is Wintertuin,
Aan Dames P. G.
„SE PHOEÏÏIX"
MATINEE..
SOIREE.
J. M. Schmidt,
HYPOTHEEK
C. GERBER Jr.
VLEESCHHAL,
BURGERLIJK K STAND.
Buitengewoon groote
Advertentiën.
H.H, Agenten
DIENSTBODE
Sociëteit
Groot Speoialitoiten-Gozolschap.
GROOT SUCCES.
Metamorphose van een Heer
uit het publiek in eene Dame.
Te huur gevraagd:
(Magazijn „de Gouden Bril").
Grootste Specialiteit in Brillen.
Jt-f
HAARLEM TE HUUR.
Yerrassing van Zaltlbommel
door ds Galdsrschen in 1511,
(nierstraat 31,
Kruisstraat 3, Haarlem,
Lever- en Bloedworst.
GEBOORTEN:
30 Jan. A. Nelissen-Huel d, - P.
Hartman-Jonker z. - 31. A. van Ooster-
om-Gorter d. - G. Doring-v. d. Wateren
z. - G. van Koersel-Dam z. - C. M.
Rootlieb-Sabee d. - 1 Febr. A. M. v.
Lieshout-Lamers z. - H. Kion-van Nor-
den z.
OVERLEDEN:
29 Jan. N. Slot 10 j. d. Tejlerstraat.
wordt door eene beschaafde weduwe
met eene dochter, te Haarlem kost
en inwoning- met huiselijk verkeer
aangeboden tegen zeer matigen
prijs. Men gelieve zich te adres-
seeren onder lett F. F., Bureau
Haarlem's Daghlad.
Schouwburg, Haarlem.
Zondag 2 Februari 1890
Voor een Ned. Distilleerderij, Li
keurstokerij en Wijnhandel
wordt te Haarlem een flink AGENT
gevraagd. Adres «Mercurius»,
Voorburgw Amsterdam.
in de Tninbouw-Inrichting van
E. H. KRELAGE en ZOON,
aau den Kleinen Houtweg te Haar
lem, is geopend van Maandag
den derden Februari af. alle
werkdagen van twee tot vier ure
des namiddags. Toegang door de
laan naast het kantoor
In den Wintertuin is voorhanden
eene fraaie keus vau bloeiende-
en sierplantentegen billijke
prijzen.
Bouquetten eu Bloem-arran-
gementen van allen aard eu tot
eiken prijs worden in den Winter
tuin saamgesteld.
Uit den WINTF.RTUIN worden
versieringen voor feesten enz
tegen billijke voorwaarden bezorgd.
van Levensverzekering-Maat
schappijen worden beleefd ver
zocht een Exemplaar van hun tarie
ven enz. ten spoedigste onder
letter X. af te geven bij de Boekb.
P. VAN CITTERT ZONEN, alhier.
Wordt voor dadelijk gevraagd,
eene nette
als meid-alleen, P. G. en van goede
getuigen voorzien, vereiscliten. f 90
loon. Adres Begijnhof 22.
Ion day 2 Februari 1890:
's middags ten 2 uur,
's Avonds ten 8 uur,
O®1"" Verder Artisten van den
Eersten Rang.
H H. Leden met Dames vrijen
toegang.
Kinderen worden alleen des mid
dags onder geleide toegelaten.
Plaatsen van af heden tegen 10
Cents te bespreken aan de Phoenix
IugaDg: Phoenixlaan.
DE DIRECTIE.
LC11CÜ - v uuFS!
Extra geëngageerd:
Signer MAZOM f^EBO RiiBINI,
Eerste Concert Natuur-Fluitist
(zonder eenig instrument of mecha
niek voorwerp te gebruiken).
Mr. DE WELD.
Het vergaan vaneenbrandend
schip op tie barre fixe.
Jongleur op de Trapéze.
Gebrs. CA SS EL LI,
Romeinsclie Ringen Atleten.
