Een afgrijselijk schandaal. van den ministerraad is en blyft. Een maal slechts de vorige week werd de Raad, bij afwezigheid van den heer Mackay, gepresideerd door den heer Hartsen, als oudste in jaren. Op last van den minister van Oorlog zal bij de artillerie-inrich tingen eene conservatie-proef worden ge nomen met eene partij rookvrij buskruit. Het voornemen is om, daags na de samenkomst der Tweede Kamer, behalve de reeds vermelde wetsontwer pen (invoerrecht naar de waarde, af schaffing van rechten op het Noordzee kanaal en spoorwegovereenkomsteu) ook te doen onderzoeken de wijziging vau het handels- en scheepvaartsverdrag met Groot-Brittannië en Ierland en de dading over vergoeding van aan het domein getrokken goederen. Uit 'sHage komt het treuri bericht, dat dr. N. B. Donkersloet be zweken is aan de ziekte, waaraan hij sinds eenige dagen lijdende was. In hem verliest Nederland een zijner be kwaamste zielkundigen. Jarenlang wijdde do overledene als directeur van het krankzinnigengesticht te Dordrecht zyne krachten aan do wetenschap, terwijl de Geneeskundige Courant en de Psychiatrische bladen geruimen tijd onder zijne leiding stonden. Naar wij vernemen hebben eenige vrienden van Volapük (wereld taal) zich vereenigd om handelsuitdruk kingen, spreekwoorden en gezegden voor genoemde taal vast te stellen, daar zij hebben ingezien dat Volapük zonder deze, voor het wereldverkeer niet veel waard is. De vereeniging tot vrijwil- lige oefening ia den wapenhandel te Wageningen heeft een nationalen schiet wedstrijd uitgeschreven, welke zal aan vangen op 2 Maart en eindigen op 4 Mei a. e. Er wordt, behalve op Paasch- Maandag, geschoten eiken Donderdag en Zaterdag. Een aantal medailles en kunst voorwerpen worden als prijzen uit geloofd. In het aanstaande seizoen zal een veertigtal engelsche kano-roeiers gezamenlijk aan ons iand een bezoek brengen. Volgens het T. v. Gen. heeft in Amsterdam de influenza betrekkelijk in vergelijking met Berlijn, Parijs Weenen, de meeste slachtoffers geëischt. Na Amsterdam was Parijs het meest geteisterd. In Weenen, waar de sterfte ook aanzienlijk is gestegen, heeft zij nooit het dubbele van de normale sterfte bereikt. De epidemie heeft haar hoogste punt bereikt achtereenvolgens te Weenen, Berlijn, Parijs en eindelijk iu Amster dam. Vooral heeft de ziekte gewoed onder personen ouder dan 20 jaar. In de klasse 4059 jaar en bij ouderen was de sterfte vooral groot. De gasfitter die bij den brand van den stadsschouwburg te Amsterdam zijn spaarpot verloor, heeft al zoekende 48 gouden tientjes van de 100 terugge vonden. Enkele rijksdaalders kwamen tot oen vormloozen klomp saamgesmolten mede te voorschijn. De blikken trommel waarin hij zijn schat geborgen had, met de verkoolde overblijfselen van de gelds waardige papieren, is mede te voorschijn gekomen. De nummers der effecten wa ren opgeschreven, zoodat hij de hoop koestert een groot deel van den verloren schat terug te zullen bekomen. Voor eenige dagenhebben wij de noodlottigo wijze vermeld, waar op twee kinderen door het instorten van den vloer van eane timmerloods, boven het water van den O. Z. Voorburgwal te Amsterdam, verdronken. Begaan met het lot van den tot wanhoop gebrach- ten vader, schipper Keiler, van Aals meer, hielden twee bewoners van die gracht, nl. Alex. B. Barenda en Isaak de Hoogt, bij hunne buren eene collecte om de begrafenis der arme kleinen te bekostigen. Daarvoor kwamen verschil lende giften in, ten bedrage van pl. m. 