2 jonge MEISJES,
Zangkoor
«ALEOTTO.
its ïerpflerag
jBllsgezsiieif.
forlotiflj m Bioyoio,
Portland-Cement,
GEBR8. SCH0MAGEL,
BIRGEBLIJKE STAND.
Ad verten tiën.
efetiiiau; van laet
Cantate 1Ï. TOURS.
Sociëteit „RE KROON".
Zondag l Maart 1890.
Gierstraat :ti.
Schouwburg, Haarlem,
Buitengewone Voorstelling,
Holiandsch Tooneelyezelschsp.
ZIJ WIL MET TROUWEN.
Dankbetuiging.
Yersctan No. 4 van
Heil. Werkliedenverbond
„PA TBI HO RIVM".
do Heer J. N. LINDEBOOM,
VEREEMGING
VOORDRACHT
Vervalschisg van Leuensmidtieien.
HAMILTON of SILV1BT01 ML,
Uitsluitend FRANSCHE CORSETS.
merk „Oufossez en Henry Cronfcstu".
Handel in Bouwmaterialen, Haarlem.
GEBOORTEN
28 Febr. C. M. de Wilde-Ruigrok z. -
H. M. Rootlieb-Guiteneau d. - J. H.
Dietz-Schreuders z. - J. van Marion-v.
d. Bos d. - 1 Maart. E. Crombouw-Sta
van Uiters z.
ten hi
Zondag 2 Maartten half
twaalf uur.
BUITENGEWONE VOORSTEL
LING door het Specialiteiten-
Gezelschap, directie Gebr. MAR-
TRON, bestaande uit Operetten-
DuettenMuzikale Clowns
Kunst-, Schaatsen- en Wielrij
ders, en verdere Artisten van
den len Rang.
Zie verder groote en kleine Bil-
jetten. Aanvang 7 V. ure.
Entrée 49 Cts.
Heeren Leden der Sociëteit met
één Dame vrijen toegang.
Plaatsbespreking Zondag van 10
tot 3 ure k 10 Cts.
te HEEMSTEDE.
Spreekuren te HAARLEM:
Maandag 12—2 uur.
door het
Directie:
Gebr. A. VAN LIER.
Haandag 3 Haart 1330.
Drama in 4 bedrijven.
Voorafgegaan door:
Dramatische schets uit het
Noorsch.
Aanvang 7'/= uur.
Balcon ƒ1,50; le Loge ƒ1,25;
Parterre ƒ1,2e Loge f 0,75;
Gaanderij ƒ0,30.
De hoofdrollen worden ver
vuld door Mevr. ANNA RöSSING
Sablairolles en den Heer VAN
KUIJK.
Populaire schetsen op het gebied
van Land« en Volkenkunde
door
A. van der Voort Azn.
I.
Ondergeteekende betuigt haar
innigen dank aan de Leden van den
Nederlandschen R. K. Volksbond,
voor de milde gift haar geschonken;
in't bizonder het Weled. Bestuur en
den heer Ifouwenhoven. Ook den
heer Albt. Rooijers, directeur der
Zangvereeniging St. Bavo. wordt
voor diens ijver mede door haar
dank gezegd.
Wed. A. M. LEEMAN.
1 Maart 1890.
De ondergeteekende
verzoekt alle schuld-
eischers zich te ver
voegen tot haren Echtgenoot, V.
Stroocloeck, te Amsterdam, aan
gezien de geheele opbrengst
der verkochte goederen door
hem in beslag is genomen.
G. C. STROOCLOECK,
Geb. Asses.
Haarlem 1 Maart 1890.
V J VAN WESTERKAP-
PEL en P DROSTE,Makelaars,
presenteeren als lasthebbenden van
hunnen principaal, op Zaterdag
den 29n Maart 1890, des na
middags na 5 uur in het verkoop
lokaal „de Gouden Leeuw" in
de Zijlstraat te Haarlem, in pu
blieke veiling te verkoopen, ten
overstaan van den Notaris W.
K. LOEFP: Een groot, hecht,
sterk, weldoortimmerd en zeer net
onderhouden HEERENHUIS, met
TUIN en ERVE, staande en ge
legen te Haarlem aan het beste ge
deelte van het Spaarne bij de ICaas.
markt, benevens een POORT, uit
komende in de Berkenrodesteeg, ge-
teekend No. 48, en bij het kadaster
bekend in sectie D. onder No. 1216,
ter grootte van 2 Aren, 80 Cen
tiaren.
