Miss Fay e» hare proeven.
PJLÜ1E& OVMMICjIT.
kenverpleging te Haailem ƒ500; aan de
Vereeniging tot verschaffing van naai
werk aaa minvermogenden te Haarlem
f 500, en aan de Prins Hendrikstichting
te Egmond aan Zee 4000.
Een winkelier in vleesch-
waren, a3n den Sckiedamschen Dijk te
Rotterdam ontdekte reeds twoe malen,
dat uit zijn winkel een ham was ont
vreemd, zonder dat het bleek, wie de
schuldige was.
Op een avond in de vorige week deelde
hem eens buurvrouw mede dat zij gezien
had dat eene onbekende vrouw getracht
had eene ham uit zijn winkel le stelen.
Deze vrouw, die aan de overzijde van de
straat liep, werd door haar aangewezen.
De winkelier verschool zich nu in een
winkel tegenover den zijnen, en had zoo
doende het gezicht op zijn huis. Hij zag
dat de dievegge langs zijn winkel heen
en weer liep, een paar malen de hand
aan den knop van de deur sloeg, einde
lijk binnenging en eene ham wegnam.
Op hetzelfde oogenblik kwam echter de
vrouw, die hem gewaarschuwd had, en
die mede aan de overzijde de handelingen
van de dievegge had gadegeslagen, in
den winkel, en pakte haar beet.
De politie, inmiddels gewaarschuwd,
bracht haar over naar het politiebureau
aan de Groote Pauwensteeg, waartegen
haar proces-verbaal werd opgemaakt.
Men sehrijlt uit Loosdreekt:
Eene vrouw was dood en begraven,
en de erven een broeder en een
zu3ter zouden tot het verdeelen der
nalatenschap overgaan. Om de zaak bil
lijk en tot wederzijdsch genoegen te re
gelen, had men een paar onpartijdige
personen verzocht de behulpzame hand
te bieden. De verdeeling der kleederen
was reeds kalm en geregeld afgeloopen,
toen er een doosje met vier rijt
ders voor den dag kwam. „Da's voor
ieder twee." „„Voor ieder twee, ja als
ik er niet was."" Aldus werden de
deelende familieleden op het onaange
naamst in de rede gevallen door
den man van de overledene.
Deze namelijk was getrouwd, man en
vrouw hadden daarna elkaar verlaten,
zonder dat echter hun huwelijk door
echtscheiding was outbonden. Daar
mitsdien ook de man recht heeft op een
gedeelte der nalatenschap, kwam hij dat
opeischen. De deeling werd daarom
Staakt, de regeling der zaak tot nader
orde verdaagd en de reeds verdeelde
kleederen werden weer in de kast ge
borgen. Vermoedelijk zal nu de fiscus
nog als vierde erfgenaam optreden.
Het proces Daymonaz te
Breda is, op de wijze ais blijspelen ple
gen te eindigen, met een huwelijk be
sloten. Aldaar zijn nl. in de vorige
week ondertrouwd mr. E. B. Daymonaz
en Marie Antoinette de Bourbon (wed.
v. d. Horst)
De mac'hine vaneenperso
nentrein, liep Dinsdagmorgen aan het
station Breda tegen een stootblok aan.
Een conducteur werd door den schok
omvergeworpen en bezeerde daardoor de
handoen telegraafarbeider werd aan het
gezicht licht verwond, terwijl een reizig
ster klaagde over pijn in de lenden.
In zake de volkstelling zijn
zonderlinge feiten voorgekomen. Het
zonderlingst echter klinkt gewis het feit
dat er in Gelderland een burgemeester
te vinden is gewees die niettegenstaande
herhaalden aandrang van de tellers, niet
is overreed kunnen worden de hem in
de plaats zijener woniog aangeboden tel-
kaarten in ie vullen. De tellers hebben
nu van hun kant gedaau wat de voor
schriften gebieden en tegen den burge
meester proces-verbaal opgemaakt.
Men meldt uit Maastricht
Maandagavond bevonden zich in den
laatsfcen trein, die van Brussel kwam,
twee reizigers in een coupé 2e kl. Tus
schen Leuven en Aerschot hebben zij een
schot gelo3t; de kogel is door het beschot
gedrongen en heeft eene dame in een
coupé daarnaast in den nek getroffen,
De beide dadere zijn te Maastricht aan
gehouden, doch weder op vrije voeten
gesteld. De dame is onderweg uit den
trein gebracht en onder geneeskundige
behandeling gesteld.
