leend tegen verlaagden entreeprijs. Een
dubbel voordeel dus. Terwijl wij nader
op deze Fnncy Tair terugkomen, kunnen
wij reeds nu melden, dat daar, onder
velerlei zaken, eene kast zal te zien zijn
met automatische poppen, die alles over
treffen wat tot nu toe van dien aard
te zien is geweest. Deze poppen zijn een
geschenk van eene der dainesbestuur-
deressen en worden niet verkocht, maar
zyn uitsluitend bestemd voor de verlo
ting. Zij maken muziek en bewegen op
de natuurlijkste wijze; zoo is er een
bij, le marquisdie mwerkelijkheid
ei gare t ten rookt en den rook uitblaast.
Dat een eenigszins gevor-
derde leefiijd zoo schrijft men aan
het U. D. geen beletsel is tot het
sluiten van een huwelijk, blijkt uit het
feit, dat K. Botter, oud 74 jaar, en M
A. G. Verhoef, oud 73 jaar, beiden
verpleegden in het diaconie oude mannen-
en vrouwenhuis aan de Oudegracht te
Utrecht, r.a wederzijdsche kennismaking
in genoemd gesticht, Vrijdag jl. in de
registers van den burgerlijken stand in
ondertrouw ingeschreven zijn, zoodat zij,
weldra met elkaar vereenigd, hunne
verdere levensjaren aan eigen haard
zullen dooi brengen.
In de gemeente St. Anna
Parochie is eene vrouwenvereeniging
opgericht. Haar duel is zooveel mogelijk
te beletten, dat gehuwde vrouwen veld
arbeid verrichten. Zij telt reeds over de
100 leden.
Uit Ierseke wordt gemeld:
Het vlaggen van den heilsoldaat, die
op deze wyze het ingooien van een paar
ruiten vierde, is blijkbaar niet als eene
aardigheid opgevat. Zondagavond wer
den bijna al zijne overige ruiten stuk
gegooid.
Maandagavond hadden er weder onge
regeldheden plaats. Toen werden in vijt
woningen ruiten ingeworpen, o.
die van den hier gestatioueerden kapi
tein en den luitenant van het Heils
leger.
Dinsdag werd de verordening tegen
samenscholingen, die Zaterdagnacht was
ingetrokken, weder in werking gesteld.
Daardoor kon des avonds de politie de
orde handhaven.
Dinsdag zou te Groenloö
een executoriale verkoop gehouden wor
den wegens achterstallige waterschaps
lasten der Slingebeeken en Berkel. De
daarmee belaste deurwaarder werd door
de daarbij aanwezige boeren op allerlei
wijze verhinderd. Op eene koe werd tot
ruim ƒ3000 geboden, maar de bieder
was niet te vinden.
A lies valse AFZooals gemeld
is de «ruwe diamant", dien een zand-
8chipper te Groningen zou gevonden
hebben, bij onderzoek, te Amsterdam
ingesteld, gebleken een waardelooEe kei
steen le zyn.
De man zal nu wel spijt hebben het
bod van f 20.000 voor zijn steen niet
aangenomen te hebben. Als het bod ook
maar niet valseli was!
Rechtzaken.
Het toebrengen van lichamelijk let
sel door schuld
(Zaak-Victoria-Hotel.)
Voor de amsterdamscke rechtbank
(4de kamer) stond Dinsdag terecht
Johan Friedrich Henkenhaf, geboren in
Baden, oud 42 jaar, van beroep architect.
Gelijk men weet, stortte in October jl.
een deel van het in aanbouw zijnde
Victoria* Hotel (hoek Damrak en Prins
Hendrikkade) in, en werden bij die ge
legenheid een paar werklieden verwond.
