NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
it smÊp*fe«
le Jaargang,
Dinsdag 25 Maart 1890.
No. 2063.
ABOf KKMEHTSïRIJE:
V t. I&l I
ABYERïEITIÏiT:
A. J. F. H. W. FRANK,
Ds „Professeur" Verbeek.
IN DEN VREEMDE.
Voor Haarlem per 3 Eiaandenƒ1.30.
FraDeo door het geheele Kijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers-0-05,
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoam-jer iT-1
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cent»!
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
A bonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekbandelaren, postkantoren en courantiere.
Dirocteïiren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM öb J. B. AVIS.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Genéralt de Fubliciti Mrangère G. L. BAD BB §r Co., JOHN F. J ONF8, Succ., Parjjt Blbis Faubourg Montmartre.
Advertentiën en a&onnemea-
ten voor S5 A A ES. SL E S Si* A ©-
BLlïJ worden dagelijks aange
nomen door den Vertegenwoor
diger van dit b!ad
Schotergingel 39.
S T A D S I E li ft' S.
Haarlem, 24 Maart 1890*
Do 2e luitenant A. Copes van Has
selt, van het 4e regiment infanterie,
die bij de militaire verkenningen te
VHage gedetacheerd
November a. s. van die detacheering
ontheven en keert naar zijn korps
terug.
kend lid van „Sparta".
De oefeningen werden voorgewerkt
door de heeren J. Nierop en J. E. C.
Vernout.
De prijzen, bestaande uit kunstvoor-
worpen werden behaald in de le afd.
aan de handbrug door de heeren: J. G.
Martin Jr., le prijs; H. J* Pieters, 2e
pr. en bij gelijk aantal punten P. J. van
der Weijden, 2e pr.
In de 2e afd. aan den rekstokJ. C.
van den Berg, le pr.H. Bremer, 2e pr.
Bij de gymnastische spelen, trekken
aan het lange touwM. C. Broekraeijer,
le prE. J. Bruggemann, 2e pr.; A.
Davidson, 3e pr.
Bij het trekken aan het korte touw:
wordt "met 1 j D. J. van Dantzig, le pr.A. J. Meije-
rink, 2e pr.J. J. Blecking
pr.
Zaterdagavond trad de zich noemende
professeur Verbeek voor de tweede maal
Tot deelneming aan den zangerswed
strijd, uitgeschreven door de Koninklijke
Mannensangvereeniging „Zangen Vriend-
schap", in de maand Juli a. s. te hou- onzen schouwburg op.
den, hebben zich tot nu toe 22 Zang-i Zijn programma bestond uit drie ge-
vereenigingen laten inschrijven. j deelten. Het eerste deel was gewijd aan
de goochelkunst, het tweede aan de ver-
Op Woensdag 9 April zal in de con- j richtingen van den professeur met zijn
certzaal der eocieteit „VereenigiDg" des, sujet mile de Marguerit en in het derde
avonds te 8 uur een buitengewoon con
cert worden gegeven door den heer Ch.
P. W. Kriens Kttnigl., Sachs. Kammer-
musieus en luit-kapelmeester van het
Gemeentelijk Muziekkorps (Clarinet),
Arnold Spoel, leeraar aan de Koninkl,
Muziekschool te 's Hage (zang) ende
gezamenlijke orkesten van het Paleis
voor Volksvlijt en het Gemeentelijk Mu
ziekkorps van Haarlem, onder de direc
tie van de heeren Joh. M. Coenen, G.
II. Mann en Ch. Kriens: Harp: mej.
Wintzer, piano-accompagnement de heer
Mann. Enirée 1.49, bij inteekening
0.99.
De gymnastiekvereniging Sparta",
deel zou hij proeven van magnetisme
nemen op de toeschouwers.
