NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. )e Familie Bourchier, 6e Jaargang. Donderdag 27 Juni 1889. No. 1834. ABOHHEMEHTSPRIJS: STADSNIEUWS. B I N N E N I A N D. HAARLEM? DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0 03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. ADVERTENTIES: van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers. Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Generale de Publicite Etrangère G. L. DAVBE §r C'o.t JOHN F. JONESSuccParijs 31 bis Faubourg Montmaitre. Haarlem, 26 Juni 1889. Benoemd tot onderwijzeres aan eene bizondere school voor lager en voortge zet lager onderwijs alhier, mej. T. C. E. Olivier te Leiden. De heer C. Bosman, oud-leerling van de school van Kunstnijverheid te Haar lem, heeft het hem opgedragen werk: het schilderen van zes paneelen in ver schillende stijl, ten dienste van het muse um van Kunstnijverheid, voltooid. De pa neelen hebben eene hoogte van 3 ei breedte van 1.15 meter. Zij geven eene voorstelling van de egyptische, arabische, byzanthijnsche, gotische, pompeyaansche en fransche stijl (Louis IV). De uitvoe ring van het werk wordt zeer geroemd en de paneelen zijn aangebracht in de midden zaal van het museum. De heer Bosman vertrekt binnen wei- Dige dagen weder naar Duitschland om zich daar in het decoratief schilderen te bekwamen. Naar het schijnt zijn wij wat al te vlug geweest met de opname van de circulaire betreffende eene [nieuwe onder- wijzers-vereeniging in ons nummer van gisteren. Onze berichtgever (en dienten gevolge ook wij) meende zeker te weten dat deze circulaire reeds aan de belang hebbenden was toegezonden. Heden vernemen wij echter, dat dit niet het geval was. Hadden wij dat ge weten, dan zouden wij natuurlijk met het publiceeren der circulaire hebben ge wacht, tot nadat ze was rondgezonden. De heer B. A. baron van Verschuur, woonachtig te Heemstede, Kamerheer van Z. AI onzen Koning, hoopt den 5n Juli e. k. zijn tachtigsten verjaardag te beleven. Den 13n September dezes jaars, zal hij vijftig jaren evengenoemde be trekking bekleeden. Te Haarlemmermeer wist het vijfjarig kind van den arbeider W. een brandende sigaar machtig te worden. Dit voorwerp geraakte tusschen zijn kleederen, zoodat toen na hoogstens een kwartier een der huisgenooten in de kamer kwam, het knaapje reeds met hevige brandwonden was bedekt, tengevolge waarvan het na een dag lijden Dinsdag is bezweken. De chr. ger. gemeente aan den Ring dijk bij Halfweg die tot nu toe een hulpkerk in gebruik had, zal een flinke steenen kerk doen bouwen. Men meldt ons uit Sloten: Ondanks de strenge naleving der be staande wettelijke bepalingen, breidt zich de besmettelijke varkensziekte in deze gemeente al meer en meer uit. Bij één landbouwer zijn reeds twaalf varkens af gemaakt en verbrandbij een ander zeven, enz. Ook in de omliggende gemeenten ko men thans meerdere gevallen voor. Land- en Tuinbouw. Het verdient vermelding dat in den IJpolders de karwei reeds nu grooten- deels aan hokken staat. De opbrengst zal in tegenstelling met de verwachtingen vooal niet meer zijn dan vorige jaren, doch de kwaliteit beter. De berichten uit het Westland luiden over het algemeen niet ongunstig, of schoon de verwachtingen, die het vroege voorjaar opwekte, op verre na niet ver wezenlijkt zullen worden. Terwijl in het vorige jaar den 22en Juni de eerste schuit aardappelen naar Amsterdam ver trok, zijn er thans reeds aanzienlijke partijen verzonden. De eerste partij aard appelen, van hier onder het merk der vereeniging Westland naar Engeland verzonden, is aldaar zeer goed ontvangen, getuige den flinken prijs, dien zij heeft behaald. De zoogenaamde hoorntjes brach ten te Hull f 3.90 en te Londen f 3.60 op per kist van 50 K.G., van welk be drag de verzenders meer vrij geld over houden, dan zij op de beste binnenmark ten kunnen maken. Jammer is dat „het kwaad" in het loof komt, tot heden ech ter is de aardappel zelf vrij gebleven. Velen verlangen naar regen, daar met zulk droog