De justitie stelde onmiddellijk een on
derzoek naar het gebearde in en wees,
bij monde van het O. M den bekl. als
den schuldige aan. Deze nl., die door
de vennootschap die hot hotel exploi
teert, als architect voor den bouw was
aangesteld, werd Dindag bij dagvaarding
ten laste gelegd
z/dat hij in het najaar van 1889 een
/yverech gemetselden toog of boog in het
//in aanbouw zijnde gebouw, verbindende
z/het binnenwerk ir ei een parterre-muur,
,/tot op 26 October 1889 nog geheel
//buitenmuur, evenwijdig met de Prins
//Hendrikkade, ter hoogte der bintlaag
van de eerste verdieping gelegen, heeft
z/doen belasten met een gekoppelde
//ijzeren biut, op een afstand van mins-
tften8 15 centimeter van evenbedoelde
//parterre-muur gelegen, en daarop een
//Ongeveer 22 centimeter dikken maur
z/heeft doen metselen, terwijl die boog
//bovendien strekte tot standpunt van
z/een tweeden ijzeren balk in het ver
lengde van eerstbedoolden gelegen, zulks
/terwijl het ongunstige jaargetijde het
//spoedig verbarden der metselspecie be
lemmerde en er op korten afstand van
//genoemden boog in den parterre-muur
//waartegen die boog stoundeeene
z/groote toog-opening aanwezig was, ter-
x/wijl laatstbedoelde muur ook boven die
//opening met belangrijke hoeveelheden
//metselwerk en gehouwen steen was
z/belasi, en tegelijkertijd met bet op-
z/bouwen van voornoemden muur het
,/Oude perceel hoek Damrak en Prins
,/Hendrikkade werd afgebroken, van
,i welke omstandigheid hij als deskundige
z/den invloed kendealthaDS moest
,/kenaen
z/dat hij bij voorschreven constructie
z/onvoorzichtelijk in gebreke is gebleven
z/de gebruikelijke voorzorgen, bij een
z/dergelijken bouw vereischt, in acht te
/nemen, met name het behoorlijk stem-
z/pelen, stutten of schoren van de ge-
wkoppelde ijzeren bint met den daarop
,zgemetselden muur of van den versch
//gemetselden boog
z/dat 26 October 1889 de bintlaag dien
last niet heeft kunnen dragen, en die
muur op 26 October zijwaarts is uit
gespat, waardoor de ijzeren bintlaag
met het daarop gemetselde, benevens de
breede ijzeren balk is neergestort in den
parterre-muur, waartegen de boog zelf
steunde, zijnde mede de steiger tegen
den muur op de bintlaag in den val
medegesleept."
Wat er ook van de toedracht dier
technische aaniijgingeu waar zij, een feit
is het dat door het ongeluk twee werk
lieden gekwetst en gewond werden.
De beklaagde, die ter adstructie een
houten model heeft doen vervaardigen,
waarmede de betrokken personen demou-
streeren, ontkent zijna schuld, en be
toogt met tal van technische inlichtin
gen hoe de zaak zich z. i. heeft toege
dragen. Naar zijn gevoelen is het desaster
ontstaan, hetzij doordien de boog is ge
spat door een neervallend stuk muur,
hetzy tengevolge van de dreuning bij
het slopen, hetzij door het uitschieten
van een //korteling" van den steiger,
waardoor de muur kan zijn voorover
gedrukt.
Na het verhoor van den beklaagde,
werd met het hooren van de getuigen
aangevangen. Uit den aard der zaak liep
dat getuigenverhoor in hoofdzaak over
technische zaken, den bouw en de con
structie van het perceel betreffende. Des
namiddags om half zes werd de zitting
geschorst en bepaald, dat zij voortgezet
zal worden Zaterdag ten 2 uur, als
wanneer het O. M. aan het woord zal
komen.
Elnancieele Mededeeliiigeii.
Het Weekblad van Broekman en Hou
ders bevat o. a. de volgende opgave van
minder courante of incourante fondsen,
ia de week, tot den datum van 18 Maart
loopende, door hunne tusschenkomst ver
handeld.
Aand. Drentsche Veen-
en Midden-Kanaal Mij a 130.
Aand. Bouwondern. Wil
lemspark//ƒ6 75.
Aand. Crediet-Vereenig. u 110 pCt.
Aand. Mpij tot Expl. der
Lintorfer Mijnwerken 26
Aand. Nat. Hypotheekb. ƒ210.
Oblig. Werkelijke Schuld
Paleis voor Volksvlijt 55
Aand. Verkoopl. Frascati 104
Aand. Dagblad Het Va
derland te 's-Hage 83
Aand. Utrechtsche Cre-
dietbank//HO
Aand. Amsterdam - Deii
Compagnie 1886/88 475 /7
Aand. Amsterd. Koffie
cultuur Maatschappij 112$
Aand. Asahan Tabak Mij 180
Aand. Billiton Mpij 2e
rubriek te 's-Hage
Aand. British Deli Lang-
kat Tobacco Cy Limited
Aand. Djember Tab. Mij
Aand. De Palembang-Mij
Aand. Singkep Tin-Mpij
Aand. Tabaksmpij Deli-
Asaban Serie 1 éi 3
Scrip, van le Hyp. Oblig.
