Miss Fay e» hare proeven. PJLÜ1E& OVMMICjIT. kenverpleging te Haailem ƒ500; aan de Vereeniging tot verschaffing van naai werk aaa minvermogenden te Haarlem f 500, en aan de Prins Hendrikstichting te Egmond aan Zee 4000. Een winkelier in vleesch- waren, a3n den Sckiedamschen Dijk te Rotterdam ontdekte reeds twoe malen, dat uit zijn winkel een ham was ont vreemd, zonder dat het bleek, wie de schuldige was. Op een avond in de vorige week deelde hem eens buurvrouw mede dat zij gezien had dat eene onbekende vrouw getracht had eene ham uit zijn winkel le stelen. Deze vrouw, die aan de overzijde van de straat liep, werd door haar aangewezen. De winkelier verschool zich nu in een winkel tegenover den zijnen, en had zoo doende het gezicht op zijn huis. Hij zag dat de dievegge langs zijn winkel heen en weer liep, een paar malen de hand aan den knop van de deur sloeg, einde lijk binnenging en eene ham wegnam. Op hetzelfde oogenblik kwam echter de vrouw, die hem gewaarschuwd had, en die mede aan de overzijde de handelingen van de dievegge had gadegeslagen, in den winkel, en pakte haar beet. De politie, inmiddels gewaarschuwd, bracht haar over naar het politiebureau aan de Groote Pauwensteeg, waartegen haar proces-verbaal werd opgemaakt. Men sehrijlt uit Loosdreekt: Eene vrouw was dood en begraven, en de erven een broeder en een zu3ter zouden tot het verdeelen der nalatenschap overgaan. Om de zaak bil lijk en tot wederzijdsch genoegen te re gelen, had men een paar onpartijdige personen verzocht de behulpzame hand te bieden. De verdeeling der kleederen was reeds kalm en geregeld afgeloopen, toen er een doosje met vier rijt ders voor den dag kwam. „Da's voor ieder twee." „„Voor ieder twee, ja als ik er niet was."" Aldus werden de deelende familieleden op het onaange naamst in de rede gevallen door den man van de overledene. Deze namelijk was getrouwd, man en vrouw hadden daarna elkaar verlaten, zonder dat echter hun huwelijk door echtscheiding was outbonden. Daar mitsdien ook de man recht heeft op een gedeelte der nalatenschap, kwam hij dat opeischen. De deeling werd daarom Staakt, de regeling der zaak tot nader orde verdaagd en de reeds verdeelde kleederen werden weer in de kast ge borgen. Vermoedelijk zal nu de fiscus nog als vierde erfgenaam optreden. Het proces Daymonaz te Breda is, op de wijze ais blijspelen ple gen te eindigen, met een huwelijk be sloten. Aldaar zijn nl. in de vorige week ondertrouwd mr. E. B. Daymonaz en Marie Antoinette de Bourbon (wed. v. d. Horst) De mac'hine vaneenperso nentrein, liep Dinsdagmorgen aan het station Breda tegen een stootblok aan. Een conducteur werd door den schok omvergeworpen en bezeerde daardoor de handoen telegraafarbeider werd aan het gezicht licht verwond, terwijl een reizig ster klaagde over pijn in de lenden. In zake de volkstelling zijn zonderlinge feiten voorgekomen. Het zonderlingst echter klinkt gewis het feit dat er in Gelderland een burgemeester te vinden is gewees die niettegenstaande herhaalden aandrang van de tellers, niet is overreed kunnen worden de hem in de plaats zijener woniog aangeboden tel- kaarten in ie vullen. De tellers hebben nu van hun kant gedaau wat de voor schriften gebieden en tegen den burge meester proces-verbaal opgemaakt. Men meldt uit Maastricht Maandagavond bevonden zich in den laatsfcen trein, die van Brussel kwam, twee reizigers in een coupé 2e kl. Tus schen Leuven en Aerschot hebben zij een schot gelo3t; de kogel is door het beschot gedrongen en heeft eene dame in een coupé daarnaast in den nek getroffen, De beide dadere zijn te Maastricht aan gehouden, doch weder op vrije voeten gesteld. De dame is onderweg uit den trein gebracht en onder