weder het planten slecht gaat, doch vreezeu ook voor eene regen bui, omdat zij meenen, dat na een flin ken regen „liet kwaad" ook de knollen zal aantasten. Zonder twijfel zou eene flinke bui aan de ooftboomen ten goede komen, die wemelen van parasieten. Toch dragen zij goed vrucht. Zoo ook is het ruien der bessen hier niet zoo erg als van elders wordt gemeld. Er bestaat verder kans op een vrij goeden druiven oogst. Bij kon. besluit van 23 Juni zijn benoemd bij het wapen de cavalerie bij het 1ste regiment huzaren, tot rit meester, de 1ste luitenant C. H. van der Mersch, van het 3de regiment huzaren bij het 2de regiment huzaren, tot lsten luit., de 2de luitenant J. Staats Boonen, van dat korps. Bij kon. beslu'it van 24 Juni is, met ing. van 1 Juli, ben. tot comm. der posterijen 4de kl. C. Willinck, thans surnumérair der posterijen, en zijn met ing. van 1 Juli bevorderdtot hoofd- comm. der posterijen C. M. Hennequin, J. A. Teljer en J. Hoefhamer, thans commiezen der posterijen 1ste klasse tot comm. der posterijen 1ste kl. H, A. Hoxel, thans comm. 2de kl.; tot comm. der posterijen 2de kl. J. Schadée, thans comm. 3de kl., en tot comm. der poste rijen 3de kl, J. G. Belmer, thans comm. 4de kl. Aan de Regeering is geble- ken, dat de schutterij wet op verschillende wijzen wordt toegepast ten aanzien der miliciens wier militiediensttijd verlengd is. Bij verzuim van aangifte ter inschrij ving voor de schutterij worden zij in sommige gemeenten zonder loting over eenkomstig art. 9 der wet ingelijfd, ter wijl zij elders, volgens art. 12, ter na- loting worden toegelaten. Volgens de meening der Regeering is de laatste opvatting de billijkste en wordt deze daarom den gemeentebesturen ter betrachting aanbevolen. Naar de N. iJ. C. verneemt, is het plan der Regeering betreflende de dit jaar te houden zevende algemeene volkstelling, tot behandeling waarvan de hooiden der provinciale bureaux van statistiek Donderdag a. s. aan het depar tement van Binneniandsche Zaken zullen bijeenkomendie telling mede te doen plaats heoben naar de beroepen. Dit is in overeenstemming met het door het Statistisch Iustitunt opgemaakte plan, opgenomen in de bijdragen van het Instituut van dit jaar no. 1, krachtens besluit, genomen in de algemeene ver gadering der Vereeniging voor de sratistiek in Nederland, 23 Juni 1888 te Arnhem gehouden. Tevens wordt verlangd eene aizonderlijke opgave van de blinden en doofstommen, vooral ook naar aanleiding van het verzoek van de lieidadige instellingen, die zich het lot dezer ougelukkigen aantrekken, om te bekomen eene opgave van de in ver schillende gemeenten des lands wonende blinden en doofstommen, met vermelding ot zij al dan niet onderwijs ontvangen. De gelegenheid zal daardoor worden gegeven, om de zorgen dier instellingen uit te breiden over hen, die nog zonder eenig onderricht opgroeien. De Regeering wenscht voorts toepas sing van het stelsel van telkaarten, in navolging van andere landen. Aan de Commissarissen des Konings is door den minisier van Bin neniandsche Zaken verzocht, de aandacht van de gemeentebesturen te vestigen op het kon. besluit van 22 Mei jl. (Staats blad No. 66), betreffende vervroegde be taling van koloniale pensioenen, en hen j uit te uoodigen, om, te beginnen met het j derd - kwartaal van dit jaar, dienover eenkomstig aan de gepensioneerde kolo niale landsdienaren en gepensioneerde in- dische weduwen de door hen tot de ont vangst van hun pensioen benoodigde at testaties de vita af te geven in de eerste dagen der laatste maand van het kwar taal, waarover de betaling loopt. Daar mede worden intusschen alléén bedoeld pensioenen en onderstanden. De afgifte van attestaties de vita wegens gagemen- ten, toegekend aan gewezen koloniale militairen beneden den rang van officier, blijft dus bestendig op of na den eersten dag van het kwartaal, waarover de betaling loopt. Wij ontvingen het navol gende adres Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, ocidergeteekenden, Bestuurderen der