Getrs. ALBERTI,
Acrobaten Entrëe Clown.
Met medewerking van de vroegere
bekende Specialiteiten.
GROOTE TOMBOLA.
Iedere bezoeker ontvangt gratis
een lot De prijzen zijn te bezichti
gen in het Sigarenmagazijn van den
Heer A. M. DE LTEME, Barteljo-
risstraat 17.
Opening van het Bureau 6 Vs uur.
Aanvang 7'/j uur.
Prijzen der plaatsen: Balcon ƒ1,—;
le Loge ƒ0,75; Parterre ƒ0,60; 2e
Loge /0,50; Gaanderij ƒ0,25.
te Haarlem in, of zeer nabij de stad,
een Huis met minstens zes kamers,
dienstbodenkamer, kelder goeden
zolder, water- en gasleiding.
Huurprijs circa f 350 'sjaars.
Brieven franco, lett. B. B., bij
den boekhandelaar W. J. RAAD
GEEP, te Doetincbem.
Opticien
AMSTERDAM.
Sedert 12 jaar wekelijks in Haar
lem te spreken, des Dinsdags
Zijlstraat 55.
desverkiezend met kost en bediening,
omtrek Station. Br. No. 89, aan
P. van CITTERT ZONEN, alhier.
Tegen 1 Mei a s. een modern
Heerenhuis, met 6 IC. en Tuin,
ƒ550, b h. Station gelegen. Mede
een dito Burgerh. met 5 K. en
Tuintje, ƒ300, Te bevr. b d. Ar
chitect D. STORM, Haarlem.
Ondergeteekende maakt bij
deze bekend, dat de prijs van alle
Schilderwerk, Behangen, Wit
ten en Zeepwerk aanmerkelijk in
prijs is gedaald. Ook wordt de ge-
heele Schoonmaak van ledige hui
zen gedaan tegen den laagst moge
lijken prijs.
W. MEES, Schilder,
Korte Poellaan 12.
Eerste Laan op de Kleine
Houtweg.
tegen 39/10, 4 en 47i0 pCt. rente,
zonder vooruitbetaling van
rente. Adres den Correspondent
O. STORM Haarlem.
door
F. ALLAN.
I.
Men schreef anno 1511. In trouwe,
't was toen allertreurigst gesteld in het
aloude gebied van den heervoogd van 'i
sehoone Gelder; want tal van beves
tigde plaatsen bevonden zich tengevob
van den feilen landkrijg in handen der
Bourgondische despoten, die den armcD
landzaat, zoowel als den rijker bedeel
den edelman het bloed als //ten nagele"
uitperste. Ook de grijze veste aan den
nog grijzeren Waalstroom, het liefelijk
gelegen Bommel, zuchtte onder den zwa-
ren druk van de afpersingen der gehate
Bourgondiërs en maakte de armelijke
bevolking der vege veste het leven tot
een schier ondragelijken last.
Wat natuurlijker dus, dan dat men
onder dien toestand een kwalijk verbe
ten woede verkropte, die doodeliike wraak
ademde tegen de gevloekte verdrukkers
van do geliefde „heimathAch, hoe
menig bittere traan er werd geschreid
door zoo menig maagdelijn, dat, als met
een gebroken hart, haren geliefde ge
dacht, die buiten de geprangde veste om
zwierf of, erger nog, misschien in 's vij-
ands boeien zuchtte; hoe menig zorg
zaam moederhart kromp ineen bij de
gedachte aan den zoon barer liefde, die
terwille van den strijd daar'ouiteD een
leven leidde vol gevaar en ontbering of,
vreeselijker nog, wellicht reeds het
slachtoiler was geworden zijner vader
landsliefde! Hoe menig huisvader, ein
delijk, die zijn oogst zag verwoest en
zijne kudde zich zag ontroofd, werd ge
drukt, Deen werd gemarteld door de
zorg voor hat levensonderhoud van gade
en kroost! Hoe menigdoch genoeg
van de ellende, die het aloude //Boemel"
moest verduren en die als een kanker
aan zijne welvaart knaagde!
