NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 7e Jaargang. Dinsdag 4 Maart 1800. No. 2045e ABOKHEMEKTSPRIJSf: AD7EE:T;EITIË!Ï: S T X 6) S I E I! W S. Het Gemeentelijk Muziekkorps. BIN K N i.iH FEUILLETON. IN DEN VREEMDE. HAARLEM'S Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20. Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers-0-03. Dit bind verschijnt dagelijks, behalve op Zen- en Feestdagen. BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoorazra mmea SïS. van 15 regels. 50 Cents; iedere regel meer 10 cents Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentien worden aangeao.tr.cu docr onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en coursctie??. Directonröii-Uitgsvors J. C. PSEKEB002SI en 4. 2. AVIS, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Gené) alt de Publicity Mrangère G. L. DAUBS §r Co.y JOHN F. J0NH3, fiuec.. Parijs olbis Faubourg Montmartre. Haarlem, 3 Maart 1890. In de afgeloopen maand is het mu seum van schilderijen en oudheden op het raadhuis alhier bezocht door 128 personen kosteloos en door 82 personen tegen betaling. Gedurende de maand Februari is het Museum van Kunstnijverheid alhier door 581 personen bezocht. Op de aardappelen- en botermarkten alhier zijn in de afgeloopen maand aangev. vork. laagste hoogste pr. Aaivlapp. 538 HL. 431 IIL. f 1.50 f 2.75. Appelen. 153 99 n f 5.50 f 10.-. Pereu 16 12 f 5.50 f 6.5 p. K..G. p. K.G. Boter 716 kil 680 kil. f 1.50 f 1.30. p. stuk. p. stuk. Biggen 239 stuks 20S stuks f7-— t 26. Op de heden gehouden paardenmarkt waren aangevoerd 231 paarden meestal van inlandsen ras en waaronder vele werkpaarden, De prijzen liepen van 250 tot 60. De handel was zeer levendig. Bij de Rijkskweekschool voor onder wijzers alhier kunnen na afgelegd exa men kweekelingen worde» geplaatst, die op 1 September a.s. hun 15e jaar nog niet hebben volbracht. Onderwijs, boeken en leermiddelen worden liun van rijkswege kosteloos ver strekt. Inlichtingen zullen zeker gaarne ver strekt worden door den directeur, den heer P. H. van der Ley. Hedenmorgen werd de baan van de Haarlemsche IJsclub onder Overveen, voor de leden geopend. Het ijs was uit den aard der zaak niet zeer mooiniettemin werd er een druk gebruik van gemaakt, terwijl een orgel de feestvreugde trachtte te verhoogen door het voordraaien van het lied van de //Maliebaan" en dergelijke. Terwijl wij dit schrijven heeft de lucht een blauwen tint en dooit het sterk. Ongelukkig voor do liefhebbers zal mis schien morgen blijken, dat de hedenmid dag afwezigen ongelijk hebben gehad. Bij dezen stand van het weer toch valt er op voortzetting der vorst niet te rekenen. Gisteren- (Zondag)middag werden in den Hout bij het hotel van den Berg, een drietal jonge dames door eenige jongens van 20 a 22 jaar op verregaand brutale wijze met sneeuwballen gebombardeerd, zoodanig dat de hoed van een der dames geheel gedeukt en bedorven werd. Een ander der dames werd zoo gepijnigd door de harde halfbevroren sneeuwbrok ken, dat zij in tranen uitbarstte, terwijl de heer R., uit de Groote Houtstraat, die, zeer begrijpelijk, de laffe rekels op hun plaats wilde zetten, maar daarin niet slaagde, van hetzelfde laken een pak kreeg. Daar gelaten, dat dit een van de tal rijke gevallen is, dat zwakken en weer- loozen door sterkeren en onbeschoften of baldadigen geweld wordt aangedaan en waarvan men tijdens er sneeuw ligt zoo vaak de machtelooze getuige moot zijn, rijst de vraag: Waar blijft de toe passing van art. 424 Wetboek van Straf recht, dat het werpen mot sneeuwballen op den publiekcn w®g strafbaar stelt? Moeten wij ons maar steeds blijven beklagen over onvoldoend en slecht poli- tie-to. ziekt Door de gladheid viel Zondag namiddag een paard is de Jansstraat, dat door den eigenaar met meerdere paarden door die straat werd vervoerd. Een werkman, genaamd J. van Rooijen, die toeschoot om dat paard op te hel pen, ontving van het dier een trap tegen een zijner beenen, dat daardoor werd gebroken. Hij is per brancard naar het St. Elisabeths Gasthuis overgebracht. Door het College van Commissarissen van bovengenoemd muziekkorps is de volgende circulaire