NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 7 e Jaargang. Maandag 3 Februari 1890, No. 2020. ABOHrSMIl;TSPB[!JS: ADVERTESTTIËK: van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Ditlmr beslaat uit twee Malen STA DSKIET IV S. U i N N 15 N L A POLITIM OVERZICHT. IN G E l 0 K f) E K FEU1LLE T O N. IN DEN VREEMDE. Voor Haarlem per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers-0 03. Dit blad verschijnt degelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. TTeSeffesïransimH&eïr I2S. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiers. Direoteuren-IJItgevera J. C. FEEREBOOM en J. B. AVIS. voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publiciti Etrangtre G. L. BAJJBE §r Co., JOHN F. JONES, Suae., Parijs 31 dis Faubourg Montmartre. EERSTE BLAD. Haarlem, 1 Febr. 1890. Het stedelijk Museum ran schilderijen en oudheden op het raadhuis werd in de afgeloopen maand bezocht door 44 betalende personen en door 180 personen gratis. Op het Museum van Kunstnijverheid alhier zullen Zondag 2 Februari bij de uitgebreide verzameling van afbeel dingen, betrekking hebbende op de laatst; tentoonstelling te Parijs, nog eenige merkwaardige afbeeldingen van gebouwen in Rome tentoongesteld zijn. Zondag is de toegang vrij. Op de aardappelen- en botermarkten alhier zijn. in de afgeloopen maand aaugev. verk. laagste hoogste pr. Aardtpp. 458 1IL. 456 HL. f 1.75 f 3.50. Appelen. 191 182 f5.f 9.-—. Peren 4a 29 f 5.f 6. p. K.G. p. bi.(x. Boter 824 kil. 755 kil. f 1.25 f 1.60. p. stuk. p. stuk. Biggen 169 stuks 146 stuks f5.60 t 20.--. Het volgende rekest is aan den Ge meenteraad verzonden „Aan den Raad der Gemeente Haarlem Geven met verschuldigden eerbied te kennen, de ondergeteelcenden, alien inwoners van Haarlem, dat zij met belangstelling kennis heb ben genomen van het voorstel van B. en W. tot vermeerdering van het getal scholen, dat zij met ingenomenheid het te dier zake ingediend advies van de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs alhier hebben gelezen, dat zij zioh veroorloven, waar omtrent de plaatsing der te stichten school tus- achen B. en W. en de Commiss e van Toezicht verschil van meening bestaat, a!s hun gevoelen kenbaar te maken, dat de Parklaan de aangewezen plaats voor de nieuw te stichten school is, dat zij toch van oordeel zijn, dat de eischen van goeden schoolbouw, eerst dan aan de nadeelen van een terrein ondergeschikt mogen worden gemaakt, als geen goed terrein beschikbaar is, dat, terwijl het terrein aan de Scho terstraat door den onregelmatigen vorm en de beperktheid is af te keuren, het Parklaan-terrein alleszins geschikt kan worden genoemd door de beschikbare ruimte, dat, terwijl tegenwoordig een 150-tal kinderen uit het noorderkwartier, voor namelijk den overweg passeeren bij het Kenaupark, waar slechts zelden wordt gerangeerd, een 400-tal van bezuiden den spoorweg van de drukste en gevaarlijkste overwegen aan de Kruis- en Janswegen zouden moeten gebruik maken, wanneer de school aan de Schoterstraat werd ge plaatst, dat, al wordt het verkeer over den spoorweg binnen een niet al te verwij derd tijdstip verbeterd, het toch naar het oordeel van ondergeteekende» aan te be velen is, kinderen zooveel mogelijk to vrijwaren van het voor hen bezwaar lijk en gevaarlijk gebruik van brug of tunnel, dat, bij stichting dezer school aan de Parklaan, deze niet, evenals de scholen in de Bakkerstraat, aan het Molenpad en de Leidsche Vaart, aan de grenzen staat van de gemeente, wat alweder het geval zou zijn bij plaatsing aan de Scho terstraat, dat zij verder met het oog op de gun stige resultaten, in andere landen ver kregen, u in dringende overweging geven aan de nieuw te stichten school eene badinrichting te doen verbinden. 