Dan Niet eeuwig zou die smarte duren,
Er braken bet-'re tijden aan....
't Was op een dier donkere, nevel
achtige najaarsdagen, zooals die in onze
rivierstreken niet zelden voorkomen, dat
zich in eene taverne", nabij bet toen
reeds om zijne oudheid eerwaardige Nij
megen, eenige kloek gebouwde mannen,
in de martiale kleedije van dien tijd,
bijeen bevonden. De breedgerande hoed,
die het dicht begroeide gelaat met een
donkere tint overschaduwde, verbood eene
fijne onderscheiding hunner gelaatstrek
ken te maken; slechts nu en dan liet het
matte schijnsel eener aardeu lamp toe, dat
het spiedend oog van een daar aanwezig
vrsemdeling den tintelenden gloed waar
nam, welke in den koenen blik dier hem on
bekenden schitterde en alsof hij zich
in 't gezelschap dezer gezellen niet wel
op zijn gemak gevoelde, toen hij van
tijd tot tijd een woord of blik opvin
dat hem weinig goeds spelde die
vreemde betaalde zijn kanneke biers e
vertrok, stilzwijgend groetend.
z/Ziezoo, makkers," dus sprak één der
te Heemstede.
Spreekuren te Haar lei
Maandag 12—2 uur.
Hoofdagent der Levensverzekering--
Mij. Assurances Générales
sur la Yie te Parijs.
Koopt Coupons tot kooge prijzen
en belast ziek. met bet uitvoeren van
Effectenorders.
mannen, met wie wc daareven kennis
maakten, en die zich als hun hoofd ot
aanvoerder deed kennen. «Ziezoo, die
kaper is van de kust, en nu kunnen we
hier veilig en op ons gemak overleggen,
op welke wijze we het plan van den
wakkeren Van Haeften 't best ten uit
voer zullen kunnen brengen."
«Met uw verlof, heer Deenik," dus
liet de waard zich hooren, «hij, die daar
zooeven den aftocht heeft geblazen, is
zeer betrouwbaar Geldersch jonk
die u wellicht van grooten dienst
kunnen zijn en daar ben ik
zeker van dat ook gaarne zou
willen."
„Ge kent hem dus," antwoordde de
aangesprokene, „waarom hem dan niet
aan ons voorgesteld?"
w't Zou mij, als hospes kwalijk voe
gen, hopman De ent k, zoo ik mij onge
vraagd en in 't bijzijn van anderen in
uwe gesprekken mengde, maar zoo ge
wilt weten, wie de u onbekende vreem
deling is, die ons zooeven verliet, luister
dan. Hij is een jonge borst uit Gelder-
malsen, die reeds sedert lang een oog
heeft laten vallen op eene der liefste
deernen, die Bommel kent: op gijske
Van Doorn, uit „De Kroon", in de
Waterstraat, doch die gedoemd is om,
zoolang de Bourgondiërs er den baas
spelen, zijn lief alleen te laten. Hij
is een wakker schipper, die evengoed
op de Waal als in zijn eigen zak thuis
is. Hij ligt op 't oogenblik hier ten an
ker, maar wil do rivier op om vracht te
zoeken. Ik ken hem van jongs af, want
we zijn bij en met elkander opgegroeid
en weet dus, dat, zoo hij Gelder en den
Gelderschen van dienst kan zijn, hij zijn
vaartuig met zeil en treil, ja, desnoods
met zichzelf er bij, zou opofferen, vooral
wanneer hij er die Bourgondische bloed
zuigers maar nadeel mede kon toebren
gen hij haat ze als de pesthij vloekt
ze„
„Al genoeg, Van Gameren, al genoeg,"
dus onderbrak hopman Deenik den
voortvarenden waard, „ge hoort,
mannen, wat onze trouwhartige hospes
van dien landsman weet te vertellen;