Boxtel-Wezel Spw.
Aand. Haarl. Tramweg-
Maatschappij w
Aana.Ooster8toomtr.-Mij
Aand. Hiiversumsche St.-
spinnerij en wevery ,t
Oblig.Nieuwe Zuiderkerk
te Rotterdam u
Aand. Tivoli te Utrecht
Aand, Baltimore en Ohio
Spoorweg-Mpij
Aand. Baltische Spoorw.-
Mpij (Act. de Jouiss.)
Oblig. Oregon Short Line
and Utah Northern u
Aand. „Prinz Leopold"
(Actiën Geselschaft)
ƒ3050.
155
79J
40
135
186
80
80
60
85
72
96%
r 3%.
94-94%
89%
KOLUKIËN.
(Uit de bataviasche bladen van 1012
Februari.)
Door liet hooggerechtshof is aan
de regeering voorgesteld aan het opper
bestuur te vragen den president de be-
voegnheid te geven om in zaken van
veel gewicht of van grooten omvang
boven het bepaalde getal leden, dat zit
ting heeft, een of meer bijzitters te ba-
noemen.
Te Salatiga is dezer dagen over
leden de heer C. F. Behrend. Deze ge
wezen deurwaarder bij den raad van
justitie te Semarang had bij de Tweede
Kamer twee adressen ingediend, waar
van het eene het verzoek inhield hem
in zijne eer te herstellen door intrekking
te bevelen van ziju eervol ontslag uit
's lauds dienst en om de terechtstelling
te gelasten van mr. A. W. Blume,
officier van justie te Sam&rang en van
mr. L. F. Rhemrev, voorzitter van den
landraad te Pekalongen, en het andere
het verzoek om aan hem pensioen te
doen uitbetalen of teruggave van al het
geen door hem in het pensioenfonds
was gestort. De commissie voor de ver
zoekschriften was vooralsnog niet over
tuigd dat zoowel in het eene als in het
andere geval ten opzichte van den heer
Behrend de regelen van recht en van
billijk ten volle wareu in achtgenomen,
en op haar voorstel besloot de Kamer
in hare zitting van 16 December 1889
aau den minister van Koloniën inlich
tingen te verzoeken.
Het gemiddeld aantal lijders per dag
in het militair hospitaal te Pantei Perak
opgenomen, bedroeg 26.6 tegen 23.4
gedurende den vorigen verslagtijddaar-
vau leden aan berri-berri 8.2 tegen 9.8
gedurende den vorigen verslag tijd.
Het ziektecijfer was grooterhet
sterftecijfer lager.
By het legerbestuur is telegrafisch
bericht ontvangen dat den 8en dezer bij
het openkappen van terrein te Atjeh ge
wond geraakt zijn een europeesch fuse
lier en twee inlandsche sappeurs en bij
het verlaten der stelling doodelijk de
kapitein van den generalen staf J. B.
vau Heutz.
Een nader telegram van don generaal
luidde, dat de toestand van laatstge
noemde officier hoop op behoud
welk bericht overeenstemt met een, ont
vangen door de familie van den gewonde.
Vermoedelijk zijn genosmde verliezen
geleden bij het openkappen van het voor
terrein van Pakan Kroeng Tjoet en zijn
zij ons toegebracht van de plaats waar
de pas geslechte vijandelijke stelling
Kota Toeankoe zich bevond.
In het begin van de maand Maart
a.s. zal opnieuw eene expeditie naar
aanranding van den heer Schelle en
tevens van de gelegenheid gebruik ma
ken om de noodige gegevens te verza
melen ten behoeve van eventueels latere
krijgsverrichtingen.
(Uit bataviasoho bladen van 13 en
14 en de Sumatra Ot. tot den 15en
Februari).
