leend tegen verlaagden entreeprijs. Een dubbel voordeel dus. Terwijl wij nader op deze Fnncy Tair terugkomen, kunnen wij reeds nu melden, dat daar, onder velerlei zaken, eene kast zal te zien zijn met automatische poppen, die alles over treffen wat tot nu toe van dien aard te zien is geweest. Deze poppen zijn een geschenk van eene der dainesbestuur- deressen en worden niet verkocht, maar zyn uitsluitend bestemd voor de verlo ting. Zij maken muziek en bewegen op de natuurlijkste wijze; zoo is er een bij, le marquisdie mwerkelijkheid ei gare t ten rookt en den rook uitblaast. Dat een eenigszins gevor- derde leefiijd zoo schrijft men aan het U. D. geen beletsel is tot het sluiten van een huwelijk, blijkt uit het feit, dat K. Botter, oud 74 jaar, en M A. G. Verhoef, oud 73 jaar, beiden verpleegden in het diaconie oude mannen- en vrouwenhuis aan de Oudegracht te Utrecht, r.a wederzijdsche kennismaking in genoemd gesticht, Vrijdag jl. in de registers van den burgerlijken stand in ondertrouw ingeschreven zijn, zoodat zij, weldra met elkaar vereenigd, hunne verdere levensjaren aan eigen haard zullen dooi brengen. In de gemeente St. Anna Parochie is eene vrouwenvereeniging opgericht. Haar duel is zooveel mogelijk te beletten, dat gehuwde vrouwen veld arbeid verrichten. Zij telt reeds over de 100 leden. Uit Ierseke wordt gemeld: Het vlaggen van den heilsoldaat, die op deze wyze het ingooien van een paar ruiten vierde, is blijkbaar niet als eene aardigheid opgevat. Zondagavond wer den bijna al zijne overige ruiten stuk gegooid. Maandagavond hadden er weder onge regeldheden plaats. Toen werden in vijt woningen ruiten ingeworpen, o. die van den hier gestatioueerden kapi tein en den luitenant van het Heils leger. Dinsdag werd de verordening tegen samenscholingen, die Zaterdagnacht was ingetrokken, weder in werking gesteld. Daardoor kon des avonds de politie de orde handhaven. Dinsdag zou te Groenloö een executoriale verkoop gehouden wor den wegens achterstallige waterschaps lasten der Slingebeeken en Berkel. De daarmee belaste deurwaarder werd door de daarbij aanwezige boeren op allerlei wijze verhinderd. Op eene koe werd tot ruim ƒ3000 geboden, maar de bieder was niet te vinden. A lies valse AFZooals gemeld is de «ruwe diamant", dien een zand- 8chipper te Groningen zou gevonden hebben, bij onderzoek, te Amsterdam ingesteld, gebleken een waardelooEe kei steen le zyn. De man zal nu wel spijt hebben het bod van f 20.000 voor zijn steen niet aangenomen te hebben. Als het bod ook maar niet valseli was! Rechtzaken. Het toebrengen van lichamelijk let sel door schuld (Zaak-Victoria-Hotel.) Voor de amsterdamscke rechtbank (4de kamer) stond Dinsdag terecht Johan Friedrich Henkenhaf, geboren in Baden, oud 42 jaar, van beroep architect. Gelijk men weet, stortte in October jl. een deel van het in aanbouw zijnde Victoria* Hotel (hoek Damrak en Prins Hendrikkade) in, en werden bij die ge legenheid een paar werklieden verwond. De justitie stelde onmiddellijk een on derzoek naar het gebearde in en wees, bij monde van het O. M den bekl. als den schuldige aan. Deze nl., die door de vennootschap die hot hotel exploi teert, als architect voor den bouw was aangesteld, werd Dindag bij dagvaarding ten laste gelegd z/dat hij in het najaar van 1889 een /yverech gemetselden toog of boog in het //in aanbouw zijnde gebouw, verbindende z/het binnenwerk ir ei een parterre-muur, ,/tot op 26 October 1889 nog geheel //buitenmuur, evenwijdig met de Prins //Hendrikkade, ter hoogte der