mij dunkt ook, dat die kloeke gast ons
van grooter dienst zou kunnen zijn bij
de uitvoering van het plan ons door den
heer Van Haeften opgedragen; 't is,
alsof hij ons door den Hemel wordt
toegezonden; we zoeken immers een
schipper en een schip Wat dunkt
er u van, zoo we eens nader kennis met
hem maakten't komt mij voor, dat hij
een flinke borst is, die„Een
flinke borst," dus viel de niet altoos
even bescheiden, maar toch van vader
landsliefde gloeiende waard, die niet
zonder zelfvoldoening had opgemerkt,
dat hopman Deenik gewicht hechtte
aan diens woorden, dezen in de rede.voeren. Onderwijl zullen dan een paar
„Een flinke borst! dat zou ik denkenandere makkers ook aan land gaan en
vraag maar naar IJzeren Jan, en ieder j zich om en nabij de Kraan ophouden:
zal u zeggen; maak geen moeite met er mocht soms een kink in dc kabel
hem en blijf uit zijne handen, want komenen daarom is't zaak, dat we
hoe goed ook van hart, zijn ijzeren vuist 0p alles bedacht zijn, nietwaar? Nu, één
enkel woord, en hij is tot uw dienst."
„Nu, hoe denkt gij er over, mannen
dus sprak Deenik, „stelt gij evenveel
vertrouwen als ik in onzen trouwhar-
tigen hospes, die, gelijk gij weet, ons
plan keut en het welslagen er van, waar
en zooveel hij kan tracht te bevorderen
zoo ja dan roepe hij onzen Gelder-
malsenschen landsman hier, wiens ijzeren
vuist ons zeker uitnemend te stade zal
kunnen komen."
„Dat Van Gameren hem roepe"!
klonk het als uit éénen mond, waarop
onze hospes voor eenige oogenblikken de
gelaohkamer verliet, en weldra terug
keerde met de verzekeriug: „Jan zal
zoo aanstonds hier zijn."
En dat was ook zoo't duurde niet
lang, of IJzeren Jan trad de taveerne
weder binnen en, door den hospes-zelf
aan het gezelschap voorgesteld, was de
kennismaking spoedig gemaakt.
,,'k Zal u, mijn vriend," dus sprak
Deenik, „ons plan kortelijk mededeelen.
Te lang reods zucht Bommel, waar ook
gij, zooals Van Gameren ons heeft ver
teld, eene u niet onverschillige kennis
hebt" „Bij God als ze aan
mijn liefstef' „Neen Jan laat me
eerst uitsprekenOok wij hebben daar veel,
wat ons dier is en waard en vaak kun
nen wij, evenmin als gij, een zekere
vrees, een onbestemd gevoel van angst
van ons zetten, wanneer we bedenken,
wat al last en jammer zij van het
bourgondisch gespuis hebben te lijden
die ons zoo na aan 't hart liggen
welnu, dat kan noch mag langer ge
duld worden Bommel moet ons
zijn !.-... Wij allen hebben gozworen
daarvoor alles, goed en bloed, veil te
hebben. Met geweld een aanval op de
stad te wagen, zou echter vooralsno;
dwaasheid zijn daartoe zijn we te min
in getaldoor list dus worde de veste
verrast En nu heeft onze koene heer
Diderick Van Haeften ons een
denkbeeld aan do hand gedaan, of lie
ver ons een plan voorgesteld, tot welks
uitvoer en daartoe is besloten we
ook uwe hulp behoeven. Van Haeften,
namelijk, heeft ons aangeraden een vaar
tuig te huren of, des noods te pressen
en dat in den vorm van bovenlast
met rijs- of' brandhout te beladen ter
wijl wij ons dan, ten getale van ruim
veertig man, in het ruim zouden bergen.
