DE BRAND
in den Stadsschouwburg
referend. aan het dep. van Binnenl.
Zaken; G. W. van Kempen, referend.
aan het dep. van Binnenl. Zaken; M.
J. Soutendam, majoer-commandant van
de dd. schutterij te Goes; I. W. Guerin,
chef eener afd. van de pro v. grit fie in
Gelderland; mr. G. N. de Stoppelaar,
te Middelburg; mr. F. Hooft Graafland,
8ecret.-penningm. van het college van
gecommitt. tot de dir. der wegen en
vaarten tusschen de zes noordhollandsche
steden; C. A. Steger, directeur van de
stenografische inrichting van de beide
Kamers der Staten-Generaal
bevorderd tot commandeur de gepena.
vice-admiraal F. A. A. Gregory, en
benoemd tot ridder de kapt. ter zee J.
Loots; de kapt.-luit. ter zee H. A. de
Smit van den Broeke en de luit. ter
zee lste kl. A. G. Ellis;
tot commandeur is benoemd jhr. mr.
J. W. M. Schorer, Comm. des Konings
in Noord-Holland, voorzitter der hoofd
commissie voor de herziening van de
belastbare opbrengst der ongebouwde
eigendommen
tot ridder zijn benoemd H. J. Moll,
referendaris bij het dep. van financiën
en J. F. van Dunne, direct, der registr.
en dom. te Middelburg;
tot ridder is benoemd jhr. P. J. Ve-
gelin van Claerbergen, refer, bij het
Kabinet des Konings;
tot ridder zijn benoemd de luit.-kol.
G. J. Hofstede Crull, commandant van
het koloniaal werfdepot, en de kapt. W.
Badon Ghyben, van den staf der genie,
secr. van het Permanent Technisch
Comité voor artillerie- en geniezaken;
tot broeder de adj.-onderofêcier J. Dek
kers, van het instructie-bataljon;
tot ridder zijn benoemd J. Breebaart
Kz., voorzitter van de vereeniging //Het
Nederl. Paardenstamboek"W. van
Hasselt, direct, der filiaalinrichting te
Amsterdam van het K. N. Meteorolo
gisch InstituutJ. A. Laan, lid van de
firma Bloemendaal en Laan, rijstpellers;
W. F. Leemans, hoofd-ingen. van
's Rijks Waterstaat; mr. J. C. de Marez
Oyens, administrateur bij het dep. van
Waterstaat, Handel en Nijverheid; mr.
W. C. baron van Pallandt van Waar
denburg en Neerijnen, dijkgraaf van de
TielerwaardW. Ruys, Wz., directeur
der Stoomvaart-Maatschappy //De Rot-
terdamsche Lloyd"; A. Volker Lz.
aannemer.
tot broeder is benoemd W. Klijn, ge
zagvoerder op de stoomboot tusschen
Harlingen en Terschelling;
tot ridder zijn benoemd W. P. Groe-
neveldt, lid in den Raad van Ned.-Ind.;
M. J. van Bosse, direct, der burg. Op.
Werken in Ned.-Indië; O. M. de Mun-
nik, goeverneur van Sumatra's West
kust; J. Mullemeister, resident van
Djokjocarta; J. A. Velders, resident van
Bantam; G. W. ten Brum meier, hoofd
inspecteur, chef van den post- en tele
graafdienst in Ned.-Indië; F. J. Cor-
nelissen, inspect, van den burgelijken
geneeskundigen dienst in Ned.-Indië;
mr. A. E. Elias en jhr. J. D. Six, re
ferendarissen bij het dep. van Koloniën.
Uit Hamburg wordtgem el d,
dat de heer G. Jurrjens den len prijs
prijs op de ijsbaan behaald heeft op den
afstand van een mijl.
In de Woensdagavond ge
houden vergadering der amsterdarasche
Sportclub is de luitenant jhr. J. C. Mock
tot bestuurslid benoemd.
Een vreemdeling, uit Sak-
sen, heeft aan de politie te Amsterdam
kennis gegeven, dat hij, Dinsdagavond
te 7 uur van het Rij napoor komende,
zijnen handkoffer liet dragen door iemand,
die door hem niet is teruggezien. In
den koffer bevond zich o. a. eene som
van pl. 12. 800.
De marker botter M. ^.94
is Dinsdagavond in het Krabbersgat over
varen door de veerboot Groningen. De
botter zonk onmiddellijk.