't Welk doende enz." Het rekest is onderteekend door eeüige bestuursleden van vereenigingen hier ter stede en eenige onderwijzers. Heden gedenkt W. J. de Wilde den dag van zijne vijf en twintigjarige dienst vervulling als kassiersknecht bij de firma Guepin Van der Vlugt alhier. Do bijna 63jarige man vervult nog steeds ijverig en nauwlettend de hem opgedragen laak. Wegens de geringe opkomst is het concert Werner-Tibbe, dat Vrijdagavond in de soc. «de Kroon" zou worden ge geven, niet doorgegaan. Op eene bevolkingskaart alhier is eene vraag //Leeft hij afzonderlijk of ia een gezin?" beantwoord met: //in een paar denstal!" en de vraag «Dag, maand en jaar van geboorte?" met: «geen dag, 't was nacht!" Men schrijft ons uit Haarlemmermeer Bij zijn vertrek naar Zaandam werd aan het hoofd van school no. 11 alhier, door de leerlingen een prachtig geschenk .ngeboden. De kinderen werden dien dag rijkelijk onthaald en voorzeker zal de heer Kie viet nog lang bij ouders en kinderen in dankbare herinnering blijven. Door den raad der gemeente Zand- voort is eene verordening vastgesteld, waarbij eene regeling is gemaakt omtrent de verdeeliDg der gemeente in wijken. In verband hiermede zijn door Bur gemeester en Wethouders de heeren J. A. van Noppen, L. van der WerflF, J. van den Bos, Jb. Koning, en W. Groen tot wijkmeesters aangesteld. ih Het heeft den Koning be- haagd d"n heer G. Basroger, kapitein van het fransche sloomsc ip Emma, te huis behoorende te Havre, te benoemen tot ridder in de orde van den Neder- landschen Leeuw. Aan hot einde van het debat over de koloniale begrooting in de Eerste Kamer, werd deze begrooting met, de meerderheid van slechts ééa stem ver worpen. Uit Heerenveen wordt ge meld dat de justitie aldaar geen termen heeft gevonden om F. P., aan het station te Zwolle aangehouden en naar Steenwykerwold gezonden aldaar in arrest te houden. Hij is op vrije voeten gesteld. Het bij P. in beslag genomen geld is namens de justitie aan den eige naar teruggegeven. Uit Berlijn wordt van 31 Januari gemeld In de kringen der afgevaardig den werd hedenvoormiddag reeds verteld, dat dagelijk, onder Bismarcks leiding, conferenties plaats hadden van alle prui- Bische ministers, en dat de herhaalde audiënties van den rijkskanselier bij den keizer hooldzakelyk betrekking hadden op Bismarcks verlangen, dat hij van een deel zijner werkzaamheden op het gebied dor binnonlandsche staatkunde zou worden ontheven door zijn aftreden als pruisiech minister van koophandel. Hedenavond is nu inderdaad olüeieel bekend gemaakt, dat Bismarck het sedert 10 jaren i ekleede ambt van minister van Koophandel nederlegt, en do «Ober- praesident" der Rijnprovincie, baron von Berlepsch, tot minister van Koophandel benoemd is. Naar verder gemeld wordt, is de af deeling voor het mijnwezen en de ijzer smelterijen thans behoorende tot het ressort van den minister van Openbare Werken, gevoegd bij het departement van Koophandel. In deze verandering ligt vooral de beteekenis der benoeming van baron Berlepsch. De minister van openbare werken, Maybach, heeft met het beheer der staatsspoorwegen zooveel te doen, dat hij zich met het mijnwezen, in verband vooral met de gisting onder de arbeiders, niet voldoende bezighou den kan. Voor 10 jaren trouwens, voor dat prins Bismarck minister van Koop handel werd, waren Mijnwezen en open bare Gebouwen bij het ministerie van Koophandel ingedeelden zij werden daarvan slechts gescheidenalleen om Bismarcks overladen werkkring eenigs- zins te ontlasten. Ondanks de plaats hebbende wijziging, blijft echter de opperste leiding in de oeconomische en handelspolitiek ook thans in Bismarcks hand. De nieuwe minister zal zich in de eerste plaats hebben bezig te houden met de arbeidswetgeving, welke o. a. zal worden uitgebreid door een wetsontwerp tot het instellen van ra.ien van nijverheid en verzoening op initiatief van den staat. Het daaraan verbenden parlementair overleg en in het algemeen de uitbreiding der arbeidswet geving maken het optreden van een spe ciaal met dit ressort belasten minister gewenscht, te meer daar Bismarck, we gens