NIEUWS- EN ADVEETENTIBBLAD.
7i Jaargang. Donderdag 30 Januari 1890.
No. 2017.
A B 0 in? 1MI SfjT S E IJ S
ADVERTEHTlfiH:
Van Verre en van Nabij.
S T I) S I K li II S.
„Heidadijhsiii aaar Varranys»"
SU N SI ii ft li A ft ft.
FEUILLETON.
IN DEN VREEMDE.
ARLESTS DIG
Voar Haarlem per 3 masndeii1.80.
Frsnco door het geheels Rijk, per 3 maanden, -1.65,
Afzonderlijke nummers-003.
Dit blwd verschuilt dr.gel$ks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. 'K'eteffoosrniESSMEafis' 5SS.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote lettere aaar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertenties: worden aangcBomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiara
Directeuren-Uitge vers J. C. PEEHEBOG2& en J. B. AVIS,
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale, de Fvhlicit: Etra?igère G. L. BA IJ BB «£- Co.y JOHN F. JONJÜS, #«ce., F ar ij x 31023 Fa-.hourg téontmartre.
XI.
KUNST ZIJ ONS DOEL.
Jongstleden Maandagavond werd er
in de bovenzaal der sociëteit „Vereeni-
.ging" alhier een kunstbeschouwing ge
houden, die afzonderlijke vermelding ver
dient. Het was namelyk eene tentoon
stelling van het werk van de werkende
leden van //Kunst zij ons Doel" alhier,
eene expositie te meer opmerkelijk om
dat tot nu toe door deze vereeniging in
de laatste jaren alleen gelegenheid ge
geven werd tot het zien van den arbeid
van andere beoefenaars der kunst. Op
geregelde tijden werden er portefeuilles
van arasterdamsche en rotterdamsche
kunstbroeders ten toon gesteld en, hoe
wel deze zeer zeker dikwijls veel schoons
bevatten, was eene expositie van eigen
werk een eigenaardig aantrekkelijke ge
beurtenis voor de ingezetenen onzer ge
meente.
Dit blijkt wel allermeest uit het zeer
drukke bezoek dat de tentoonstelling
mocht genieten. Den ganschen avond
was de bovenzaal gevuld met belang
stellenden, kenners zoowel als leeken, en,
werd er vroeger wel eens geklaagd dat
van de door andere clubs afgestane por
tefeuilles zoo zeldzaam door de bezoekers
iets werd aangekocht, zoo mocht deze
expositie het genoegen smaken dat twee
stukken koopers vonden, en wel een van
den heer H. Savrij en een van den nog
jeugdigen heer Graadt van Roggen. Ook
in dit opzicht mogen de leden der Ver
eeniging //Kunst zij ons Doel" derhalve
over de belangstelling tevreden zijn.
Het is niet ons voornemen en ligt
niet op onzen weg de verschillende
inzendingen afzonderlijk te bespreken
al ware het alleen omdat onder
de exposanten zich kunstenaars zoowel
als amateurs bevonden, en men met het
aanleggen van eenzelfden maatstaf der
halve groot gevaar zou loopen, tegenover
velen onbillijk te worden. Wij wenschen
ons daarom tot eene opsomming te be-
Van G. van Bladeren, een stilleven
van H. F. van Beijnen, twee aquarel
len (Morgen en Avond)van M. Duco
Crop, vijf aquarellen, een landschap bij
Weesp en een studie in olieverf: Aan
de Vecht bij Weesp van J. M. Graadt
van Roggen 3 aquarellen, drie etsen en
2 olieverfschilderijen van J. J. van
Grieken twee aquarellen en eeD krijttee-
kening van J. Kuijper 11 ontwerpen
op het gebied van kunsthandwerk 3
studies naar model, 13 natuurstudies in
olieverf, een lijst met zegelafdrukken in
staal, een ontwerp-medaille, een terra
cotta buste, een bronzen beeldje en 2
etsen van P. van Looy, twee aquarel
len, drie penteekeniDgen, en 4 cartons
met studiesvan F. Loots gedeelte van
een plafondschilderingschilderij2
studies en een natuurstudie in olieverf;
van J. J. van Minden Jr. de Waag te
Haarlemen 2 zevcntiende-eeuwsche
grachten van J. Postuia vijf aquarel
len van A. G. A. van Rappard een
aquarelvan F. J. Riepsaarae drie stu
diën van H. Savry Sr. een olieverf
schilderij, en van H. Savry Jr. een olie
verfschilderij, acht olieverfstudiën en een
aquarel; van J. W. Sevenhuysen drie
houtskoolteekeningenvan W. P. van
Veen een aquarel; van J. G. Veldheer
drie etsen, een schilderij in olieverf en
een studie in idem, twee houtskool
teekeningen en een schets in rood krijt;
van W. Vester vier aquarellen, van C.