De schouwburg was veel beter bezet
dan den Maandag te voren toen Verbeek
voor de eerste maal hier optrad. Deze
vermeerdering van belangstelling mag
wel zijn toe te schrijven aan de om
standigheid, dat zij, die de eerste voor
stelling hebben bijgewoond, veel goeds
hebben verteld van zijne experiments
met mdlle de Marguerit en vau zijne
fraaie goocheltoeren.
Nu valt het niet to ontkennen, dat
Verbeek een uitnemend goochelaar is.
De meest onbegrijpelijke toeren verricht
hij met veel zwier en voert daarbij eene
gemakkelijke en boeiende conversatie, die
alhier, hield Zaterdagavond j.l. in haar j een aangenamen indruk maakt op het
oefeningslokaal een onderlingen wedstrijd j publiek, terwyl hij met fransche élégauce
in toesteloefeningen en gymnastische zoo nu en dan een compliment weet te j
spelen. maken aan de dames.
De eere-voorzitter, de heer F. Lief- De eerste afdeeling werd alzoo tot
tinck, vereerde dezen feestavond met zijne tevredenheid der aanwezigen afgewerkt.
tegenwoordigheid. j Nu kwam echter het tweede gedeelte,
Eenige heeren kunstlievende leden meten hier was de aandacht van het publiek
huune dames woonden met de meeste J voorzeker nog meer op gevestigd, de
belangstelling den wedstrijd bij. Was do j verrichtingen van Verbeek met zijn sujet
strijd zwaar en de wedijver groot, des-mademoiselle de Marguerit.
niettemin bleef de kamp van vredelie-Deze dame is uit de verte gezien on-
venden en opgewekten aard. Gymnastiek,geveer 30 jaar oud, maar naderbij be-
zang en vriendschap gingen harmonisch keken geeft men haar 5 jaar meer. Zij
samen. is gekleed in een sierlijk, laag uitgesne-
Als jury fungeerden de heerenC. van den, blauw costuum, is flink gebouwd en
Cvereem. voorz. van de gymnastiekver. j heeft volstrekt niet dat zwakke tering-
„Bato", alhier, J. Geersen, voorz. van j achtige uiterlijk, dat men Wij het „sujet"
de gymnastiekver. „Sandevoerde", te j van een magnetiseur zou verwachten
Zandvoort en L. C. de Koter, oud-wer- I te zien.
Verbeek doet haar op een stoel op
het tooneel neerzitten en brengt haar dan
in magnetischen slaap, dpor haar te
fixeeren, waarbij hij eene theatrale po3e
aanneemt. Weldra vallen hare oogen
toe: ze is in slaap, zooals haar magne
tiseur ons mededeelt.
Nu zijn er onder de toeren welke hij
met haar verricht, twee welke eene
nadere beschouwing volkomen waard
zijn. De eerste is do toer met de zak
doeken, de tweede is het overbrengen
van gedachten door hem op haar, do
zoogenaamde mentale suggestie.
Voor den eersten toer keert hij haar
met den rug naar het publiek, en geeft
haar zakdoeken in de horizontaal ge
strekte handen, een roode in de eene,
een witte in de andere hand. Daarna
begeeft hij zich in het parterre en ver
zoekt iemand uit het publiek hem in te
fluisteren, welke zakdoek zijn sujet moet
laten vallen. Wanneer iemand hem dit
ingefluisterd heeft, blijft hij in het par
terre staan, ver van haar af, vestigt de
oogen op haar rug, en een oogen-
blik daarna valt de roode of.de witte
of vallen beide op den grond, al naar hem
dit door den vrager uit het publiek is
verzocht. Ik heb hiermee zelf de proef
genomen en hem verzocht dat de beide
doeken op den grond zouden vallen. Hij
bleef bij mij staan, (ik zat ver van het
tooneel af in het parterre) keek strak
naar zijn sujet en zeer spoedig daarop
liet zij eerst den eenen, daarna den
anderen doek vallen.