Aan het verslag der voornaamste ge
beurtenissen in het goevemement Atjeh
en OnderhoorighedeD, loopende van 21
Januari tot en mot 3 dez.r wordt het
volgende ontleend:
Groot-Atj eb. Op den 26sten
Januari was het openkappen van het
terrein tusschen onze versterkingen Kota
PohamaPakan Kroeng Tjoet en de
stellingen Kota BaroeKota Toeankoe
afgeloopen, werden de twee laatstge
noemde kota's geslecht en keerden de
troepen naar Kota Radja terug.
Noemenswaardig verzet werd niet
ondervonden en de terugtocht niet in
het minst bemoeilijkt.
In den avond van den 29sten Jauuari
tusschen 9lU en 10'/< ure werden uit
den nipa-raad aan den voet van Tjoet
Goe negen kanonschoten op de verster
king Lampeneroet gedaan. De projectie
len bleken tot 6pringen gecunfectionneerd.
Een er vaa sprong bij de mortierbat
terij, waar zich niemand bevond uit
een tweede werd onder de woning van
den postcommandant de buis gedreven,
maar richtte weinig of geene schade
aan verwondingen door dit vuur von
den niet plaats.
In den nacht van den SOsten Jan.
werd bij Lampeneroet op de spoorbaan
een zak gevonden, inhoudende één 16
c.m. en drie 8 c.m. ongevulde granaten.
By een kort daarop ingesteld onderzoek
werd een 16 c.m. tot springen geconfec-
tionneerde en met buskruit gevulde
granaat onder de trambaan ingegraven
gevonden en verwijderd.
Niet ver van Kaijoeleo, buiten de linie,
werd door aanhangors vau Tengkoe di
Ti roe een bloedverwant van Toekoe
Baid vermoord.
De vermoorde was rijk, woonde in
de V. Moekims Montasik en was aan
den hoeloebaiang van dat district ver
bonden, die hulp van Panglima Polim
tegen Tengkoe dit Tiroe en diens aan
hang is gaan inroepen.
Onderhoorigheden. Den 25en
en 27en vertoonden zich benden van
respectievelijk 15 en 20 man ter hoogte
van Kota Pasir niet ver van Melaboe.
Beide malen werden zij door de bezet
ting teruggejaagd, de eerste maal met
een verlies vau twee dooden en drie
gewonden.
Ter Noordkust werd onze versterking
te Segli nu en dan, en minder dan
vroager beschoten. Elders was het rustig.
Betreffende de Oostkust verdient ver
melding, dat het gerucht liep als zouden
zich kwaadwilligen te Rantau Pandjang
(bovenstreken van Perlak of Pedawa)
verzamelen.
Men schreef zulks toe aan het niet
nakomen van een in de maand Augustus
jl. door Toekoe Tjihiq Perlak aan Bin
Abas gedane toezegging om aan dezen
eene zekere som gelds te zullen betalen
als bij zich rustig hield.
Tengevolge van onstuimige zee was
de gemeenschap met de reede te Edi en
Segli verscheidene malen verbroken.
Den lstec Februari werd de
Westkust van af Koaingspunt tot Koe-
wala Panga (grens Tenom) voor in- e*
uitvoer gesloten.
De weersgesteldheid was afwisselend.
Voor dit jaargetijde viel er betrekkelijk
weinig regen.
De gezondheidstoestand was onder de
inlandsche bevolking bevredigend, onder
het garnizoen iets ongunstiger.
Men leest in het Bat. Nieuwsblad
Nog geen twee maanden geleden, was
hij, voor zoover hy zelf en ieder onzer
stadgenooten wist, een krachtig en ge-
den vollen bloei zijns
boren. Na in Juli 1861 te zijn benoemd
tot 2de luit. der genie bij het indische
;er, werd hij op zyn verzoek in 1864
eervol uit die betrekking ontslagen.
Bij goev. besluit van 14 Juli 1875
werd hij benoemd tot sectie-ingenieur bij
den dienst der staatsspoorwegenruim 3
jaren later, in October 1878, volgde zijn
bevordering tot hoofd-ingenieur bij dien
dienst.
In November 1880 volgde de heer
Derx als inspecteur-generaal den heer
Maarschalk op, aau welken tiiel in Oc
tober 1881 die van chef van den dienst
der staatsspoorwegen werd toegevoegd.
Bij, goevernementabesiuit van 18 Febr.