Gymnastiek - Onderwijzers - Vereeni ging „Noord-Holland', goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 8sten Juni 1886, ten deze domicilie kiezende te Koog aan de Zaan bij den tweeden ondergetee- kende, dat zij, zich aansluitende bij de adressen in zake de invoering van Gym nastiek als verplicht leervak op de Lagege ISchool, U verzoeken het daarheen te eiden, dat gemeld leervak a. in beginsel worde verplicht gesteld bij het Lager Onderwijs in dien zin, dat b. de wijze van uitvoering aan de Ge meenten worde overgelaten. Omtrent punt b meent de Vereeniging, dat deze regeling voor de verschillende Gemeenten de meest gewenschte zal zijn, dewijl daardoor iedere Gemeente over eenkomstig hare financieele draagkracht dit vak van onderwijs zal kunnen inrichten. 't Welk doende enz. Het Bestuur voornoemd J. A. van der Boom, 2e Voorzitter. W. N. Francken, le Secretaris. Koog aan de Zaan, Juni 1889. De officier van justitie te Haarlem verzoekt ten spoedigste te wor den bekend gemaakt met de tegenwoor dige verblijfplaats van Pieter van der Stadt, bierbottelaar te Koog aan de Zaan, die den tweeden Juli, e. k. als getuige in eene strafzaak voor de recht bank te Haarlem moet worden gehoord. De schrijver van den haag- schen brief in de N. Gr. Ct., geeft in ant woord op de vraag, die gedaan is, waarom de Schah geen bezoek bracht aan Delft „Omdat hij weet, dat de pers" niet wel gevallig is aan den burgemeester, den lieer De Vries van Heijst." Naar men verneemt, bestaat bij de pruisischc regeering het voorne men, de lijn Emmeriknederlandsche grens, bij eventueelen aankoop der N. R. S.-lijnen door den nederlandschen staat, zelve in exploitatie te nemen. Woensdag 3 Juli a. s. zal op het landgoed Nimmerdor te Leusden bij Amersfoort het 25ste christelijk nationaal zendingsfeest worden gehouden, waarbij de volgende sprekers met de bij hunnen naam vermelde onderwerpen zullen op treden: prof. dr. J. J. P. Valeton, van Utrecht, openingsrede; ds. S. H. Buy- tendijk, van IJselstein, de zending en de toekomst des HeerenW. baron van Doorn van Westcapelle, van 's Hage, de ware kracht; ds. C. F. Gronemeijer, van Amsterdam, zendingsfeest en zendings- arbeidds. H. A. E. Heinecken, van Amerongen, de beteekenis van het gods dienstig gezang in den arbeid van het koninkrijk Gods; dr. Ph. J. Hoedemae- ker, van Wijland, koning Joas en zijne pijlen; dr. M. F. van Lennep van Die ren, het evangelie in Spanje; dr» A. Loeff, van Dordrecht, de arbeid voor het Godsrijk en het leven der gemeente; T. M. Looman, van Amsterdam, verslag der zendings-vereenigingenJ. Ph. Marmel- stein, van Amsterdam, de werkelijkheid van het heden eene profetie voor de toe komst, een pleidooi voor de Christelijke Jongelingsvereeniging: ds. L. C. Schul- ler tot Peursum, van Amsterdam, een machtige vijand van het Godsrijkds. O. Schrieke, van Zandvoort, de roeping om anderen ten zegen te zijnds. S. Ulfers, van Rotterdam, de zending onder Israël; ds. A. Voorhoeve, van Amster dam, een en ander uit den Diaconessen- arbeid; ds. A. Wartena, van Amersfoort, onze groote schuld; ds. P. van Wijk Jr., van Rotterdam, lichtpunten bij den ar beid der zending; ds. J. H. Wiersma, van Amsterdam, eerste afscheidsrededr. J. Th. de Visser, van Rotterdam, slot rede. De openingsrede wordt gehouden kwart over tienen, de slotrede half zes. Twee muziekkorpsen zullen den zang bege leiden. De heer mr. S. Katz, advo caat te Amsterdam, is benoemd tot cor- respondeerend lid van het Aardrijkskundig Genootschap van Portugal. Over het plan om werklie- den in de gelegenheid te stellen de parijsche tentoonstelling te bezoeken, is het Sodaal Weekblad niet best te spreken. Van twee kanten werd de redactie ongeveer als volgt geschreven „Zeker zult gij niet in gebreke blij ven, uw lezers in de hoofdstad op te wekken, om de pogingen der commissie, die werklieden wil zenden naar de parijsche tentoonstellingkrachtig te steunen door ruime geldelijke bijdragen. Algemeen is de klachtdat onze ambachtsstand veel af te leeren en veel aan te leeren heeften een uitnemend FEUILLETON. Uit het engelsch, door HUGH CONWAY. 