Dit was een interessante proef, maar
nog merkwaardiger 3chijnt het daarop
volgende experiment, het overbrengen
van zijne gedachten op baar, de mentale
suggestie. Dit gaat aldus in zijn werk
Terwijl de slapende vrouw op het too
neel blijft, met het gezicht naar het
publiek gewend, maar de oogen gesloten
naar het schijnt, gaat da professor weer
onder het publiek. Nu geeft ieder die
er lust in heeft, hem fluisterend iets op
wat hij wenscht dat Mile de Marguerit
doen zal, b. v. drie knoopen in een zak
doek leggen, een programma in een be
paald aantal stukken scheuren, den hoed
van een der toeschouwers op het hoofd
van een anderen plaatsen en dergelijke
meer. Heeft Verbeek nu een zestal van
die opgaven opgenomen, dan gaat hij
naar het tooneel terug, en leidt haar
achtereenvolgens naar de verschil
lende personen uit het publiek die
hem een proef hebben opgedragen.
Ook ik had hem iets verzocht en wel
dat zijn sujet mijne ketting vaa myn
horloge zou losmaken en het horloge
mij in de hand geven.
Dit verzoek werd met de meeste
nauwkeurigheid uitgevoerd. Nu liet de
magnetiseur zijn sujet even staan om
zich te begeven naar een heer in het
balkon die hem nog iets wilde opdragen.
Eenige oogenblikken later kwam hij
terug om Mil. de Margurit die dieht in my ne
nabijheid was blijven staan, te halen.
Terwijl hij haar wegleidde hoorde ik
dat hij iets tot haar zeide.
i Hiermede ging hij natuurlijk buiten
zijn boekje. Tot haar te spreken was
hem niet geoorloofd, zwijgend moest hij
zijne gedachten op haar overbrengen.
Ik aarzelde een oogenblik of ik het pu
bliek hierop opmerkzaam maken zou,
daar men met zulke onthullingen weinig
eer of genoegen pleegt ia te leggen. De
gedachte dat wij wellicht werden beet-
genomen, was oorzaak dat ik mijn aar-
zeling overwon en den magnetiseur toe-
1 riep
„Monsieur Verbeek, permettez moi
j de vous observer, que vous avez dit
quelque chose a mademoiselle." (Mijnheer
Verbeck, laat ik u doen opmerken, dat
gij iets tot mejuffrouw hebt gezegd.)
j „Pardon monsieur, vous vous trompez",
(pardon, meneer, gij vergist u,") ant-
I woordde de beer Verbeek, waarop ik
hernam dat verscheidene heeren in mijne
nabijheid het eveneens gehoord hadden.
(Drio dier heeren zou ik kunnen noe-
i men.) De man bleef echter ontkennen
en permitteerde ziek ten slotte een paar
grofhedeD, die alleen konden bewijzen
dat in weerwil van een fransch vernisje,
een goochelaar toch altijd maar een
goochelaar blijft.
Spoedig na dit incident eindigde hij
de tweede afdeeling. Nu zou de derde
beginnen, de proefneming van magnetis
me op de toeschouwers.
Ik behoef niet te zeggen, dat het voor
gevallene mijn wantrouwen had gaande
gemaakt. Een van beide: óf Verbeek
was een goed magnetiseur en in dat ge
val zou het hem gelukken een der toe
schouwers straks onder zijn invloed te
brengen óf hij was geen magnetiseur
en in dat geval bestond er zeer veel
reden om te vermoeden dat Mademoi-
I selle de Marguerit niets anders was, dan
j zijne assistente in een behendig uitge-
I voerde gooekeltoer.
Nu had hij zich reed3 van te voren
eenigszins gedekt door de verklaring, dat
niet alle personen vatbaar zyn voor den
magnetischen invloed. Slechts een op de
twintig mannen was er voor gevoelig
verklaarde hij, en bijna alle dames. (Be
greep hij wellicht, dat geen dame onder
het publiek zich aan eene proef op het
tooneel zou wagen?)