Een zeer onaardige grap
werd d«zer dagen door een leerliug van
het masstrichtsche gymnasium uitgevoerd.
Door professor B. werd hem een niet
onverdiende straf opgelegd, en uit wraak
zond hij aau de Limburger Koerier een
overlijdiugs-annonce, waarin des profes
sor's weduwe aan familie en bekenuen
den dood berichtte van haar echtgenoot.
De heer B. diende dadelijk een klacht
doch heeft die weder ingetrokken en
zich met een flinke afstraffing van den
jongen, welke tevens van het gymnasium
is weggezonden, tevreden gesteld.
Nog een telkaart. Ineen
geldersch dorp is een kaart voor de
volkstelling van een kind, dat iu 188S
geboren is, met de volgende antwoorden
ingevuld
2. Leeft hij afzonderlijk of in een ge
zin „hijj leef afzonderlijk.''^
10a. Indien hij hoofd is vau eene
ak, van eene inrichting, van een be
drijf of onderneming, is hij dat dan voor
eigen rekening of als bestuurder voor
rekening van een ander //hijj is voor
eigen Rekening."
lOd. Hoeveel personen zijo onder hem
werkzaam „daar is gin een onder hem
werksaum."
10e. Bezigt hij krachtswerktuigen
ft.hijj bezigt niets uit."
12a. Is bij blind? of doodstom? „hijj
is goed gesondt."
12b. Geniet hij, of heeft hij genoten
het voor blinden of doofstommen bestemde
ouderricht? „hijj heeft niets genoten."
Een ander had voor een kind, gebo
ren in 1887, in antwoord op de vraag
welk beroep, ot ambacht, of handwerk
oetent zij uit, ingevuld „zij verrigt huis
werk."
Is zij dat dan voor eigen rekening,
of als bestuurster voor rekening van een
ander „zij is voor rekening van een
ander."
Een arbeider had in antwoord op
vraag 10a. (zie hierboven) ingevuld
„hij is overal werkzaam," en op de vra
gen bezigt hij krachtswerktuigen zoo
ja, van welke soort „landt werk."
Indien hij in dienstbetrekking is, in
welke betrekking is hij dan werkzaam
„In alle diensen is hij werkzaam."
niet geheel willekeurig mocht zijn. De i zij de beide cylinders kunnen verbinden
heer Van Eeden meende terecht, dat bijvoorbeeld door een chemisch geprepa-
men haar dit niet mocht weigeren. Zij reerde draad van ongeveer gelijken weer-
Letteren en Kunst.
Eerstdaags zullen te Londen twee van
de ir.aiste schilderijen van Jozef Israëls
worden verkocht. „Le3 ïravailleurs de
la Mer" verkreeg den hoofdprijs op de
parijsche tentoonstelling. Het tweede
„L'Enl'ant qui dort" is een binnenhuisje,
eveneens van groote verdienste.
Het Handelsblad deelt mede, dat de
welbekende Miss Fay Zaterdagavond ten
huize van do heereu drs. A. W. van
Renterghem en F. van Eeden te Am
sterdam, voor een twintigtal personen,
onder wie zich een aantal dokters en
hoogleeraren bevonden, hare zoogenaamde
„experiments" herhaald heeft.
Het doel der gastkeeren was, zoo zui -
ver mogelijk te onderzoeken of miss Fay
werkelijk, gelijk Crookes heeft beweerd,
de buitengewone gave bezit van hande
lingen te kunnen verrichten alleen door
den wil. De proeven door den eugelschen toen
had hem nl. verteld, dat zij na lange
oefeningen er eindelijk in geslaagd was,
een paar „experiments" zoodanig in hare
macht te krijgen, dat zij ze voor ande
ren kon vertoonon. Hoe zij het deed wist
ze zelf niet recht, wel wist zij dat zij
heel sterk moest denken aan hetgeen zij
wilde dat gebeuren zou, en dat in som
mige gevallen do minste afleiding, als
de blik van oen nieuwsgierige of een
licht, dien zieltoe3tand kon verstoren
De heer Van Eeden zeide geen reden
te hebben deze verklaringen te mistrou
wen. Hij voegde er bij, dat Mi33 Fay
den aard der te nemen proeven kende
en goedkeurde, maar dat zij niet ze
ker kon beloven ze te doen gelukken.
