Een afgrijselijk schandaal.
van den ministerraad is en blyft. Een
maal slechts de vorige week werd de
Raad, bij afwezigheid van den heer
Mackay, gepresideerd door den heer
Hartsen, als oudste in jaren.
Op last van den minister
van Oorlog zal bij de artillerie-inrich
tingen eene conservatie-proef worden ge
nomen met eene partij rookvrij buskruit.
Het voornemen is om, daags
na de samenkomst der Tweede Kamer,
behalve de reeds vermelde wetsontwer
pen (invoerrecht naar de waarde, af
schaffing van rechten op het Noordzee
kanaal en spoorwegovereenkomsteu)
ook te doen onderzoeken de wijziging
vau het handels- en scheepvaartsverdrag
met Groot-Brittannië en Ierland en de
dading over vergoeding van aan het
domein getrokken goederen.
Uit 'sHage komt het treuri
bericht, dat dr. N. B. Donkersloet be
zweken is aan de ziekte, waaraan hij
sinds eenige dagen lijdende was.
In hem verliest Nederland een zijner be
kwaamste zielkundigen. Jarenlang wijdde
do overledene als directeur van het
krankzinnigengesticht te Dordrecht zyne
krachten aan do wetenschap, terwijl de
Geneeskundige Courant en de Psychiatrische
bladen geruimen tijd onder zijne leiding
stonden.
Naar wij vernemen hebben
eenige vrienden van Volapük (wereld
taal) zich vereenigd om handelsuitdruk
kingen, spreekwoorden en gezegden voor
genoemde taal vast te stellen, daar zij
hebben ingezien dat Volapük zonder
deze, voor het wereldverkeer niet veel
waard is.
De vereeniging tot vrijwil-
lige oefening ia den wapenhandel te
Wageningen heeft een nationalen schiet
wedstrijd uitgeschreven, welke zal aan
vangen op 2 Maart en eindigen op 4
Mei a. e. Er wordt, behalve op Paasch-
Maandag, geschoten eiken Donderdag en
Zaterdag. Een aantal medailles en kunst
voorwerpen worden als prijzen uit
geloofd.
In het aanstaande seizoen
zal een veertigtal engelsche kano-roeiers
gezamenlijk aan ons iand een bezoek
brengen.
Volgens het T. v. Gen. heeft
in Amsterdam de influenza betrekkelijk
in vergelijking met Berlijn, Parijs
Weenen, de meeste slachtoffers geëischt.
Na Amsterdam was Parijs het meest
geteisterd. In Weenen, waar de sterfte
ook aanzienlijk is gestegen, heeft zij
nooit het dubbele van de normale sterfte
bereikt.
De epidemie heeft haar hoogste punt
bereikt achtereenvolgens te Weenen,
Berlijn, Parijs en eindelijk iu Amster
dam. Vooral heeft de ziekte gewoed
onder personen ouder dan 20 jaar. In
de klasse 4059 jaar en bij ouderen
was de sterfte vooral groot.
De gasfitter die bij den brand
van den stadsschouwburg te Amsterdam
zijn spaarpot verloor, heeft al zoekende
48 gouden tientjes van de 100 terugge
vonden. Enkele rijksdaalders kwamen tot
oen vormloozen klomp saamgesmolten
mede te voorschijn. De blikken trommel
waarin hij zijn schat geborgen had, met
de verkoolde overblijfselen van de gelds
waardige papieren, is mede te voorschijn
gekomen. De nummers der effecten wa
ren opgeschreven, zoodat hij de hoop
koestert een groot deel van den verloren
schat terug te zullen bekomen.
Voor eenige dagenhebben
wij de noodlottigo wijze vermeld, waar
op twee kinderen door het instorten van
den vloer van eane timmerloods, boven
het water van den O. Z. Voorburgwal
te Amsterdam, verdronken. Begaan met
het lot van den tot wanhoop gebrach-
ten vader, schipper Keiler, van Aals
meer, hielden twee bewoners van die
gracht, nl. Alex. B. Barenda en Isaak
de Hoogt, bij hunne buren eene collecte
om de begrafenis der arme kleinen te
bekostigen. Daarvoor kwamen verschil
lende giften in, ten bedrage van pl. m.
350, waaronder van den burgemeester
die spoedig bij het ongelukkig voorval
tegenwoordig was. Die onkosten be
droegen even 85, zoodat aan den be
proefden vader nog 260 kon worden
ter hand gesteld.