bintlaag van de eerste verdieping gelegen, heeft z/doen belasten met een gekoppelde //ijzeren biut, op een afstand van mins- tften8 15 centimeter van evenbedoelde //parterre-muur gelegen, en daarop een //Ongeveer 22 centimeter dikken maur z/heeft doen metselen, terwijl die boog //bovendien strekte tot standpunt van z/een tweeden ijzeren balk in het ver lengde van eerstbedoolden gelegen, zulks /terwijl het ongunstige jaargetijde het //spoedig verbarden der metselspecie be lemmerde en er op korten afstand van //genoemden boog in den parterre-muur //waartegen die boog stoundeeene z/groote toog-opening aanwezig was, ter- x/wijl laatstbedoelde muur ook boven die //opening met belangrijke hoeveelheden //metselwerk en gehouwen steen was z/belasi, en tegelijkertijd met bet op- z/bouwen van voornoemden muur het ,/Oude perceel hoek Damrak en Prins ,/Hendrikkade werd afgebroken, van ,i welke omstandigheid hij als deskundige z/den invloed kendealthaDS moest ,/kenaen z/dat hij bij voorschreven constructie z/onvoorzichtelijk in gebreke is gebleven z/de gebruikelijke voorzorgen, bij een z/dergelijken bouw vereischt, in acht te /nemen, met name het behoorlijk stem- z/pelen, stutten of schoren van de ge- wkoppelde ijzeren bint met den daarop ,zgemetselden muur of van den versch //gemetselden boog z/dat 26 October 1889 de bintlaag dien last niet heeft kunnen dragen, en die muur op 26 October zijwaarts is uit gespat, waardoor de ijzeren bintlaag met het daarop gemetselde, benevens de breede ijzeren balk is neergestort in den parterre-muur, waartegen de boog zelf steunde, zijnde mede de steiger tegen den muur op de bintlaag in den val medegesleept." Wat er ook van de toedracht dier technische aaniijgingeu waar zij, een feit is het dat door het ongeluk twee werk lieden gekwetst en gewond werden. De beklaagde, die ter adstructie een houten model heeft doen vervaardigen, waarmede de betrokken personen demou- streeren, ontkent zijna schuld, en be toogt met tal van technische inlichtin gen hoe de zaak zich z. i. heeft toege dragen. Naar zijn gevoelen is het desaster ontstaan, hetzij doordien de boog is ge spat door een neervallend stuk muur, hetzy tengevolge van de dreuning bij het slopen, hetzij door het uitschieten van een //korteling" van den steiger, waardoor de muur kan zijn voorover gedrukt. Na het verhoor van den beklaagde, werd met het hooren van de getuigen aangevangen. Uit den aard der zaak liep dat getuigenverhoor in hoofdzaak over technische zaken, den bouw en de con structie van het perceel betreffende. Des namiddags om half zes werd de zitting geschorst en bepaald, dat zij voortgezet zal worden Zaterdag ten 2 uur, als wanneer het O. M. aan het woord zal komen. Elnancieele Mededeeliiigeii. Het Weekblad van Broekman en Hou ders bevat o. a. de volgende opgave van minder courante of incourante fondsen, ia de week, tot den datum van 18 Maart loopende, door hunne tusschenkomst ver handeld. Aand. Drentsche Veen- en Midden-Kanaal Mij a 130. Aand. Bouwondern. Wil lemspark//ƒ6 75. Aand. Crediet-Vereenig. u 110 pCt. Aand. Mpij tot Expl. der Lintorfer Mijnwerken 26 Aand. Nat. Hypotheekb. ƒ210. Oblig. Werkelijke Schuld Paleis voor Volksvlijt 55 Aand. Verkoopl. Frascati 104 Aand. Dagblad Het Va derland te 's-Hage 83 Aand. Utrechtsche Cre- dietbank//HO Aand. Amsterdam - Deii Compagnie 1886/88 475 /7 Aand. Amsterd. Koffie cultuur Maatschappij 112$ Aand. Asahan Tabak Mij 180 Aand. Billiton Mpij 2e rubriek te 's-Hage Aand. British Deli Lang- kat Tobacco Cy Limited Aand. Djember Tab. Mij Aand. De Palembang-Mij Aand. Singkep Tin-Mpij Aand. Tabaksmpij Deli- Asaban Serie 1 éi 3 Scrip, van le Hyp. Oblig. Boxtel-Wezel Spw. Aand. Haarl. Tramweg- Maatschappij w Aana.Ooster8toomtr.