Nu begon het eerste „experiment"
Het gordijn voor de tussehendeur werd
dichtgeschoven. Voor het gordijn, in de
kamer, waar de toeschouwers zich be
vonden, plaatsten zich twee personen en
miss Fay, terwijl het bankje met de
muziekinstrumenten aan de andere zijde
van het gordijn achter miss Fay werd
neergezet. Men kent de proef. Nadat de
drie personen voor het gordijn waren
ingespeld, begon het gordijn te bewegen,
voelde de heer van Renterghem, die
naast miss Fay zat, stootjes in den rug,
werd ten slotte de bel bewogen en
het bankje omgegooid.
Deze proef gelukte dus ook onder het
scherps toezicht der vlak voor miss Fay
staande toeschouwers. Toch was zij niet
afdoende. Immers het bleef mogelijk, dat
miss Fay voorzichtig met haar hand het
gordijn had opgeschoven en daarna de
bel had gegrepen. De proef ware alleen
dan afdoende geweest, wanneer het gor
dijn op den grond vastgespijkerd wa3 en
de instrumenten buiten het bereik
van miss Fay hadden gestaan.
De tweede proef zou echter een be
teren waarborg geven.
In plaats van hare handen met linnen
banden op den rug te binden, werden
hare polsen in koperen ringen gesloten,
die elk afzonderlek op een afstand van
een kalven meter in eene gewone keu
kentafel waren bevestigd. Hieruit los te
komen mocht onmogelijk heeten. Toch
was een waarborg genomen. In elke
hand moest miss Fay een koperen cy
linder houden, die door gelciddraden iu
verbinding was gebracht met een galv?.-
nometer, opgesteld in de kamer waar de
toeschouwers zaten. Werd nu door de
geleiding een zwakke electrïseke stroom
gezonden, dan kon men op den galva
nometer nagaan, of mis3 Fay den kope
ren cilinder losliet of nog vasthield.
Toen alle3 in orde wa3, zette men
zich neer, en volgde met inspanning de
schommeling van de wijzernaald. Deze
proef zou beslissend zijn dat stemden
alle aanwezigen toe. Indien miss Fay,
gelijk zij daar geklonken zat aan de
vaststaande tafel, in staat zou zijn door
haar wil, de muziekinstrumenten, welke
op een meter lengte achterhaarstonden,
aan het spelen te brengen, zou men wer
kelijk aan eene bizondere natuurkracht
of aan het bestaan van een „dubbelgang
ster" kunuen gaan denken.
Er gebeurde echter niets en de toe-
ichouwer3 begonnen al te wauhopen,
een gil en een hevige slag allen
intransigente linkerzijde (Bergiancn) heeft
verscheidene zetels gewonnen.
stand als haar lichaam zij had zich
vrijelijk door de kamer kunnen bewe
gen, doch zulk een draad bezat zij blijk
baar niet, want eerst toen de instrumen
ten op haar verzoek dichter bij haar
waren gezet, kon ze iets van zich laten
merken. De proef was nu echter ander
maal ouzuiver geworden, daar het bleek
dat zij beide beeuen en éen arm kon
gebruiken, zonder den electri3chen stroom
af te breken. Nadat men haar alle in
strumenten door de kamer had hooren
gooien, kwam men haar die zeggen. Zij
gaf de schuld aan de instrumenten. „Ik
maak mijne instrumenten altijd eerst
magnetisch, zei ze. Met deze nieuwe
dingen kan ik niets beginnen."
Een tafelschel bloed echter bruikbaar.
Deze werd nu op een voetenbankje
midden in de kamer geplaatst, geheel
buiten haar bereik. Ditmaal liet miss
Fay oaa niet lang in spanning. Na een
paar minuten verklaarde zij, dat het niet
ging, dat ze er maar liever wilde uit
scheiden.
Hiermede was de séance afgeloopen.
Het Hbl. komt tot deze gevolgtrek
king: Zaterdagavond heeft miss Fay o
getoond, dat zij niet meer kan doen dan
dat wat binnen het bereik van een handi;
menseh is gelegen, en wij zij toen ver
sterkt in onze overtuiging, dat miss Fay
niet is eene zoogenaamde spiritiste, nocli
een persoon die door haar wil invloed kan
oefenen op levenlooze voorwerpen, maar
eenvoudig een buitengewoon handige goo-
chelares, die veel mensehenkennis heelt
en knap eene rol kan spelen en volhouden.
