Premis tori Keiier, NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Donderdag 6 Februari 1890. IN DEN VREEMDE. 7e Jaargang. ABOMEHEHTSrSIJS: Voor Haarlem per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0 03. Dit blad vernehjjnt dageljjke, bebalvo op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. 'relcffoirantiHtsmeir 13a. ADVERTEITIËI: van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantier®» Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Genérale de Publicity Mrangère G. L. DAXJBE §f Co.s JOHN F* JONES Parys Slits Faubourg Mordmartre liefhebber is, vindt daar zeer licht een 'partij, die tegen hem is opgewassen.- i Daar wij reeds meermalen ondubbel zinnige blijken ontvingen van de inge nomenheid onzer Abonnés met de Pre- miën, die nu en dan door ons worden aangeboden, is het ons voornemen op dezen weg voort te gaan. Thans kunnen wij onzen Geabonneer- den aanbieden eene Novelle van den be kenden schrijver GERARD KELLER, getiteld Hel Teslamertf van levroiw tie Tonastte. Deze boeiende Novelle, groot 228 pa gina's, stellen wij, uitsluitend voor onze Geabonneerdcn, verkrijgbaar a B5 Cts.a franco p. post S3 és. In ons Nummer van 10 Februari e.k. (dat Zaterdagavond verschijnt) zal een Bon worden afgedrukt, tegen afgifte waar van en betaling van 25 Cts. men deze interessante Novelle aan ons Bureau kan bekomen. Directeuren- Uitgevers. S T I) S N I E (1 W S. Haarlem, 5 Febr. 1890. Dinsdagavond jl. werd het laatste spel van den wedstrijd, in Haarlem's Schaak gezelschap" gehoudenten einde ge bracht. De heer S. Pinquele behaalde den ln prijs en F. van Emmerik de le premie, de heer J. C. Meijer en de heer F. Blansert verkregen de 3e en 4e premie. Zij die in het begin het spel verloren hadden, speelden daarop nog onderling, waarvan de uitslag was dat A. Sonne- veld den prijs en A. de Vos de premie verwierf. De voorzitter, de heer D. de Clercq, reikte de prijzen, hoofdzakelijk bestaande in schaakspelen en schaakborden, aan de overwinnaars uit en zeide daarbij de overtuiging te hebben verkregen, dat men een volgend jaar ver genoeg gevorderd zou zijn, om zich aan een openbaren wedstrijd te durven wagen. De strijd werd met inspanning gestre den en door velen met hooge belang stelling gevolgd. Er werd goed gespeeld en donateurs, die de Dinsdagavonden in de Nutzaal nog niet met een bezoek hebben vereerd, kunnen we gerust aan raden eens te komen zien. Elk die schaak- Aan den heer L. H. F. Creutzberg, directeur van de inrichtingen tot ver pleging van lijders aan vallende ziekte te Heemstede, is met ingang van 15 April a. s., als zoodanig eervol ontslag verleend, terwijl hij tevens tot honorair lid van het hoofdbestuur is benoemd. Tot leden van het polderbestuur van den Osdorperbovenpolder zijn herkozen de heeren J. de Jong (voorzitter) en J. W. Jutte (hoofdingeland). Te Sloten is Maandagnacht op heeter- daad betrapt en gearresteerd de veehou der D. S., wegens geregelden diefstal van hooi,de8 nachts gepleegd bij zijn buurman B. Door de Holl. Spw. Mpij worden reeds pogingen aangewend om te Sloterdijk een geschikt gebouw te verkrijgen voor goederen-bureau. Voor het personenver voer zou, naar ons wordt gemeld, voor- loopig slechts een gebouwtje als bij andere halten in gebruik, in dienst worden gesteld. Naar wij vernemen zou er plan be staan tot oprichting van een tram-omni- busdienst Hoofddorp-Sloten-Amsterdam. Letteren en Kunst. Een trouvaille De directeur der Hollandsche Opera, de heer De Groot, heeft een inwoner van 's-Hageden I heer A. C. Reisigals tenor geën gageerd. Zondag en Maandag heeft de heer Reisig gedebuteerd met de partij van den visscher in Willem Teil. De heer Reisig genoot toen vrij veel bijval; hij toonde zich een goed zanger, die de hooge c uit volle borst zong; als tooneel- speler heeft hij nog wel wat te leeren^ if N A Si ft L A. A SL Bij koninklijk besluit van 1 dezer is Leendert Nieman (zie vorig nummer) te Maassluis, benoemd tot broe