Met veel moeite werden de opvaren
den gered, dank zij den krachtigen po
gingen van de bemanning der Groningen.
Te Utrecht liepen Maan
dagochtend geruchten, dat een student
aldaar inbraak en zelfs moord zou ge
daan hebben, doch weldra bleek het ge
val van veel minder schuldigen aard.
De studioo8 die 's avonds meer hulde
had gebracht aan Gambrinus dan aan
Minerva, was, niet ver van de //soos,"
een raam van het luthersch weeshuis in
geklommen en had zich in een zaal on
der de tafel ter ruste gelegd, waar
's morgens de huisvader hem vond. Deze
bracht hem zijn verkeerde daad ernstig
onder 't oog, waarop het jonge menseh,
nog wat draaierig en soezerig, wilde
antwoorden, doch daarbij weldra een
spiegel stuk sloeg. Hierop werd hij aan
de politie overgeleverd en zal hij nu
weldra wegens dronkenschap en bescha
diging van eigendom moeten terechtstaan.
Feitelijk i3 er dus //inbraak" en //dood
slag" geweest, doch niet in den ernsti
gen zin, waarvan de volksmond hem
reeds beschuldigd had.
Vermoedelijk door vuur van
een voorbij rijdenden spoortrein, ontstond
er Zaterdagnamiddag brand in een den
nenbosch onder de gemeente Doornspijk,
toebehoorende aan baron Van Eek te
Utrecht, waardoor ongeveer 1000 M2.
zijn vernield.
Door de beide poLifci e-r e-
cherchear3 te Utrecht zijn Woensdag
aangehouden drie behangersknechts van
de firma S., aan de Oudegracht, als ver
dacht van diefstal in dienstbaarheid. Eene
groote hoeveelheid slaapkamerartikelen
en karpetten zijn bij een paar uitdragers
in beslag genomen.
In het kantoor van den heer
W. Frowein in de Vyfzienenstraat te
Arnhem is Dinsdagnacht ingebroken.
Drie lessenaars werden geopend, maar
geen geld daarin vindende, heeft men
getracht de brandkast te forceeren. Dit
is niet gelukt. Uit de lessenaars is wel
het een en ander medegenomen, maar
niet van beteekenis. De politie zal on
getwijfeld het spoor van een pas ont
slagen tuchthuisboef volgen, om tot de
ontdekking van den dader te geraken.
Een niet alledaagsche ver-
tooning kreeg men Zaterdag op den
Haagdijk te Breda te zien.
Een alleen wonend vrouwtje, dat reeds
14 maanden huur schuldig was, zou op
last van den huisbaas door den deur
waarder op straat worden gezet. De
sterke arm was erbij noodig, om in de
woning te kunnen komen, daar het
vrouwtje de deur gesloten had en zich
en wel te bed bevond. De politie
was verplicht haar te dwingen zich te
kleeden, waarna zij en haar boedeltje op
een kar werden geladen, om naar haar
broer te Bavel te worden getranspor
teerd.
Men beweert algemeen, dat het moe
dertje niet wel bij het hoofd is en men
zou dit moeten aannemen, als ten minste
waar is, wat men vertelde, dat zij nog
een zeer aanzienlijke som bij een ban
kier te Breda in petto heeft.
Men meldt uit Helmond:
Op vastenavond, Dinsdag, is alhier
een bekend bedelaar bijgenaamd Cornelis
Kuffers, waarschijnlijk ten gevolge van
dronkenschap, in het water geraakt en
verdronken. Natuurlijk, zouden wij haast
kunnen zeggen, werd hij in het bezit
gevonden van eene vrij aanzienlijke som
gelds. Met hem is eene eigenaardige
straatillustratie heengegaan, en wel de
laatste van dit vroeger hier zoo ruim
vertegenwoordigt ras.
Als curiositeit deelt men
uit Maastricht het volgende mede
Den loteling S-.. viel bij de loting
voor de nationale militie het lot No 11
ten deel. Hij bewoont het huis hl© 11
Horaria. In dat blad werd in Nov. 1889
door den hondenkoopman G. v. d. Leij
te Arnhem een advertentie geplaatst,
waarin voor 40 een Engelsch dames
hondje te koop werd aangeboden. De
heer Vau Harpen Kuijper te Arnhem,
schreef over dat hondje aan de redactie
van JEloralia en toen hij later nog een
telegram zond, om de voorkebr te mogen
hebben, hield de beklaagde den brief en
het telegram achterwege en schreef zelf
aan v. d. Leij een briefje, waarin hij
25 voor het hondje bood. De koop
werd gesloten. Beklaagde deed zich toen
zelf bij den heer Van Harpen Kuijper
als de steller der advertentie voor en
verkocht aan deze het hondje voor 40.