Eere den mannen voor dit initatief.
Te Amsterdam heeft een
zeer onkieache reclame niet weinig ver
ontwaardiging gewekt.
Een firma liet voorkomen, dat zij wel
geneigd was 2000 mutsen aan de arme
leerlingen der kostelooze scholen cadeau
te doen.
Dat aanbod werd gretig aanvaard.
Doch wat bleek toen het cadeau arri
veerde? Dat op iedere muts die, zelfs
een roode phrygiscbe muts was
een reclame voor de firma stond. De
arme kleinen, van welke vele bijna in
lompen zijn gekleed, maakten met deze
dwaze „carnavals-muts" bij hun plunje
een pijnlijke vertooning. Eeu paar onder
wijzers uiten in scherpe artikelen in een
der bladen hunne verontwaardiging en
de redactie voegt daaraan terecht een
pittig woordje toe.
Men schrijft ons van Bar-
singerhorn
Tengevolge van influenza is in den
avond van den 14den dezer te Barsin-
gerhorn overleden Pietertje Beeldman
weduwe van Jan Bood, dochter van
Arie Beeldman en Maartje Gerts Pronk
in den ouderdom van ruim 96 jaren,
Geboren te Barsingerhorn den llden
December 1793, was zij ds oudste inge
zetene dezer gemeente. Op haar 2üste
jaar verliet zy voor het eerst het ouder
lijke hnis, en kwam als boerenmeid in
dienst bij den heer Klaas Maat te Bur
gerbrug. Daar heeft zij medegeleefd in
de woelige dagen van 1813 en avonden
aaneen „victorie" gehouden in de her
berg, toen het land „overging." Zij ver
telde meermalen van de Spanjolen,
(Spaanscke krijgsgevangenen, die toen
van uit den Helder naar hun land terug
keerden) die in de kerk van Burgerbrug
een nachtverblijf gevonden hadden, voor-
zoover ze niet in de huizen der burgers
waren ingekwartierd. Ook herinnerde
zy zich nog even den tijd toen Krab
bendam door de Engelachen verbrand
werd. Engelschen,Fran8chen en Kozakkou
kon zij zich duidelijk voorstellen er
even gemakkelijk en nauwkeurig be
schreef zij de kleine gebeurtenissen uit
haar jongen tijd, waarin dat „vreemde
volk" in deze streken optrad.
Op haar 32ste jaar huwde zij en 17
jaren later werd zij weduwe. Zij had
toen 4 kinderen, waarvan dejongste nog
in leven is.
Tot op haar 80ste jaar heeft zij met
werken haar brood verdiend, en genoot
zij geen andere ondersteuning. Eerst
sedert verleden jaar werd zij door blind
heid volstrekt hulpbehoevend, en tot op
de laatste dagen van haar leven stelde
zij het grootste belang in allerlei dage
lijks voorkomende zaken.
Niettegenstaande haar koogen leeftijd
en het langzamerhand toenemende
brek aan gehoor en gezicht verkoos zij
alleen te blijven wonen in de ouderwet-
sche groote keuken, waarin nog nooit
een kachel de koude van den winter ge
temperd heeft.
(Zyper Courant).
In de C hasséstraat te
is Zaterdag een kangsteiger, waarin een
verver en een verversjongen aan het
werk waren en welke aan de dakgoot
vastgehaakt was, losgeraakt en op straat
terechtgekomen. De beide personen voel
den bak onder hun lichaam verdwijnen.
De jongen had de tegenwoordigheid van
geest zich met de handen aan de dak
goot vast te klampen, uit welken benar
den toestand hij verlost werd zoodra het
ongeval werd opgemerkt. Hij werd ge
grepen en door het dakvenster binnen
gebracht.
De ververknecht stortte ongelukkiger
wijze op straat, en werd in gevaarlijken
toestand opgenomen en naar het zieken
huis overgebracht.
Naar wij vernemen, heeft de
firma J. M. van der Schalk Co te
j Schiedam haar geheele personeel tegen
ongevallen verzekerd. (Avdp.)
J. J. H., oud 2 1 jaar, bran
dersknecht, werkzaam in de branderij
aan de Nieuwehaven van den heer W.
F. Tak te Schiedam, had Vrijdag het
ongeluk, bij het scheppen van heet wa
ter uit den beslagbak, voorover in dien
bak te vallen, waardoor hy zoo deerlijk
werd gebrand, dat hij reeds des avonds
overleed.