in Haarlem's omstre ken verzonden: z/Het Collego van Commissarissen over het Gemeentelijk Muziekkorps deed ver leden jaar een beroep op uwe medewer king, ten einde dat Muziekkorps reeds dadelijk goed te kunnen inrichten. Ons beroep is niet te vergeefs geweest en, dank zij ook uwen steun, heeft het korp3 onder zijnen bekwamen en vol- ijverigen directeur den heer C. P. W. Kriens in die weinige maanden de al- gemeene sympathie verworven. Dat eerste jaar echter heeft groote oprichtingskosten medegebracht en de inkomsten zijn ook nu nog niet van dien aard, dat wij het Muziekkorps op de verkregen hoogte kunnen houden, indien ons door belangstellenden niet nogmaals hulp wordt verleend. En niet alleen wenschen wij het korps op die hoogte te houden, wij zouden den heer Kriens gaarne in de gelegenheid stellen de onder zijne leiding staanden verder te brengen en uit te breiden tot een goed bezet muziekkorps van veer tig man. Het is daarom, dat wij met volle ver trouwen ons wederom tot u wenden met de uitnoodiging van uwe belangstelling te doen blijken door op onderstaande lijst voor eene bijdrage te willen teekenen. Het college van commissarissen j voornoemd, Mr. A. C. WallerVoorz. Mr. N. G. Gnoop Koopmans. Mr. W. Jager GerlinqsSecret. Fr. Lieftinck. C. J. M. De Wilde. F. R. J. Dubois. F. M. bar. Van lijndenPenningm." Een circulaire in denzelfden geest zal als omslag voor een inteekenlijst diénen, die in deze week aan Haarlems inge zetenen zal worden aangeboden. Hh. com missarissen zoggen o. a.: z/Wij hadden in het afgeloopen jaar groote oprichtingskosten, vele uitgaven voor mu ziekinstrumenten enz. en doordat het korps nog niet genoeg bekend was, verdiende het niet genoeg buitenaf. Krijgen wij nu nog éénmaal den steun van ingezetenen, dan kan het korps tot een voltallig har monie-orkest van ongeveer 45 man wor den uitgebreid en als ieder iets afzondert, dan is de benoodigde som spoedig hijeen en hebben allen dezen zomer genot, want b. v. de sociëteit «Trouw moet blycken" wil ons korp3 van Pinks'eren af eiken Zondagavond engageeren". Hijt lijdt o. i. geen twijfel of onze stad- genooten zullen aan de oproeping gehoor geven. De bijdragen, die voor de oprich ting van het Gemeentelijk Muziekkorps werden gevorderd, hebben aan onze ge meente een muziekkorps verschaft, dat zich onder de bekwame leiding van den heer C. P. W. Kriens op uitstekende wijze heeft ge vormd. De wensch bleef nog steeds over om een volledig harmonie-orkest te be zitten, waardoor ook meer de grootere toonwerken kunnen worden uitgevoerd en bovendien nog meer schoonheid en volkomenheid zullen worden bereikt. De ijverige commissarissen hebben dit zeer terecht ingezien en vandaar dat hun beroep verdient in ruime mate be antwoord te worden; dan voorzeker zal ons Gemeentelijk Muziekkorps welhaast op een hoogte staan, die overeenkomt met de beste des lands En dat is voor een gemeente als de onze zeker niet te veel gevergd, te meer niet omdat een matige bijdrage van ieder, verduizendvoudigd, dat doel volkomen bereikbaar maakt. Benoemd tot onderwijzer aan de open bare kostelooze school te Gorinchem, de heer R. H. Wierdeman te Bennebroek. Leger en Vloot. Onze Marine. De Koninklijke Marine, onder opper bevelhebberschap van Z. M. den Koning, telde op 1 Maart dezes jaars: 2 vice- admiraals, 4 schouts bij-nachts; 25 kap. ter zee, 35 kapitein-luitenants ter zee, 120 luitenants tor zee le klasse; 225 luitenants ter zeo 2e klasse en 75 adel- borston le klasse. Het korps mariniers bestond uit een kolonc-l-commandant, 3 luitenant-kolonels, 15 kapiteins, 24 eerste luitenants en 5 tweede luitenants; 1 luit.-kolonel-inten- dant, 2 kapiteins-kwartiermeester, 1 eerste en 1 tweodo luit.-kwartiermeester, 1 kapü.