alzoo wat de 2de beklaagde be trof geen sprake kon zijn van medeplich tigheid daaraaD, terwijl voor den aan deze beklaagde ten laste gelegden diefstal alle elementen in dit proces ontbraken. Op deze gronden concludeerde de verde diger tot vrijspraak van beide beklaagden. Na repliek van het O. M. en dupliek van den verdediger bepaalde de recht bank de uitspraak van het vonnis op 26 Juni a. s. VISSCHERIJ. Nieuwediep, 20 Juni. Door 105 korders werden heden 10 tot 150 groote-,. 30 tot 180 kl. tongen, 13 tarbotten, 10 tot 20 roggen, 1 tot 4 manden schar 1 tot 3 man ijes kl. schol en 1 steur aan gevoerd; gr. tong--gold 25 a 30 c., kleine id. 20 a 25 c., tarbot f 6_ a 7, rog 25 c. per stuk, schar f2.60 a 3 per mand, kl. schol f 1.25 a 1.50 per mandje en de steur f 10.50. Tessel, 20 Juni. Aangezien de geepvangst aan deze kust zoo schraal blijft, zijn eenige visschers vau hier naai de friesche kust vertrokken, ten einde daar hun geluk te beproeven. De zoute- rijen loven f 14 per tal uit. POLÏÜEk OYEitZICHT. De Norddeutsche Allg. Zeit. beleeft eenig succes van haar wraakgeroep over bet gebeurde met Wohlgemuth, en in 't algemeen van hare vertogen tegen de haudelingen der zwitsersche regeering in zake hare houding tegenover de politieke samenzweerders, die haar grondgebied tot verblijfplaats hebben gekozen. Thans be vat het blad een heftig artikel tegen de misbruiken waaraan Zwitserland door het bevorderen der sociaal-democratie schuldig is, en die, zoo zij tusschen groote staten zich voorgedaan hadden, tot oorlog geleid zouden hebben. Zwitserlands neu traliteit wordt onnatuurlijk en onhoud baar, als beleedigende minachting van de belangen van een naburigen staat als gerechtvaardigd beschouwd wordt zegt de Nordd. Tevens deelt het blad mede dat de klacht welke door Duitschland en Rus land den 13en Juni te Bern is inge bracht, officiëel ook door den gezant van Oostenrijk-Hongarije is gesteund. Het schijnt dat de bondsregeering eenig voorgevoel had van het gevaar dat haar boven het hoofd heeft gezweefd, want met kracht heeft zij maatregelen genomen, welke voor de verdediging des lands noodzakelijk zijn en gaat daarmede nog steeds voort. Zoo is door den Bondsraad het voorstel gedaan tot. het aanschaffen binnen den kortst mogelijken tijd, van nieuwe vuurwapenen, waarvoor in de volgende zitting een crediet zal worden aangewezen. Inmiddels is de Bondsraad gemachtigd tot het sluiten van eene lee ning ten bedrage van 16 millioen. Bovendien is in den nationalen raad door tien afgevaardigden eene interpellatie ter tafel gebracht, om van don bondsraad inlichtingen te vragen omtrent het con flict van Zwitserland met anderelanden, waarop heden het antwoord van den president tegemoet gezien wordt. Niet minder dan in Zwitserland maakt men in Frankrijk haast met de behan deling der legerwet. "-De ministerraad heeft besloten, onmiddellijk nadat de be grooting zal zijn afgehandeld bij de Ka mer op beraadslaging over die wet aan te dringen. De ministers zullen als reden doen gelden dat die wet noodzakelijker wijze tot stand dient te komen vóór dat de Kamers uiteengaan. Uit .Servië komt de tijding dat in de slechte verstandhouding, welke van den aanvang af tusschen het regentschap en het ministerie heeft bestaan, hoegenaamd geen verbetering komt en zij t .ans zoo is toegenomen, dat de regenten hoege naamd geen gezag meer hebben. De Porte heeft aan hare vertegen woordigers bij de groote mogendheden eene circulaire gezonden om deze te vra gen, wat zij over de gebeurtenissen in Servië denken. GEMENGD NIEUWS. De loodensche politie zet haar onderzoek, naar aanleiding van de ontdekking van een vrouwenlijk in de vertrekt, aan het station zijn, al