NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
7e Jaargang.
Dinsdag 14 Januari 1890.
No. 2003,
ADVERTENTIES:
IN DEN VREEMDE.
ABOKKSMEITSPRIJS:
Voor Haarlem per 3 maanden1.20.
Franco door Let geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers-0.03.
DU blad Terechynt dagelijks, behalve op Zon- en Feeetdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat Ho. 9, Haarlem. Tcslcfoo&HSESMSuer 53S3.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementon en Advertentien worden aangenomen door
onze agentes en door alle boekhandelaren, postkantoren en couraatiers.
Direeteuran-UitgsFera J. C. FEERSBOOM en J. B. AVIS.
Eoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de PubliciU Strangère G. L. EAU BE §- Co., JCEN F. JONES, Succ.Parijs 3 3 bit Faubourg fflontotatire.
S I A I) SNIK I' W S,
Haarlem, 12 Jan. I8S0.
Mes verzoekt ons er de aandacht op
te vestigen, dat de voordracht van den
heer F. van der Goes in de vereeniging
„Volksbelang", ditmaal zal plaats hebben
in Weten en Werken" en niet in de
bovenzaal der Vereeniging, waar ge
woonlijk de vergaderingen van Volks
belang worden gehouden.
Het „Haarlemsch Schaakgezelschap"
zal een huishoudelijken wedstrijd houden
op Donderdag 16 Januari a. s., des avonds
ten half negen, in de bovenzaal van het
Nutsgebouw in de Zijlstraat.
Door het Haarlemsch Ondersteunings
fonds bij Ziekten en Ongevallen" is de
volgende circulaire verzonden
Het bestuur geeft kennis, dat in over
leg met hh. commissarissen van Tocz.,
met het oog op do tegenwoordige om
standigheden en do heerschende ziekte
is besloten van Zaterdag 18 Januari a.s.
af, voorloopig aan hen die eene genees-;
kundige verklaring inleveren, zal wor
den uitgekeerd Va van het gewone
bedrag zijnde voor
Klasse A. 4.per week.
B„ 3.
le klasse 2.
2e 1.50
3e u L.n
Het fonds heeft gedurende vijf jaren
aan zijne verplichtingen voldaan, doch
ziet zich, door bovengenoemde omstan
digheden, genoodzaakt, tijdelijk dezen
maatregel te nemen.
Zoo spoedig mogelijk zal weder tot de
gewone uitkeeringen worden overgegaan.
Het bestuur heeft gemeend in dit geval
niet te moeten overgaan tot contributie-
verhooging, omdat het naar zijne mee
ning niet aangaat allen te laten betalen
voor hen, die soms lichtvaardig uitkee
ringen vragen.
Tevens heeft het bestuur in overweging
genomen om, naar aanleiding van het
niet meer door heeren doctoren volledig
invullen der declaratiën, eene reglements
wijziging te doen plaats hebben.
Van 1 Juli 1889—4 Januari 1890 is
aan honderd-vijf-en-dertig leden uitge
keerd eene som van 2451.62 (de na
men en woonplaatsen dezer alsmede het
bedrag staan in de eirculaire vermeld.)
Het bestuur is samengesteld als volgt
G. van den Berg Jrz., directeur; A. C.
de Keek; comm. van onderzoekM. A.
van den Berg, comm. boekhouder.
De commissie van toezicht bestaat uit
de heeren Jan D. Brouwer, Coenraad
van Cuijk, W. Plaatzer van den Hull.
Men verzoekt ons nog het volgende
daarbij te willen mededeelen
Op 11 Januari jl. is uitgekeerd een
bedrag van 258.06, en moest, op de ge
wone wijze, aan alle aanvragen voldaan
worden,dan zou op 18 Jan. eene uitkeering
van 800 noodig zynin de afge-
loopen week toch, werden ruim 100 aan
vragen om uitkeering ontvangen.
Het bestuur hoopt, door dc uitkeering
op tijdelijk 13 te brengen gedurende de
heerschende ziekte (Influenza), een bedrag
van ruim 200 per week te kunnen uit-
keeren, welk bedrag gevonden zal wor
den met de nog in kas zijnde gelden en
de te ontvangen contributie.
Zeer te betreuren, en voor het fonds
financieel zeer nadeelig is het, dat heeren
doctoren, die aanvankelijk zeer Meegaande
waren, hebben besloten, de declaratiën
om uitkeering niet meer volledig in te
vullen.
Het reglement schrijft voor, dat iemand
7 dagen (6 werkdagen) onder genees
kundige behandeling moet zijn geweest,
om uitkeering te ontvangen, hiermede is
bedoeld, dat eerst na den 7en dag de
declaratie tot die keuring aan den genees
heer zou worden aangeboden.