Nadat op 17 dezereerstin
den voormiddag een begin van brand
was ontstaan in het gymnasium te Zet
ten, hetwelk gelukkig spoedig werd ge-
bluscht, zijn aldaar in den namiddag 3
woonhuizen tot den grond afgebrand. Van
de inboedels werd weinig gered. Huizen
en inboedels waren verzekerd.
Te Westdorpe, in Zeeland, deed
zich bij de jongste loting voor de natio
nale militie het schier ongelooflijk geval
voor, dat een jongeling uit deze gemeente
op denzelfden dag te Antwerpen en hier
moest loten. Het zonderlinge wordt hieruit
verklaard, dat hij een Belg doch van
nederlandsche afkomsi is.
Geen der beide rijken heeft hem als
soldaat, aangezien hij ginds vrijlootte en
hier vrijstelling had.
Te Borger is eene hoogbe-
vrouw, welke de vorige week in
een kelder was gevallen, aan de gevol
gen van dien val overleden.
de kraan van de waterleiding, bedien je
zelf, ik geef jou kind geen water!"
Om acht uur kwam de dokter met
zijn adsistenten terug, bekeken myn ar
men lijder en bevalen het opnieuw naar
de operatiekamer te brengen.
Dit geschiedde en opnieuw moest het
zich aan een operatie onderwerpen.
Het kind werd toen opnieuw naar de
ziekenzaal gebracht, waar het om 9 uur
bezoek kreeg van den professor. Deze
onderzocht den kleioen lijder, bekeek de
operatie, fronste de wenkbrauwen
zeide, dat het kind opnieuw geopereerd
moest worden, daar het anders zeker zou
sterven. Blykbaar waren dus de beide
eerste operaties niet goed uitgevoerd. Het
arme kind onderging toen voor den der
den keer een keeloperatie en be-
De volgende geschiedenis waarvoor
wij geene andere kwalificatie kunnen vin
den dan de bovenstaande deelt de
heer li. K. Vos te Groningen in een
der nieuwsbladen mede:
V rijdag 24 Januari werd mijn zoontje,
een jongen van ruim 4 jaar oud plot
seling ongesteld. Onze huisdokter vreesde
voor kwaadaardige keelziekte, welke
vrees, helaas, Zaterdag daarop gegrond
bleek te zijn, om welke reden bij ons
den raad gat het kind in de barak
voor besmettelijke ziekten te doen op
nemen. Aan dien raad gehoor geven
verzocht ik voor mijn kind directe
plaatsing, wat werd toegestaan togen
betaling van f'1.75 per dag. Mijn kind
werd Zaterdag-avond in de barak op
genomen, doch zijn toestand verergerde
's nachts zoo, dat de dokter het noodig
oordeelde het aan een keeloperatie te
onderwerpen 's Nachts half vijf droeg
ik mya kind, dat het doodsbenauwd
en in hevige mate koorts had, in dekens
gewikkeld naar het academisch zieken
huis, waar men mij gelastte hot kind
op een marmeren talel te leggen en uit
te kleedeu.
Geen kachel verwarmde de groote
operatiezaal, zjodat ik huiverde en in
een kromp van smart bij de gedachte
aan mijn kind, dat geheel naakt werd
uitgekleed, ondanks de hevige koorts
waaraan het leed.
Ik moest mij nu verwijderen, en toen
ongeveer een uur verloopen was, werd
mij kennis gegeven, dat de operatie was
atgeloopen en ik mijn kind nu in de
ziekenzaal kon brengen. Toen ik het uit
de operatiekamer terugontving, was het
kind aan het oog verwond, hetgeen blijk
baar door een hardhandigkeid was ver
oorzaakt.
Tot mijn verwondering bemerkte ik
dadelijk, dat het kind ondanks de ope
ratie, toch spreken kon, terwijl ik wel
eens gezien en gehoord heb, dat zulks
anders niet het geval is, doordien het
pijpje in de luchtpijp aangebracht, dit
verhindert. Ik gingnadat het kind te
bed gebracht was, bij zijn bedje zitten
en voelde instinctmatig zijn pols, waarop
de hoofdoppasseresse een zonderlinge
hollandscbe juffer zich tot mij wendde
en zei:
Zeg, jij, man, je moet hier nou niet
zooveel geleerdheid uitkramen, hoor je?