Het O. M., waargenomen door rar.
W. C. A. Scholten, eischte 3 maanden
gevangenisstraf.
TE AMSTERDAM.
Hedenmiddag te 2 ure hebben wij ous
persoonlijk van den toestand van hej
gebouw overtuigd. Op dat uur brandde
de kroonlijst nog aan bijna alle kanten
en voortdurend werden daarop en in de
ruïne zelf, door de brandweer nog groote
massaas water gericht. De Vechtwater
leiding bewees daarbij ook thaüs weder
hare goede diensten.
Alleen de muren van het groote ge-
gebouw bijn overeind gebleven. Binnen
ziet men niets dan een verwarde hoop
steen en verkoold hout, een chaos van
vernieling, overblijfsel van al de too ver
achtige décors die vroeger het oog ver
rukten, van de zitplaatsen waarop zoo
menigeen avonden van kunstgenot heeft
doorgebracht.
Hoewel wij met de meeste welwillend
heid op het terrein werden toegelaten
toen wij ons bekend maakten, zoo was
het toch geraden zich niet te dicht bij do
puinhoopen te wagen, want voortdurend
vielen nog zware stukkeu hout en steen
met groot geraas neder. Had een der
brandweermannen ons niet plotseling
op zijde gestooten, dan zouden wij min
der aangenaam kermis gemaakt hebben
met een neervallend stuk van de kroon
lijst.
Van de twee groote vrouwenfi
guren op den voorgevel stond de
eene nog overeind, met het masker
in de hand; het andere beeld was ge
deeltelijk vernield, alleen het eene been
stond nog op het voetstuk en boven op
den stok stond het hoofd alsof het ge
spiest was. De zon wierp haren vollen
glans op de waternaassaas die men tegen
de ruïne opspoot en tooverde een kleu
renspectrum op den in den wind weg-
waaienden regen van droppels.
Ook van de daken der omliggende
huizen werd nog voortdurend gespoten.
Het gevaar vaor de belendende percee-
len i3 echter voorbij. Een ontzaggelijke
menigte van toeschouwers bewoog zich
op het plein, dat gedeeltelijk door de
politie was afgezet. De orde werd voor
beeldig gehandhaafd. Al de trams waren
overvol.
Het affiche voor //de Fabrieksbaas,"
welk stuk hedenavond zou worden ge-
I geven, zat nog ongeschonden aan den
ingang geplakt, alsof de vlammen het
uit ironie hadden gespaard.
Nog steeds is de oorzaak onbekend.
Tooneel zelf was verzekerd voor ƒ25000.
Voor het overige bevond zich ïn het
gebouw een rijke muziekbibliotheek van
den heer S t u m f feen bibliotheek
van achtduizend deelen behoorende tot
de schouwburg het geheele archief van de
commissarissen.
Maar voor wie de schade zeer groot
is voor de artisten van het Ned. Tooneel,
Er waren er die het grootste deel van
hunne costuums en kleederen in den
schouwburg bewaarden en velen stonden
schreiende de verwoesting agn te zien.
Het gelukkihst kwam, er ke heer Louis
Bouw meester af. Gisteren of eergiste
ren had hij juist alles meegenomen, wat
er van ham in de komedie was. Mevrouw
Frenkel is minder gelukkig. Zij ver
liest verscheidene trolieten. Maar Sehulze,
Schoonhove en, Verenet en Schmidt en
misschinn nog andere verloren bij den
brand al hunne costumes. En geen hun
ner had zich verzekerd I
Gisteravond was in den Stadsschouw
burg, ter eere van den verjaardag des
Konings Maaldrinks stuk. //De
terugkeer van den Koloniaal" opgevoerd.
Aan het slot was een apotheose met
bengaal.ch vuur.
