„Keidaüiaheiii naar Varraopi' B IN fc N L A A I». kapitalisten, gesteund door de Heide- Maatschappij werden overgenomen. Daar blijft de Staat buiten. Deze kan alleen die gronden ontginnen, welke hem toe- behooren. De heer mr. WA. 't Hooft herinnert er aan, dat spreker gezegd heeft dat particulieren de aangeplante bosschen gewoonlijk reeds verkoopen als die der tig jaar oud zijn. Geschiedt dit echter omdat men geld noodig heeft of omdat het boseh, na dien tijd, zooals men dat noemt, tot zijn sch& begint te staan? De heer Cordes antwoordt hierop, dat een bosch eerst als het honderd jaar oud is, zijn hoogste rente afwerpt. Nu wordt er veel gekapt, omdat het hout zoo duur is. Maar voeding van bronnen en verbetering van grond eischen lang duriger bosschen. De heer J. Scholtens merkt op, dat door het Rijk in de schoorlsche duinen een proef is genomen. Men heelt die na eeuigen tijd weer gestaakt, omdat het resultaat niet bevredigend was en de kosten hoog waren. Spreker gelooft wel, dat men de proef wat spoedig heeft laten varen. De heer Cordes zou bij duinbeplanting geheel de fransche methode gevolgd willen zien, waarbij de jonge aanplantin gen zorgvuldig door, wel kostbaren, maar dan ook doeltreffende, beschuttingen worden beveiligd voor de winden. De heer J. H. Krelage dankt het Bestuur voor de hem als lid der heide maatschappij gezonden invitatie. Haar doel moet zijn het bebossehen in ons land te populariseeren. Nu er zooveel ruimte van geld is, kan de bebossching van woesten grond voor kapitalisten een goede geldbelegging zijn van 3 a percent. De heer F. W. van Heden meent, dat de den wel brandhout maar geen werk- hout levert. De dennen in onze duinen althans zien er treurig uit. Dat komt doordat ze niet beschut werden, antwoordt de heer Cordes. Heeft men, zoo vraagt alsnog de heer LieftincJczich in Frankrijk die dure beschutting (2-§- francs per strekkenden meter) getroost in het belang der be bossching, of ook om erger dingen, zoo als zandverstuiving, te voorkomen De heer Cordes merkt op, dat die beschutting alleen noodig is voor de buitenste aanplanting. Binnenwaarts is ze niet noodig. De kosten ervan drukken derhalve op de ganscJie aanplanting niet zoo zwaar. Ten slotte vestigt de heer H Hooft er de aandacht op, dat men niet alleen op de directe maar ook op de indirecte voordeelen moet zien. Het voorkomen van zandverstuivingen bijvoorbeeld meer dan voor het Rijk, vaD belang voor de provincie. Hiervoor zou zich dus de provincie een offer moeten getroosten. Nadat, op voorstel van den voorzitter, de aanwezigen door handgeklap hunnen dank aan den heer Cordes hebben be tuigd, wordt de vergadering gesloten. Als poldermeester van den binnenpol- der onder Spaarnwoude is herkozen C. van Warmerdam aldaar. De respectievelijk tot 2 en 9 maanden gevangenisstraf veroordeelde agenten van politie te Zaandam H. W. van Korel en F. Vrind, zijn van dit vonnis in hooger beroep gekomenevenals de ambtenaar van liet Openbaar Ministerie. Onlangs liep te Oegstgeest een man rond, die zeide maar één arm te hebben de andere mouw van zijne jas hing slap langs zijn lichaam. Meenende door nie mand gezien te worden, stak hij zijn arm, welken hij onder zijne jas verbor gen had gehouden, weer in de mouw, toen hij buiten de gemeente was ge komen. Letteren en Kunst. Het jongstverschenen nummer van de Nederl. Illustratiegeïllustreerd Nieuics van den Dag, bevat wederom tal van geïllustreerde wetenswaardigheden, als De werkstaking te Liverpool, de ont ploffing in de Morfa-Colliery-mijn, eene schets over de rijkste menschen der wereld, eene met de bronzen medaille bekroonde novelle, getiteld //Verhoogd" verscheidenheden, enz. enz. ïigen Haard bevat onder meer, een fraai portret van den heer Henri Georgi Derx, den onlangs overleden inspecteur- generaal der spoorwegdiensten en van het stoomwezen in N.