geneeskundige behandeling gesteld. Een zeer onaardige grap werd d«zer dagen door een leerliug van het masstrichtsche gymnasium uitgevoerd. Door professor B. werd hem een niet onverdiende straf opgelegd, en uit wraak zond hij aau de Limburger Koerier een overlijdiugs-annonce, waarin des profes sor's weduwe aan familie en bekenuen den dood berichtte van haar echtgenoot. De heer B. diende dadelijk een klacht doch heeft die weder ingetrokken en zich met een flinke afstraffing van den jongen, welke tevens van het gymnasium is weggezonden, tevreden gesteld. Nog een telkaart. Ineen geldersch dorp is een kaart voor de volkstelling van een kind, dat iu 188S geboren is, met de volgende antwoorden ingevuld 2. Leeft hij afzonderlijk of in een ge zin „hijj leef afzonderlijk.''^ 10a. Indien hij hoofd is vau eene ak, van eene inrichting, van een be drijf of onderneming, is hij dat dan voor eigen rekening of als bestuurder voor rekening van een ander //hijj is voor eigen Rekening." lOd. Hoeveel personen zijo onder hem werkzaam „daar is gin een onder hem werksaum." 10e. Bezigt hij krachtswerktuigen ft.hijj bezigt niets uit." 12a. Is bij blind? of doodstom? „hijj is goed gesondt." 12b. Geniet hij, of heeft hij genoten het voor blinden of doofstommen bestemde ouderricht? „hijj heeft niets genoten." Een ander had voor een kind, gebo ren in 1887, in antwoord op de vraag welk beroep, ot ambacht, of handwerk oetent zij uit, ingevuld „zij verrigt huis werk." Is zij dat dan voor eigen rekening, of als bestuurster voor rekening van een ander „zij is voor rekening van een ander." Een arbeider had in antwoord op vraag 10a. (zie hierboven) ingevuld „hij is overal werkzaam," en op de vra gen bezigt hij krachtswerktuigen zoo ja, van welke soort „landt werk." Indien hij in dienstbetrekking is, in welke betrekking is hij dan werkzaam „In alle diensen is hij werkzaam." niet geheel willekeurig mocht zijn. De i zij de beide cylinders kunnen verbinden heer Van Eeden meende terecht, dat bijvoorbeeld door een chemisch geprepa- men haar dit niet mocht weigeren. Zij reerde draad van ongeveer gelijken weer- Letteren en Kunst. Eerstdaags zullen te Londen twee van de ir.aiste schilderijen van Jozef Israëls worden verkocht. „Le3 ïravailleurs de la Mer" verkreeg den hoofdprijs op de parijsche tentoonstelling. Het tweede „L'Enl'ant qui dort" is een binnenhuisje, eveneens van groote verdienste. Het Handelsblad deelt mede, dat de welbekende Miss Fay Zaterdagavond ten huize van do heereu drs. A. W. van Renterghem en F. van Eeden te Am sterdam, voor een twintigtal personen, onder wie zich een aantal dokters en hoogleeraren bevonden, hare zoogenaamde „experiments" herhaald heeft. Het doel der gastkeeren was, zoo zui - ver mogelijk te onderzoeken of miss Fay werkelijk, gelijk Crookes heeft beweerd, de buitengewone gave bezit van hande lingen te kunnen verrichten alleen door den wil. De proeven door den eugelschen toen had hem nl. verteld, dat zij na lange oefeningen er eindelijk in geslaagd was, een paar „experiments" zoodanig in hare macht te krijgen, dat zij ze voor ande ren kon vertoonon. Hoe zij het deed wist ze zelf niet recht, wel wist zij dat zij heel sterk moest denken aan hetgeen zij wilde dat gebeuren zou, en dat in som mige gevallen do minste afleiding, als de blik van oen nieuwsgierige of een licht, dien zieltoe3tand kon verstoren De heer Van Eeden zeide geen reden te hebben deze verklaringen te mistrou wen. Hij voegde er bij, dat Mi33 Fay den aard der te nemen proeven kende en goedkeurde, maar dat zij niet ze ker kon beloven ze te doen gelukken. Nu begon het eerste „experiment" Het gordijn voor de tussehendeur werd dichtgeschoven. Voor het gordijn, in de