Met deze haif-beweegbare lading zullen
we dan de Waal afzakken naar Bommel,
en terwijl twee of drie der onzen, na
aankomst aldaar, naar de Waterpoort
gaan om verlof te vragen tot lossen,
zal één hunner met den portier, zoodra
deze zich aan de poortdeur vertoont, een
praatje maken en vragen, waar hij paard
en kar zou kunnen bekomen om zijne
vracht door de stad naar kasteel te
buigt en breekt staal, alsof het riet ware
Zoo ge nader kennis met hem wilt ma-
dezer laatsten zal vervolgens, op een gege
ven soin het gekweel eener meerle doen
ken, hopman't kost u slechts een hooren, ten teeken, dat allen zich gereed
NU NAAR DE
Eerste kwaliteit
VARKEKSVLKESCH.
Prima kwaliteit
Aanbevelend.,
B M. LOMMERSE.
IPsflcfidlngpoeeSeir in terseh. smaken a
Elt> C(§ p. pak.
^aniclesudier (in de plaats vau stokjes
Vanille te gebruiken) a CSS, per pakje.
Verkrijgt, in de vonru Kruiden, cn Coinest.
winkels.
houden den aanval te wagen, waarop
hij, die zich nog altijd met den portier
bezig houdt, dezen, onder den luiden
kreet van: Rij senRijsen!" onverhoeds
moet aanvallen en den poortsleutel ont
wringen. Bliksemsnel zullen dan al de
anderen toeschieten en zich meester
maken van de poort en" dus voegdi
Deenik er bij „en wat nog het
mooist van de zaak is: zijn we een
maal binnen de poort, dan valt vrij
zeker heel de burgerij ons toe en is de
stad gewonnenwant de bezetting telt,
als ik wél onderricht ben, op dit oogen
blik slechts luttel volks."
„En hoe staat het met ons wapen
tuig hebben we kruit en lood genoeg
anders zal ik".
„Heb daarvoor geen zorg, mijn vriend
Dat alles is in orde. Als eij nu maar
voor den bovenlast zorgt, zijn we klaar;
doch ik heb u nog niet alles gezegd,
wat ge weten moet. Volgens afspraak
met den heer Van Haeften, wacht deze
ons bij den derden zonsopgang na heden
vóór Bommel. Hij zelf zal zich met een
twintigtal echte Bommelsche jongens in
zijn eigen vaartuig inschepen en om
streeks dienzelfden tijd vóór de s'ad
aanwezig zijn. Op het wachtwoord
H Rij sen"zullen zijne knapen zich bij
ons aansluiten, terwijl hij zelf, zoodra
de Waterpoort in onze macht is, het
kommando op zich zal nemen. We zullen
dus niet alléén staan. Bovendien dragen
eenigen onzer vertrouwdste vrienden in
de stad kennis van ons voornemen en
hunkeren ze er naar ons ter hulpe te
mogen zijn en Rossums huis den Bour
gondiërs uit de klauwen te breken c-n
zijn we wèl onderricht, dan is, gelijk
ik u reeds gaf te verstaan, de bezetting
vrij zwak en de poort wacht slaperij
deze laatste moet, zoo ik hoor, nogal
dorstig van aart zijn
Dit een en ander moet ge weten
oordeel nu zelf, of er redelijken grond
bestaat voor onze hoop op welslagen en
zeg dan, of ge van de partij wilt zijn
en bereid zijt, ons een handje te helpen.
Van Gameren heeft ons reeds zooveel
goeds van u verteld, dat we zeker hoogen
prijs stellen op uwe hulp, waarmede
ook de heer Van Haetten daar sta
ik u voor in hoogelijk ingenomen
zal zijD. We wachten hem hedenavond
nog hier; ge zult dus reeds spcedij
kennis met hem knnnen maken; doch
genoeg. En nu, wat dunkt u Jan! van
heer Van Haeften's plan.