-Indië, met een beschrijving van het werkzaam leven van dezen oud-genie-officier en bekwa men ingenieur. Bij de Vereeniging hebben zich de volgende personen voor werk aangemeld Een voor stalknecht. - Twee voor oppasser. - Een voor ziekenoppasser. - Vier voor kantoorlooper. - Twee voor portier. - Een voor schrijfwerk. - Een voor boekbin der. - Een voor schoenmaker. - Twee voor schildersknecht. - Twee voor met- selaarskecht. - Een voor timmermans knecht. - Een voor broodbakkersknecht. - Een voor koper- en metaalgieter. - Twee voor tuinmansknecht. - Een voor opzich ter. - Een voor loodgietersknecht. - Zes voor aardwerkera of los werkman. - Tien voor werkster of schoonmaakster. - Een voor burgerwaschvrouw. - Een voor hulpkookster. - Drie voor burgernaai- eter. - Drie voor breister. - Een voor mangelwerk. - Een voor strijkster. Particulieren en werkgevers, die van deze aanbiedingen wenschen gebruik te makenwordt beleefd verzocht zich schriftelijk tot het Bestuur der Vereeni ging te richten, (bus Stadhuis of Doelen). Zijne Majesteit, het schelijk achtende, dat door eere commis sie van deskundigen, bestaande uit offi cieren van zee- en landmacht, in een aan Hoogstdezelve in te dienen rapport, ad vies worde uitgebracht omtrent de taak die de zee- en landmacht elk in het bi- zonder, doch in onderlinge samenwer king zullen te vervullen hebben, bij de verdediging van het vaderland aan de zijde, op do binnenwateren en op de rivieren, in verband met de bij de wet vaa 18 April 1874 (Stbl. no. 64) vast- telde regeling en voltooiing van het vestingstelsel; en door haar worde aan gegeven, welk materieel van zee- en landmacht in aansluiting met het be staande zal noodig zijn tot verkrijging eener voldoende weerbaarheid, daarbij rekening houdende met de krachten der natie heeft, ingevolge de gemeenschappe lijke voordracht van de ministers van Marine en van Oorlog, bij besluit van den 23sten dezer no. 28, eene commissie benoemd, bestaande uit: deu vice-admiraal J. B. A. de Josse- lin de Jong, als lid en voorzitter; als leden van de zeemacht: den kapitein ter zee G. Kruys; den kapitein ter zee C. ten Bosch; den kapitein-luitenant ter zee H. Nijgh; van de landmacht: den generaal-majoor C. D. H. Schnei der, inspecteur der artillerie; den kolonel van den generalen staf A. Kool; den luitenant-kolonel der genie K. Eland; den majoor C. L. W. Moorrees, van het 4e regiment vesting-artillerie; en aan de commissie als secretaris toegevoegd den luitenant ter zee der le klasse G. J. Sluyterman. Staats - Ct.) Men schrijft van WH et L o o" i. d. 22 Maart: H. M. de Koningin en het Prin sesje ontvingen Maandagmiddag te 2 uur mevrouw de douairière gravin Ben- tinck met twee kleindochters bij zich ten paleize. Reeds te half drie stelde prinses Wil- kelmina hare jeugdige bezoeksters, met dat doel in de rijbaan werden binnen geleid. Daarop werd een bezoek gebracht aan de witte damherten in de herten kamp en aan de zich in de nabijheid daarvan bevindende talrijke rashonden. Vervolgens werd het chalet der prinses bezichtigd met zijn rijken inhoud van allerlei aard en met zijne levendige om geving van kippen, duiven, eenden en konijnen, alsook de bijbehoorende bloe men- en druiventrekkaesen. Per Kon. Nederl. Locaalspoor