redenen van gezondheid, zoo weinig mogelijk meer aan de Rijksdagdebatten zal deelnemen. Ook de op het gebied der internationale handelspolitiek b. v. tegenover Frankrijk, te verwachten ge wichtige maatregelen doen het wensche- lijk voorkomen, dat Bisma ck van een deel zijner werkzaamheden ontheven worde. De benoeming van baron Berlepsch ontleent geen gering gewicht aan het feit, dat hij, als Oberpraesident van do Rijnprovincie, overwegenden invloed ge had heeft op do vreedzame oplossing van de groote werkstaking der mijn werkers aldaar in het vorige jaar. Geheel tegen don drang van andere hooge ambtenaren in, weigerde hy prin cipieel de hulp in te roepen der mili taire overheid; persoonlijk trad hij in overleg met de werkstakers, schonk met succes zijne bemiddeling tusschen hen en de mijnbezitters, en verdedigde bij de regeering met kracht het standpunt eener voorzichtige en verzoenende tac tiek, waarmede hy op den Keizer per soonlijk eer: guuatigen indruk maakte. Baron Berlepsch heeft eene merkwaar dig snelle carrière gemaakt. In het voor jaar van 1889 was hij nog slechts regee- j ringspresidont te Dusseldorf, en thans, na nauwelijks acht maanden het bestuur der provincie te hebben geleid, wordt hij tot minister bevorderd. Naar men zegt, heeft tot deze snelle carrière ook veel bijdragen het rapport, door den be kenden geheimrath Hintzpeter, 's keizers vroegeren leermeester, omtrent den algc- meenen toestand in de mijndistricten uit gebracht. Dr. Hintzpeter geniet 's keizers vertrouwen in zeer hooge mate en, in 's keizers opdracht, deed hij een officieus maar zeer nauwgezet onderzoek naar de aldaar heerschende toes'.anden, waarom trent de keizer ook langs anderen weg dan alleen door de oogen der officieele overheid wenschte te worden ingelicht. De benoeming van baron Berlepsch be wijst bovenal het stellige voornemen der regeering, om met krachtige hand de ar beidswetgeving door te zetten; verder heeft zij, gelijk reeds gezegd, ook deze beteekenis, dat in de binneclandsche aangelegenheden Bismarcks werkkracht zooveel kan worden ontzien, dat hij slechts met de algemeene leiding in de groote staatkundige vraagstukken belast behoeft te blijven. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de ziek niet aansprakelijk.) Mijnheer de Redacteur, Ondergeteekende verzoekt beleefd on derstaande regelen te willen plaatsen, om daardoor aan ieder, welke //de Ane- gang" passeert kenlaar te maken, hoe gevaarlyk het is over het raster te loo- pen, tevens trottoir en gelegen aan het huis van den heer A. Klecman, banket bakker, hoek Groote Houtstraat en Ane- gang- Donderdagmiddag, ongeveer te 1/ uur, passeerde ik, komende uit de Groote Houtstraat, do Anegang, toen plotseling, terwijl ik reeds écn voet had geplaatst op de eerste helft van het raster, de tweede helft van de binnenzijde geopend werd, waardoor mijn rechterbeen in de diepte raakte, en een jongen het raster even spoedig liet vallen als hij het wenschte le openen. Mijn been zat dua leclijk in de klem en door de voorwaartsche beweging welke ik had, lag ik nog spoediger op do tweede helft van het raster, altijd nog met mijn been tueschen de opening. Door een wonder ben ik er, zoo niet heelhuids, dan toch zonder gebroken been uitgekomen, echter zal het loopen mij de eerste dagen zeer moeilijk vallen. De heer v. d. Wiel, sigarenhandelaar in de onmiddellijke nabijheid, verklaarde mij, op de vraag of door zulke hande lingen zich dit ongeval meer voordeed, ,/dat dit bijna dagelijks geschiedde." Nu meen ik, en zeker anderen met mij, dat deze toestand onverantwoordelijk is, en raad dus ieder aan, zich wel twee maal te bedenken om dezen bedriegelijken weg te betreden, zoolang de bevoegde autoriteit geen einde maakt aan dezen toestand. U bij voorbaat dankzeggende, heb ik de eer te zijn, UEd. dio. dienaar H. DE GRAAF. mmvhkmmmm. Het stoomschip Rotterdam, der N. A. S. M., arriveerde den 31sten Jan. van New-York te Amsterdam. Naar liet engelscli VAN EDNA LYALL. 