131 HOOFDSTUK IV. Wie werd doodgeschoten mijnheer Bourchier? vroeg hij. Neen mijnheer Bourchier schoot dien armen kerel dood. Manders hand trilde Verscheidene gedachten door kruisten zijn brein. - Hoe heette hij? vroeg hij met viulk een vreemden toon in zijne stem, dat de portier hem aanstaarde Dat weet niemand, niemand wist iets van hem te vertellen. Er is een onderzoek ingesteld door het gerecht. Mijnheer Bourchier werd wegens manslag voor het gerecht gedaagd maar hij is eervol ontslagen. Manders luisterde bijna niet naar hem, woeste gedachten en plannen kwamen hem voor den geest. Waar zijt gij dan heen geweest? vervolgde de portier. Alle couranten zijn er vol van, zelfs de couran ten in Londen naar ik gehoord heb. Hebt g-ij er niets van gelezen Ik lees nooit couranten, zeide Manders kortaf; op dat oogenblik kwam de trein aan, en bij stapte eene coupé binnen, in diep gepeins verzonken Te Brackley stapte hij er uit. In dien tusscheutijd had hij zijne kalmte her kregen tenminste naar het uiterlijk te oordeelen. Hij trad het o Wapen van Brackley. binnen en knoopte een gesprek aan met de herbergierster en hare dochter, en toen hij daar zijne sigaar rookte en brandewijn met water slurpte, hoorde hij opnieuw wat de portier verteld had, maar ver nam nog veel meer daarenboven. Hij hoorde hoe uitgestrekt Redhills was. en hoe hoog de eigenaar in den omtrek stond aangeschreven. Hij hoorde ook iets van het proces tusschen den eigenaar en James Boucher van Newham, en nu werden de zaken hem volkomen duidelijk. Hij was het met de waardin eens dat het eene vriendelijke daad van mijnheer Bourchier was, toen hij beval, dat de onbe kende die hem naar het leven had gestaan, op zijne kosten op het kerkhof te Redton moest begraven worden. Maar ziet u mijnheer, zeide de waardin, het moet toch vreeselijk zijn als er menschenbloed aan iemands handen kleeft. Dat is zeker waar, zeide Manders ernstig. Wat voor soort rnensch is mijnheer Bourchier? In sommige dingen is hij vreeselijk streng. De men- schen hier verwonderen er zich over, dat hij den armen man heeft laten beg-raven. Dat is niet volgens zijne ge woonte. Manders verwonderde er zich niets over. Hij had nu al het noodige gehoord, en beval dat men een rijtuig voor hem zou inspannen, om hem naar Redton terug' te brengen. De koetsier was een verstandig jongeling, die elk bi zonder punt onder weg aan wees. Hij toonde Manders de plek, waar William uitstapte, toen hij verder loopen moest hij hield stil op de plaats, waar de worsteling had plaats gevonden; toen zij het dorp Redton naderden wees hij op Redhills, de schoone woonplaats van Philip Tremaine Bour chier. en toen Manders op een afstand waarnam, hoe groot en aanzienlijk het landgoed was, klopte zijn hart van vreugde. Uit zelfverdediging, mompelde hij, natuur lijk uit zelfverdediging. Als men een man doodschiet, die uw geld wil stelen, waarom zou men het dan niet doen, als hij u zulk eene bezitting wil afhandig maken? Hieruit kunnen wij zien, dat de denkbeelden van ze delijkheid bij George Manders niet zeer verheven waren Hij vroeg den jongeling omzichtig naar Davis, die de beduidende som van drie stuivers moest hebbenhoe wel Manders na rijp beraad had besloten, die schuld niet te vereffenen. Hij wenschte niet meer personen te ont moeten, dan strikt noodig was. Om die reden veranderde hij ook zijn voornemen, in Redton te blijven, en vroeg hij den koetsier of zijn paard het tot Longmere zou kunnen uithouden. De koetsier was daarvoor wel te vinden, en te Longmere ging Manders met den trein naar Blacktown. Hij dineerde daar; na betaald te hebben wist hij aan het bureau van een dagblad de nummers machtig te worden, waarin het verhaal van den moord op mijnheer Bourchier, het onderzoek naar de herkomst van het lijk, en de uit spraak van het gerecht, was opgenomen en tevens dat mijn-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1889 | | pagina 1