kamer, waar de toeschouwers zich be vonden, plaatsten zich twee personen en miss Fay, terwijl het bankje met de muziekinstrumenten aan de andere zijde van het gordijn achter miss Fay werd neergezet. Men kent de proef. Nadat de drie personen voor het gordijn waren ingespeld, begon het gordijn te bewegen, voelde de heer van Renterghem, die naast miss Fay zat, stootjes in den rug, werd ten slotte de bel bewogen en het bankje omgegooid. Deze proef gelukte dus ook onder het scherps toezicht der vlak voor miss Fay staande toeschouwers. Toch was zij niet afdoende. Immers het bleef mogelijk, dat miss Fay voorzichtig met haar hand het gordijn had opgeschoven en daarna de bel had gegrepen. De proef ware alleen dan afdoende geweest, wanneer het gor dijn op den grond vastgespijkerd wa3 en de instrumenten buiten het bereik van miss Fay hadden gestaan. De tweede proef zou echter een be teren waarborg geven. In plaats van hare handen met linnen banden op den rug te binden, werden hare polsen in koperen ringen gesloten, die elk afzonderlek op een afstand van een kalven meter in eene gewone keu kentafel waren bevestigd. Hieruit los te komen mocht onmogelijk heeten. Toch was een waarborg genomen. In elke hand moest miss Fay een koperen cy linder houden, die door gelciddraden iu verbinding was gebracht met een galv?.- nometer, opgesteld in de kamer waar de toeschouwers zaten. Werd nu door de geleiding een zwakke electrïseke stroom gezonden, dan kon men op den galva nometer nagaan, of mis3 Fay den kope ren cilinder losliet of nog vasthield. Toen alle3 in orde wa3, zette men zich neer, en volgde met inspanning de schommeling van de wijzernaald. Deze proef zou beslissend zijn dat stemden alle aanwezigen toe. Indien miss Fay, gelijk zij daar geklonken zat aan de vaststaande tafel, in staat zou zijn door haar wil, de muziekinstrumenten, welke op een meter lengte achterhaarstonden, aan het spelen te brengen, zou men wer kelijk aan eene bizondere natuurkracht of aan het bestaan van een „dubbelgang ster" kunuen gaan denken. Er gebeurde echter niets en de toe- ichouwer3 begonnen al te wauhopen, een gil en een hevige slag allen intransigente linkerzijde (Bergiancn) heeft verscheidene zetels gewonnen. stand als haar lichaam zij had zich vrijelijk door de kamer kunnen bewe gen, doch zulk een draad bezat zij blijk baar niet, want eerst toen de instrumen ten op haar verzoek dichter bij haar waren gezet, kon ze iets van zich laten merken. De proef was nu echter ander maal ouzuiver geworden, daar het bleek dat zij beide beeuen en éen arm kon gebruiken, zonder den electri3chen stroom af te breken. Nadat men haar alle in strumenten door de kamer had hooren gooien, kwam men haar die zeggen. Zij gaf de schuld aan de instrumenten. „Ik maak mijne instrumenten altijd eerst magnetisch, zei ze. Met deze nieuwe dingen kan ik niets beginnen." Een tafelschel bloed echter bruikbaar. Deze werd nu op een voetenbankje midden in de kamer geplaatst, geheel buiten haar bereik. Ditmaal liet miss Fay oaa niet lang in spanning. Na een paar minuten verklaarde zij, dat het niet ging, dat ze er maar liever wilde uit scheiden. Hiermede was de séance afgeloopen. Het Hbl. komt tot deze gevolgtrek king: Zaterdagavond heeft miss Fay o getoond, dat zij niet meer kan doen dan dat wat binnen het bereik van een handi; menseh is gelegen, en wij zij toen ver sterkt in onze overtuiging, dat miss Fay niet is eene zoogenaamde spiritiste, nocli een persoon die door haar wil invloed kan oefenen op levenlooze voorwerpen, maar eenvoudig een buitengewoon handige goo- chelares, die veel mensehenkennis heelt en knap eene rol kan spelen en volhouden. Wetgevende Macht. EERSTE KAMER. Verschillende