1G) HOOFDSTUK X. ,/Onzo arme neef i3 waarschijnlijk van hetzelfde gevoelen," ziide Cornelia, terwijl zij den brief van Gaspard nogmaals doorlas en bare andera zoo strenge gelaatstrekken zich onder het lezen verzachtten. //Ik aou het meisje liever willen helpen," zeide Collinson; z/zij zal meer op hare moeder gelijken, de schrijver van dezen brief is volbloed Fransehman. Ja, dat meisje moet geholpen worden, dat lijdt geen twijfel; hij schrijft, dat zij nog zwak is tengevolge van de ontberingen van het beleg." «Gij zoudt haar toch niet naar eene kostschool willen sturen vroeg zijne dochter op ongeduldigen toon. «Neen, niet naar een kostschool, dat vind ik niet goed voor meisjes. Neen wij zullen haar hier een tehuis aanbieden. Zij is de dochter van mijn eigen zuster en dus zal zij mij hier welkom zijn, ofschoon gij niet moet vergeten, Cornelia, dat ik mij sterk verzet heb tegen het huwelijk van uwe tante Amy." «En gij hebt naar de gevolgen te oordeelen, groot gelijk gehad," antwoordde Cornelia op kalmen toon. „Hare kinderen dragen de straf voor hare ongehoorzaamheid. Zult gij vandaag schrijven?" «Ja, dat zal wel dieneD," zuchtte de predikant. «Die brieven bezorgen mij veel last en berooven mij van mijn kostbaren tijd; maar het zal toch maar het beste zijn, dat ik vandaag schrijf. Gij zult het Christabel en Bertha vertellen, maar bespaar mij alle verdere vragen over dit onderwerp." Cornelia beloofde hem, dat zij zijn wenschen stipt zou opvolgen en zij verliet de kamer waarna de deken haastig zijn bril op zette, de brieven torzijde schoof en weiara zich weer in zijne studiën had verdiept. Cornelia achtte het niet voorzichtig, om hare zusters het nieuws te vertellen, alvorens de brief geschreven eu verzonden was. Zij wist niet, hee zij het onverwachte plan van hun vader zouden opnemen. Zij zelf was er niet zeer mee ingenomeD, maar toch wilde zij het zooveel mogelijk vermijden, dat men hem van zijn voornemen zocht af te brengen. Christabel Mortlake, de tweede dochter van den predikant, was eenige jaren geleden als weduwe naar haar vaders huis terugge keerd. Zy was in zekeren zin het hoofd van de huishouding, want de meeste huishoudelijke bezigheden werden door haar verricht; Cornelia, die verstandiger was en meer geestkracht bezat, was echter in werkelijkheid de bestierster van de huishouding; zy besefte dan ook ten volle haar gewicht. Bertha was verscheidene jaren jonger een stil, koel meisje in alles veel van hare zusters verschillende. Zooals Cornelia verwacht had, werd het verrassende nieuws niet vroolijk begroet. Bertha zeide niet veel, maar hare trekken drukten bij het hooren van het nieuws nog meer lusteloosheid uit dan anders; mevrouw Mortlake bleef echter niet zoo kalm. Komt hier een meisje in huis en dan nog wel een fransch meisje? Hoe komt vader op dat idee? Het zal hier overdragelijk worden. Zij zal mijne arme kleine Bella leugens leeren vertellen gy weet, hoe weinig men die Franschen kan vertrouwen «Ik geloof, c'at Bella dit alreeda geleerd heeft," zeide Cornelia, die volstrekt niet blind was voor de gebreken van het kind harer zuster. Bovendien is onze nicht geen kind meer en zal zij zich weinig met Bella bemoeien. Zij is, geloof ik, zestien jaar oud. «Hoe heet zy?" vroeg Bertha zonder van haar boek op te zien. «Haar broeder noemt haar Espérance," zeide Cornelia, «ik denk echter wel, dat zij nog een tweeden naam zal hebben waar schijnlijk Amy, zoo heette hare moeder en dan kunnen wij haar dien naam geven." «Maar welke kamer moeten wij haar geven? Wy kunnen onze logeerkamers toch niet missen." Dit was eene practischo moeielijkheid, die Cornelia in verle genheid bracht; zy dacht een oogenblik na. «Wij zouden het zolderkamertje,voor haar gereed kunnen maken, tegenover de kinderkamer, wij kunnen geen der andere kamers missen." Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1