Dit perceel, bevattende tien ka
mers, waaronder een royale suite,
henevens badkamer, keuken, hij
keuken, kelder en verdere gemak
ken, is, na voorafgaand belet vra
gen, te bezichtigen des Dinsdags
en Donderdags van 's namiddags
half 2 tot half 4.
Breeder bij billetten omschreven
en nadere iuformatiën bij bovenge
melde Makelaars. De bewijzen van
eigendom en de veilconditiën zullen
drie dagen vóór en op den verkoop
dag ter visie liggen ten kantore
van den Notaris voornoemd.
Inhoud: Ter navolging. Een
menschwaardig bestaan „Eigen
Hulp". Allerlei. Een tele
gram. Volksleeszaal. Inge
zonden Stukken. Advertentiëu.
Exemplaren te hekomen Nassau-
laaii 13 rood.
Afdeeling HAARLEM.
Donderdag 6 Maart,
in het Gebouw der Mpij Tot Nut
van H Algemeent, Zijlstraat.
Spreker:
Pred. te Zutfen.
Onderwerp
Loon-Knecht of Dienaar?
Aanvang 's avonds 8 uur.
Toegang 5 Cts. aan het gebouw.
Geen discussie.
Maandag 3 Maart, des avonds
te acht ure, in t Hotel Funcklert, zal
Dr. R. H. SALTET, van Amster
dam.voor de Leden en hunne Da
mes eene
houden over:
Bewijzen van Toegang zijn voor
iederen belangstellende, Maandag
morgen tusschen 10 en 12 ure ver
krijgbaar bij Mr. F. WILLEKES
McDONALD, Kruisweg 61.
DE BEVOLKING VAN JAVA.
In de donkerblauwe wateren van den
Indischen Oceaan, onder een tropisehen
kemel en omgeven door talrijke met een
weelderig plantenkleed bedekte eilanden
strekt zich het voor de Nederlanders zoo
zegenrijke eiland Java uit.
Door de uitmuntende vruchtbaarheid
van zijn onuitputtelijken bodem, den rijk
dom zijner voortbrengselen, de trotsche
majesteit zijner ontzaehwekkende berg
gevaarten, de liefelijkheid zijner roman
tische dalen, maar meer nog do®r zijn
in zoo hooge mate belangwekkende be
volking is dit eiland onze aandacht
waard. Vooral komt de waarheid dezer
bewering aan het licht, waaneer men let
op de veelal onjuiste en al te vaak te
genstrijdige denkbeelden, welke men zich
van de bewoners van dezo parel onzer
bezittingen maakt.
Java is buitengewoon dicht bevolkt.
Slechts enkele deelen van een paar an
dere staten, b. v. China en België, kun
nen, wat dit betreft, met Java worden
gelijkgesteld. In vergelijking met andere
eilanden, die eveneens in de heete lucht
streek gelegen en door hua rijkdom aan
voortbrengselen beroemd zijn, voedt Java
het grootst aantal menschen, Cuba b.v.,
waarvan groote hoeveelheden suiker en
tabak en de bekende Havanna sigaren
worden uitgevoerd, is bijna even groot
en heeft slechts Vu van het aantal in
woners, Luzon, iets grooter dan Cuba,
maar toch nog iets kleiner dan Java,
heeft V# van de bevolkingsdichtheid.
Eerst in den jongsten tijd heeft men
vertrouwbare opgaven omtrent het aan
tal menschen dat op de 2314.17 vierk.
geographische mijlen van Java zijn brood
vindt. Zelfs Daendels kon slechts eene
ruwe schatting opgeven. Hij begrootte
het aantal op 3.700.000. Raffles liet in
1815 voor de eerste maal een volkstel
ling honden omdat hij de uitkomsten
voor zijn detailed Settlement" waar
over wellicht later meer noodig had.
Hij vond 4| miilioen inlanders. Dit ge
tal was volgens de regeeringaverslagen
in 1849 geklommen tot 9.420.553. Thans
is dit aantal weer meer dan verdubbeld,
in 1886 had Java een bevolking van
21.467.445 zielen, waaronder 21.190.626
inlanders.
Bij het vergelijken dezer getallen
moeten wij ia het oog houden, dat de
schatting, die gedeeltelijk op de opga
ven van districtshoofden berustte, het
bevolkingscijfer veel te klein opgaf.