verslagen der Eerste Kamer omtrent het onderzoek van hoofd stukken der Staatsbegrooting zijn ver schenen. Justitie. algemeen werd hulde gebracht Bijna Hoezeer het geschil met Engeland in het portugeesche staatsbestuur ingrijpt, blijkt uit het besluit waarbij de Cortes, de wetgevende macht, is ontbonden. Blijkbaar wil men de kiezers uitspraak laten doen of zij vertrouwen stellen in de vertegenwoordiging des lands. Vol gens de jongste berichten uit Lissabon heeft echter het besluit tot ontbinding der Cortes de anti-engehche beweging eerder nog doen toenemeu dan vermin deren. Het boycotten neemt de meest uiteenloopende vormen aan. Zoo laten portugeesche geassureerden hunne engel- sche polissen verloopeo, om zich opnieuw bij portugeesche assurantie-maatschappij en te verzekeren; een portugee3Ch club comité roept de leden buitengewoon bij een, om de engelsche namen op de le denlijst te schrappenleeraren en scho lieren der koninklijke academie petition- neerden aan de regeering om het onder wijs in de engelsche taal aan alle on- derwijs-inrichtingen te laten vervallen; de plattelanders rondom Oporto dwongen den stedelijken raad zich bij de algemeene anti-engelsche boycotting-beweging aan te sluiten. De Po?:ugeezen willen eene eigen stoomvaartlijn op Brazilië, waaruit de portugeesche pers reeds den onder gang van de engelsche stoomvaartlijn en van den engelschen handel daarheen voorspelt. Dépêches uit Manchester ontkennen sluiting van fabrieken aldaar ingevolge het ophouden van portugeesche koopor- aan de werkzaamheid en aan den ijver, door den minister bij de vervulling zij ner taak aan den dag gelegd, o.a. de regeling der administratieve rechtspraak. Intusschen behoeft deze nog wettelijke voorziening; eveneens is eene regeling van het toekennen van vergoeding aau preventief gevangenen, in zoover als hunne onschuld zal zijn gebleken, urgent. Eenige leden wenschten, dat de bevoegde macht, zooveel mogelijk, zelfs den schijn zoude vermijden, het doen van drank wet-bekeuringen aan to moedigen, welke niet dan op minder loyale wijze door de ambtenaren konden worden geconsta teerd. Met genoegen had men kennis genomen van de desbetreffende circulaire van den Minister. Tegenover den aan drang om vrije briefwisseling tusschen preventief gevangenen en hun raadsman toe te staan, vreesden andere leden, dat het toestaan van eene vrije briefwisse ling tusschen beklaagden en hunne ver dedigers op den duur tot misbruiken zoude kunnen leiden. Op de wensckelijk- heid van vereenvoudiging der strafrechts pleging bij de kantongerechten werd op nieuw gewezen, en het denkbeeld in 's ministers overweging aanbevolen. Het verlangen werd geuit naar beter toe zicht op jacht en visscherij. Er werden bezwaren geopperd tegen de jachtwet. Is eene spoedige voortzetting te ver wachten van het wetsvoor-tel houdende verbodsbepalingen tegen het dragen van wapenen Door verscheidene leden werd uitbreiding van de rijkspolitie zeer ver langd. Het komt velen wenschelijk voor dat door den arbeid in de gevangenissen zoo min mogelijk in coacurrentie worde getreden met de binnenlandsche nijver heid. ;eleerde indertijd met miss Fay geno- J naar de krmer deed snellen. Ze vonden I ders, maar erkennen dat deze belangrijk men en later door hem beschreven, zou- j er miss Fay, die nog altijd vastgeklon- verminderden, den in hoofdzaak worden gevolgd. Miss Fay bracht niets mee dan hare geheim zinnige kracht, mr. Pingree was „invited to sit down" gelijk zij zeide toen hij haar met inspelden wilde helpen en heeft zich dan ook met de geheelo zaak niet meer bemoeid dan de lijdzaamste der toeschouwers. In de suite, waar de voorstelling plaats had, hadden de heeren Van Eeden en Van