-Mij Aand. Hiiversumsche St.- spinnerij en wevery ,t Oblig.Nieuwe Zuiderkerk te Rotterdam u Aand. Tivoli te Utrecht Aand, Baltimore en Ohio Spoorweg-Mpij Aand. Baltische Spoorw.- Mpij (Act. de Jouiss.) Oblig. Oregon Short Line and Utah Northern u Aand. „Prinz Leopold" (Actiën Geselschaft) ƒ3050. 155 79J 40 135 186 80 80 60 85 72 96% r 3%. 94-94% 89% KOLUKIËN. (Uit de bataviasche bladen van 1012 Februari.) Door liet hooggerechtshof is aan de regeering voorgesteld aan het opper bestuur te vragen den president de be- voegnheid te geven om in zaken van veel gewicht of van grooten omvang boven het bepaalde getal leden, dat zit ting heeft, een of meer bijzitters te ba- noemen. Te Salatiga is dezer dagen over leden de heer C. F. Behrend. Deze ge wezen deurwaarder bij den raad van justitie te Semarang had bij de Tweede Kamer twee adressen ingediend, waar van het eene het verzoek inhield hem in zijne eer te herstellen door intrekking te bevelen van ziju eervol ontslag uit 's lauds dienst en om de terechtstelling te gelasten van mr. A. W. Blume, officier van justie te Sam&rang en van mr. L. F. Rhemrev, voorzitter van den landraad te Pekalongen, en het andere het verzoek om aan hem pensioen te doen uitbetalen of teruggave van al het geen door hem in het pensioenfonds was gestort. De commissie voor de ver zoekschriften was vooralsnog niet over tuigd dat zoowel in het eene als in het andere geval ten opzichte van den heer Behrend de regelen van recht en van billijk ten volle wareu in achtgenomen, en op haar voorstel besloot de Kamer in hare zitting van 16 December 1889 aau den minister van Koloniën inlich tingen te verzoeken. Het gemiddeld aantal lijders per dag in het militair hospitaal te Pantei Perak opgenomen, bedroeg 26.6 tegen 23.4 gedurende den vorigen verslagtijddaar- vau leden aan berri-berri 8.2 tegen 9.8 gedurende den vorigen verslag tijd. Het ziektecijfer was grooterhet sterftecijfer lager. By het legerbestuur is telegrafisch bericht ontvangen dat den 8en dezer bij het openkappen van terrein te Atjeh ge wond geraakt zijn een europeesch fuse lier en twee inlandsche sappeurs en bij het verlaten der stelling doodelijk de kapitein van den generalen staf J. B. vau Heutz. Een nader telegram van don generaal luidde, dat de toestand van laatstge noemde officier hoop op behoud welk bericht overeenstemt met een, ont vangen door de familie van den gewonde. Vermoedelijk zijn genosmde verliezen geleden bij het openkappen van het voor terrein van Pakan Kroeng Tjoet en zijn zij ons toegebracht van de plaats waar de pas geslechte vijandelijke stelling Kota Toeankoe zich bevond. In het begin van de maand Maart a.s. zal opnieuw eene expeditie naar aanranding van den heer Schelle en tevens van de gelegenheid gebruik ma ken om de noodige gegevens te verza melen ten behoeve van eventueels latere krijgsverrichtingen. (Uit bataviasoho bladen van 13 en 14 en de Sumatra Ot. tot den 15en Februari). Aan het verslag der voornaamste ge beurtenissen in het goevemement Atjeh en OnderhoorighedeD, loopende van 21 Januari tot en mot 3 dez.r wordt het volgende ontleend: Groot-Atj eb. Op den 26sten Januari was het openkappen van het terrein tusschen onze versterkingen Kota PohamaPakan Kroeng Tjoet en de stellingen Kota BaroeKota Toeankoe afgeloopen, werden de