Dit feit behoort vooropgesteld te wor
den bij het bericht, dat deze schouwburg
hedenochtend geheel door het vuur ver
woest is. De voorzorgsmaatregelen bij
het ontsteken van tooneelvuren waren
streng, lieten waarschijnlijk zelfs niets te
wenschen, bij elk vuur dat ontstoken
werd, stond als altijd een brandwacht
met blkschmiddelen. Toch, als men zich
vermoedens mag verliezen wat wel
de oorzaak kan geweest zijn van dit onheil
dient in de eerste plaats daarop gewe
zen te worden.
Een vonk; zonder dat iemand het bij
de yoorstelliDg heeft opgemerkt, wegge
sprongen en terecht gekomen in een dier
oude decoratieven, kan voldoende geweest
zijn, voor den vuurkrater, die het gebouw
om zes uur was.
Ongecorrigeerd
18
°P
kan, natuurlijk, in een eventueelen oorloj
slechts door 11 kogels sneven!
- Nooit gaf de Stadsschouwburg nog
m de Wolfstraat eB de loting had plaats zalk een drama te üen_
iin dezef. Zalk een elfing De 8chade is natuurlijk hoog3t aaa.
wnlnii.liilr iti anr1 anantncnlan Attrlntr
zienlijk. De gemeentegebouwen zyn geen
van alle verzekerd. Tot vóór eeaige
jaren maakte de Stadsschouwburg daarop
eane uitzondering. Het gebouw en de
inventaris waren toen verzekerd voor
ƒ500.000. Maar dat was op dit ©ogen
blik niet meer het geval. Alléén het
Financieele Mededeelingen.
Het Weekblad van Broekman en Hon-
ders bevat o. a. de volgende opgave van
minder courante of incourante fondsen,
in de week, tot den datum van 18 Febr.
loopende, door hunne tusschenkomst ver
handeld.
Oblig. Amatel en Nieuwer-
Amstel (Heemraadsch.) a 98^ pet.
Aand. Amsterd. Droogdok-
Maatsch140
Aand. Witwatersrandsche
Mijnb.-Mpij. //Elsburg"
Serie A100
Aand. 's-Gravenhaagsche
Vleeschhouwerij 68
Aand. Auasterd.-Deli Com
pagnie 1879 490
Aand. idem 1886/88 480
Aand. Ned. Ind. Cultuur-
Maatschappij 150
Opr.-Aaad. Sinkep Tin-
Maatschap uf220.
Aand. Tabakmaatschappij
Deli-Asahan Serie 1 a '6 H 182f-190
Aand. idem 4e Serie 160
Aand. Kon. Ned. Locaal
Spoorw.-Maatsckap. te
Apeldoorn19
Opr.-Bew. Nederl Amerik.
Stoomvaart-Mij. f 50^-68.
Aand. Nederl. Westphaal-
sche Spoorweg-Mpij. 201
Aand. Stichtsche Tram-
way-Maatschappij 125^
Aand. Rotterd. öuikerraf-
finarderij119j£
Aand. Koninklijk Zoölog.
Botan. Genootschap te
70
96
Rechtszaken.
Voor de rechtbank te Assen is een
eigenaardig geval van oplichterij behan-roerend goed dc meubelen, de costuums, Aand. Bat. Zee- en Braad-
flnU nn«r-nvi TT>ïl 1 Tï J n IJ- I AAf"
Cert. Staat Maryland adm.
Amsterdam h
Aand. Brandwaarb.-Mpij
z/Salamand*. r" (Cert. van)
te Petersburg.
Aand. Arnh. Verzek.-Mij.
tegen Brandschade
deld, waarvan wij reeds in hoofdzaak de doeken, waaraan een rijke en kost- j Assurantie-Mij.
melding maakten. Het betrof zekeren H. bare voorraad tot den stedelijken sehouw- j Aand. Nederl. Lloyd h
M. E. v. D., beheerder firma W. v. G., burg behoorde, was tegen brandschade i Aand. Oost-Ind. Zee- en
uitgeefster van het Ned. Tuinbouwblad verzekerd voor ƒ150,000. Het Nederl.l Baand-Assur.-Mij.
115
95
85
90
7°
KOLONIËN.
(Uit de batavia8ebe bladen van 17
en de Sumatra Ct. van 718 Jan.)
BATAVIA, 18 Januari.
Aan het verslag der voornaamste ge
beurtenissen in het gouvernement Atjeh
en Onderhoorigheden, loopende van den
25en December 1883 tot en met den 6en
Januari jl., wordt het volgende ontleend
Groot-At j eh. Bij afwisseling wer
den de posten in de linie nu en dan
zwak beschoten.