aan het station 't Loo aangekomen, keerden de bezoeksters te 4.48 per Oo3terspoor naar Middachten terug, waartoe een hof- rijtuig haar naar het station te Apel doorn overgebracht. De Minister van Oorlo heeft openlijk zijn bizondere tevreden heid betuigd aan officieren van gez.. militaire apothekers en administrateurs der militair» hospitalenzoomede aan de militaire apothekers-bediendenhet pers. der hospitaal-geëmplooieerdeu en zulks voor de wijze waarop zij zich, elk op zijn gebied, in het belang van eene zorgvuldige en geregelde verpleging der zieken tijdens het heerschen der iaflu- enza-epidemie van hunnen plicht hebben gekweten. Tot deskundigen bij de voor- jaars-examens voor de akte van onder wijzer zijn ia Noord-Holland benoemd de heeren J. S. de Groot en A. S. Schoevers, hoofden van openbare scholen te Buiksloot en te Amsterdam, voor Ned. taal J. A. Bakker, hoofd der St. Vincentiusschool en H. Bijleveld, direc teur der geref. kweekschool, beiden te Amsterdam, voor rekenen en vormleer; M. L. van Gemert, hoofd eener R. K. school, te Haarlem, voor aardrijkskunde; M. J. Yzerman, directeur H. B. S., te Amsterdam, voor geschiedenis J. Stam- perius, hoofd der openbare school, te Amsterdam, voor kennis der natuur en G. Kappenburg, hoofd der openbare school, te Amsterdam, voor opvoeding. Onlangs werd bericht dat de heer Collette, inspecteur, chef van het technisch beheer der rijkstelegraaf, vergezeld van den heer Van Eek, direc teur van het rijkstelegraafkantoor te Amsterdam, naar Londen zouden ver trekken om met de gemachtigden der engelsche regeering in overleg te treden nopens het overnemen door Nederlaud van de helft der kabels tusschen Zaad- voort en de engelsche kust, m. a. w. om Nederland in het medebezit van de anglo-nederlandsche telegraafkabels te brengen. De bovengenoemde nederlandsche en de engelsche gemachtigden hebben thans naar de Stoompost verneemt de grondslagen vastgesteld, waarop hunne regeeringen kunnen onderhandelen om het gewensehte doel te bereiken. Komt Nederland in het medebezit van de kabels, dan zal onze regeering met de engelsche hebben te zorgen voor het onderhoud en de eventueele vernieuwing of vermeerdering van de kabels maar zal tevens de helft der ontvangst van de kabelseinkosten in de nederlandsche schatkist vloeien. Bij de Nederlandsche Bell- telefoonmaatschappij schijntvolgen3 de Stoompost, het voornemen te bestaan, met goedkeuring van de regeering, tele foonnetten in te richten te Baarn en te Hilversum, en intercommunale tele foonverbindingen tot stand te brengen tusschen Amsterdam, Hilversum, Baarn, Utrecht en Arnhem, zoodat de vijf' laatstgenoemde plaatsen ook in telefo nische gemeenschap zullen worden ge bracht met de reeds voor den openbaren dienst geopende telefoonverbindingen Amsterdam- Zaandam- Haarlem- 's-Gra- vonhage—Rotterdam—Dordrecht. Ook de voltooiing van eene intercom munale telefoonlijn tusschen Rotter dam en Schiedam, zoomede tusschen Haarlem en Zandvoort, kan spoedig wor den tegemoetgezien. Van de krijgsverrichtingen die in den laatsten tijd te Atjeh hebben plaats gehad, zijn de gevechten in het haar in een open rijtuig gezeten, in de landschap Edi in April en Mei 1889 gelegenheid hare schatten te bewonde-1 zeker het meest bekend. Bekend hier reB. Allereerst de vijf ponuies, die tot1 op te vatten in dien zin, dat bijna iedereen gehoord heeft van den helden dood van den ln luitenant J. J. A. Gaade. Met het doel de gebeurtenissen uit die drie maanden bekend te maken, ook de werkelijke beteekenis van het woord, heeft de majoor der inf. van het Ó.