Hot scherm ging omhoog, Verbeek ver
scheen weder en verzocht hen die zich
aan een proef wilden onderwerpen, om
op het tooneel to komen. Successievelijk
meldden zich elf personen aan, waaron
der negen, die ik als Haarlemmers en
bij name kende. De twee anderen waren
mij vreemd.
Eerst trachtte hij een der Haarlem
mers in den magnetischen slaap te bren
gen, door hem do handen op de zijne te
laten loggen en hem strak in de oogen
te zien. Weldra gaf Verbeek dit echter
op, verklarende dat hei 25 minuten du
ren zou vóór hij dezen heer had doen
inslapen en daarom liever een ander
zon nemen.
Nu koos hij een der vreemdelingen uit,
bracht hem in zeer korten tijd „in slaap"
en liet hem eenige grimassen uitvoeren.
Het publiek, vooral dat op de gaanderij,
begon blijkbaar argwaan te koesteren.
Daarop beproefde de „magnetiseur" zijn
kunst op twee andere Haarlemmers, maar
al zijne inspanning was vergeefs, gGen
hunner sliep in. En ten slotte koos hij
den tweeden vreemdeling.
Van dat oogenblik af werd de voor
stelling een volslagen fiasco. Op ener
gieke wijze werd er van uit de gaanderij
tegen de keuze van dit sujet geprotes
teerd en, hoewel Verbeek dezen vreemde
(die later bleek Maks te heeten en Am
sterdammer te zijn) een scène liet ver-
tooneu van een zelfmoordenaar, was bij
het publiek (wij durven het met gerust
heid zeggen), het vertrouwen geschokt,
hetgeen zeker niet verholpen werd toen
hij ten slotte een vertoouing hield met
de beide vreemdelingen
Ik heb dit verslag eenigszins uitvoe
rig behandeld, omdat het my voorkomt
dat de proefnemingen van magnetisme
door dezen professeur van nulengeener
waarde zijD. Voor de experimenten met
mdlle de Marguerit haal ik de schouders
op. Hij heeft tot haar gesproken, hij
heeft mij dat heeten liegen en daarom
(de conclusie is geoorloofd) geloof ik
niet, dat hier magnetisme in het spel is
geweest, maar slechts een zeer handig
uitgevoerd goochelstuk.
Bonte biljetten op de deuren van den
schouwburg aangeplakt, doen zijn persoon
aanschouwen als fameus magnetiseur,
men zou zeggenals een geweldige on
der de geweldigen.
Ik voor mij wil hem dan ook gaarne
noemen: „magnetisear", maar opeen
yrentje
J. C. PEEREBOOM.
Door de politie alhier is aangehouden
en naar het huis van bewaring overge
bracht J. P. R., oud 20 jaren, boerenar
beider, zonder vaste wconplaats,,als ver
dacht van diefstal van een schaap in een
land aan de Amsterdamsche Vaart, in
vereeniging met J. G. C. S., oud 20 jaren,
die echter voorloopig in vrijheid is ge
laten, omdat hij alhier woonachtig is.
Eerstgenoemde heeft de vorige week al
hier terechtstaan wegens diefstal van kip
pen, waarvoor tegen hem 1 jaar gevan
FEUILLETON.
Naar het engelsch.
EDNA LYALL.
55)
HOOFDSTUK XXIII.
„Wat zijt gij toch verbazend kinderachtig," zeide Cornelia op
nieuw geërgerd. „Wanneer gij in de rekenkunde vorderingen wilt
maken, waarom legt gij u dan niet wat meer toe op de samen
gestelde evenredigheden, waarvan gij gisteren nog niet veel scheen
te begrijpen?"