Renterghem volle ken was aan de tafel, hevig ontsteld, en I De New-YorJc Herald meldt uit Lissabon het tafeltje met muziek-instrumentendat de beantwoording van Portugals be- om verge worpen. Mis3 Fay mompelde zoo iets als: „ze zijn boo3 over die armbanden"„ik ben zoo zenuwachtig geworden door die elec- triciteit", maar het was zonneklaar, dat ze het wringen moede hare polsen zagen rood van de inspanning het roep op de mogendheden geen hoop geeft dat eenigerlei mogendheid ten gunste van Portugal zal interveuieeren. Ook bij derde lezing heeft de duitsche Rijksdag en nogwel zonder debat het stoomvaartontwerp aangenomen. Bij het behandelen van de begrooting verklaarde de staatssecretaris Von Boetticher dat de Bondsraad ten volle bereid was de wedden der ambtenaren te verhoogen. In dien zin belooofde hij eene supple- kwam de tafeltje met muziekinstrumen eenvoudig dige voorzorgen genomen, zelfs de ramen I had omgetrapt. waren verzegeld. Trouwens de genoo- Deze proef was dus volkomen mis- digden mochten alles zelf' onderzoeken j lukt. en tot het laatste oogenblik miss Fay op i Nu werd haar toegestaan, de handen 1 mentaire begrooting. Heden de handen kijken. vrij te laten en alleen de koperen cylin- socialistenwet aan de orde. Miss Fay had van hare zijde ookders vast te houden. De schommelingen Uit Kopenhagen wordt vau 21 Jan. eenige voorwaarden gesteld. Zij wilde,1 van den galvanometer waren dus degemeldBij de verkiezingen voor het evenals bij de openbare voorstellingen,eenige waarborg. Zij kon zich ook nu I Folkething zijn er drie ministers her- slechts in het donker werken, terwijl niet van de tafel verwijderen, zonder kozen. De rechterzijde verloor vier ze ook de plaats der muziekinstrumenten dat de galvanometer het verklikte. Had telsdrie daarvan te Kopenhagen. Di Marine. Een aantal leden verklaarden in het algemeen geen reden te hebben om deze begrooting niet aan te nemen. Gaarne zoude men vernemen, welke macht de marine in Atjeh eventueel zal kunnen ontwikkelen, ten einde de aldaar aanwe zige troepen iu de uitvoering hunner moeielijke taak krachtdadig te steunen. Oorlog. Met verwijzing naar de algemeene be schouwingen der Staatsbegrooting, waar het beleid van den Minister besproken werd, wenscht men in het algemeen zich thans te onthouden van meer uitvoerige gedachtenwisseling over het hoofdstuk zelf, met het oog op de te verwachten voorstellen betreffende verhooging onzer weerbaarheid. Het vertrouwen werd daarbij uitgesproken, dat deze voorstel len spoedig de vertegenwoordiging zou den bereiken. In eene afdeeling waren eenige leden van oordeel, dat het eind cijfer van dit hoofdstuk de draagkrach ten van den Staat te boven gaat. In eene andere afdeeling hadden enkele le den bezwaar, deze begrooting goed te keuren. Zij zagen niet in, dat ons vader land verdedigbaar was bij de groote uit gebreidheid, die men blijft geven aan onze liniën. Zij meenden, dat het ten behoeve eener krachtdadige verdediging noodzakelijk was tot een stelsel van meerdere concentratie over te gaan, en vroegen waarom ook Utrecht niet prijs zoude worden gegeven, wanneer toch ook de overige gewesten buiten verdediging worden gelaten. Deze moening bleef niet zonder tegenspraak. Men achtte ons land zeer goed verdedigbaar, al zoude die ver dediging aanzienlijke offers vorderen. Het belang van den aankoop van paarden voor de remonte binnenslands werd naar veler oordeel niet uit het juiste oogpunt beschouwd. Er waren eenige leden, die de voorkeur gaven aan buitenlandsche paarden, welke zij meer geschikt acht- De Kerstdagen waren niet zoo somber, als zij ze zich had voor gesteld. Gaspard was, om te beginnen, veel beter en weldra was hij weer in staat om