1888 werd hij benoemd tot hoofdinspec
teur der spoorwegdiensten en van het
stoomwezen, on tevens chef der afdee-
ling spoor- en tramwegen en stoomwe
zen van het departement van B. O. W.
onder toekenning van den persoonlijken
titel van inapectour-genoraal. In dez©
functie werd hem zijn eerste en laatste
buitenlandseh verlof met ingang van 19
Dee. 1889 wegens ziekte toegestaan.
Eene koninklijke onderscheiding viel
den heer Derx ten deel, toen hij in 1877
na voltooiing der spoorweglija Soera-
bajaMalang werd benoemd tot ridder
in de Orde van den Nederlandschen
Leeuw.
Naast den naam van Maarschalk zal
die van Derx altijd met eere worden
genoemd bij den dienst der staatsspoor
wegen ia Ned.-Indië.
Bij besluit van den gouverneur-
generaal is:
de dank der regeering betuigd aan den
ingenier le klasse bij het mijnwezen in
nederlaudseh-indië C. J. van Schelle,
voor het beleid en den moed, waarmede
hij den verraderlijken aanval der inboor
lingen van Flores, bij gelegenheid van
den onder zync leiding op dat eiland
ondernemen tocht tot het instellen van
een onderzoek naar het voorkomen van
tinerts houdende gronden aldaar, heeft
weten af te slaan, waardoor de expeditie
voor algeheelen ondergang is behoed;
ter zake van zijn moedig gedrag bij
bovenbedoelden verraderlijken aanval, de
bijzondere tevredenheid der regeering
betuigd aan E. F. Kleian, civiel gezag
hebber van de afdeeling Timor, residentie
Timor en onderhoorigheden
terwijl voorts de bronzen medaille voor
burgerlijke verdienste eu gratificatio van
ƒ50 (vijftig gulden) is toegekend aan
Pao, politie-oppasser in de residentie
Timor en onderhoorigheden, voor den
moed en de plichtsbetrachting door hem
bij bovenbedoelde gelegenheid betoend.
In Atjehéorrespondentiën wordt
dikwijls gesproken van blokhuizen of
defensieve wachthuizen.
Omtrent de inrichting dier kleine
versterkingen deelt men mede, dat de
bedoelde verdedigingswerken bestaan uit
eene pallïssadeering, ter hoogte van 3 M.,
welke omringd is door eene horizontale
draadversperring.
Het tracd is een rechthoek van 12 op
6,5 M. binnenruimte met twee rechthoe
kige bastions ter flaMkeering van de
facen.
De gebouwen, waaronder eene afzon
derlijke vrachtkamer voor den wacht
commandant, bestaan uit gebinten vau
kassauhoufc, gedekt met gegalvaniseerd
plaatijzer.
De galerij der gebouwen is tevens het
banket.
Onder den vloer bestaat gelegenheid
om door schietsleuven te vuren, de be
zetting kan tijdelijk daar logies viaden
in geval van uitbreiding.
De eisehen, waaraan de wachthuizen
moeten voidoeD, zyn, bij voldoende zeker
heid tegen overvalling en vijandelijk ge
weervuur, zooveel mogelijk vuuruitwer.
king naar buiten en ruimte voor min.
stens 25 man, doch zoo Doodig voor
het opnemen eener tijdelijke versterking
Flores vertrekken onder leiding vanzond man
den mijn-ingenieur van Schelle, aan vvien lerens. Thans rust do heer H. G. Derx
wederom zal worden toegevoegd de ci-1 inspecteur-generaal der staatsspoorwegen
viele gezaghebber van Baban E. F.; in Nederlandsch-Inöie, ver van het land
Kleian. En militair geleide van 150 ba-
jonnetten, vergezeld van een kapitein
van den generalen staf zal de expeditie
beschermen, voldoenjng eisehen vo©r ed
waar hij zoowel jaren heeft geleefd en
gewerkt, in het graf.
Hij werd den 5en Juni 184-2 te St.
George £Dülmina (kust van Guinea) ge-
politiek mmimi.
Uit den vollen vloed van uiteenloo-
pende geruchten en onzekere persoon
lijke berichten verdient alleen vermelding
de steeds stelliger bewering, dat de
reeds vroeger genoemde gewezen minister
van Marine Caprivi, thans bevelhebber
trouwen, dat ik u bij voorkomende gelegenheden ook wel hulp
zal vragen. Ik zal mij voortaan op de socialistische vraagstukken
gaan toeleggen en dan zullen wij het wel met eikair eens worden."