twee laatstge noemde kota's geslecht en keerden de troepen naar Kota Radja terug. Noemenswaardig verzet werd niet ondervonden en de terugtocht niet in het minst bemoeilijkt. In den avond van den 29sten Jauuari tusschen 9lU en 10'/< ure werden uit den nipa-raad aan den voet van Tjoet Goe negen kanonschoten op de verster king Lampeneroet gedaan. De projectie len bleken tot 6pringen gecunfectionneerd. Een er vaa sprong bij de mortierbat terij, waar zich niemand bevond uit een tweede werd onder de woning van den postcommandant de buis gedreven, maar richtte weinig of geene schade aan verwondingen door dit vuur von den niet plaats. In den nacht van den SOsten Jan. werd bij Lampeneroet op de spoorbaan een zak gevonden, inhoudende één 16 c.m. en drie 8 c.m. ongevulde granaten. By een kort daarop ingesteld onderzoek werd een 16 c.m. tot springen geconfec- tionneerde en met buskruit gevulde granaat onder de trambaan ingegraven gevonden en verwijderd. Niet ver van Kaijoeleo, buiten de linie, werd door aanhangors vau Tengkoe di Ti roe een bloedverwant van Toekoe Baid vermoord. De vermoorde was rijk, woonde in de V. Moekims Montasik en was aan den hoeloebaiang van dat district ver bonden, die hulp van Panglima Polim tegen Tengkoe dit Tiroe en diens aan hang is gaan inroepen. Onderhoorigheden. Den 25en en 27en vertoonden zich benden van respectievelijk 15 en 20 man ter hoogte van Kota Pasir niet ver van Melaboe. Beide malen werden zij door de bezet ting teruggejaagd, de eerste maal met een verlies vau twee dooden en drie gewonden. Ter Noordkust werd onze versterking te Segli nu en dan, en minder dan vroager beschoten. Elders was het rustig. Betreffende de Oostkust verdient ver melding, dat het gerucht liep als zouden zich kwaadwilligen te Rantau Pandjang (bovenstreken van Perlak of Pedawa) verzamelen. Men schreef zulks toe aan het niet nakomen van een in de maand Augustus jl. door Toekoe Tjihiq Perlak aan Bin Abas gedane toezegging om aan dezen eene zekere som gelds te zullen betalen als bij zich rustig hield. Tengevolge van onstuimige zee was de gemeenschap met de reede te Edi en Segli verscheidene malen verbroken. Den lstec Februari werd de Westkust van af Koaingspunt tot Koe- wala Panga (grens Tenom) voor in- e* uitvoer gesloten. De weersgesteldheid was afwisselend. Voor dit jaargetijde viel er betrekkelijk weinig regen. De gezondheidstoestand was onder de inlandsche bevolking bevredigend, onder het garnizoen iets ongunstiger. Men leest in het Bat. Nieuwsblad Nog geen twee maanden geleden, was hij, voor zoover hy zelf en ieder onzer stadgenooten wist, een krachtig en ge- den vollen bloei zijns boren. Na in Juli 1861 te zijn benoemd tot 2de luit. der genie bij het indische ;er, werd hij op zyn verzoek in 1864 eervol uit die betrekking ontslagen. Bij goev. besluit van 14 Juli 1875 werd hij benoemd tot sectie-ingenieur bij den dienst der staatsspoorwegenruim 3 jaren later, in October 1878, volgde zijn bevordering tot hoofd-ingenieur bij dien dienst. In November 1880 volgde de heer Derx als inspecteur-generaal den heer Maarschalk op, aau welken tiiel in Oc tober 1881 die van chef van den dienst der staatsspoorwegen werd toegevoegd. Bij, goevernementabesiuit van 18 Febr. 1888 werd hij benoemd tot hoofdinspec teur der spoorwegdiensten en van het stoomwezen, on tevens chef der afdee- ling spoor- en tramwegen en stoomwe zen van het departement van B. O. W. onder toekenning van den persoonlijken titel van inapectour-genoraal. In dez© functie werd hem zijn eerste en laatste buitenlandseh verlof met ingang van 19 Dee. 1889 wegens ziekte toegestaan. Eene koninklijke onderscheiding viel den heer Derx ten deel, toen hij in 1877 na voltooiing der spoorweglija Soera- bajaMalang werd benoemd tot ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. Naast den naam van Maarschalk zal die van Derx altijd met eere worden genoemd bij den dienst der staatsspoor wegen ia Ned.