350, waaronder van den burgemeester die spoedig bij het ongelukkig voorval tegenwoordig was. Die onkosten be droegen even 85, zoodat aan den be proefden vader nog 260 kon worden ter hand gesteld. Eere den mannen voor dit initatief. Te Amsterdam heeft een zeer onkieache reclame niet weinig ver ontwaardiging gewekt. Een firma liet voorkomen, dat zij wel geneigd was 2000 mutsen aan de arme leerlingen der kostelooze scholen cadeau te doen. Dat aanbod werd gretig aanvaard. Doch wat bleek toen het cadeau arri veerde? Dat op iedere muts die, zelfs een roode phrygiscbe muts was een reclame voor de firma stond. De arme kleinen, van welke vele bijna in lompen zijn gekleed, maakten met deze dwaze „carnavals-muts" bij hun plunje een pijnlijke vertooning. Eeu paar onder wijzers uiten in scherpe artikelen in een der bladen hunne verontwaardiging en de redactie voegt daaraan terecht een pittig woordje toe. Men schrijft ons van Bar- singerhorn Tengevolge van influenza is in den avond van den 14den dezer te Barsin- gerhorn overleden Pietertje Beeldman weduwe van Jan Bood, dochter van Arie Beeldman en Maartje Gerts Pronk in den ouderdom van ruim 96 jaren, Geboren te Barsingerhorn den llden December 1793, was zij ds oudste inge zetene dezer gemeente. Op haar 2üste jaar verliet zy voor het eerst het ouder lijke hnis, en kwam als boerenmeid in dienst bij den heer Klaas Maat te Bur gerbrug. Daar heeft zij medegeleefd in de woelige dagen van 1813 en avonden aaneen „victorie" gehouden in de her berg, toen het land „overging." Zij ver telde meermalen van de Spanjolen, (Spaanscke krijgsgevangenen, die toen van uit den Helder naar hun land terug keerden) die in de kerk van Burgerbrug een nachtverblijf gevonden hadden, voor- zoover ze niet in de huizen der burgers waren ingekwartierd. Ook herinnerde zy zich nog even den tijd toen Krab bendam door de Engelachen verbrand werd. Engelschen,Fran8chen en Kozakkou kon zij zich duidelijk voorstellen er even gemakkelijk en nauwkeurig be schreef zij de kleine gebeurtenissen uit haar jongen tijd, waarin dat „vreemde volk" in deze streken optrad. Op haar 32ste jaar huwde zij en 17 jaren later werd zij weduwe. Zij had toen 4 kinderen, waarvan dejongste nog in leven is. Tot op haar 80ste jaar heeft zij met werken haar brood verdiend, en genoot zij geen andere ondersteuning. Eerst sedert verleden jaar werd zij door blind heid volstrekt hulpbehoevend, en tot op de laatste dagen van haar leven stelde zij het grootste belang in allerlei dage lijks voorkomende zaken. Niettegenstaande haar koogen leeftijd en het langzamerhand toenemende brek aan gehoor en gezicht verkoos zij alleen te blijven wonen in de ouderwet- sche groote keuken, waarin nog nooit een kachel de koude van den winter ge temperd heeft. (Zyper Courant). In de C hasséstraat te is Zaterdag een kangsteiger, waarin een verver en een verversjongen aan het werk waren en welke aan de dakgoot vastgehaakt was, losgeraakt en op straat terechtgekomen. De beide personen voel den bak onder hun lichaam verdwijnen. De jongen had de tegenwoordigheid van geest zich met de handen aan de dak goot vast te klampen, uit welken benar den toestand hij verlost werd zoodra het ongeval werd opgemerkt. Hij werd ge grepen en door het dakvenster binnen gebracht. De ververknecht stortte ongelukkiger wijze op straat, en werd in gevaarlijken toestand opgenomen en naar het zieken huis overgebracht. Naar wij vernemen, heeft de firma J. M. van der Schalk Co te j Schiedam