Het bestuur ontvangt evenwel vele
malen declaraties, die vooruit geteekend
zijn, b.v. een patiënt wa3 volgens de
declaratie, ziek van 3 tot 10 der maand,
maar deze declaratie wordt reeds den
7den of 8aten ingeleverd, en de patiënt
gaat dan ook naar werk, maar vraagt,
op grond van die declaratie, uitkeerinj
van het volle bedrag, terwijl hij, als
geen 7 dagen ziek geweest zijnde, fei
telijk geen recht op uitkeering heeft.
Er zijn personen, die meteen eenvou
dig gesneden wondje in een vinger,
waarmede alle werkzaamheden hadden
kunnen worden verricht, op grond hun
ner declaratie eenige weken uitkeering
ontvingen.
Op grond van dit laatste zou dan ook,
wil het fonds, dat reeds menig lid voor
armoede heeft gespaard, blijven bestaan,
nu reglements-wijziging moeten plaats
hebben.
Op 1 Januari 1889 bedroeg de be
volking der gevangenis alhier 52 per
sonen, waaronder 1 vrouw, daarbij zijn
gedurende dat jaar bijgekomen 1094 m.
52 vr.; totaal 1146. Uitgegaan 1096
49 vr.; totaal 1145; zoodat op 1
Januari 1890 de bevolking bedroeg 49
m. en 4 vr.totaal 53 personen.
Zaterdagmorgen zijn, na het verbreken
der sluiting aan de voordeur, uit de gang
van de r. k. parochiale school aan de
Ged. Oude Gracht alhier ontvreemd
twee jongenswinterjassen|en een bonten
muts. Als de daders van dezen diefstal
zijn des nachts door de politie, in een
schuit, liggende in den Raaoasiagel, aan
gehouden vier knapen van 11 tot 18
jaren, nog in bet bezit van de gestolen
1 goederen alsmede van een paar nieuwe
kousen, insgelijks door hen ontvreemd
en wel uit een manufacturenwinkel in
do Groote Houtstraat.
Lottersn en Kunst.
Door de commissie van toezicht op do
Rijksacademie van Beeldende Kunsten te
i Amsterdam is aan den minister van
binnenlandsch zaken medegedeeld dat de
heer P. Pb. Rink, bij koninklijk besluit
van 31 Oct. 1888 No. 15, voor de tweede
maal begunstigd met het jaargeld, be
doeld bij art. 15 der wet van 26 Mei
1870 Staatsblad no. 78), heeft voldaan
aan alle bepalingen der instructie, welke
hem voor zijne reis in Spanje en Tanger
was medegegeven. Dat hij zijn tijd al
daar met vrucht heelt besteed, blijkt
niet alleen uit de door hem vervaardigd©
kopieën naar schilderijen van Valasquez
en Murilio, maar ook uit een aantal
schetsen ia water werf en uit eene in
olieverf geschilderde straatscène, welke in
de Rijksacademie van Beeldende Kunsten
wordt tentoongesteld.
Do commissie heeft dan ook den heer
Rink voor de derde maal aanbevolen
voor het genot van evenvermeld jaar
geld, waarmede Z. M. de Koning, bij
besluit van 31 December 1889 no. 30,
hem heeft begiftigd, teneinde hem de
gelegenheid te geven zich in de schil
derkunst te bekwamen.
Felix Lüpsehütz, welbekend door
de duitsche voorstellingen in het theater-
Van Lier als acteur en regisseur, kreeg
van den koning van Zweden de grooie
gouden medaille met de kroon voor kunst
en wetenschap, die gedragen wordt aan
het lint der Wasa-orde.
Er zyn thans 12 candidaten voor
den zetel van Emile Augier in de Aca
démie Fran^aise; de 12e is Eugène Ma
nuel, de auteur van Les Ouvriers.
N N E N L A 11),
Het heeft den Koning be
haagd aan Hoogstdeszelfs buitengewonen
gezant en gevolmachtigden minister bij
het duitsche hof, jbr. mr. F. P. van der
Hoeven, op te dragen, Zijne Majesteit
ter gelegenheid der plechtige teraarde
bestelling van wijlen Hare Majesteit
keizerin Augusta, weduwe van Zijne
Majesteit keizer Wilhelm I, bij Zijne
Majesteit den keiztr van Duitschland,
koning van Pruisen, in bizondere zending
te vertegenwoordigen.
Staatscourant
Door den minister van Bin
nenl. Zaken zijn aan Gedcp. Staten der
provinciën toegezonden de door hem
ontworpen voorschriften ter uitvoering
l van artikel 34 der onderwijswet. De
1 minister verlangt daarover het gevoelen
J van Ged. Staten te vernemen.