-I. leger, J. F. D. Bruinsma, weer eens de pen opgenomen. Zijn naam als schrijver over oorlogszaken in Atjeh was reeds bekend door zijn werkje over //De verovering van Atjeh's groote missigit." Evenals die bijdrage voor onze koloniale geschiedenis wordt ook de hier besprokene uitgegeven met een liefdadig doel. Het boekje, dat de heer H. Pyttersen te Sneek nu het publiek aanbiedt, bevat een zeer gedetailleerde beschrijving der gevechten. Drie flinke kaartjes stellen den lezer in staat den geheelen loop van den strijd te volgen, terwijl tevens uitvoerige opgaven zija verstrekt van hen, die er aan deelgenomen hebben. Voor ieder, die eens ia bizonderhoden weten wil, boe onze troepen den Atjeher te lijf gaan en hoe de vijand zich weert, is het boekje van den heer Bruinsma zeer aan te bevelen. De Wieabadensche Badmaat- sckappij heeft de door dr. Mezger voor gestelde schikking aangenomen. Dr. Mezger heeft onmiddellijk van het hem daarby toegekende recht gebruik ge maakt en alle betrekkingen met de maatschappij afgebroken. Hij zal echter Wiesbaden niet verlaten, dech blijft daar zijne practijk in het RJieinhétel uitoefe nen. Voor de betrokking van adspirant-admiuistrateur bij de Nederl. Amerik. Stoomvaarten, aldaar, openge steld voor jongelieden tusschen de 20 en 25 jaren, hebben zich niet minder dan 364 sollicitanten aangemeld. Er zijn plaatsen open. Met ingang van 1 April e. k. is de heer J. Römer te Tilburg aange steld tot adjunct-ingenieur bij de Hol- landsche Spoorweg-maatschappij met standplaats Amsterdam. In April a. s. zal, naar men verneemt, het monument op het graf van Jacob Hobein te Vlissingen, op plechtige wijze onthuld worden. Door de arrondissements rechtbank te Amsterdam is voorloopige surséance van betaling toegestaan aan Koninklijke Fabriek van Stoom- en andere werktuigen. Tot bewindvoerders zijn benoemd de heeren mr. E. N. Ra- huzen, J. C. van Heukelom (firma gebr. Van der Vliet te Amsterdam) en J. C. Jansen, hoofdingenieur bij het departe ment van Marine. De eerste serie van don schietwedstrijd tusschen de heeren Sil- lem en Van Mens heeft te Amsterdam plaats gehad. De heer Sillem schoot 1086 en de heer Mens 1037 punten De lieei Sillem is dus 49 p. voor De tweede serie zal Zondag 30 Maart op de schietbaan te Kralingen geschoten worden. Menschen handel in Neder- land\ Iemand biedt in eene advertentie in het N. v. d. D. 1200 leden van een begrafenisfonds te koop aan Uit Tessel wordt gemeld: De raad dezer gemeente heeft Zaterdag van de drie plannen tot havenvergroe- ting d a t aangenomen, hetwelk het minst kon voldoen aan het oordeel van den ingenieur van den waterstaat, te Alk maar, doch bij de minste kosten voor de gemeente de meeste ruimte voor de vaar tuigen waarborgde. Aan B. en W. is opgedragen een on derhoud xnet den Commissaris des Ko- nings in Noord-Holland te vragen, ten einde diens medewerking te verzoeken tot het uitvoeren van de plannen. Uit Deventer werd W oen s- dag onder politiegeleide een zeventien jarig jongmensch van goeden huize naar Rotterdam gebracht, en verder op eene van daar vertrekkende stoomboot naar Londen, met eene strenge aanbeveling aan den kapitein der boot. Het bedoelde jongmensch, die bij zijne ouders te Lon den woonde, was veertien dagen heime lijk van daar naar Deventer vertrokken. Zijn vader, die ever zijne verdwijning in hevige ongerustheid verkeerde, had terstond getelegrafeerd aan de politie te Rotterdam en het signalement van zijn zoon opgezonden. Met dit sig nalement werden