Wetgevende Macht.
EERSTE KAMER.
Verschillende verslagen der Eerste
Kamer omtrent het onderzoek van hoofd
stukken der Staatsbegrooting zijn ver
schenen.
Justitie.
algemeen werd hulde gebracht
Bijna
Hoezeer het geschil met Engeland in
het portugeesche staatsbestuur ingrijpt,
blijkt uit het besluit waarbij de Cortes,
de wetgevende macht, is ontbonden.
Blijkbaar wil men de kiezers uitspraak
laten doen of zij vertrouwen stellen in
de vertegenwoordiging des lands. Vol
gens de jongste berichten uit Lissabon
heeft echter het besluit tot ontbinding
der Cortes de anti-engehche beweging
eerder nog doen toenemeu dan vermin
deren. Het boycotten neemt de meest
uiteenloopende vormen aan. Zoo laten
portugeesche geassureerden hunne engel-
sche polissen verloopeo, om zich opnieuw
bij portugeesche assurantie-maatschappij
en te verzekeren; een portugee3Ch club
comité roept de leden buitengewoon bij
een, om de engelsche namen op de le
denlijst te schrappenleeraren en scho
lieren der koninklijke academie petition-
neerden aan de regeering om het onder
wijs in de engelsche taal aan alle on-
derwijs-inrichtingen te laten vervallen;
de plattelanders rondom Oporto dwongen
den stedelijken raad zich bij de algemeene
anti-engelsche boycotting-beweging aan
te sluiten. De Po?:ugeezen willen eene
eigen stoomvaartlijn op Brazilië, waaruit
de portugeesche pers reeds den onder
gang van de engelsche stoomvaartlijn en
van den engelschen handel daarheen
voorspelt.
Dépêches uit Manchester ontkennen
sluiting van fabrieken aldaar ingevolge
het ophouden van portugeesche koopor-
aan de werkzaamheid en aan den ijver,
door den minister bij de vervulling zij
ner taak aan den dag gelegd, o.a. de
regeling der administratieve rechtspraak.
Intusschen behoeft deze nog wettelijke
voorziening; eveneens is eene regeling
van het toekennen van vergoeding aau
preventief gevangenen, in zoover als
hunne onschuld zal zijn gebleken, urgent.
Eenige leden wenschten, dat de bevoegde
macht, zooveel mogelijk, zelfs den schijn
zoude vermijden, het doen van drank
wet-bekeuringen aan to moedigen, welke
niet dan op minder loyale wijze door de
ambtenaren konden worden geconsta
teerd. Met genoegen had men kennis
genomen van de desbetreffende circulaire
van den Minister. Tegenover den aan
drang om vrije briefwisseling tusschen
preventief gevangenen en hun raadsman
toe te staan, vreesden andere leden, dat
het toestaan van eene vrije briefwisse
ling tusschen beklaagden en hunne ver
dedigers op den duur tot misbruiken
zoude kunnen leiden. Op de wensckelijk-
heid van vereenvoudiging der strafrechts
pleging bij de kantongerechten werd op
nieuw gewezen, en het denkbeeld in
's ministers overweging aanbevolen. Het
verlangen werd geuit naar beter toe
zicht op jacht en visscherij. Er werden
bezwaren geopperd tegen de jachtwet.
Is eene spoedige voortzetting te ver
wachten van het wetsvoor-tel houdende
verbodsbepalingen tegen het dragen van
wapenen Door verscheidene leden werd
uitbreiding van de rijkspolitie zeer ver
langd. Het komt velen wenschelijk voor
dat door den arbeid in de gevangenissen
zoo min mogelijk in coacurrentie worde
getreden met de binnenlandsche nijver
heid.
;eleerde indertijd met miss Fay geno- J naar de krmer deed snellen. Ze vonden I ders, maar erkennen dat deze belangrijk
men en later door hem beschreven, zou- j er miss Fay, die nog altijd vastgeklon- verminderden,
den in hoofdzaak worden gevolgd. Miss
Fay bracht niets mee dan hare geheim
zinnige kracht, mr. Pingree was „invited
to sit down" gelijk zij zeide toen hij
haar met inspelden wilde helpen en
heeft zich dan ook met de geheelo zaak
niet meer bemoeid dan de lijdzaamste
der toeschouwers. In de suite, waar de
voorstelling plaats had, hadden de heeren
Van Eeden en Van Renterghem volle
ken was aan de tafel, hevig ontsteld, en I De New-YorJc Herald meldt uit Lissabon
het tafeltje met muziek-instrumentendat de beantwoording van Portugals be-
om verge worpen.