in het salon van de familie Lemercier te komen, terwijl de vrouw des huizes zoo vriendelijk en opgeruimd was, dat een ieder iets van dien zonneschijn moest overnemen. Er wachtte hen bovendien eene groote verrassing. Met een zegevierend gelaat keerde Javotte van de markt terug; zij had uren lang en queue gestaan, maar o vreugde zij kwam nu thuis met eenige stukjes rundvleesch en wat boter; lekkernijen die zij in de laatste weken niet hadden geproefd. Zulke buitenkansjes kwamen echter niet meer voor. lederen dag werden de levensmiddelen schaarseher, de thermometer bleef steeds op twaalf graden onder nul en er was geen verandering te wachten. De nieuwjaarsdag brak somber aan, zelfs mevrouw Lemercier was niet opgeruimd; alles was zoo doodsch en treurig; geen cadeaux, geen vermakelijkheden, volstrekt geen vroolijkheid en opgewon denheid neen niet3 dan een grauwe hemel, eene morrende, on tevreden bevolking en het gedonder van het geschut in de verte. Lemercier ging naar eene vergadering der reppblikeinen waar eene lezing over de politiek werd gehouden; Gaspard wilde zich met alle geweld weer bij zijn regiment voegen, zoodat Espérance en mevrouw Lemercier alleen achterbleven, daar Javotte naar de markt was gegaan. Espérance was bezig een krans van immortellen te vlechten voor het graf' haars vaders. De vrouw des huizes zat te breien; tenlaatste zeide zij op zeer haastigen toon, daar zij dit onder werp liever had willen vermyden „Lieve Espérance, hebt gij in den laatsten tijd niet opgemerkt, dat Javotte zoo mager wordt?" Espérance ontstelde. „Ik heb er met haar eenige dagen geleden over gesproken, maar zij lachte mij uit eu zeide, dat men gedurende een beleg niet dik behoeft te worden." „Lieve mevrouw, denkt gij niet, dat zij ziek is." „Dat heb ik reeds lang geleden gedacht, maar maak u niet ongerust, lief kind, ik kan mij wel vergissen. Wat mij zoo ang stig maakt, is dit: ik heb haar de laatste twee dagen nauwkeurig gadeslagen, om te zien, wat zy af, en in al dien tijd heb ik haar slechts twee kleine stukjes brood zien gebruiken." De oogen van Espérance vulden zich mee tranen. „Zij moet dat dan gedaan hebben, om voor Gaspard en mij meer over te laten. Arme Javotte wat ben ik zelfzuchtig geweest Terwijl zij nog over haar spraken, kwam Javotte terug met hare kleine hengselmand, die ofschoon zij zeer licht was, awaar aan haar arm scheen te hangen. Zij was eene lcelïjka oude vrouw, met een taankleurig, gerimpeld gelaat, welks kleur nog donkerder scheen door hare helderwitte muts en hoogrooden halsdoek, maar toch sprak er hartelijkheid uit hare kleine, zwarte oogen, en uit hare scherpe stem, toen zy zeide: „de voorraad is vandaag erg klein, lieveling, maar ik heb gehoord, dat er op de markt te St. Ger main, heerlijke honden- en kattenboutjes te koop zijn." Espérance moest onwillekeurig lachen. „Ja, ik heb het u reeds verteld mevrouw „Honden- en kat- tenslachterij." Ik heb het met eigen oogen gezien. Daarheen is ongetwijfeld mijne arme Minetto heengegaan, die wij eenige dager; geleden vermisten. „Maar Javotte! Javotte, wat scheelt u?" want Javotte was plotseling zeer bleek geworden en zou ongetwijfeld gevallen zijn, wanneer mevrouw Lemercier haar geen stoel had toegeschoven. „Lief kind, wees maar niet bang," stamelde de oude dienst bode, „het is slechts de koude;" ik zal wel spoedig warm worden. Mevrouw Lemercier gaf haar wat brandewijn met water te drinken, waardoor hare levenskrachten weer voor eenige minuten werden opgewekt, maar weldra verkeerde zij in eon toestand van halve verdooving en ofschoon Espérance hare rimpelige oude han den wreef, kon zij ze niet warm krijgen. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2