haar geheele personeel tegen ongevallen verzekerd. (Avdp.) J. J. H., oud 2 1 jaar, bran dersknecht, werkzaam in de branderij aan de Nieuwehaven van den heer W. F. Tak te Schiedam, had Vrijdag het ongeluk, bij het scheppen van heet wa ter uit den beslagbak, voorover in dien bak te vallen, waardoor hy zoo deerlijk werd gebrand, dat hij reeds des avonds overleed. Nadat op 17 dezereerstin den voormiddag een begin van brand was ontstaan in het gymnasium te Zet ten, hetwelk gelukkig spoedig werd ge- bluscht, zijn aldaar in den namiddag 3 woonhuizen tot den grond afgebrand. Van de inboedels werd weinig gered. Huizen en inboedels waren verzekerd. Te Westdorpe, in Zeeland, deed zich bij de jongste loting voor de natio nale militie het schier ongelooflijk geval voor, dat een jongeling uit deze gemeente op denzelfden dag te Antwerpen en hier moest loten. Het zonderlinge wordt hieruit verklaard, dat hij een Belg doch van nederlandsche afkomsi is. Geen der beide rijken heeft hem als soldaat, aangezien hij ginds vrijlootte en hier vrijstelling had. Te Borger is eene hoogbe- vrouw, welke de vorige week in een kelder was gevallen, aan de gevol gen van dien val overleden. de kraan van de waterleiding, bedien je zelf, ik geef jou kind geen water!" Om acht uur kwam de dokter met zijn adsistenten terug, bekeken myn ar men lijder en bevalen het opnieuw naar de operatiekamer te brengen. Dit geschiedde en opnieuw moest het zich aan een operatie onderwerpen. Het kind werd toen opnieuw naar de ziekenzaal gebracht, waar het om 9 uur bezoek kreeg van den professor. Deze onderzocht den kleioen lijder, bekeek de operatie, fronste de wenkbrauwen zeide, dat het kind opnieuw geopereerd moest worden, daar het anders zeker zou sterven. Blykbaar waren dus de beide eerste operaties niet goed uitgevoerd. Het arme kind onderging toen voor den der den keer een keeloperatie en be- De volgende geschiedenis waarvoor wij geene andere kwalificatie kunnen vin den dan de bovenstaande deelt de heer li. K. Vos te Groningen in een der nieuwsbladen mede: V rijdag 24 Januari werd mijn zoontje, een jongen van ruim 4 jaar oud plot seling ongesteld. Onze huisdokter vreesde voor kwaadaardige keelziekte, welke vrees, helaas, Zaterdag daarop gegrond bleek te zijn, om welke reden bij ons den raad gat het kind in de barak voor besmettelijke ziekten te doen op nemen. Aan dien raad gehoor geven verzocht ik voor mijn kind directe plaatsing, wat werd toegestaan togen betaling van f'1.75 per dag. Mijn kind werd Zaterdag-avond in de barak op genomen, doch zijn toestand verergerde 's nachts zoo, dat de dokter het noodig oordeelde het aan een keeloperatie te onderwerpen 's Nachts half vijf droeg ik mya kind, dat het doodsbenauwd en in hevige mate koorts had, in dekens gewikkeld naar het academisch zieken huis, waar men mij gelastte hot kind op een marmeren talel te leggen en uit te kleedeu. Geen kachel verwarmde de groote operatiezaal, zjodat ik huiverde en in een kromp van smart bij de gedachte aan mijn kind, dat geheel naakt werd uitgekleed, ondanks de hevige koorts waaraan het leed. Ik moest mij nu verwijderen, en toen ongeveer een uur verloopen was, werd mij kennis gegeven, dat de operatie was atgeloopen en ik mijn kind nu in de ziekenzaal kon brengen. Toen ik het uit de operatiekamer terugontving, was het kind aan het oog verwond, hetgeen blijk baar door een hardhandigkeid was ver oorzaakt. Tot mijn verwondering bemerkte ik dadelijk, dat het kind ondanks de ope