„Ik ben je man, hopman Deenik! en
neem den portier met zijn heele bent
voor mijn rekening. Bij Godzoo ik dien
bordpapieren lummel den strot niet
dichtknijpe en hem den sleutel nietont-
wringe; mijn vaartuig is tot uwen dienst
en voor den bovenlast zal ik zorgen."
„Braaf zoo, makker," sprak Deenik;
'„k had trouwens ook niet anders van
uw verwacht."
„Zou ik anders kunnen?.... De
duivel moge me".
„Alwel, alwel, Jan!" dus viel de be
daarde, de meer kalme Deenik dezen in
de rede, terwijl hij den even kloeken als
voortvarenden schipper de hand drukte,
„alwel; 'kgevoel het: ook gij zijt een
echte geldersche jongen. MaDnen, her
bij Hospesvul de kroezen nog eens,
en drinken we op onze broederschap en op
't welgelukken onzer onderneming't Is
voor Gelder!"
„En voor de geldersche deernen, die
op ons hopen on op ons wachten,"
voegde IJzeren Jan cr aan toe.
„Voor Gelder!" Met deze, voor
elk trouw Geldersman welbekende leuze,
trad een breedgeschouderd man de ge
lagkamer bionen, die met een kort
„goènavond mannen!" t op Deenik toetrad
en dezen de hand reike.
„Wees welkom, heer Van Haeften
sprak deze. „Ik had u, immers volgens
on se afspraak, reeds eerder hier ver
wacht; u is toch niets kwaads weder
varen? Ik verontrustte me, 'k weet zelf
niet waarom, over uw uitblijvenGod
dank dat ge er zijt; ge komt nog juist
bijtijds om kennis t9 kunnen maken
met onzen nieuwen makker, met IJze
ren Jan, gelijk men hem, volgens, on
zen hospes, noemt; op en top een echte
Geldersman, 'k Geloof, dat we een belang
rijken aanwinst hebben gekregen, ten
minste als ik Van Gameren, onzen hos
pes, geloven mag. 'k Zal u in de gele
genheid stellen, zelfs kennis met hem te
maken."
Met deze woorden trad Deentk
op onzen Jan toe, fluisterde hem eenige
woorden in 't oor, en giDg toen met hem
en Van Haeften een klein zijvertrek
binnen, dat gemeenschap had met do ge
lagkamer. Daar maakte men nader
kennis met elkander, besprak ons drietal
nog eens het plan vöor den aanslag en
kwam men overeen, dat Van Haeften
en Jan den eersten aanval op den poort
wachter zouden doen. Jan zou „dat galgen
aas wel klein krijgen," meende hij, en
Van Haeften zou zich met de verdere
leiding der zaak belasten.
Na voorts nog eenige punten van on
dergeschikt belang met Deenik bespro
ken te hebben, traden de drie mannen
de gelagkamer weder binnen, waar Van
Haeften zijnen wakkeren volgers zijne
laatste bevelen gaf en met een versche
kioes bier op 't welslagen hunner on
derneming dronk»
„Vaartwel, mannen"dus eindigde
hij zijne korte toespraak, „gehoorzaamt
stipt uwen trouwbartigen hopman Deenik
en vóór Bommel zien wo elkander
weder: 't Is voor Gelder!" „En voor
de geldersche deernen!" voegde Jan er
half fluisterend bij.
Van Haeften vertrok, waarop Dee
nik zich weder bij zijne gezellen voegde
en dezen aanspoorde thans huiswaarts
te keeren en rust te nemsn.
Overmorgen, na zonsondergang, gaan
we scheep. Ieder uwer kent uur en
plaats.... Gelder rekent op ons!
Deenik en IJzeren Jan vertrokken
het eerst en langzamerhand verwijderden
zich ook de andoren. „God zegene hen
zeide de hospes bij zich zeiven en -
sloot de taveerne.
{Het slot zal worden opgenomen in Tiet
nummer dat Zaterdag a.s, verschijnt.)