Espérance haalde hare schouders op, wierp een blik op de pen
dule en bemerkte, dat zij nu nog slechts twee honderd en negentig
minuten moest wachten; daarna volgde zij hare nicht naar haar
studeervertrek en zat eenigen tijd over een lei en een rekenboek
gebogen, terwijl zij ^tevergeefs de volgende vraag trachtte te be
antwoorden
„Wanneer 49 personen in 20 dagen voor 200 brood op eten
en het meel 80 ets. kost, in hoeveel tijd zullen 98 personen dan
voor f 240 brood gebruiken, wanneer het meel 1.20 kost?"
Haar hoofd was echter op dat oogenblik te zeer in de war om
dit vraagstuk op te kunnen lossenzonder er bij te denken ver
menigvuldigde en deelde zij en door de zonderlinge uitkomsten
geraakte zij steeds meer en meer in de war; de 98 personen kon
den er bijvoorbeeld 40 dagen in plaats van 8 dagen van bestaan
en wanneer Cornilia haar in wanhoop het ongerijmde van dit
antwoord onder het oog bracht, dan antwoordde Espérance dat
dit misschien in tijden van beleg zou plaats hebben. Dit antwoord
maakte Cornelia zoo boos, dat zij haar weinig belovende leerlinge
wegzond, terwijl zij meende, dat iedereen het er dien morgen op
aangelegd had om haar te kwellen.
Ondanks haar hoofdpijn, snelde Espérance op het heetst van
den middag naar het stationhaar hart bonsde bij de gedachte,
dat zij zoo aanstonds Gaspard zou weerzien en zij was veel te
gelukkig, om het mevrouw Mortlake euvel te duiden, dat zij het
rijtuig had „vergeten."
Welk een heerlijke ontmoeting. Veel gelukkiger dan de vorige,
want Espérance werd nu niet hevig geschokt bij het zien van haar
broeder; zij was er nu ten volle op voorbereid. Evenmin kon by
aan haar gelaat zien, dat zij niet al te wel was, want door de
opwinding van haar geluk was er weer kleur op hare wangen ge
komen; de eenige verandering die hij in haar uiterlijk opmerkte
was in haar haar.
„Is uw prachtig haar weg?" vroeg hij haar met leedwezen in
zijne stem.
Espérance begon te lachen.
„Ja, het is geheel weg, wanneer gij er zeer op gesteld zijÉ>
zult gij het misschien nog kunnen zien, ik geloof, dat het voor
het raam hangt."
„Hebt gij het dan laten afknippen!" riep Gaspard uit, op een
toon van verwondering.
„Hoe zou ik het anders kwijt zijn geworden? het heeft nog vijf
pond opgebracht."
„En gij hebt het verkocht ter wille van mijn uitzet! Lieveling,
hoe zal ik u dat ooit kunnen vergeven. Ik verbaasde er mij reeds
over, hoe gij nog geld kondt bezitten, om dat alles voor mij te
koopen. Gij zijt evenals het meisje in dat aardige sprookje, dat
voor haar elf broeders hemden weefde van haar eigen haar.
„Dat zou ik nooit voor u doen, "zeide Espérance. „Maak nu geen
opmerkingen over mijn kroeskop. Ik heb het u slechts verteld,
opdat gij er in de pastorie niet over zoudt spreken.
„Zeer goed, ik zal aan uw wensch gehoor geven; gij zijt toch
een wonderlief zusje; ik had nu toch wel gaarne gewild, dat ik
eerder had geweten dat men mij zou helpen; ik vrees, dat giï u
met dat werk voor mij te veel hebt ingespannen."
„Denkt gij dan, dat ik anderen alles voor u had laten doen en
tevreden zou zijn geweest met zelf niets te doen! Hoe vriendelijk
van Claude Magnay om u te helpen."
„Ja, hij was zeer vriendelijk en edelmoedig; ik had het niet
van iedereen willen aannemen, maar op zijne handelwyze viel
niets te zeggen.
„Het is echter voor ons een groot geluk en ik zal u nu iets
kunnen geven alvorens ik vertrek, terwijl ik mij bovendien ïn
Ceylon gedurende de eerste zes maanden niet behoef te behelpen."