Bij het openkappen van den begroeiden
oever der Kroeng Lingkar nab^' Lam-
permé werd een inlandsch fuselier licht
gewond.
Op Groot Atjeh viel weinig belang
rijks voor.
Njaq Makam zond zijn volk van Poc-
loe Waij naar de XXVI Moekims terug,
maar bleef zelf nog met weinige volge
lingen in het district Anak Itam achter.
De oiviele en militaire goeverneur be
zocht den 30en December Segli, keerde
den avond van den 31en December
te Kota Radja terug, ea ontving op den
lsten Januari de inlandsthe en chinee-
8ehe hoofden, waaronder ook Toekoe
Man sj oer.
In den nacht van 5 op 6 Januari ruk
ten het 14e bataljon en detachementen
van Kota Pohama, Pakan Kroeng Tjoet
en Lamjong uit, ten einde de positie Kota
BaroeToewankoe bij verrassing te
nemen.
De bezetting, die ziöb in zeer gering
getal op eenigen afstand van de verster
kingen had gelegerd, ten einde gevrij
waard te zijn tegen oas geschutvuur,
werd geheel verrast en de positie, zonder
verlies en zender een schot te lossen,
door ons bezet.
Onmiddellijk werd een aanvang ge
maakt met het openleggen van het ter
rein ind en naasten omtrek en warden
maatregelen getroffen tot het tydelijk
onder dak brengen van de bezetting,
zullende de positie zoolang bezet blijven
als noodig is, ona het, terrein tusschen
die positie, Tjadee, Pakan Kroeng Tjoet
en de lagune met de daarin gelegen
eilandjes, open te kappen.
Na afloop daarvan zullen de verster
kingen worden geslecht en de positie
weder worden prijsgegeven.
Des avonds van don zesden stonden
reeds twee bergkanons van 8 cM. in
battery.
Onderhoorigheden. In de On-
derhoorighedon viel niets meldenswaar
digs voor.
Onze versterking te Segli werd nog
nu en dan besehotea. Den 20sten De
cember werd eon Europeesch fuselier
binnen de versterking licht gewond.
De regeling der hasilrechten van Toe
koe Mansjoer in verband met de rechten
van de andere hoofden, ondervindt ver
traging, zoodat Mansjoer, die zich nog
steeds te Kota Radja ophoudt, nog niet
geïnstalleerd is.
De weêrsgesteldheid w;ts regenachtig.
Ook buiten de linie nam de cholera
erg af; sedert de laatste acht dagen
heerschte zij in lichten graad in de vallei
van Laiatoba.
De gezondheidstoestand onder het gar
nizoen was gunstiger. Het gemiddeld
aantal lijders, per dag in het militair
hospitaal to Pantei-Perak opgenomen,
bedroeg 22.2, tegen 27 gedurende den
vorige® verslagtijddaarvan leden aan
beri-beri 8.9, tegen 9.9 gedurende dén
vorigen verslagtijd.
Het ziektecijfer was lager, het sterf
tecijfer stationnair.
De verrassing der vijandelijke ben-
tiags bij Kota Radja wordt ia de Suma
tra Ct. als volgt beschreven
In den nacht van Zondag op Maan
dag jl. den 4den op den 5den dezer,
rukten verscheiden detachementen, sa
mengesteld uit de garnizoenen te Kota-
Pohama, Pakan Kroeng Tjoet en Lamn-
jong uit, ten einde langs verschillende
wegen of paden de vijandelijke benting
of bentinga te Kota-Toeankoe te bekrui-
1 pen. Deze detachementen werden ge-
I 8teund door het 14de bataljan icl'aaterie
dat daartoe te 2 ure van dien naeht uit
den Kraton vertrok. Te 5 ure begaven
zich uit Kota-Radja naar Pakan Kroeng
geen hij van de familie uit de pastorie had gehoordClaude, vree-
zende, dat meerdere vragen van Gaspard hem zouden noodzaken,
om meer van Espérance te vertellen, dan deze wel wenschte, stond
op, om afscheid te nemen, echter niet voordat hij aan Gaspard
zijn adres, St. John's Wood, had achtergelaten en hem had doen
beloven, dat hij hem zeer spoedig eens zou opzoeken.