B. van Vliet een olieverfschilderij, van
E. Voet Sr. figuurstudies en een stille
ven; van E. Voet Jr. een stilleven en
een zilveren mantelhaak; van H. G-
Wolbers drie aquarellen en bouwkundige
ontwerpenvan W. B. IJzerdraat vijf'
aquarellen en 3 kartons met figuurstu
dies; van J. A. G. van der Steur een
dames schrijftafel, een ontwerp eener
protestantsehe kerk en van een mar
meren schoorsteenmantel en reisschetsen.
Te zamen 99 nummers.
Wij zouden deze dorre opsomming
achterwege hebben gelaten, indien wij
niet van meening waren geweest dat de
vereeniging „Kunst zij ons Doei" in
onze gemeente niet zooveel belangstel
ling geniet als zij, hare krachten in
aanmerking genomen, wel verdient. Het
is de vraag of zij niet zelve daaraan een
weinig de schuld heeft, door haar al te
bescheiden optreden en zoo ja, dan
drukken wij hier den wensch uit, dat
deze eer3te expositie van haar eigen ge
wrochten niet de eenige moge blijven.
Het wonbekend maakt onbemind" is hier
vooral op zijn plaats en het feit, dat op
deze tentoonstelling een aantal ingezetenen
van Haarlem als kunstlievende leden
zijn toegetreden, is hier de proef op de
som.
Misschien is het niet iedereen békend,
dat de vereeniging Kunst zij ons Doel"
reeds een eerbiedwaardigen leeftijd heeft
bereikt. In het uitmuntende werk van
den heer F. Allan, „Geschiedenis en
Beschrijving van Haarlem," vindt men
vermeld dat reeds vóór het jaar 1826
een aantal kunstenaars onder directie
van P. Barbiers Jz., Josephu3 Van Rey-
sen en Chr. Kuijper, in de werkplaats
van den tweede in het Zaksteegje, oefe
ningen hielden. Die vereeniging noemden
zij „Kunst zij ons Doel." Ia 1829 bracht
men de oefeningen op een zolderkamer
boven bet pakhuis van Kuijper aan het
Klein Heiligland en in 1838 naar een
ander aan dezen toebehoorend huis.
Ia 1811 verkreeg de vereeniging eene
grooto uitbreiding. De stedelijke regee
ring verhuurde haar tegen matigen prijs
een lokaal en Teylers Stichting droeg
van toen af jaarlijks ƒ200 bij. Men kon
zich daardoor modellen aanschaffen en
de kunstbeschouwingen houden in de
Doelenzaal en in die van het Nut van
't Algemeen.
„Vrije oefening is de grondslag waarop
dit teekencollege berust," zegt de heer
Allan ten slotte en zeer zeker heeft
ieder die de tentoonstelling van Maan
dag heeft bezocht, dat opgemerkt. Zoo
wel de oudere ab de nieuwere richting
waren ruim vertegenwoordigd, van eene
bepaald aangewezen richting is hier geen
sprake. Hier is het „elck wat wils",
volkomen op zijn plaats.