Naarmate de verschillende sectiën dier
statistieke opname een grooter deel
des eilands bezochten, werden de ver
schillen tusschen vroegere en tegenwoor
dige opgaven grooter, en wel in veel
sterker mate dan aan het aantal der ge
boorten is toe te schrijven. Evenwel
valt toch niet te ontkennen dat op Java
een zeer sterke vermeerdering der be
volking plaats heeft. Bleeker beweert,
dat zij in onzen tijd, in 35 jaren verdub
belt. De rijkdom van den bodem en de
geringe behoeften van den Javaan ver
klaren die sterke vermeerdering vol
doende.
Het is vrij algemeen bekend, dat in
Engeland het aantal geboorten tamelijk
wei omgekeerd evenredig is met de prij
zen van het graan, en dat in het alge
meen de toeneming der bevolking daar
het sterkst is, waar zij de meeste mid
delen van bestaan kan vinden. Die regel
is ongetwijfeld ook op Java van toepas
sing. Wanneer we nu nagaan hoezeer
het cultuur-stelsel en de uitbreiding van
het gemeenschappelijk landbezit op Java
de productie en daardoor de welvaart
hebben doen toenemen, dan zal ons een
snelle aanwas der bevolking zeer ver
klaarbaar voorkomen.
Het zou evenwel onjuist zijn indien
men uit deze redeneering wilde besluiten
dat voor de inlanders het cultuurstelsel
en gemeenschappelijk grondbezit welda
dig zijn. Het is toch genoegzaam bekend
en de staathuishoudkunde heeft het
op onwederlegbare wijze aangetoond
dat, wanneer een regeering de nijver
heid aan banden legt. dit op den duur
ten nadeele van de nijverheid en van
de bevolking uitloopt.
Het is wel mogelijk dat daardoor voor
zekeren tijd de welvaart toeneemt, maar
het kan niet lang duren of er moet een
terugwerking komen.
Zoolang dus de kunstmatige toestand,
die tegenwoordig bestaat, aan bijna alle
bewoners een zekere mate van welvaart
verschaft, zal men een sterke toeneming
van de bevolking bespeuren, doch eens,
hiervan kan men verzekerd wezenzal
het aautal inwoners zoo groot zijn
worden, dat de bodem slechts voor hen,
en voor niet meer, een voldoende hoe
veelheid voedsel oplevert. Gaat dan de
bevolking nog voort haar getal nog te
vermeerderen en de weinige bedacht'
zaamheid, de zorgeloosheid en de geringe
outwikkeling der bevolking doen dit
verwachten - dan kan het niet anders
of er zullen weldra duizenden op het
eiland gevonden wordeD, die niet in
staat zullen zijn, zich het noodïge onder
houd te verschaffen. Dan zal do kunst
matige regeling niet meer voldoen
van gunstig uiterlijk, goede ver
koopsters, worden in Hollandsche
Kleederdracht gevraagd op de
Tentoonstelling te Bremendoor E.
ERT, Hannover /Ho. 723a,).
54 inch. hoog, le klasse fabrikaat,
verstelbaar zadel, dat men hooger
en lager kan zetten, hoogstens 85
loten tegen 75 cts. per lot.
De trekking zal voor 15 April
iats hebben. Bij ongenoegzame
deelneming en boven het genoemde
getal wordt het bedrag terug ge
zonden. Toezending der loten na
de ontvangst van het bedrag.
J. M. Graadt v. Roggen,
Kleine Houtweg 9.
Op V r ij d a g den zevenden
Maart 1890, des namiddags te
drie uren, zal door de Architecten
A. J. A. G. VAN DER STEUR, te
Haarlem, namens hunne lastgevers,
in het lokaal e Weten en Werken.,
hij enkele inschrijving worden aan
besteed
Het maken van een enkel
en een blok van twee Woon-
huizen, op terreinenge
legen. ten zuiden van den
Zitflweg, aldaar.
Het bestek met de teekening zal
van Vrijdag den 28sten Februari
ter inzage liggen in het lokaal van
aanbesteding; de aanwijzing zal
plaats hebben op Maandag den der
den Maart, des morgens te 11'/; ure.
Gedrukte exemplaren van het bestek
zijn op franco aanvrage ad ƒ0,50
te verkrijgen bij de Architecten
voornoemd, Wilhelminastraat 48.
AKTE CS- A INT CS- 4=.
Deze Cement, welke uitmunt door fijnheid en voortreffelijke kracht,
staat steeds onder toezicht van den WelEd. Heer J. A. VAN DER
KLOES, Leeraar aan de Polytechnische School te Delft.