-Indië. Bij besluit van den gouverneur- generaal is: de dank der regeering betuigd aan den ingenier le klasse bij het mijnwezen in nederlaudseh-indië C. J. van Schelle, voor het beleid en den moed, waarmede hij den verraderlijken aanval der inboor lingen van Flores, bij gelegenheid van den onder zync leiding op dat eiland ondernemen tocht tot het instellen van een onderzoek naar het voorkomen van tinerts houdende gronden aldaar, heeft weten af te slaan, waardoor de expeditie voor algeheelen ondergang is behoed; ter zake van zijn moedig gedrag bij bovenbedoelden verraderlijken aanval, de bijzondere tevredenheid der regeering betuigd aan E. F. Kleian, civiel gezag hebber van de afdeeling Timor, residentie Timor en onderhoorigheden terwijl voorts de bronzen medaille voor burgerlijke verdienste eu gratificatio van ƒ50 (vijftig gulden) is toegekend aan Pao, politie-oppasser in de residentie Timor en onderhoorigheden, voor den moed en de plichtsbetrachting door hem bij bovenbedoelde gelegenheid betoend. In Atjehéorrespondentiën wordt dikwijls gesproken van blokhuizen of defensieve wachthuizen. Omtrent de inrichting dier kleine versterkingen deelt men mede, dat de bedoelde verdedigingswerken bestaan uit eene pallïssadeering, ter hoogte van 3 M., welke omringd is door eene horizontale draadversperring. Het tracd is een rechthoek van 12 op 6,5 M. binnenruimte met twee rechthoe kige bastions ter flaMkeering van de facen. De gebouwen, waaronder eene afzon derlijke vrachtkamer voor den wacht commandant, bestaan uit gebinten vau kassauhoufc, gedekt met gegalvaniseerd plaatijzer. De galerij der gebouwen is tevens het banket. Onder den vloer bestaat gelegenheid om door schietsleuven te vuren, de be zetting kan tijdelijk daar logies viaden in geval van uitbreiding. De eisehen, waaraan de wachthuizen moeten voidoeD, zyn, bij voldoende zeker heid tegen overvalling en vijandelijk ge weervuur, zooveel mogelijk vuuruitwer. king naar buiten en ruimte voor min. stens 25 man, doch zoo Doodig voor het opnemen eener tijdelijke versterking Flores vertrekken onder leiding vanzond man den mijn-ingenieur van Schelle, aan vvien lerens. Thans rust do heer H. G. Derx wederom zal worden toegevoegd de ci-1 inspecteur-generaal der staatsspoorwegen viele gezaghebber van Baban E. F.; in Nederlandsch-Inöie, ver van het land Kleian. En militair geleide van 150 ba- jonnetten, vergezeld van een kapitein van den generalen staf zal de expeditie beschermen, voldoenjng eisehen vo©r ed waar hij zoowel jaren heeft geleefd en gewerkt, in het graf. Hij werd den 5en Juni 184-2 te St. George £Dülmina (kust van Guinea) ge- politiek mmimi. Uit den vollen vloed van uiteenloo- pende geruchten en onzekere persoon lijke berichten verdient alleen vermelding de steeds stelliger bewering, dat de reeds vroeger genoemde gewezen minister van Marine Caprivi, thans bevelhebber trouwen, dat ik u bij voorkomende gelegenheden ook wel hulp zal vragen. Ik zal mij voortaan op de socialistische vraagstukken gaan toeleggen en dan zullen wij het wel met eikair eens worden." Gaspard lachte. //Ik wenschte, dat