- administrateur van kleeding. De geneeskundige dienst der zeemacht is aldus samengesteld: 1 inspecteur, 2 dirig. off. v. gez. le kl.; 4 dirig. off. v. gez. 2e kl.; 39 off. v. gez. le kl.; 32 off. v. gez. 2e kl.; 1 apotheker le kl. en 3 apothekers 2e kl. Do administratie bij de zeemacht be staat uit: 1 hoofdinspecteur, 2 inspec teurs, 24 off. van administratie le kl.; 48 off. v. adm. 2e kl.; 13 adjunct-ad ministrateurs. Voor den stoomvaartdienst zijn be schikbaar: 5 officier-machinisten le kl.; 9 officier-machinisten 2e kl.; 47 machi nisten le kl. in het vaste korps; 22 machinisten le kl., 82 machinisten 2e kl., 80 machinisten 3e kl. en 61 machinist leerlingen le klasse. Van de dek- en onderofficieren in het vaste korps zijn 14 oppersehippers, 20 schippers, 57 bootslieden, 31 boots mansmaats, 5 opperstuurliedec, 9 eerste stuurlieden, 12 tweede stuurlieden, 8 opperkonstabels, 15 konstabelmajoors, 30 konstabels, 11 eerste provoosten, 9 eer ste timmerlieden, 15 tweede timmerlie den, 8 eerste zeilmakers, 10 tweede zeil makers, 9 eerste smeden, 5 tweede sme den, 7 eerste botteliers, 13 tweede botte liers, 8 ziekenoppasser-majoors, 10 eerste ziekenoppassers, 15 eerste schrijvers, 30 tweede schrijvers, 2 kuipers, 1 kapel meester, 1 onderkapelmeester, 6 stafmu zikanten, 1 oppc-r-torpedomaker, 3 torpe domaker-majoors, 7 sergeant-torpedoma kers, 3 opper-torpsdisten, 11 torpedist- majoors en 9 sergeant-torpedisten. Eindelijk telt de marine 1 hoofdinge nieur, adviseur voor scheepsbouw, 4 hoofdingenieurs, 5 ingenieurs le kl., 3 ingenieurs 2e kl. en 2 adspirantinge- nieurs. Op 1 Januari 1890 had Nederland te beschikken tot verdediging van kusten en zeegaten, reeden en stroomen, over 22 gepantserde en 47 ongepantserde schepen. Voor den algemeenen dienst waren beschikbaar 3 gepantserde cn 15 ongepantserde schepen. Voor bizondere diensten worden gebezigd 3 wacht- en en kostschepen15 instructie- en exer citievaartuigen en 1 opnemingsvaartuig. De indische militaire marine beschikte over 27 vaartuigen. De minister van Oorlog heeft het vol gende schrijven gericht aan de autoritei ten der landmacht: «Het is mij gebleken dat in onder scheiden garnizoensplaatsen actief dienen de officieren en onderofficieren werkzaam zijn als bestuurders of medebestuurders van coöperatieve winkelneringen. Uit den aard der zaak zijn aan het naar het bebooren waarnemen dier be trekkingen werkzaamheden verbonden, dio ook afgescheiden van haar ka rakter niet wel gelijktijdig met de militaire plichten zijn to vervullen. Bovendien acht ik het niet wensche- lijk, dat actief dienende officieren en onderofficieren mede het beheer voeren over winkelvereenigingen, waar niet alleen de leden, maar ook personen buiten die vereenigingen staande, hunne winkelwaren kunnen koopen. Het laat t noopt mij, zeer bepaald als mijn verlangen te doen kennen, dat voortaan geen actief dienende officieren of onderofficieren eenigerlei betrekking zullen bekleeden in besturen van of bij coöperatieve wiakelneringenwanneer deze niet uitsluitend den verkoop van artikelen aan leden der betrokken ver- eeniging ten doel hebben. Ik heb de eer, u te verzoeken, de aandacht der officieren en onderofficieren onder uwe bevelen op vorenstaande te vestigen." Z. M. do Koning heeft aande amsterdamsehe vereeniging voor volks- baden (voorzitter dr. P. J. Barnouw, secretaris do heer Westerouen van Mee- teren) vergunning verleend, om aan het eerstdaags aan te besteden volksbadhuis aldaar, den naam te geven van «Koning Willems Badhuis," «als zijnde het eerste volksbadhuis te Amsterdam en in Ne derland, en eene stichting van zoo groot belaDg voor den werkenden stand." Op voordracht van den minister van Binnenlandsche Zaken zijn deze en de Commissarissen des Konings in de provinciën bij kon. besluit ge machtigd, ter bewerking van de uit komsten der zevende algemeene tien- jaarlijksche volkstelling, in den loop van het jaar 1890 tijdelijk personen in dienst I te nemen op eene belooning te bepalen door hem, die van deze machtiging ge bruik maakt. j De commissarissen des Ko- I nings in de provinciën hebben de vol- gende missive ontvangen van den Mi nister van Binnenlandsche Zaken j //Mijn ambtgenoot van Justitie heeft in den laatsten tijd herhaaldelijk bezwaar moeten maken om aan gemeenteveld- J wachters een aanstelling tot onbezoldigd rijksveld wachter te verleenen wegens hunne onbedrevenheid in het opmaken van een proces-verbaal. Naar het engelsch YAN EDNA LYALL. 