ratie, toch spreken kon, terwijl ik wel eens gezien en gehoord heb, dat zulks anders niet het geval is, doordien het pijpje in de luchtpijp aangebracht, dit verhindert. Ik gingnadat het kind te bed gebracht was, bij zijn bedje zitten en voelde instinctmatig zijn pols, waarop de hoofdoppasseresse een zonderlinge hollandscbe juffer zich tot mij wendde en zei: Zeg, jij, man, je moet hier nou niet zooveel geleerdheid uitkramen, hoor je? Ik geleerdheid uitkramen, juffrouw? zei ik, „hoe komt u daarbij?" Nou, zei de juffrouw, „meen je soms den pols van je kind te kunnen voelen je kunt dit je eigen pols niet doen, met zulke geleerdheJen moet je hier niet aankomen, dan is 't maar beter j dat je vertrekt Ik vroeg nu: „juffrouw, zou u ook een beetje water hebben voor mijn kind waarop zij norsch antwoordde„daar is Maar uit is nog ni#t alles, mijnheer de redacteur. Daar wij van het overle den kind geen portret hadden, besloten mijn vrouw en ik alsnog zijn portrer, zij het dan ook nadat het overleden was, te laten maken, waartoe zich oen photo- graaf bereid verklaarde. Vóór hiertoe werd overgegaan, wilde ik eerst mijn kind nog eens zien of de gelaatstrekken ook zoo veranderd waren, dat een por tret niet meer gevvenscht werd. Na veel moeite en velerlei plichtsbetrachtingen werd ik eindelijk in de snijkamer toe gelaten. Hier lag het lijk vaa mijn lie ven zoon in een wit laken gewikkeld lang uit op een marmeren tafel. Hoewel de oppassers mij dit wilden beletten, trok ik hot, laken af en ontwaardde tot mijn ontzetting, dat men het lijkje geheel had opengesneden, ja zelfs voelde ik, dat de borstbeenderen ©n ribben gebroken wa ren. Hoe ik toen te moede was, kan ik niet beschrijvenmaar z«ker is het dat ik van ontsteltenis ineenkromp. En nu vraag ik, Mijnheer de Redacteur, is zulk een lijksckennia geoorloofd? Wel wist ik dat men met do lijken van over leden veroordeelden naar willekeur han delde, maar dat men dit zelfs deed met lijken van families, die aanwezig zijn en bovendien nog per dag gedureade de op neming 1.75 moet betalen, zie, dat noem ik ongehoord en schandelijk!" ReclitSEaken. Een jeugdige socialist, die verleden jaar een schotschrift of pamflet, getiteld „eene bloeduelasting", had geschreven, doen drukken en verspreiden onder de iotelingen, stond Vrijdag in appèl van een vonnis der arrond.-rechtbauk te Rot terdam als geïntimeerde terecht voor het gerechtshof alhier, omdat hij in dat ge schrift de miliciens zou hebben opgeruid tot insubordinatie. Uitvoerig lichtte de heer advocaat-generaal zijn requisitoir toe, vorderde vernietiging van het vonnis der rechtbank te Rotterdam, waarbij de beklaagde was ontslagen van rechtsver volging, en eischte zijn veroordeeling tot een gevangenisstraf van drie maanden. De toegevoegde verdediger, mr. Patijn, meende, dat van eene veroordeeling we gens opruiing geen sprake kon zijn. Uit spraak 1 Maart. - De geschorste gemeenteontvanger op Urk, de heer K. K., is door de recht bank te Alkmaar, ter zake van valsch- heid in geschriften, veroordeeld tot 8 maanden gevangenisstraf en in de kosten, met bevel tot voorloopige invrijheidstel ling. veepest in Bantam nog altijd treurig ge nesteld is. Niettegenstaande alle moge lijke voorzorgsmaatregelen worden ia acht genomen, is geheel Bantam besmet. Dit heeft op handel en nijverheid eea nadeeligen invloed. CIVIEL DEPARTEMENT. Verleend: Een tweejarig verlof naar Europa wegens ziekte aan de hulpon- dorwijzeres A. M. Smulders en aan den opz. 2o kl. bij den Waterstaat V. A. de Witte, en aan den hoofdcomm. bij het departement van onderwijs, eeredionst en nijverheid J. W. Jagtman. MILITAIR DEPARTEMENT. Verleend: Een tweejarig verlof naar Europa, wegens 12 jaar onafgebroken dienst in Ned.