Ik geleerdheid uitkramen, juffrouw?
zei ik, „hoe komt u daarbij?"
Nou, zei de juffrouw, „meen je
soms den pols van je kind te kunnen
voelen je kunt dit je eigen pols niet
doen, met zulke geleerdheJen moet je
hier niet aankomen, dan is 't maar beter
j dat je vertrekt
Ik vroeg nu: „juffrouw, zou u ook
een beetje water hebben voor mijn kind
waarop zij norsch antwoordde„daar is
Maar uit is nog ni#t alles, mijnheer
de redacteur. Daar wij van het overle
den kind geen portret hadden, besloten
mijn vrouw en ik alsnog zijn portrer, zij
het dan ook nadat het overleden was, te
laten maken, waartoe zich oen photo-
graaf bereid verklaarde. Vóór hiertoe
werd overgegaan, wilde ik eerst mijn
kind nog eens zien of de gelaatstrekken
ook zoo veranderd waren, dat een por
tret niet meer gevvenscht werd. Na veel
moeite en velerlei plichtsbetrachtingen
werd ik eindelijk in de snijkamer toe
gelaten. Hier lag het lijk vaa mijn lie
ven zoon in een wit laken gewikkeld
lang uit op een marmeren tafel. Hoewel
de oppassers mij dit wilden beletten, trok
ik hot, laken af en ontwaardde tot mijn
ontzetting, dat men het lijkje geheel had
opengesneden, ja zelfs voelde ik, dat de
borstbeenderen ©n ribben gebroken wa
ren. Hoe ik toen te moede was, kan ik
niet beschrijvenmaar z«ker is het
dat ik van ontsteltenis ineenkromp. En
nu vraag ik, Mijnheer de Redacteur, is
zulk een lijksckennia geoorloofd? Wel
wist ik dat men met do lijken van over
leden veroordeelden naar willekeur han
delde, maar dat men dit zelfs deed met
lijken van families, die aanwezig zijn en
bovendien nog per dag gedureade de op
neming 1.75 moet betalen, zie, dat noem
ik ongehoord en schandelijk!"
ReclitSEaken.
Een jeugdige socialist, die verleden
jaar een schotschrift of pamflet, getiteld
„eene bloeduelasting", had geschreven,
doen drukken en verspreiden onder de
iotelingen, stond Vrijdag in appèl van
een vonnis der arrond.-rechtbauk te Rot
terdam als geïntimeerde terecht voor het
gerechtshof alhier, omdat hij in dat ge
schrift de miliciens zou hebben opgeruid
tot insubordinatie. Uitvoerig lichtte de
heer advocaat-generaal zijn requisitoir
toe, vorderde vernietiging van het vonnis
der rechtbank te Rotterdam, waarbij de
beklaagde was ontslagen van rechtsver
volging, en eischte zijn veroordeeling tot
een gevangenisstraf van drie maanden.
De toegevoegde verdediger, mr. Patijn,
meende, dat van eene veroordeeling we
gens opruiing geen sprake kon zijn. Uit
spraak 1 Maart.
- De geschorste gemeenteontvanger
op Urk, de heer K. K., is door de recht
bank te Alkmaar, ter zake van valsch-
heid in geschriften, veroordeeld tot 8
maanden gevangenisstraf en in de kosten,
met bevel tot voorloopige invrijheidstel
ling.
veepest in Bantam nog altijd treurig ge
nesteld is. Niettegenstaande alle moge
lijke voorzorgsmaatregelen worden ia
acht genomen, is geheel Bantam besmet.
Dit heeft op handel en nijverheid eea
nadeeligen invloed.
CIVIEL DEPARTEMENT.
Verleend: Een tweejarig verlof naar
Europa wegens ziekte aan de hulpon-
dorwijzeres A. M. Smulders en aan den
opz. 2o kl. bij den Waterstaat V. A. de
Witte, en aan den hoofdcomm. bij het
departement van onderwijs, eeredionst
en nijverheid J. W. Jagtman.
MILITAIR DEPARTEMENT.
Verleend: Een tweejarig verlof naar
Europa, wegens 12 jaar onafgebroken
dienst in Ned.-Indië, aan den le luit.
der art. J. C. W. Smits.
MARINE DEPARTEMENT.
Verleend: een tweejarig verlof naar
Europa, wegens ziekte, aan den baas-
ketelmaker bij de fabriek voor de marine
en het stoomwezen te Soarabaja F. H.