De min. van Oorlog brengt
I ter kennis van de belanghebbenden, dat
:in het jaar 1890 geen studenten iu de
geneeskunde aan de universiteiten hier
te lande, op den voet der bep. van het
i gewijzigd Reglement, zullen worden toe-
gelaten tot de verbintenis, bedoeld bij
art. 18 der wet van 2 Aug. 1880 om,
na het verkrijgen van den titel van arts,
eene benoeming tot offic. van gez. bij het
pers. van den geneesk. dienst der landm.
aan te nemen.
Het V. V. der Tweede Ka
mer over het wetsontwerp tot regeling
van het militair ouderwijs is verschenen.
Het groote vraagstuk, in dit 3tuk be
handeld, is de decentralisatie van het
onderwijs door de instelling van ver
schillende scholen voor de verschillende
wapens.
De erfprins van Nassau
ligt te Frankfort ziek aan de influenza.
Naar wij vernemen, zijn de
spoorweg-ontwerpen niet, zooals gemeld
werd, dezer dagen bij den Raad van
State ingekomen, maar is het advies van
den Raad reeds uitgebracht.
Als een merk waardiglie1^
deelt men ons mede, dat in de maaQd
November jl. één, en iu de maand De"
comber 11. geen enkel sterfgeval in de
milit. hospitalen van ons leger is voor
gekomen. Avp
Naar de Verzekeringsbode
meldt, heeft de Vereeniging voor Levens
verzekering herkozen tot voorzitter den
heer jbr. mr. C. Hartsen Jbz. en geko
zen tot secretaris den lieer dr. S. J.
Scheviehaven, beiden te Amsterdam. Tot
ondervoorzitter werd gekozen de heer J.
H. Schuylenburg.
Wat een Javaantje van de
parijsche tentoonstelling had te vertellen,
wordt door een reporter van het Bata-
viaasch Nieuwsblad medegedeeld.
De arme kerel was heel blij, weer te
huis te zijn. Hij had het te Parijs zóó
koud, dat vier paar zakken en drie de
kens hem niet konden verwarmen en hij
zelfs uit wanhoop een hoogen hoed over
zijn hoofddek trok en zoo naar bed ging.
Het mooiste op de tentoonstelling (ton
tonen) vond hij ,/de groote gedang bosi"
(Eifieltoren). Zoo, en wat vond je nog
meer mooi" vroeg hem de reporter.
„Het circus, meneer, dat is prachtig,
en dan de komedie, waar de nonca nog
mooier konden danseD, dan onze dans
meisjes zelfdie kwamen ook kijken,
maar ze waren wat jalcersch
,/Ea de radja prasman (de president
der Republiek).
„Soedang, meneer," antwoordde de Ja
vaan, „het, is geen goeje radjah. Hij had
een zwarte jas aanniet een.s een erg
mooie; ik heb er zelf een, die veel mooier
is en hij had niet eens een pajong (zon
nescherm). Als de heer Bernard hem
niet had aangewezen, zou ik hem nooit
voor een radja hebben gehouden.
Neen, dat is geen betoele (echte). Als
hy radja is, waarom trok hij dan niet
de jas van zijn magang aan? Dat was
een generaal en daar zat een hcele boel
goud op. Hij is anders erg goed, de radja
prasman bij stuurde ons naderhand ieder
een mooien zijden zakdoek en wij hebben
ook een medalje van den Eifieltoren;
die is heel mooi.
Aan belangstellenden in
eene„Nederlandscke Vereeniging ter voor
koming van ongelukken in fabrieken en
erkplaatsen" is door de heeren Wes-
terouen van M-eteren, te Amsterdam, en
mr. H. J. A. Mulder, te 's-IIage, een
rondschrijven gericht, om hen uit fce noo-
digen tot het bijwonen eener vergadering,
welke zij zich voorstellen te houden op
Vrijdag 31 Januari 1890, des namiddags
ten 2 ure, in het gebouw „Diligeatia",
Lange Voorhout te 's-Hage.
Daarin wenschen zij hunne verdere
plannen en voorstellen uiteen te zetten,
en een voorloopig comité te zien aange
wezen, om deze nader te onderzoeken en
zoo noodig te wijzigen, ten einde daarna
binnen den kortst mogolljken tijd tot het
constitueeren der vereeniging te kunnen
overgaan.
Zaterdagochtend heeft te
Amsterdam een ernstige brand gewoed in
het perceel, hoek Utrechfschestraai en
Frederiksplein, bij een kapper. De 80ja-
rige moeder van den bewoner werd door
agenten met moeite gered.
In een Vr ij dagavond te
's Hage gehouden vergadering van een
30-tal koks- en banketbakkersbedienden
werd besloten, eene vereeniging op te
richten, die den naam zal dragen van
de Nederlandsche koks- en banketbak
kers vereeniging". Als bestuursleden wer
den gekozen de heeren H. B. van der
Heyden (voorzitter), L. Robert (secre
taris) en -T. Th. G. Robert (penning
meester). Het doel der vereeniging i3,
em door eendrachtig samenwerken, bui
ten alle tusschenpersonen of dionstbe-
trekkingkantoren om, patroons en bedien
den tot elkaar te brengen.