nasporingen gedaan aan de stations te Rotterdam, waarbij uitkwam, dat op dienzelfden dag een jongmensch //meteen engelsch uiterlijk" een plaatsbewijs in de richting naar Deventer had genomen. D« politie kwam toen den vluchteling weldra op het spoor. De afdeeling Zaandijk van de Noord-Hollandsche vereeniging //Het Witte Kruis" heeft bij het hoofdbestuur eeu voorstel ingediend, ter behandeling in de aanstaande algemeene vergadering om eene enquête in te stellen naar den staat van den algemeenen gezondheids toestand in de provincie Noord-Holland. Zy grondt dit voorstel op de over weging, dat het doel der Vereeniging, in het laatste lid van art. 1 beschreven als //het helpen bevorderen der algemeene gezondheidsbelangen," alleen dan in vol doende mate bereikt kan worden, wan neer de Vereeniging zich vergewist van den toestand, waarin het verleenen van geneeskundige hulp, de ziekenverzorgiug de toepassing der gezondheidsmaat regelen zich in de provincie Noord-Hol land bevinden, en dit te meer, daar art. 2 al. 4 als middel om het doel dor Ver eeniging te bereiken aangeeft: //het opsporen en zooveel doenlijk helpen op heffen van al wat ziekte doet ontstaan en onderhoudt." De overtuiging, dat ia sommige plaat sen van Noord-Holland de geneeskun dige hulp gebrekkig, zoo niet ontoerei kend genoemd moet worden, hetzij door eene overmatig uitgebreide praktijk, hetzij door eene te scrupuleuze opvat ting der armenzorg tusschen diaconale en algemeene armbesturen, gevoegd bij de overweging, dat de ziekenverzorging en de toepassiog der gezondheidsleer op vele plaatsen, zoo niet geheel, dan toch voor een groot deel aan den philanthro- pischcn zin van den medicus is overge laten, voerden haar tot de meening, dat deze enquête drie rubrieken zou moeten omvatten, te weten: I. Het onderzoek naar de geneeskun dige hulp, omvattende de drie kwali teiten genees-, heel- en verloskunde. II. Het onderzoek naar de ziekenver zorging, vooral wat betreft de toepas sing vau die hulpmiddelen, welke bij verschillende afdeeliugen van //Het Witte Kruis" reeds als praktisch onmis baar bleken. III. Het onderzoek in hoeverre ge zondheidsmaatregelen worden toegepast of door plaatselijke verordeningen worden gesteund. De afdeeling Zaandijk meent dat de Vereeniging zich door deze enquête een terrein van werkzaamheid kan openen, waardoor èn hare zedelijke kracht èn haar financieele steun ten duidelijkste aan het licht zouden komenhetgeen ongetwijfeld aanleiding zou geven tot het oprichten van nieuwe afdeelingen. Bijwijze van toelichting vestigt de afdeeling op een aantal punten de aan dacht, die meer in het bizonder een voorwerp van het in te stellen onder zoek zouden behooren uit te maken. Te Urmond (L.) is uit de Maas opgevischt het lijk van eene on bekende vrouw, naar gissing tusschen 25 en 30 jaren oud. Het lijk, dat reeds in staat vaa ontbinding verkeerde, had eene diepe snede in hal3 en pols. Zaterdagavond is een on gehuwde schippersgezel te Leeuwarden, terwijl hij bezig was eenig werk op zijn schip t© verrichten, over boord geslagen. Eerst na geruimen tijd zoekens mocht men hem terugvindenhij was onder andere schepen geraakt. Alle pogingen, om de levensgeesten weder op te wek ken, bleven vruchteloos. Heclitszakon. Het hoog militair Gerechtshof heeft het vonnis bevestigd van den krijgsraad te Leeuwarden, in zake de geëmployeer den in de militaire bakkerij aldaar. De administrateur, de onderofficier van po- uiterst aaogenaam zijn, u dan bij ons te zien." z/Dank u. Ik zal met genoegen komen." Mevrouw