gij kondet beseffen, welken last gij mij van de schouders hebt genomen. Ik zal mijnheer Sey mour vandaag nog bezoeken en tegelijk nog eens de noodige in lichtingen betreffende den overtocht gaan nemen." z/Laat het mij weten, wanneer gij onder zeil gaat en kom mij eens op mijöe kamers opzoeken, wanneer gij daartoe de gelegen heid hebt," zeide Claude, terwijl hij opstond om te vertrekken en zich ijlings uit de voelen maakte, toen Gaspard hem weer met dankbetuigingen ging overstelpen. Bij de deur namen zij van el kaar afscheid; Gaspard ging oogenblikkelijk Seymour op zijne ka mers in Portland Place opzoeken, terwijl Claude naar zijn atelier terugkeerde en zich inwendig vroolijk maakte over dit staaltje vaa fleren trots; hij wenschte zichzelf dan ook geluk met zijne over winning." Hiervan was hij echter nog niet zeo geheel verzekerd, want ij was nog geen uur thuis of er werd haastig aan zijne d ur ge scheld en buiten adem snelde Gaspard zijne kamer binnen. «De Mabillonwaartoe dient deze haast?" vroeg Claude, ter wijl hij met een blik van geveinsde wanhoop zijne oogen vestigde op do blauwe enveloppe, die Gaspard in zijne hand hield. //Wan neer gij nu weer vaa gedachte zijt veranderd, dan zijt gij rijp voor Colney Hatch //Neen, niet over Ceylon," hijgde Gaspard. /,Er is iets zeer zonder lings voorgevallen. Ik begaf mij naar mijnheer Seymour om met hem het noodige te bespreken en tot mijne verbazing vertelde hij mij, dat mijn overtocht reeds betaald is;" betaald voor mij,begrijpt gij. Natuurlijk vraag ik hem om ophelderingen en na cenigo aar zeling verteld o hij mij, dat sir Henry Worthïngton het voor mij in orde heeft gemaakt, maar dat hij voor my onbekend wilde blijven wat eene fijngevoeligheid! Natuurlijk ben ik toen oogenblikkelijk hierheen gesneld om u het geld terug te brengen, dat gij mij hebt geschonken; gij zult toch..." Claude lag achterover in zijn stoel geleund en begon hartelijk tc lachen. //Is daar reeds zoo goed voor gezorgd! Een driewerf hoera voor sir Henry Worthington. Wanneer hij er mij van morgen maar met een enkel woord over had gesproken, dan had hij mij daar mee heel wat moeite bespaard. Maar het geld terugnemen? waar achtig niet; de koop is en blijft gesloten." z/Maar werkelijk, Magnay, ik kan het nu niet houden, ik heb het volstrekt niet noodig en ook heb ik er geen recht op." //Spreek mij in mijn atelier niet over zaken," zeide Claude met ecu gebaar alsof hij zijn palet en penseel ter hand wilde nemen. //Dat verpest hier de lucht. Maar zonder gekheid, de Mabillon, ik mag het nu niet meer terugnemen. Doe mij nu het genoegen dit geld voor uzelf nuttig te besteden; gy zult u nog zoo verbazend veel dingen moeten aanschaffen, veor gij naar Caylon vertrekt en wanneer gij daar eenmaal zijt, zult gij de eerste zes maanden niet van den wind kunnen leven. Bovendien zult gij alvorens onder zeil te gaan, nog wel eon reisje naar Rilchester maken waarom zoudt gij daar niet een weekje in den //Arend" kunnen vertoeven? Gij zult mij moeten bekennen, dat gij dat zeer wenschelijk zoudt vinden." //Om Espérance te ontmoeten? Ja, werkelijk; gij moit mij niet aan zulke verleidingen blootstellen." //Het is geen verleiding, maar uw plicht om dat te doen," zeide Claude, die wel begreep, welke snaar hij moest aanroeren om tof zijn doel te geraken. z/Ik zou het a als een schuldig verzuim aanrekenen, wanneer gij niet eer3t uwe zuster gingt opzoeken; gij zijt toch haar voogd, nietwaar? [Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2