Vele attesten ter inzage.
Verkrijgbaar, tegen concurreerenden prijs, in verzegelde zakken
en vaten, bij
maar dan zullen ook het cultuurstelsel
het gemeenschappelijk landbezit die
bevolking ten vloek wezen.
Zal de mensch in den strijd des levens
zegevieren, dan moet hij voor dien strijd
worden geoefend. De mensch moet leeren
zich andere hulpmiddelen te verschaffen,
wanneer de oude onvoldoende blijken te
zijn of verloren gaan. Treurig genoeg
het tegenwoordige stelsel is niet in staat
den inlander voor den strijd des levens
te oefenen of hem van het gareel der
gewoonte, waarin hij gespannen is, te
ontdoen. Men zal hem moeten ontwik
kelen, hem nieuwe bronnen van bestaan
leeren vinden en de oude leeren ver
beteren en dit is, meenen we, in den
tegenwoordigen staat van zaken, bij het
onvoldoende onderwijs en de groote
menigte veroordeelen, waarmede hij be
hept is, niet mogelijk.
Wel heeft de regeering in de laatste
jaren stappen gedaan, in de richting
eener meer vryzinnige regeling, maar
het zal nog langen tijd duren, vóór men,
in den toestand der bevolking, de gevol
gen van de veranderde zienswijze zal
bespeuren.
Het is daarom te hopen en te wen-
schen, dat de Maleiers zeiven zullen
leeren hunne middelen van bestaan te
vermeerderen, want anders zal zelrs de
rijke en vruchtbare bodem van Java,
hem niet voor de grootste ellende
bewaren.
Duidelijk zal de waarheid, die in deze
bewering, is uitgedrukt, aan het licht
komen wanneer wij de bevolkings-dieht-
heid :»ader beschouwen. Het dichtst be
volkte deel is Midden-Java. Vooral in
de residenties Kadoe en Bagélen zijn ze
opgehooptdaar wonen 20 h 23 duizend
menschen op één vierkaDte geogr. mijl.
Vergelijken wij de bevolkingsdichtheid
van Java met die van het ook reeds
zoo wèl bevolkte Nederland, dan blijkt
dat de gemiddelde dichtheid op Java is
8900 en in Nederland 6700; de resi
dentie Kadoe telt 22450, de meest be
volkte provincie van Nederland, Zuid-
Holland^ slechts 14600 zielen. De minst
bevolkte provincie, Drenthe heeft 2500
en Bezoehi 3350 menschen per vierk.
geogr. mijl. Dit feit is daarom in zoo
hooge mate merkwaardig omdat werke
lijk de bewoners van Java leven van de
opbrengst van den bodem, wat in de
dichtstbevolkte streken van Nederland
volstrekt niet het geval is. Daar be-
kleeden handel en industrie een ruime
plaats onder de middelen van bestaan.
Zoover hebben de Javanen het nog
niet gebracht.
Het woord Javanen wordt hier ge-
'i bezigd ore. ai de bewoners van het eiland,
t die tot het maleische ras behooren, aan
[te duiden. Juist is deze uitdrukking
eigenlijk niet. De naam Javaan is slechts
op een ^gedeelte zij het dan ook het
belangrijkste deel der bevolking van
toepassing. Het westelijk deel ran hat
eiland wordt bewoond door S o end a
n e e zen en het oostelijk deel door
Madoereezen.
Als grens tusschen Soendaneezen en
Javanen wordt in den regel opgegeven
de lijn welke men over de Tji Losari
en Tji Tandoewi trekken kan. De eerste
rivier was echter vroeger niet de grens.
Deze was de fji1) of kali Pamali, daar
zij de grens was tusschen het rijk van
Padjadjaran in het westen en Modjo-
pahit in het oosten. Maar teen zich in
de vlakte tusschen de Tji Losari en de
Tji Pamali vele Javanen neerzetten, werd
later de eerste als de grens tusschen de
beide volkselementen aangemerkt.
In het oosten bewonen de Madoereezen,
naet welke de Javanen zich ongaarne
vermengen, vooral de residenties Pds-
soeroeanProbolinggo en Kediri. In de
vorige eeuw hebben zij zich hier in
vele, gedurende de onophoudelijke oor
logen verlaten, dessa's nedergezet. Zij
maken daar hoogstwaarschijnlijk wel
van de bevolking uit.