Daarom en omdat elk ernstigj
streven naar het ontwikkelen van kunst
en kunstgevoel aanspraak mag maken
op groote waardeering, hebben wij het
wenschelrjk geacht, eonigszins uitvoerig
de aandacht te vestigen op de vereeni
ging „Kunst zij ons Doel."
Toen Zaterdagavond de tram van
Haarlem naar Leiden tegen de Kanaal-
brug te Oegstgeest opreed, stond een
boom reeds in vallende richting, doch
werd nog tegengehouden door den draad 1
der telefoon. De machinist reed over een
tak van den boom, en zoodoende werd
de boom naar den grond getrokken,
welke toen op de machine en een pas
sagierswagen terecht kwam. Het balkon
van den passagierswagen werd bescha
digd, en de reizigers moesten wachten, tot
de boom aan stukken gezaagd en opge
ruimd was.
Haarlem, 29 Jan. 1890.
Den 23en Februari a. s. zal er door
den //Nederlandschen Postduivenbond," io
de zanl der Sociëteit „de Kroon" alhier,
een tentoonstelling plaats hebben. On
geveer 60 medailles worden er uitge
loofd, terwijl het aantal in te zenden
duiven op ongeveer 1000 wordt geschat.
Voor liefhebbers zullen er zeker zeld
zaam schoone postduiven tentoonge
steld zijn.
Bij het bestuur iter vereeniging
hebben zich de volgende personen voor
werk aangemeld
Een voor koetsier. - Twee voor oppasser.
- Een voor ziekenoppasser. - Drie voor
kantoorlooper. - Een voor portier. - Een
voor schrijfwerk. - Een voor schoenmaker.
- Een voor sehildersknecht. - Twee voor
metselaar3kecht. - Een voor timmermans
knecht. - Een voor koper- en metaal
gieter. - Twee voor tuinmansknecht. -Een
voor opzichter. - Een voor loodgieters
knecht. - Acht voor aardwerkers of los
werkman. - Negen voor werkster of
schoonmaakster. - Een voor burger-
waschvrouw. - Drie voor burgernaai
ster. - Twee voor breister. - Een voor
kookster. - Een voor baker. - Een voor
loopmin.
Het bestuur der vereeniging Welda
digheid naar Vermogen" verzoekt beleefd
aan hen, die hunne inschrijvingsbiljetten
nog niet hebben afgegeven, die te doen
bezorgen aan het kantoor der Vereeniging
(bus Doelen of Stadhuis).
Letteren en Kunst.
Door het Ned. Tooneel zal te Amster
dam op 's Konings verjaardag voor de
eerste maal worden opgevoerd „De te
rugkeer van den koloniaal", tooneelspel
van D. Maaldrink, schrijver o. a. van
„Jan Masseur":
„De Fabrieksbaas" schijnt met bij
val te Amsterdam te zijn ontvangen.
Louis Bouwmeester maakt als Cyrus
Blenkarn een diepen indruk.
Op het feesteoneert bij het 25-
jarig bestaan van de Muziekschool te
Amsterdam, werd een cantate van den
directeur Frans Coenen en rar. I. N.
Van IJ all voor kinder- en vrouwenkoor
met orkest uitgevoerd. Na dit nummer
regende het bloemen op den directeur,
die door een der meisjesleerlingen harte
lijk werd toegesproken en een fraaie
bronzen groep op voetstuk ontving.
Namens de leeraren bood D. De Lange
Coonen een portefeuille met etsen aan.
Op het concert werkten Johanna
I-Iey man, Tb. Werner en Rogmans
mede eu met veel succes; het tweede
deel van hot concert werd geopend met
een orkeststuk van Averkamp, leeraar
aan de Muziekschool, en besloten met
het volkslied.
De minister van Binnen-
landsche Zaken heeft aan de commissa
rissen des Konings de noodige voorschrif
ten gegeven tot regeling hunner werk
zaamheden ten opzichte der 7e algemeene
tienjaarlijkscho volkstelling.