Gaspard lachte. //Ik wenschte, dat gij kondet beseffen, welken
last gij mij van de schouders hebt genomen. Ik zal mijnheer Sey
mour vandaag nog bezoeken en tegelijk nog eens de noodige in
lichtingen betreffende den overtocht gaan nemen."
z/Laat het mij weten, wanneer gij onder zeil gaat en kom mij
eens op mijöe kamers opzoeken, wanneer gij daartoe de gelegen
heid hebt," zeide Claude, terwijl hij opstond om te vertrekken en
zich ijlings uit de voelen maakte, toen Gaspard hem weer met
dankbetuigingen ging overstelpen. Bij de deur namen zij van el
kaar afscheid; Gaspard ging oogenblikkelijk Seymour op zijne ka
mers in Portland Place opzoeken, terwijl Claude naar zijn atelier
terugkeerde en zich inwendig vroolijk maakte over dit staaltje vaa
fleren trots; hij wenschte zichzelf dan ook geluk met zijne over
winning."
Hiervan was hij echter nog niet zeo geheel verzekerd, want ij
was nog geen uur thuis of er werd haastig aan zijne d ur ge
scheld en buiten adem snelde Gaspard zijne kamer binnen.
«De Mabillonwaartoe dient deze haast?" vroeg Claude, ter
wijl hij met een blik van geveinsde wanhoop zijne oogen vestigde
op do blauwe enveloppe, die Gaspard in zijne hand hield. //Wan
neer gij nu weer vaa gedachte zijt veranderd, dan zijt gij rijp
voor Colney Hatch
//Neen, niet over Ceylon," hijgde Gaspard. /,Er is iets zeer zonder
lings voorgevallen. Ik begaf mij naar mijnheer Seymour om met
hem het noodige te bespreken en tot mijne verbazing vertelde hij
mij, dat mijn overtocht reeds betaald is;" betaald voor mij,begrijpt
gij. Natuurlijk vraag ik hem om ophelderingen en na cenigo aar
zeling verteld o hij mij, dat sir Henry Worthïngton het voor mij in
orde heeft gemaakt, maar dat hij voor my onbekend wilde blijven
wat eene fijngevoeligheid! Natuurlijk ben ik toen oogenblikkelijk
hierheen gesneld om u het geld terug te brengen, dat gij mij hebt
geschonken; gij zult toch..."
Claude lag achterover in zijn stoel geleund en begon hartelijk
tc lachen.
//Is daar reeds zoo goed voor gezorgd! Een driewerf hoera voor
sir Henry Worthington. Wanneer hij er mij van morgen maar
met een enkel woord over had gesproken, dan had hij mij daar
mee heel wat moeite bespaard. Maar het geld terugnemen? waar
achtig niet; de koop is en blijft gesloten."
z/Maar werkelijk, Magnay, ik kan het nu niet houden, ik heb
het volstrekt niet noodig en ook heb ik er geen recht op."
//Spreek mij in mijn atelier niet over zaken," zeide Claude met
ecu gebaar alsof hij zijn palet en penseel ter hand wilde nemen.
//Dat verpest hier de lucht. Maar zonder gekheid, de Mabillon, ik
mag het nu niet meer terugnemen. Doe mij nu het genoegen dit
geld voor uzelf nuttig te besteden; gy zult u nog zoo verbazend
veel dingen moeten aanschaffen, veor gij naar Caylon vertrekt en
wanneer gij daar eenmaal zijt, zult gij de eerste zes maanden niet
van den wind kunnen leven. Bovendien zult gij alvorens onder zeil
te gaan, nog wel eon reisje naar Rilchester maken waarom zoudt
gij daar niet een weekje in den //Arend" kunnen vertoeven? Gij
zult mij moeten bekennen, dat gij dat zeer wenschelijk zoudt
vinden."
//Om Espérance te ontmoeten? Ja, werkelijk; gij moit mij niet
aan zulke verleidingen blootstellen."
//Het is geen verleiding, maar uw plicht om dat te doen," zeide
Claude, die wel begreep, welke snaar hij moest aanroeren om tof
zijn doel te geraken.
z/Ik zou het a als een schuldig verzuim aanrekenen, wanneer
gij niet eer3t uwe zuster gingt opzoeken; gij zijt toch haar voogd,
nietwaar?
[Wordt vervolgd