FEUILLETON.
Naar het engelsch
2)
EDNA LYALL.
HOOFDSTUK I.
Espérance deed geen moeite om hare tranen te verbergen, maar
zij spande al hare krachten in, om ze in te houden. De verhou
ding tnsschen vader en dochter was zeer innig, en ofschoon Es
pérance nog maar veertien jaar oud was, genoot zij het vertrou
wen van haar vader, die dan ook de diepste schuilhoeken van
haar hart kende.
Zij spraken langen tijd over de plannen in de toekomst, en
Espérance gevoelde zich getroost doer het beeef, dat haar vader
haar zijn volle vertrouwen schonk.
Verscheiden jaren daarna kon zij zich zijne woorden van
dien avond nog herinneren, het gebeurt dikwijls dat woorden en
gebeurtenissen zoo diep in ons hart zijn gegrift, dat wy ze zoo
lang wij leven voor ons geheugen kunnen terugroepen.
„Vader!" riep Espérance hartstochtelijk, „ik heb u zoo innig
lief, dat ik altijd, wanneer ik bij u ben, gelukkig zal zijn, hetzij
hier of ergens anders.
Tot dusverre was er niet* bizonders in het leven van Espérance
voorgevallen. Het eenige wat Espérance zich kon herinneren,
was, dat zij iederen dag met baar vader las, in den ouden ver
waarloosden tuin speelde en Javotte in de huishouding hielp,
terwijl zij iederen middag raar het klooster ging en daar muziek
les kreeg van de jonge en beminnelijke zuster Angélique, terwijl
zuster Thérèse Laar les in handwerken gaf. Nu en dan vergezelde
zij haar vader naar de naastbijliggende stad, waar hij dan eenige
kennissen moest bezoeken. Deze uitstapjes waren echter zeer zeld
zaam, en dat zich aan den helderen hemel van Espérances geluk
nooit een wolkje vertoonde vond zijn oorsprong in de hartelijke
liefde voor haar vader en in de vertrouwelijkheid, die er tusschen
vader en dochter hcerschte.
Zij was van nature opgeruimd en luchthartig, en de mededee-
ling, die haar vader haar had gedaan, ontnam haar slechts voor
korten tijd hare opgeruimdheid, ofschoon zij het gewicht daarvan
wel scheen te gevoelen. Zij liet haar vader in den tuin achteren
begaf zich zingende naar het kasteel om daar Javotte op te zoeken.
Javotte, eene vrouw van middelbaren leeftijd, met kleine, zwarte
oogen, een gerimpeld gelaat en bruine gelaatskleur, keek op, toen
Espérance de keuken binnentrad, en zij zeide met schelle, maar
niet onvriendelijke stem: „Ja, ja, jonge jufirouw, er zijn mensoheD,
die altijd kunnen zingen; wanneer gij echter maar eens zoo oud
zijt als ik!"
„Dan zal ik nog zingen," viel Espérance haar lachende in de
rede. „Maar toch, Javotte, gevoel ik mij op het ©ogenblik vol
strekt niet gestemd om te zingen, maar gij weet wel, dat het niet
goed is, om le gaan zitten te schreien. Lieve Javotte, gij gaat
toch zeker wel met ons mede Kom, zeg maar dadelijk van wel
Javotte zeide echter niets. Zij maakte eerst een ommelette ge
reed en stortte toen haar hart voor Joséphine uit.
„Ja, mijn kind, mijnheer heeft mij van de verandering gespro
ken, en dadelijk zeide ik bij mijzelf, ik heb «le juffrouw, mynheer
en mijnheer Gaspard lief, zij gaan, dus ik moet ook wel gaan,
maar verder zeide ik ook nog bij mijzelf, ik heb mijn zoon Pierre
lief, hij blijft hier, dus ik moet hier ook blijven. Welnu, dan moet
ik tusschen die twee kiezen.
„Pierre zoa ook mee kunnen gaan," zeide Espérance. „Waar
lijk, Javotte, ik kan zonder u niet leven; hebt gij mij niet dik
wijls gezegd, dat mijne moeder u heeft gevraagd, of gij altijd zorg
voor mij zoudt willen dragen, wanneer zij vóór u zou sterven,
en wilt gij mij nu verlaten
Javotte kon aan deze dringende bede geen weerstand bieden
Pierre zou ongetwijfeld wel hu wen, en dan zou zij overbodig wor
den, ja, zij zon tot aan haar dood bij Espérance blijven.
Espérance beloofde haar, Pierre's bruiloft bij te wonen, en toen
snelde zij heen, om haar vader die goede tijding mede te deelen.