Mis3 Fay mompelde zoo iets als: „ze
zijn boo3 over die armbanden"„ik ben
zoo zenuwachtig geworden door die elec-
triciteit", maar het was zonneklaar, dat
ze het wringen moede hare polsen
zagen rood van de inspanning het
roep op de mogendheden geen hoop geeft
dat eenigerlei mogendheid ten gunste van
Portugal zal interveuieeren.
Ook bij derde lezing heeft de duitsche
Rijksdag en nogwel zonder debat het
stoomvaartontwerp aangenomen. Bij het
behandelen van de begrooting verklaarde
de staatssecretaris Von Boetticher dat
de Bondsraad ten volle bereid was de
wedden der ambtenaren te verhoogen.
In dien zin belooofde hij eene supple-
kwam de
tafeltje met muziekinstrumen eenvoudig
dige voorzorgen genomen, zelfs de ramen I had omgetrapt.
waren verzegeld. Trouwens de genoo- Deze proef was dus volkomen mis-
digden mochten alles zelf' onderzoeken j lukt.
en tot het laatste oogenblik miss Fay op i Nu werd haar toegestaan, de handen 1 mentaire begrooting. Heden
de handen kijken. vrij te laten en alleen de koperen cylin- socialistenwet aan de orde.
Miss Fay had van hare zijde ookders vast te houden. De schommelingen Uit Kopenhagen wordt vau 21 Jan.
eenige voorwaarden gesteld. Zij wilde,1 van den galvanometer waren dus degemeldBij de verkiezingen voor het
evenals bij de openbare voorstellingen,eenige waarborg. Zij kon zich ook nu I Folkething zijn er drie ministers her-
slechts in het donker werken, terwijl niet van de tafel verwijderen, zonder kozen. De rechterzijde verloor vier ze
ook de plaats der muziekinstrumenten dat de galvanometer het verklikte. Had telsdrie daarvan te Kopenhagen. Di
Marine.
Een aantal leden verklaarden in het
algemeen geen reden te hebben om deze
begrooting niet aan te nemen. Gaarne
zoude men vernemen, welke macht de
marine in Atjeh eventueel zal kunnen
ontwikkelen, ten einde de aldaar aanwe
zige troepen iu de uitvoering hunner
moeielijke taak krachtdadig te steunen.
Oorlog.
Met verwijzing naar de algemeene be
schouwingen der Staatsbegrooting, waar
het beleid van den Minister besproken
werd, wenscht men in het algemeen zich
thans te onthouden van meer uitvoerige
gedachtenwisseling over het hoofdstuk
zelf, met het oog op de te verwachten
voorstellen betreffende verhooging onzer
weerbaarheid. Het vertrouwen werd
daarbij uitgesproken, dat deze voorstel
len spoedig de vertegenwoordiging zou
den bereiken. In eene afdeeling waren
eenige leden van oordeel, dat het eind
cijfer van dit hoofdstuk de draagkrach
ten van den Staat te boven gaat. In
eene andere afdeeling hadden enkele le
den bezwaar, deze begrooting goed te
keuren. Zij zagen niet in, dat ons vader
land verdedigbaar was bij de groote uit
gebreidheid, die men blijft geven aan
onze liniën. Zij meenden, dat het ten
behoeve eener krachtdadige verdediging
noodzakelijk was tot een stelsel van
meerdere concentratie over te gaan, en
vroegen waarom ook Utrecht niet prijs
zoude worden gegeven, wanneer toch ook
de overige gewesten buiten verdediging
worden gelaten. Deze moening bleef niet
zonder tegenspraak. Men achtte ons land
zeer goed verdedigbaar, al zoude die ver
dediging aanzienlijke offers vorderen. Het
belang van den aankoop van paarden
voor de remonte binnenslands werd naar
veler oordeel niet uit het juiste oogpunt
beschouwd. Er waren eenige leden, die
de voorkeur gaven aan buitenlandsche
paarden, welke zij meer geschikt acht-
De Kerstdagen waren niet zoo somber, als zij ze zich had voor
gesteld. Gaspard was, om te beginnen, veel beter en weldra was
hij weer in staat om in het salon van de familie Lemercier te
komen, terwijl de vrouw des huizes zoo vriendelijk en opgeruimd
was, dat een ieder iets van dien zonneschijn moest overnemen.