Deze verschillende stammen onderschei
den zich niet alleen door de talen, die
zij spreken, (waarover later), maar ook
door kenmerkende verschillen in hun
uiterlijk voorkomen. Dat het zeer moei
lijk ia, een algemeen beeld te geven, dat
als type voor de bevolking kan dienen
is zeer licht in te zien, wanneer men
nagaat hoe groot de individueele ver
schillen zijn. Bovendien heeft men zeer
uiteeöloopende, zelfs tegenstrijdige be
richten omtrent het uiterlijk der inland-
sche bevolking.
Het zal daarom noodig zijn, dat we
ons slechss tot eenige algemeen e eigen
schappen bepalen.
De Javaan heeft een klein en tenger,
doch dikwijls vleezig lichaam. De ge
laatskleur verschilt aanmerkelijk. De
personen uit de hoogere standen zijn veel
lichter van kleur dan die uit de lagere
volksklassen, terwijl de nog donkerder
kleur, die aan sommigen eigen is, wel
licht aan vermenging met de Papoea's
moet worden toegeschreven. Over het
algemeen echter is de kleur licht geel
bruin met een eenigszins olijfkleurige
tint, De kleur der haren is zwart, die
der oogen soms ook bruin. De haren zijn
lang grof en soms gekruld, hoewel dit
laatste niet een eigenschap van het ras
schijnt te zijn, maar denkelijk aan krui
sing met andere volken moet worden
toegeschreven. De baard van den Javaan
is over het algemeen zeer weinig ont
wikkeld, zonder twijfel de oorzaak van
i) Tji soendis: Kali (iav.) rivier.
de ingenomenheid van velen hunner met
een dunnen knevel. De oogspleet die bij
de eigentlijke Maleiers, even als bij de
Mongolen doch in veel geringer mato,
schuin staat is bij de Javanen horizon
taal en wijd geopend. Het gelaat is niet
zoo leelijk als het ons veel malen wordt
afgeteekend, hoewel de uitstekende juk
beenderen, de platte neus en de vaak
dikke, maar niet onbevallig gesneden
lippen zeker sterk afwijken van het
ideaal van sehoonheid, dat wij ons heb-
bon gevormd. De mond is over het al
gemeen naar onzen smaak te groot. Toch
zou hij ons een paar rijen sierlijke en
krachtige tanden vertoonen, als niet het
volksgebruik hen had geleid tot de kwade
gewoonte van de tanden af te veilen en
door het kauwen van sirih glanzend
zwart te maken.
Ook de vrouwen hebben deze ge
woonte, daar zij zich hierdoor in het
oog van den inlander eene bekoorlijk
heid weten te verschaffen, die haar zeer
te stade komt, omdat zij in het algemeen
bij de mannen ïn welgemaaktheid achter
staan. Ongetwijfeld is dit gebrek aan
sehoonheid bij de vrouwen te wijten aan
den zwaren veldarbeid, dien zij in dat
klimaat verplicht zijn te verrichten.
Zooveel is zeker, dat zij, meestal wan
neer de eerste vaag der jeugd voorbij is,
zeer leelijk worden.
Bij de vrouwen en dochters der aan
zienlijken, die zich meer in huis ophou
den en geen arbeid verrichten, is schoon
heid minder zeldzaam. Ook hebben deze
veel meer, wat bij hen als een ideaal
van schoonheid geldt: een goudgele ge
laatskleur.
De Soendaneezen zijn in 't algemeen
kleiner dan de Javanen en Madoereezen
doch meer ineengedrongen, meer ge
spierd, grover en sterker gebouwd dan
het hoofdvolk. Hun lengte overtreft zel
den 1.55 meter. De Madoereezen hebben
bij de meerdere lengte der Javanen de
gespierdheid en krachtiger lichaamsbouw
der Soendaneezen.
In vergelijking met de Germanen zijn
de Maleiers allen klein en tenger te
noemen.
We ontveinzen ons geenszins, dat
deze persoonsbeschrijving onvolledig is,
en dat velen, die de Javanen slechts
oppervlakkig kennen, haar onnauwkeu
rig kunnen noemen. Men bedenke echter
dat, zooals reeds werd opgemerkt, indi
vidueele verschillen steeds bestaan en
dat een beschrijving, die aan alle eischen
zou voldoen, niet wel mogelijk is. De
bizondere afwijkingen bewijzen echter
niets tegen de overeenstemming van onze
beschrijving met het algemeene type var.
het ras.