De volgende week ontving hij een brief van Espérance, maar
de inhoud was niet geschikt om hem zijn vrees te ontnemen, want
ofschoon zij juist niet klaagde, sprak er toch eene bittere, onte
vreden tcon uit haar schrijven. Er was in den brief een zin, dien
Gaspard herhaaldelijk overlas en die hem veel te denken gaf; hij
was als volgt:
z/Ik denk zoo dikwijls aan u, die zoo alleen zijt, en daarom
doet het mij genoegen dat mijnheer Magnay u bezocht heeft. Hij
was hier altijd zeer vriendelijk voor mij, ik geloof werkelijk, dat
ik anders aan de goedheid der menschen zou zijn gaan twijfels». Ril-
chester is evenals het stilstaande water in de verdroogde fontein
te Mabillon, wanneer het ïn den winter half bevroren is, en de
menschen hebben veel overeenkomst met die ongelukkige verstijfde
waterleliën.
Droevig vouwde Gaspard den brief dicht; hij wilde zich nu
echter niet aan dat somber gepeins overgeven en daarom verliet
hij zijne kamer, om volgens afspraak Claude Magnay te bezoeken.
Nadat hij het huis gevonden had een groot en wel wat
somber gebouw werd hij door een jongen met een ondeugend
gelaat lang3 de trap naar het atelier gevoerd, waar Claude druk
bezig wa3 met een van zijne sehotsche schetsjes af te werken.
z/Ik vrees, dat ik u wat ongelegen kom," zeide Gaspard. «Gij
moet het iemand, die zijn tijd in luiheid doorbrengt, niet euvel
duiden, dat hij dit niet voorzien heeft."
Claude scheen zijne binnenkomst nauwelijks opgemerkt le hebben
dat was echter slechts voor een oogenblik. Gaspard had nog
niet uitgesproken, of hij wierp palet en penseel van zich af en
snelde ep hem toe.
z/Wat ben ik blijde, dat gij gekomen zijt! Neen werkelijk, ik
heb ket niet druk, maar ik hoorde u niet binnenkomen. Wellicht
was die aap van een jongen bang voor uw vreemden naam, of
misschien was ik te zeer in dezen schotschen waterval verdiept."
z/Dat was het waarschijnlijk,// antwoordde Gaspard met een
glimlach. //Het was wel de moeite waard, om te hooren, hoe dio
jongen mijn naam verminkte//Dull Muddle on."
Claude begon luidkeels te lachen.
z/Die jongen overtreft zichzelf! Als gij eens wist, welke guiten
streken hij uithaaltSlechts om zijne gelaatstrekken houd ik hem
hier"; men geeft hem maar een paar vleugels en dan is hij op en
top een bovenaardsch wezen. Kijk eens! en hij wees naar een
chilöer8tük, dat op een der ezels stond. ,/Hij is daar in wording
met vleugelen en al, met wolken op den achtergrond. Hoe heer
lijk zal het zijn, om hem het volgende jaar naar de Academie op
te zenden, //No. 131 John Jones!" Ik verzeker u, dat ik het
doen zal."
Gaspard lachte. Dit alles was zoo geheel nieuw vosr hem, dat
hij zijne zorgen vergat en in opgewekte stemming naar Claude
zat te luisteren, die, na den ganschen dag te hebben gewerkt, nu
zeer opgeruimd was en voortdurend stof tot praten had. Er lag
ook eene zekere bekoorlijkheid over dit zonderling vertrek uitge
spreid het was half atelier, half zitkamer en aan de wanorde kon
men duidelijk bemerken, dat hier een jonggezel woonde. De meu
belen pasten volstrekt niet bij elkaar; stoelen mee hooge ruggen
een antieke spiegel en een uitgesneden, eikenhouten tafel staken
zonderling af by de meer nieuwerwetsehe meubelen, terwijl alle
kleuren van den regenboog te vinden waren in de vele gordijnen
en in de kleedjes, welke den met verfvlekken versierden, gepo-
lijsten vloer bedekten. Claude, met zijn wijd achildersbuis en roode
muts, zag er ook zeer zonderling uit en Gaspard kon het nau
welijks gelooveü, dat deze opgewekte jongeling den talentvollen
schilder en de vervaardiger van al die schilderstukken was, welke
door het vertrek stonden verspreid.
{Wordt vervolgd.)