-Indië, aan den le luit. der art. J. C. W. Smits. MARINE DEPARTEMENT. Verleend: een tweejarig verlof naar Europa, wegens ziekte, aan den baas- ketelmaker bij de fabriek voor de marine en het stoomwezen te Soarabaja F. H. Versnel. OntslagenOp verzoekeervol uit 's lands dienst, de geneesheer bij het marine-établissement te Soerabaja, E. M. Vanlier. Benoemd: Tot geneesheer bij het ma- rine-établiasement te Soerabaja, de ambte naar op non-activiteit, J. J. van Effen. Trouw-, Geboorte- en Doodberichten. (Uit de ind. bladen van 17 tot 25 Jan.) GEHUWD: A. Prentice en J. de Clnnie Mac Lennan, Pasoeroean.- J. A. E. van Deventer en J. F. von Czer- nicki, Sidho-Ardjo. - G. M. Koch en F. G. Theunissen. GEBOORTENM. Bergamin-Lau- rens d., Weltevreden. - L. Hummelgens- De Chauvigny de Blot d., Garoet. - L. Nauts-Chavigny de Blot d. - B. A. Marcus-Lindman d. - De Geuninck van Capelle d. - G. Huijsing-Boorsma z., allen te Batavia. - A. Huster-Erszber- ger d., Mr. Cornelis. - J. E. Palm-Meu- lenhofï z., Buitenzorg. - A. Wibert Rij nenberg z., Palembacg. - C. L. Scheuer- In'tveld d., Soemenep. - A. Weijer- Kirchner z. - M. J. Altman-Koopman d. - R. J. Th. Pereira-Sleebos z. - J. H. Hallewijn-Polak z. - A. J. Nickel- Schusler z. - H. D. Keasberrij-Davids d. - A. S. Spier-Polack z., allen te Soe- rabaya. - D. W. J. A. Oetgens van Waverea Paneras Clifford-H&axman d., Sitobondo. - H. C. Catalani-Schmidt z. - G. Evoraert-Muller z. - A. L. Rijken- Rapp von Winkelman z. - E. Woijzig- Alexander d., allen te Samarang. - E. L. Boissevao-Court z., Cberibon. - H. E. Micola-Camps d,, T oeroeg. OVERLEDENM. A. van der Leeuw- Van der Looi, Biitar. - J. G. Ch.Schupe, 27 d., - J. J. Hijikema, 23 d. - J. R. C. van Genderen, 26 j., allen Soerabaja.- A. Verdaijn Lunnel, Batavia. - C. G. Heijligers, 63 j., Bandoog. - H. Hor- nung, 11 m. - A. G. de Roode, 2 j. - E. M. H. M. Seelig, 2 j., allen te Sa marang. - E. Heijning. - Jkv. H. C. Buijs-De Vayues van Brakell. - D. Plooe van Amstel. L. L. Kloppenburg, 5 d., Djombang. - H. P. Aerts, 39 j. - P. Haag-Heijneman, Ngawi. KOLONIËN. BATAVIA, 18 Januari. Eenigen tijd geleden werd uit de Preanger door twee verschillende be richtgevers aan YLGtBat.Niemvsblad geschre ven, dat dr. Snouck Hurgronje getrouwd zou zijn met eene dochter van den hoofdpanghoeloe van Tjiamis. Thans verzekert de Locomotief op do meest stellige wijze, dat het verhaal dier trouw partij verzonnen is. Uit Bantam wordt aan het Weekbl. van N.-I. geschreven, dat het monument ter gedachtenis aan de in Juli 1888 te Tjilegon gevallen offers, op den 2den Kerstdag onthuld is. VIS S C X E 8 ij. IJ m u i d e n, 17/20 Februari. Van de kordvisscherij kwamen binnen de loggers V L 95, 87, 71, 110, 84,86,98,88,94, met bes. van 100 275 de smacks Y R 860, met 14 last steurhaiing, M A 19 en IJ M 19, met bes. van 40 tot ƒ150, benevens 100 schokkers met bes. van ƒ40 tot ƒ60. Van de beugvisscherij kwamen binnen de sloepen PR 8, met 80 lev., 260 doode kabelj, 300 schelv., P R 46, met 350 lev., 150 doode kabelj., 800 schelv., 15 lengen, P 72 41, met 190 lev., 200 doode kabelj., 300 schelv., 80 lengen, 1 puntje rog, 1 ben rog, P R 44, met 240 lev., 100 doode kabelj., 800 schelv., 16 lengen, 1 ben vleet, 2 bennen rog, PR 