38) HOOFDSTUK XVIII. «Arm, lief kind; zij heeft hier bij mij droevige dagen doorge bracht. Ik weet mij nu nog te herinneren, dat zij op den morgen van het huwelijk, van deken Collinson nog een brief vol verwij ten ontving, waardoer hare zenuwen zeer geschokt werden. Toen echter in de kerk de plechtigheid plaat3 vond, scheen zij weer tot bedaren te komen, want haar gelaat, dat tot dusverre slechts van smart had gesproken, helderde op; en ik herinner mij ook, dat ik toen nog dacht, wat een mooi paar zij vormden en tevens wenschte, dat de deken de plechtige, welmeenende beloften van uw vader had kunnen hooren, ofschoon hij zich misschien aan zijn gebroken engelsch zou geërgerd hebben. Daarna heeft zij mij nog eenige keeren iets van zich laten hooren, totdat uw vader mij haar dood berichtte, toen gij geboren werd; ik geloof echter niet dat wij dien brief zullen kunnen vinden, want ik geloof, dat ik hem aan den deken heb afgezonden. Zij werden gestoord door het binnenkomen van de meid, die het theeservies bracht; Espérance vroeg of zij de beide brieven bij zich mocht houden en zij stak ze bij zich, om ze later eens kalm te kunnen lezen. Toen mevrouw Passmore dien avond in hare leuningstoel in slaap was gevallen, haalde zij ze weer te voor schijn; haastig, hoewel met eerbied, vouwde zij den tweeden brief open. Hij was verzonden van uit het kasteel en was gedateerd van Juni 1854. Er stond veel in, wat Espérance niet begreep, daar de brief een antwoord was op een schrijven van mevrouw Passmore, maar op de derde bladzijde las zy bekende namen, die haar het hart sneller deden kloppen. Zij las daar het volgende: «En nu moet ik u nog vertellen van mijn lieven, kleinen Gas- pard. Wat zou ik hem u eens gaarne willen laten zien. Hij is vijf jaar oud en het evenbeeld van zijn vader; voor zijn leeftijd is hij zeer grcot en sterk. Hij is altijd bij mij; want onze goede dienstbode Javotte houdt weliswaar dol veel van hem, maar zij heeft hare handen vol werk en ik zou hem voor geen geld van de wereld van mij kunnen laten gaan. Mijn echtgenoot heeft my bovendien verteld, dat onze kinderbewaarscholen in Frankrijk niet bestaan en de moeders hare kinderen altijd bij zich houden. «Het eenige wat ik nu nog wensch, is een meisje; dat zou zoo goed zijn voor Gaspard en hij is zoo hartelijk, dat ik er niet aan twyfel, of hy zou een goede beschermer van haar zijn. Gij vraagt of ik mij sterker gevoel dan verleden jaar en ik weet niet, wat ik daarop moet antwoorden. In sommige opziohten niet, maar ik geloof, dat ik met betrekking tot de slechte verstandhouding met James, er veel kalmer over kan nadenken dan vroeger. Toch ver lang ik er altijd sterk naar, iets van hem te hooren. Wanneer hij Alphonse maar goed kendeGij moet niet denken, dat ik hierover nog voortdurend tob. Ik weet nu maar al te wel, welk onrecht ik deed, door dat gedurende de eerste jaren te doen en nu blijf ik nog voortdurend hopen, dat alles ten laatste te recht zal ko men al zij het niet in onzen tijd, dan tenminste ter wille van ons kind." Espérance las dit laatste verscheidene malen over. Was de wensch van hare moeder bewaarheid geworden? Was nu alles, wat haar zoo hard toescheen, om te dragen, werkelijk de vervul ling daarvan? Het was zeker waar, dat deken Collinson haar in zijn eigen huis had opgenomen, dat hij haar vriendelijk behan delde en zij bijna alles aan hem te danken had; had Gaspard zich echter niet eerst moeten vernederen, om hem hulp te vragen en dan, haatte haar oom niet den naam de Mabillon? Neen, daar moest nog te veel gebeuren, alvoren alles «terecht was gekomen". Vanaf dien avond begon Espérance ernstig aan den plicht der verzoening te denken, die ook voor een gedeelte op haar rustte. Hoe zij in deze omstandigheden iets goeds kon uitrichten, wist zij niet; maar zij was vol hoop en de wensch van hare moeder was voor haar een sterke prikkel. Indien tusschentijd hing er boven de pastorie een onweer. Dat Cornelia in het klooster zoo doodleuk over Espérance had beschikt beviel niemand; zelfs de deken had deze handelwijza van zijne geliefde Cornelia afgekeurd. «Uit eerbied voor uwe grootmoeder, mijn kind, had een vaa

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1