der in de orde van den Nederlandschen Leeuw. De door den minister van Koloniën ingediende aanvrage om ont slag is in handen gesteld van den Mi nisterraad. Omtrent het advies door dezen uit te brengen bestaat op dit oogenblik geen zekerheid. Thans zou de neder 1. re- geering aan de fransche hebben voor- j gesteld, de grensregeling in Suriname J aan het oordeel van den koning van (België te onderwerpen. De Provinciale Staten van Drente hebben Dinsdag gekozen tot lid van de Eerste Kamer den heer mr. A. E. J. Nysingh, kantonrechter te Meppel (lib.), met 22 van de 30 uitgebrachte stemmen. De wedstrijden in schaat senrijden te Hamburg zijn voorloopig uitgesteld tot Vrijdag en Zaterdag. De wind is Zuidwest met mist; de barome ter is stijgende. Voor do internationale wedstrijden zijn ingeschreven1 Nederlander (Fan- der), 2 Noren (Olsen en Mo'nn), en 10 Duitschers, waaronder Landahl en Schade. De verschrikkelijke ramp, die te Callaatsoog heeft plaats gehad, doet in dubbele mate de aandacht op ons reddingswezen vestigen. Is het niet mo gelijk betere middelen te vinden, die de gemeenschap met de in nood verkeerende bemanning kunnen aanknoopen, dan dient men de aandacht te vestigen op werk tuigen, die dit kunnen doen van de zee zijde, dus van het schip zelve. De heer Koning, van Teasel, heeft in 1888 voor dit hoogst gewichtig doel een middel bedacht, hetwelk by 't stranden van 't grootste nut kan zijn. Het is een zeer groote cilindervormige koperen bus, zeer licht, waarom p. m. 1000 meter lijn gewikkeld is. Het ia nood verkeerend vaartuig werpt die in zee, waarna de toestel in korten tijd aan land spoelt, en de verbinding is verkregen. Een proef, door de marine met dezen toestel geno men, heeft de doelmatigheid er van be vestigd. Het ware zeker te wenschen, dat het ten plicht werd gesteld aan ree- derijen om in het belang van de in hun dienst zijnde bemanning, dien toestel aan boord van hun schepen onder den vasten inventaris op to nemen. Deskundigen be weren, dat, ware de toestel van den heer Koning aan boord van de Lock Moidart geweest, die te 2 uren 's nachts aan den grond raakte, de verbinding reeds vroeger had plaats gevonden en die ramp zeker niét zou plaats hebben gehad. Wij mee- nen hierop de aandacht te moeten ves tigen. (Fad.) In eene Zondag te 's-Hage gehouden vergadering der afdeeling van den Katholieken Volksbond, bijgewoond door eenige katholieke kamerleden, is als doel der vereeniging genoemdbe strijding van het socialisme. De staats raad Heijdenrijck hield eene rede tot waarschuwing tegen de valsche, twee dracht zaaiende werkmansvrienden. De afdeeling zond telegrafisch eene betuiging van gehechtheid aan den Koning. Een vrouw Van de V. teOen kerk (Fr.) ging turf halen uit het turf hok, toen zij aldaar iets schitterends op den grond zag liggen. Zij raapte het op en het bleek een gouden rijder te zijn (waarde f 14). De huisgenooten gingen nu met de vrouw aan het zoeken en vonden 30 zilveren muntstukken, 3 heele en een halven gouden rijder. Bij onderzoek bleek, dat deze munten, waarvan enkele het jaartal 1610 voer den, in een balk van den zolder verbor gen waren geweest. Het afsluithaakje was vergaan en daardoor de schat uit de bergplaats gevallen. koloniën. BATAVIA, 3 Januari. Omtrent den slavenhandel wordt in het verslag van de J'ava-Courant ver haald Zr. Ms. schroefstoomschip 4e klasse Madura aanvaardde den 19den Augustus een kruistocht tot het tegengaan van den slavenhandel in straat Makasser. Den 25en te Tol-toli aangekomen, werd van den posthouder vernomen dat door zeke ren Labasampé 5 slaven uit Dongala te Lingadang waren aangevoerd, waarvan 2 reeds bij aankomst van de Madura onder bescherming van dien posthouder waren gebracht, terwijl de drie overigen weder naar Dongala waren teruggevoerd en Labasampé te Paré-paré voortvluchtig was. Volgens ontvangen mededeelingen moet de levendigste handel in slaven te Dongala, eene boegineesche kolonie aan den ingang der