Uit die voorschriften blijkt, dat het
werk aan de provinciale griffiën zich
zal bepalen tot de eigenlijke volkstelling,
en alzoo niet tot de beroepstelling. Doze
laatste werkzaamheden zullen aan het
departement van Binnenl. Zaken worden
verricht.
Vóór 1 Mei a. s. moeten de stukken
door de gemeentebesturen aan de com
missarissen de3 Konings worden inge
zonden, en vóór 1 Juli moeten de stuk
ken aan de provinciale griffiën bewerkt
zijn en de uitkomsten aan den minister
worden overgelegd. De minister dringt
op eene vlugge bewerking aan en ver
zoekt den commissarissen des Konings
den gestelden termijn niet te overschrij
den.
De veranderingen, welke
de vergaderzaal van de Tweede Kamer
thans ondergaat, mogen eerder eene
restauratie worden geheeten. Deze is
c-chter over twee zittingen verdeeld.
Thans worden alle zetels en tafels op
nieuw bekleed, niot met groen laken,
maar met brons gekleurd fluweel.
Op 't einde *an dit jaar zullen de
troon en het bureau van den voorzitter
geheel van aanzien veranderen. Beiden
zullen dan in den stijl Loui3 XV op
prachtige wijze worden ingericht.
liet tegenwoordig tapijt zal vervangen
worden door een van perzisch dessin.
De redactie van de G ene es-
kundige Ct. komt tegen bet plan op,
dat in de dagbladen moet zijn aangekon
digd, om op 19 Febr. een vuurwerkin de
Maliebaan te 's Hage af te steken. Zij wijst
op de vele ziekten- en sterfgevallen in
alle kringen, welke in de laatste weken
voorkwamen en vraagt terecht, hoe het
denkbeeld bij iemand kan opkomen, om
in zulke omstandigheden een vuurwerk
te gaan afsteken op een open veld in
een Febrnarinacht.
Wij geven de G. Ct. groot gelijk;
zelfs wanneer het 't eenige mid ;rl ware
om te toonen, dat men den Koning in
eere houdt, door Zijne onderdanen die
voor een derde ziek waren, opnieuw
aan ziekte bloot te stellen, dan zou het
nog de voorkeur verdienenover een
half jaar desnoods twee vuurwerken af
te steken, maar ditmaal er zich van te
onthouden. ArnhCt.)
Met den aanstaanden zomer
dienst zal de groote internationale snel
trein, welke des morgens van Amster
dam, Rotterdam, Den Haag en Leiden,
via Emmerik naar Keulen en Frankfort
a/M. vertrekt, belangrijk versueld wor
den met later vertrek van Rotterdam,
Den Haag en Leiden en vroegere aan
komst in Frankfort.
Omgekeerd vertrekt de trein ook later
uit Frankfort, en zal de am3terdamsche
trein reeds van Oberhausen at separaat
doorrijden, waardoor die trein nog on
geveer een half uur vroeger in Amster
dam zal aankomen dan verleden zomer
evenals de aankomst te Rotterdam en
Den Haag versneld wordt.
De tweede morgentrein naar Duitsch-
land, 10.15 uit Rotterdam, 10.5 uit Den
Haag en 10.30 uit Amsterdam, wordt
ook versneld met aansluiting te Keulen
aan den rechtsrheinischen sneltrein (5.10
van Keulen naar Frankfort, aankomst
aldaar 9.20 's avonds) en aan den links-
rheinischein trein van 5.15 uit Keulen
naar Mainz, Basel enz
Naar het engelsch.
VAN
EDNA LYALL.
14)
HOOFDSTUK VIII.
„Geachte vriend! Ik moet bekennen, dat wij gisteren een moei
lijken dag hebben gehad maar het was onvermijdelijk ik
ben er van overtuigd, dat wij niet ander3 hadden kunnen han
delen. Strijd en bloedvergieten zijn onvermijdelijk, maar daardoor
komen wij tot de ware vrijheid, de ware gelijkheid, en dan zal
Parijs vrij zijn.