9, met 150 lev., 100 doode kabelj., 300 schelv., PR 3, met 160 lev., 230 doode ka belj., 1 heilbot, 500 s«helv., M D 10, met moeten." „Ik ben u zeer dankbaar voor uwe goedheid, mevrouw, en het zal Espérance ongetwijfeld veel genoegen doen." Lady Worthington had te veel haast om woorden te verspillen, zij ging dus recht op haar doel af. „Nu moet gij mij eens oprecht mededeelen, op welke wijze gij denkt, dat ik uwe zuster van dienst kan zijn? Men kan wel een jaar lang de pastorie bezoeken, zonder een der bewoners goed te leeren kennen." „Mevrouw is wel goed. Ik voor mij geloof, dat Espérance sleehts liefde noodig heeft. Zy mist daar, wat haar vroeger in overvloed werd toebedeeld." „Arm kind! zij had het niet slechter kunnen hebben dan in die huishouding, waar geen moeder is. Ik zal haar inderdaad spoedig opzoeken. Gij zult haar hier geen tehuis kunnen aanbie den," en lady Worthington wierp een blik door het ongezellige, karig gemeubileerde vertrek; in den haard brandde geen vuur, het gas flikkerde en voor het raam hing geen enkel gordijn. Een schaduw trok over Gaspards gelaat en er heerschte een ^ogenblik van stilzwijgen, alvorens hy antwoord gaf. „Het is zeer prettig voor mij, om te weten, dat zij tenminste niet aan gebrek behoeft te denken. De scheiding is ons natuurlijk zeer hard gevallen, maar ik zal mij minder ongerust maken, wan neer ik weet, dat gij haar eens zult toespreken, mevrouw." Lady Worthington was getroffen door deze eenvoudige woorden. Zij zou gaarne nog wat langer bij hem vertoefd hebben, maar het was nu reeds te laat geworden. Zij stond dus met weerzin op. „Dit is een zeer kort bezoek," zeide zij, terwijl zij Gaspard de hand reikte, „maar ik hoop, dat wanneer wij van het voorjaar weer hier terugkomen, wij elkaar beter zullen leeren kennen; ik kan uwe zuster nu echter vertellen, dat ik u gesproken heb." Gaspard herhaalde zijne dankbetuigingen en lady Worthington begaf zich naar haar rijtuig en reed in gestrekten draf naar huis, terwijl zij er nog eens ernstig over nadacht, op welke wijze zij den armen, fleren Franschman, die gebrek moest lijden, zou helpen. HOOFDSTUK XVII. Het was reeds zes uur, toen de vermoeide paarden Kensington bereikten. Lady Worthington was koud en vermoeid, maar des niettemin toonde zij, hoeveel geestkracht zij bezat, daar zij met vlugge schreden de breede trap op naar boven ging. Zij opende de deur van de zitkamer en slaakte een kreet van verlichting, toen zij daar hare jongere zuster Frances Neville alleen vond. Verder wordt gemeld, dat het met de 70 lev., 250 doode kabelj., 1 heilbot, 500 „Eindelijk ben ik dan toch weer thuis. Ik was bang, dat gij eene kamer vol bezoekers zoudt hebben," riep zij uit, hare hand schoenen uittrekkende en hare handen bij het vuur warmende. „Gij zijfc er juist aan ontsnapt," zeide Frances met een glim- laeh. „Er zijn er reeds zes geweest en Kolonel en mevrouw Vigar zijn zooeven vertrokken." „Hoe vervelend van die menschen om zoo lang to blijvenEn gij zijt nu zeker wel uitgeput, lieveling. Gij ziet zoo wit als een laken. 13 Henry thuis?" „Ik meen, dat ik zijn stap heb gehoord, maar ik weet het niet zeker. Vertel mij nu eens, waar gij geweest zijt, Katharine. Gij zijt lang weggebleven." „Ja. Ik zal u zoo dadelijk alios vertellen, maar ik moet Henry eerst spreken, als hij tenminste thuis is." En lady Worthington verliet haastig het vertrek. De beide zusters vormden een groot contrast. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2