Palos-baai, plaats hebben, waar zij uit de Mandhar-staten worden aangevoerd, om vervolgens voornamelijk naar N. O. Borneo te worden verscheept, waartoe tegenwoordig bijna uitsluitend het onder engelsche vlag varende stoom schip Vidar gebezigd wordt, dat een geregelden dienst onderhoudt tusschen Singapore, de Palos-baai, Berouw en Boulongan. De slaven worden als passa giers of bedienden ingeschreven, hetgeen alleen mogelijk is, wanneer de sjabandar met de handelaars heult. In ruil voor de slaven worden repeteer-geweren inge voerd, die dan ook in Mandhar en aan de Palos-baai geen zeldzaamheden meer zijn. Als vertrouwd persoon te Dongala werd een zekere Ladjeming genoemd, voor wien de commandant der Madura een schrijven raedekreeg, waarin namens den goeverneur wérd aangedrongen op het opsporen cn overleveren der drie bovenbedoelde slaven. Den 25en Augustus werd Toli-toli verlaten en langs de kust kruisende op Dongala aangehouden. Op laatstgenoemde plaats aangekomen, mocht het den com mandant gelukken, door tusschenkomst van den sjabandar, en het hoofd der Boegineezen, de drie slaven, zijnde eene oude vrouw, een man en een joug meisje, uitgeleverd te krygen. Op den verderen kruistocht werden verscheidene prauwen en twee schoeners ontmoet en onderzocht, waaronder twee groote prauwen van majoor Koeloengkanan, die zelf met een groot gevolg aan boord was, waarschijn lijk voor een groot deel uit slaven be staande. De commandant der Madura achtte het noodig dien majoor in zijne vaart te controlecren, doch kon niets verdachts vinden. In den trek van de mandarsche kust naar N. O. Borneo werden slechts twee prauwen gezien en in orde bevondento Remboang werd eene van Kait komende prauw ontmoet, welke de geheele boegineesche kolonie dier plaats bevatte, die de wijk had ge nomen voor de geweldenarijen van den Maradia van Tapallang en naar Mares verhuisde. Aangeboden assistentie werd door haar afgeslagen; evenwel wilde het hoofd der kolonie zich, na aarzelen, wel op de Madura inschepen, teneinde bij den goeverneur te Makassar in persoon zijn beklag te kunnen maken. Den 18en ter laatstgenoemde plaats aangekomen, werden de drie medegenomen slaven aan de civiele autoriteit overgeleverd, en den volgenden dag de kruistocht weder voortgezet. Zr. Ms. schroefstoomschip 4e klasse Benkoelenden 19en Juni een nieuwen kruistocht aanvaard hebbende, kwam den 24en, na het rijk van Karang-Asem hebben bezocht, ter reede Makassar terug om, na aanvulling van den steenkolen- voorraad, den 27en den kruistocht voort te zetten. Benoorden straat Sapi werden drie prauwen, die niet van passen waren voorzien, aangehouden en naar Bima opgebracht. Bij nader onderzoek bleek, dat de opvarenden van het eiland San- geang naar Sumbawa wilden oversteken om padi te snijden, zoodat zij vrij werden gelaten. Na de Gili-Lawa-baai te hebben bezocht en opgenomen, werd Laboean- Badjo aangedaan, door de Molo-passage naar de Madura-baai gestoomd en, na eenig kruisen tusschen Flores en Soemba, naar Timor Koepang gestevend. Na d© noodige besprekingen met den resident aldaar werd den 16en Juli naar Kolona gestoomd, welke plaats men door sterken tegenstroom niet vóór den 18en bereikte. Nadat men zich overtuigd had, dat do nederlandsche vlag (onlangs aldaar voor de portugeesche verwisseld) in de kam pong woei en alles rustig was, werd deze onveilige reede verlaten en een bezoek gebracht aan eenige negorijen in den Solor-archipel, om van daar, door Alas via de kampongs Taliwong en Pidjoe op Boeleleng aan te houden, ten einde bij den resident eenige inlichtin gen omtrent slavenvervoer te verkrijgen. Van hier gaande, vertoonde de Ben- koelen zich nogmaals benoorden straat Sapi, deed Bima aan om eenige schip breukelingen, die op een vlotje in zee drijvende waren gevonden, af te zetten, en vertrok daarna naar Makassar, waar den len Augustus de kruistocht beëin_ F EUILLE T O N. Naar het engelsch YAN EDNA LYALL. 