Versnel.
OntslagenOp verzoekeervol uit
's lands dienst, de geneesheer bij het
marine-établissement te Soerabaja, E. M.
Vanlier.
Benoemd: Tot geneesheer bij het ma-
rine-établiasement te Soerabaja, de ambte
naar op non-activiteit, J. J. van Effen.
Trouw-, Geboorte- en Doodberichten.
(Uit de ind. bladen van 17 tot 25 Jan.)
GEHUWD: A. Prentice en J. de
Clnnie Mac Lennan, Pasoeroean.- J. A.
E. van Deventer en J. F. von Czer-
nicki, Sidho-Ardjo. - G. M. Koch en F.
G. Theunissen.
GEBOORTENM. Bergamin-Lau-
rens d., Weltevreden. - L. Hummelgens-
De Chauvigny de Blot d., Garoet. - L.
Nauts-Chavigny de Blot d. - B. A.
Marcus-Lindman d. - De Geuninck van
Capelle d. - G. Huijsing-Boorsma z.,
allen te Batavia. - A. Huster-Erszber-
ger d., Mr. Cornelis. - J. E. Palm-Meu-
lenhofï z., Buitenzorg. - A. Wibert Rij
nenberg z., Palembacg. - C. L. Scheuer-
In'tveld d., Soemenep. - A. Weijer-
Kirchner z. - M. J. Altman-Koopman
d. - R. J. Th. Pereira-Sleebos z. - J.
H. Hallewijn-Polak z. - A. J. Nickel-
Schusler z. - H. D. Keasberrij-Davids
d. - A. S. Spier-Polack z., allen te Soe-
rabaya. - D. W. J. A. Oetgens van
Waverea Paneras Clifford-H&axman d.,
Sitobondo. - H. C. Catalani-Schmidt z. -
G. Evoraert-Muller z. - A. L. Rijken-
Rapp von Winkelman z. - E. Woijzig-
Alexander d., allen te Samarang. - E.
L. Boissevao-Court z., Cberibon. - H.
E. Micola-Camps d,, T oeroeg.
OVERLEDENM. A. van der Leeuw-
Van der Looi, Biitar. - J. G. Ch.Schupe,
27 d., - J. J. Hijikema, 23 d. - J. R.
C. van Genderen, 26 j., allen Soerabaja.-
A. Verdaijn Lunnel, Batavia. - C. G.
Heijligers, 63 j., Bandoog. - H. Hor-
nung, 11 m. - A. G. de Roode, 2 j. -
E. M. H. M. Seelig, 2 j., allen te Sa
marang. - E. Heijning. - Jkv. H. C.
Buijs-De Vayues van Brakell. - D. Plooe
van Amstel. L. L. Kloppenburg, 5 d.,
Djombang. - H. P. Aerts, 39 j. - P.
Haag-Heijneman, Ngawi.
KOLONIËN.
BATAVIA, 18 Januari.
Eenigen tijd geleden werd uit de
Preanger door twee verschillende be
richtgevers aan YLGtBat.Niemvsblad geschre
ven, dat dr. Snouck Hurgronje getrouwd
zou zijn met eene dochter van den
hoofdpanghoeloe van Tjiamis. Thans
verzekert de Locomotief op do meest
stellige wijze, dat het verhaal dier trouw
partij verzonnen is.
Uit Bantam wordt aan het Weekbl.
van N.-I. geschreven, dat het monument
ter gedachtenis aan de in Juli 1888 te
Tjilegon gevallen offers, op den 2den
Kerstdag onthuld is.
VIS S C X E 8 ij.
IJ m u i d e n, 17/20 Februari. Van de
kordvisscherij kwamen binnen de loggers
V L 95, 87, 71, 110, 84,86,98,88,94,
met bes. van 100 275 de smacks
Y R 860, met 14 last steurhaiing, M A
19 en IJ M 19, met bes. van 40 tot
ƒ150, benevens 100 schokkers met bes.
van ƒ40 tot ƒ60. Van de beugvisscherij
kwamen binnen de sloepen PR 8, met
80 lev., 260 doode kabelj, 300 schelv.,
P R 46, met 350 lev., 150 doode kabelj.,
800 schelv., 15 lengen, P 72 41, met 190
lev., 200 doode kabelj., 300 schelv., 80
lengen, 1 puntje rog, 1 ben rog, P R 44,
met 240 lev., 100 doode kabelj., 800 schelv.,
16 lengen, 1 ben vleet, 2 bennen rog,
PR 9, met 150 lev., 100 doode kabelj., 300
schelv., PR 3, met 160 lev., 230 doode ka
belj., 1 heilbot, 500 s«helv., M D 10, met
moeten."