Er wachtte hen bovendien eene groote verrassing.
Met een zegevierend gelaat keerde Javotte van de markt terug;
zij had uren lang en queue gestaan, maar o vreugde zij
kwam nu thuis met eenige stukjes rundvleesch en wat boter;
lekkernijen die zij in de laatste weken niet hadden geproefd.
Zulke buitenkansjes kwamen echter niet meer voor. lederen dag
werden de levensmiddelen schaarseher, de thermometer bleef steeds
op twaalf graden onder nul en er was geen verandering te wachten.
De nieuwjaarsdag brak somber aan, zelfs mevrouw Lemercier was
niet opgeruimd; alles was zoo doodsch en treurig; geen cadeaux,
geen vermakelijkheden, volstrekt geen vroolijkheid en opgewon
denheid neen niet3 dan een grauwe hemel, eene morrende, on
tevreden bevolking en het gedonder van het geschut in de verte.
Lemercier ging naar eene vergadering der reppblikeinen waar
eene lezing over de politiek werd gehouden; Gaspard wilde zich
met alle geweld weer bij zijn regiment voegen, zoodat Espérance
en mevrouw Lemercier alleen achterbleven, daar Javotte naar de
markt was gegaan.
Espérance was bezig een krans van immortellen te vlechten
voor het graf' haars vaders. De vrouw des huizes zat te breien;
tenlaatste zeide zij op zeer haastigen toon, daar zij dit onder
werp liever had willen vermyden
„Lieve Espérance, hebt gij in den laatsten tijd niet opgemerkt,
dat Javotte zoo mager wordt?"
Espérance ontstelde.
„Ik heb er met haar eenige dagen geleden over gesproken, maar
zij lachte mij uit eu zeide, dat men gedurende een beleg niet dik
behoeft te worden."
„Lieve mevrouw, denkt gij niet, dat zij ziek is."
„Dat heb ik reeds lang geleden gedacht, maar maak u niet
ongerust, lief kind, ik kan mij wel vergissen. Wat mij zoo ang
stig maakt, is dit: ik heb haar de laatste twee dagen nauwkeurig
gadeslagen, om te zien, wat zy af, en in al dien tijd heb ik haar
slechts twee kleine stukjes brood zien gebruiken."
De oogen van Espérance vulden zich mee tranen.
„Zij moet dat dan gedaan hebben, om voor Gaspard en mij
meer over te laten. Arme Javotte wat ben ik zelfzuchtig geweest
Terwijl zij nog over haar spraken, kwam Javotte terug met
hare kleine hengselmand, die ofschoon zij zeer licht was, awaar
aan haar arm scheen te hangen. Zij was eene lcelïjka oude vrouw,
met een taankleurig, gerimpeld gelaat, welks kleur nog donkerder
scheen door hare helderwitte muts en hoogrooden halsdoek, maar
toch sprak er hartelijkheid uit hare kleine, zwarte oogen, en uit
hare scherpe stem, toen zy zeide: „de voorraad is vandaag erg
klein, lieveling, maar ik heb gehoord, dat er op de markt te St. Ger
main, heerlijke honden- en kattenboutjes te koop zijn."
Espérance moest onwillekeurig lachen.
„Ja, ik heb het u reeds verteld mevrouw „Honden- en kat-
tenslachterij." Ik heb het met eigen oogen gezien. Daarheen is
ongetwijfeld mijne arme Minetto heengegaan, die wij eenige dager;
geleden vermisten.
„Maar Javotte! Javotte, wat scheelt u?" want Javotte was
plotseling zeer bleek geworden en zou ongetwijfeld gevallen zijn,
wanneer mevrouw Lemercier haar geen stoel had toegeschoven.
„Lief kind, wees maar niet bang," stamelde de oude dienst
bode, „het is slechts de koude;" ik zal wel spoedig warm worden.
Mevrouw Lemercier gaf haar wat brandewijn met water te
drinken, waardoor hare levenskrachten weer voor eenige minuten
werden opgewekt, maar weldra verkeerde zij in eon toestand van
halve verdooving en ofschoon Espérance hare rimpelige oude han
den wreef, kon zij ze niet warm krijgen.
Wordt vervolgd.)