19) HOOFDSTUK XI. Haar hart klopte luid van hoop, toen het rijtuig stilhield, ter wijl de tegenzin, dies zij reeds tegen haar oom had opgevat er niet toe meewerkte, om haar haar kalmte te doen herkrijgen. De koetsier belde, daarna werd de klopper twee keer opgeheven, ter wijl de slagen luide en hol weerklonken. Espérance huiverde on willekeurig. Wat een naargeestig en somber geluid! De deur werd geopend en Cornelia ging haar voor, de trap op aaar een groot vierkant vertrek, dat flauw verlicht waa. Espé rance zag tevergeefs rond naar den predikant en hare nichten het vertrek was leeg. «Waar is Bertha?" vroeg zij hare begeleidster; «ik verlang er naar om haar te zien." «Bertha!" zeide Cornelia, verwonderd over deze vraag van Es pérance, «dat weet ik niet, wellicht is zij in de huiskamer. Gij wilt toch zeker wel een kopje thee gebruiken, alvorens gij naar uwe kamer gaat?" Het kwam Espérance zeer zonderling voor, dat er op dat uur thee werd geschonken, maar toch gaf zij een toestemmend ant woord en zij begaven zich naar een ruim vertrek, dat er zeer ge zellig zou hebben uitgezien, als er niet zooveel zware meubel stukken hadden gestaan. Zij baande zich een weg tusschen tafels, stoelen en sofa's, terwijl rood haar van alle kanten tegenstraalde het vloerkleed, de gordijnen, dc meubelen, ja zelfs het behang selpapier, alles had dezelfde kleur. In de diepe vensterbank aan den anderen kant van de kamer, zaten mevrouw Mortlake en Bertha. Zij stonden beiden op, toen Cornelia en Espérance binnen traden. «Is de reizigster aangekomen?" zeide Christabel, terwijl zij Es pérance tegemoet liep en haar op de wang kuste«ik hoop liefste, dat gij eene voorspoedige reis hebt gehad?" Deze liefkoozing deed Espérance goed; zij gaf een bevestigend antwoord op deze vraag, te few ijl zij alles van hare reis mededeelde, daarna wendde zy zich nieuwsgierig naar Bertha, de nicht van wie zij zooveel verwachtte. Zij zag zich echter bitter teleurgesteld, ofschoon de koele begroeting van haar kant er haar reeds eenigs- zins op had voorbereid. Zij sloeg in angstige spanning hare oogen op Bertha zag er niet onaardig uit eene blanke gelaatskleur en blauwe oogen, maar haar uiterlijk teekende lustelooze onver schilligheid. Hare blikken ontmoetten elkaar gedurende een oogen blik. De matte droomerige oogen van Bertha en de levendige bruine oogen van Espérance waren op elkaar gericht, daarna wendden zij ïnstinktmatig hare blikken van elkaar af en sloegen verder geen acht meer op elkaar. Mevrouw Mortlake verzocht Espérance om te gaan zitten en schonk haar een verbazend sterk kop thee in, dat Espérance on willekeurig aan een drankje deed denken en terwijl zij nog bezig was het op te drinken, zonder haar afkeer van dit vocht te doen blijken, werd de deur geopend en de gevreesde predikant trad binnen. Hij had werkelijk een flink, eerwaardig uiterlyk en reeds dadelijk nam zijn voorkomen Espérance voor hem in; zij was echter wel wat verlegen het scheen haar zoo vreemd toe, om hem op die wijze te ontmoetenzij was zoo geheimzinnig zijn hois binnengekomen en had reeds van zijne afschuwelijke thee ge dronken, nog voordat hij haar had verwelkomd. Zeer verlegen ging zij hem tegemoet. Cornelia bemerkte dit en stond op. «Vader, onze nicht is aangekomen," vervolgens tot Espérance, «spreek luid, hij is wat doof." «Welkom, lief kind," zeide de predikant, terwijl hij op haar voorhoofd kuste. «Ik hoop, dat gij eene voorspoedige reis hebt gehad." «Ja oom, ik dank u," zeide de arme Espérance, nu reeds voor de derde maal onwaarheid sprekendezij vroeg zich verbaasd af, of deze menschen haar anders niets zouden vragen. «Gij zijt hier welkom, mijn kind," herhaalde de predikant, ter wijl hij hare hand in de zijne vasthield en die zachtjes schudde, «wees welkom ter wille van uwe moeder." Ik heb altijd veel van haar gehouden, ofschoon zij eens tegen mijn wil heeft gehandold, maar toch had ik haar innig lief.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1