„Ik ben u zeer dankbaar voor uwe goedheid, mevrouw, en het
zal Espérance ongetwijfeld veel genoegen doen."
Lady Worthington had te veel haast om woorden te verspillen,
zij ging dus recht op haar doel af.
„Nu moet gij mij eens oprecht mededeelen, op welke wijze gij
denkt, dat ik uwe zuster van dienst kan zijn? Men kan wel een
jaar lang de pastorie bezoeken, zonder een der bewoners goed te
leeren kennen."
„Mevrouw is wel goed. Ik voor mij geloof, dat Espérance
sleehts liefde noodig heeft. Zy mist daar, wat haar vroeger in
overvloed werd toebedeeld."
„Arm kind! zij had het niet slechter kunnen hebben dan in
die huishouding, waar geen moeder is. Ik zal haar inderdaad
spoedig opzoeken. Gij zult haar hier geen tehuis kunnen aanbie
den," en lady Worthington wierp een blik door het ongezellige,
karig gemeubileerde vertrek; in den haard brandde geen vuur,
het gas flikkerde en voor het raam hing geen enkel gordijn.
Een schaduw trok over Gaspards gelaat en er heerschte een
^ogenblik van stilzwijgen, alvorens hy antwoord gaf.
„Het is zeer prettig voor mij, om te weten, dat zij tenminste
niet aan gebrek behoeft te denken. De scheiding is ons natuurlijk
zeer hard gevallen, maar ik zal mij minder ongerust maken, wan
neer ik weet, dat gij haar eens zult toespreken, mevrouw."
Lady Worthington was getroffen door deze eenvoudige woorden.
Zij zou gaarne nog wat langer bij hem vertoefd hebben, maar het
was nu reeds te laat geworden. Zij stond dus met weerzin op.
„Dit is een zeer kort bezoek," zeide zij, terwijl zij Gaspard de
hand reikte, „maar ik hoop, dat wanneer wij van het voorjaar
weer hier terugkomen, wij elkaar beter zullen leeren kennen; ik
kan uwe zuster nu echter vertellen, dat ik u gesproken heb."
Gaspard herhaalde zijne dankbetuigingen en lady Worthington
begaf zich naar haar rijtuig en reed in gestrekten draf naar huis,
terwijl zij er nog eens ernstig over nadacht, op welke wijze zij
den armen, fleren Franschman, die gebrek moest lijden, zou helpen.
HOOFDSTUK XVII.
Het was reeds zes uur, toen de vermoeide paarden Kensington
bereikten. Lady Worthington was koud en vermoeid, maar des
niettemin toonde zij, hoeveel geestkracht zij bezat, daar zij met
vlugge schreden de breede trap op naar boven ging. Zij opende
de deur van de zitkamer en slaakte een kreet van verlichting,
toen zij daar hare jongere zuster Frances Neville alleen vond.
Verder wordt gemeld, dat het met de 70 lev., 250 doode kabelj., 1 heilbot, 500
„Eindelijk ben ik dan toch weer thuis. Ik was bang, dat gij
eene kamer vol bezoekers zoudt hebben," riep zij uit, hare hand
schoenen uittrekkende en hare handen bij het vuur warmende.
„Gij zijfc er juist aan ontsnapt," zeide Frances met een glim-
laeh. „Er zijn er reeds zes geweest en Kolonel en mevrouw
Vigar zijn zooeven vertrokken."
„Hoe vervelend van die menschen om zoo lang to blijvenEn
gij zijt nu zeker wel uitgeput, lieveling. Gij ziet zoo wit als een
laken. 13 Henry thuis?"
„Ik meen, dat ik zijn stap heb gehoord, maar ik weet het niet
zeker. Vertel mij nu eens, waar gij geweest zijt, Katharine. Gij
zijt lang weggebleven."
„Ja. Ik zal u zoo dadelijk alios vertellen, maar ik moet Henry
eerst spreken, als hij tenminste thuis is." En lady Worthington
verliet haastig het vertrek.
De beide zusters vormden een groot contrast.
Wordt vervolgd.)