Mortlake waagde het niet hare oogen op te slaan, want zij gevoelde wel, dat zijne scherpziende blikken op haar gevestigd waren, Espérance kon een glimlach niet onderdrukken, toen zij bemerkte, dat Gas- pard geheel k l'anglaise allen de hand schudde; daarna volgde zij hem tot in de gang, om daar nog eeaige woorden tot afscheid met hem te wisselen. Nauwelijks was de deur achter hen gesloten of tot hare groote verbazing sloeg Gaspard zijne armen om haar heen, terwijl hij haar herhaaldelijk kuste. //Lieveling, waarom hebt gij mij dat niet eerder verteldbehan delt die vrouw u altijd op die wijze?" /,Wie?" vroeg Espérance verwonderd. //Bedoelt gij mevrouw Mortlake Zij was vandaag niet goed gehumeurd. Daar let ik vol strekt niet op, nu ik u bij mij heb." z/En gij hebt mij nooit verteld, wat gij al wel verkroppen moest!" zeide Gaspard op verwijtenden toon. //De wereld is hard vochtig, Espérance, zeer hardvochtig!" z/Deze week ben ik echter volkomen gelukkig," zeide zij met een glimlach. //Dit is ons carnaval. Hoe zegen ik mynheer Mag- nay, die u hierheen gezonden heeft. Er is toch Dog wel geluk en liefde in de wereld te vinden. Cornelia was vanmiddag zeer hartelijk." z/Ja, wij zullen van haar welwillend aanbod betreffende haar studeervertrek wel gebruik maken. Morgenochtend kom ik u opzoeken." //Morgen, ja, wat zullen wij elkaar dan veel te vertellen heb ben en Gaspard vergeet vooral niet mij uwe kousen te zenden, want die moet ik stoppen." z/Gij vergeet mijn nieuwen uitzet." z/Neen, maar het is voor de reis, verkwistende jongenvergeet dus vooral niet ze mij zoo spoedig mogelijk te zenden, liefst he denavond nog. Welnu, ik moet gaan, want ik word geroepen." z/Laat hen maar een oogenblik wachten," zeide Gaspard ont stemd; gij moet u niet zoo vermoeien, gij zijt alreeds uitgeput. Zij vleide een minuut lang haar hoofd tegen zijn schouder, maar toen zij nu weer met meer aandrang geroepen werd, maakte zij zich van hem los. //Ik moet gaan. Ik heb vandaag reeds vreugde genoeg gesmaakt. Vaarwel, lieyeling, beloof mij, dat gij in den //Arend" stevig zult dineeren." Zij snelde weg en werd begroet met hevige verwijten over hare langzaamheid, maar Gaspard herkende de stem niet, hoewel hij vermoedde, dat ze aan mevrouw Mortlake toebehoorde. Hij hoorde de woorden: //Wanneer gij nog niet weet, hoe gij u in het huis van een ander behoort te gedragen, dan wordt het tijd, dat gij het leert. Neen, Cornelia, val mij niet in de rede. Terwijl het huis vol gasten is..... Hij hoorde niets meer, maar zette zijn hoed op en snelde het huis uit, terwijl hij de deur achter zich dichtsloeg. Om Espérance, zijne Espérance op die wijze te hooren toespreken! Het was on- verdragelijk, om krankzinnig te wordenDeze vreeselijke afhan kelijkheid, hoe zeer overstelpte deze haar met een drukkenden last! Hoe kon hij haar in dit huis achterlaten, waar niets dan ijskoude onverschilligheid en hatelijke aanmerkingen haar ten deel vielen. Deze week van zijne zoogenaamde carnavalsviering leerde hem te veel van haar leven in de pastorie kennen, dan dat hij gedurende dien tijd onverdeeld genot zou kunnen smaken. Het hart van toorn vervuld, keerde hy naar zijn hotel terug, zich voornemende, om zich op mevrouw Mortlake te wreken langzamerhand keerde echter zijne bedaardheid terug en hij troostte zichzelf met de gedachte, dat hij over eenige jaren in staat zou zijn, Espérance uit deze drukkende af hankelijkheid te verlossen en haar een nieuw tehuis op Ceylon zou aanbieden. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2