Espérance stond verbaasd over den ernst waarmede de spreker
deze woorden had geuit. Uit zijne gelaatstrekken straalde geest
drift en hoop op de toekomst; zijn uiterlijk had iets edels, en toch
verkeerde die man in eene groote dwaling. Zij vreesde, dat de
woorden van Lemercier Gaspard weer zouden doen wankelen,
maar zijn gelaat bleef kalm en vastberaden.
Hij sprak niet verder over dit onderwerp cn bedankte de echt-
genooten hartelijk voor de bewijzen van vriendschap, die zij hun
hadden bewezen, en te midden van tranen, omhelzingen cn goede
wenschen, verlieten Gaspard cn Espérance voor altijd dit huis.
HOOFDSTUK IX.
Het was een droevige reis. Nu Espérance haar vaderland vaar-
wet zeggen moest, betreurde zij het, dat zij niet kon blijven, ter
wijl Gaspard een gevoel had alsof hij te Parijs zijn hart achter
liet, en toch stond zyn besluit vast. Bovendien heerschte er onder
huane reisgenooten eene gedrukte stemming, terwijl de moord van
Clément Thomas het onderwerp van het gesprek vormde; kortom
alles werkte mede om Gaspards overpeinzingen somberder te
maken.
Allen waren blijde toen Calais bereikt was; de drukte aan het
station, het opsporen van de bagage en de tocht naar de boot,
dat alles was wel geschikt om hunae gedachten af te leideD.
Toen de boot Calais had verlaten, begon Espérance eerst goed te
beseffen, dat zij werkelijk Frankrijk vaarwel had gezegd, en een
gevoel van verlatenheid bekroop haar, toen zij hare blikken naar
de verdwijnende kust wierp, terwijl hare oogen vol tranen ston
den. Gaspard zag bare ontroering en sloeg zijn arm beschermend
om haar heen, terwijl hij fluisterde: „Moed gehouden, lievelingl
wij doen immers wat vader ons heeft aangeraden. Ik twijfel er
niet aan, of dit is het beste wat wij knnnen doen."
Espérance zag haar broeder in het gelaat met een blik, die van
innige liefde en vertrouwen getuigde, en zij zeide: „Alles zal ik
dragen, alles, wanneer gij by mij zijl," onbewust herhaalde
zij dezelfde woorden, die zij tot haar vader had gesproken, toon
zij het kasteel moesten verlaten.
De aankomst te Dover was verre van opwekkend.
Het was donker, koud en winderig. Alle fransche passagiers
verkeerden in eene koortsachtige opgewondenheid, daar zij be
vreesd waren voor hunne bagage, en de weinige Engelschen
maakten door hunne koele bedaardheid de verwarring nog grooter,
daar zij voortdurend iedereen in den weg schenen te staan. De
haastige drukte bracht ook Espérance in verwarring; zij wist niet,
waarheen zij zich begaven, terwijl zij Gaspards arm stijf vast
hield; zij kwam eerst tot bezinning, toen zij veilig en wel in den
trein zat, waar zij door nieuwsgierige engelsche oogen van het
hoofd tot de voeten werd opgenomen. Zij, van haar kant, sloeg
hare reisgenooten aandachtig gade, terwijl het haar verwonderde,
dat zij zulk een algemeen stilzwijgen bewaarden.
Zij wendde zich tot Gaspard en knoopte met hem een gesprek
aan over de spoorwegen in Engeland in vergelijking met die in
Frankrijk. Er kwam echter weldra een gaping in het gesprek en
afgemat door de vermoeienissen van de reis, viel Espérance weldra
in slaap, terwijl zij met haar hoofd tegen den schouder van Gas
pard leunde. Zij ontwaakte juist op het oogenblik, dat er voorde
aankomst aan het Victoria-Station geluid werdzij was zeer ver
moeid en hongerig. De engelsche reizigers begonnen nu te ont
dooien, want drie hunner voerden een levendig gesprek. Espérance
was van oordeel dat het engelsch ongetwijfeld de vervelendste en