heet dat ook Sleeford. Toen Davis zich goed en wel in den trein bevond, begon hij zijne vondst te onderzoeken. Ze bestond in eene groote portefeuille. Er bevonden zich verscheidene papieren in, sommige waren geel van ouderdom. De pachter was geen vlug lezer, daarom wilde hij ze vooreerst niet ontcijferen. Maar er bevond zich ook een stuk papier in, waarvan hij de waarde bij ondervinding kende, het was een bankbiljet van zestig gulden De aanwezigheid daarvan besliste het lot van de brieventasch. Als de inhoud geen waarde bezat dan alleen voor den eigenaar, dan zou Davis haar gehouden hebben tot zij zou worden opgeëischtmaar omdat er geld in was, moest zij dadelijk naar den eigenaar terug, wiens naam met vergulde letters aan den binnenkant stond James Boucher, Hig-hstreet, Newham. Hij handelde zijne zaken in Blacktown af, en voor hij naar huis terugkeerde, ging hij volgens gewoonte eene pijp opsteken en een glas brandewijn met water drinken, in eene herberg nabij het station. Hij was een van die menschen, die niet willen bekennen, dat het schrijven voor hen een moeilijk werk is, en toch willen, dat andere menschen hunne brieven schrijven, hij vroeg nu aan de buffetjuffrouw, eene eerwaardige, moe derlijke vrouw, van omstreeks vijftig jaar, of zij de porte- feHille in een papier wilde wikkelen, en er vervolgens het adres op wilde schrijven dat aan den binnenkant stond Hoeveel postzegels moeten er op? vroeg hij, ter wijl zij aan zijn verlangen voldeed. Zij woog het pakje,en bevond, dat zij daarvoor drie stuivers moest hebben. Davis, de pachter was een eerlijk en rechtschapen, maar zeer zuinig man. Drie stuivers zijn drie stuivers. Leg er nu het volgende briefje bij«Mijnheer, ik heb uwe brieventascli gevonden. Ik heb er drie stuivers aan post zegels voor betaald, die ik u verzoek te sturen aan A. DAVIS, Watercress-hoeve, in Redton. De portefeuille werd nu aan den vermoedelijken eigenaar gezonden, met de onkosten-nota van Davis er bij. James Boucher was al eenige maanden dood, maar de postbeambten in Newham hadden hem gekend, en in plaats van het pakket te openen en het aan den afzender terug te sturen, door er op te schrijven Dood geen adres deed een hunner onderzoek naar het adres van zijne af stammelingen. Hierin slaagde hij niet zonder eenige moeite, en drie weken later verzond de beambte het pakket naar Gray-Street no 72, Londen, geadresseerd aan John Bouclie. eeaigen zoon van den overledene. "Davis vermoedde volstrekt niet, dat zijn gevreesde land- lieer hem gaarne pachthoeve Watercress zou geschonken hebben in ruil voor de documenten, die zich in de zwarte brieventasch bevonden. HOOFDSTUK IV. De Gray-Street is geen aanzienlijke straat in Londen. Zelfs waagt iemand, die daar een huis heeft om het te verhuren, het niet, de straat meer dan eene aardige straat te noemen. Zij is als al die anderen, die zooveel op elkaar gelijken en zich in de nabijheid van het Regent Canal be vinden. Men vindt daar flinke huizen van twee verdiepin gen hoog-. De drempel voor de deur is drie treden hoog; op dezelfde hoogte met de straat bevindt zich een getralied keukenvenster. Als men aan de voordeur van een der huizen der Gray-street klopt, vergewist zich een der diensboden eerst, van uit de diepte, wie gij zijt, om te zien, of zij, u de deur moet openen, of dat uwe boodschap in de buiten lucht kan worden afgehandeld. In de Gray-Street zijn echter zeven van de tien huizen huurhuizen; het is daar eene ge zellige en vriendelijke buurt, daar er vele jonge mannen, meest ongehuwden, wonen, wier betrekking hen roept naar banken, handelskantoren en andere inrichtingen. {Wordt vervólgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 2