NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Ie Jaargang Zaterdag' 5 April 1890. No 2073. AB08ÏÏIKBBTSFRIJS: A>S E R T E TI U Nabetrachting;. S i' A ti S 151' U S. E E U I L L E T O N. ÜN DEN VREEMDE. HUSK DAGBLAD Voor Ha&rlem per 3 maandenƒ1.20. Franco door Let geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nu mm erg--0-05. Dit blad verschynt dagelijks, behalve op Zon- en FeeBtdagon. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. TeBefoonnoiirasaes' Tan 15 regel» 50 Cents; iedere regel meer 10 cents_ Groote letters naar plaatsruimte Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekbandelaren, postkantoren en ccnrantïer*. Directeuren-Uitgavers J. C. FEEREBCOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Genéralt de Fublicits Ktrangère G. L. I)A UBB Co., JOMD F. J ON EB, Succ., Far ij a 31 bia Faubourg Wontraa? tre. uit den Gsmeeateraad. li. Twee onderwerpen slechts waren er in de zitting vau Woensdag aan de orde, die de leden van twee tot vijf uur bezighielden. Niet dat er niet nieer op de agenda stond, maar alleen die twee zaken waren bet onderwerp van lang durige discussiën. Het waren de kermis en de gasfa briek. Niet minder dan 12 vereenigiiagen bier ter stede, waaronder vele kerkge nootschappen, verzochten, de meeaten geheele afschaffing, de anderen beper king der kermis. Het was of de leden van den Raad van oordeel wareD, dat het aantal spre kers in hun midden over deze zaak in verhouding behoorde te staan tot het Aantal adressen. Van de twintig leden toch, die tegenwoordig waren, voerden niet minder dan dertien over de kwestie het woord en, wat het eigenaardigste heeten mag, allen waren het volmaakt eens voor zoover zij de hoofdzaak bespraken, dat afschaffing op dit oögenblik niet, be perking van de ongebondenheden wèl geraden mocht heeten. Hoe die beperking echter behoorde plaats te hebben werd wel door do verschillende sprekers aan gegeven, maar tot een bepaald besluit kwam men niet. Hierover en over de omstandigheid, ■dat zoovele leden hunne stern zooals dat hei-t, „werschten te motivoeren", zou men zich kunnen verwonderen, ware het niet dat du explicatie daarvan voor dé hand ligt. Het tegengaan van de misbruiken op do kerm a is politiezorg en politiezorg is iets waarmede de Raad zicii niet dan ^ongaarne bemoeit. Wei Rpie-.-kt hij eD wenschelijkheid ui dat in liet algemeen •door de politie zoo en zoo gehandeld moge worden, doch het onder woorden brengen van zijne ('s Raads) opvattiu- gen in zako politie-aan gelegenheden laat hij liever aan B. en W. over, of liever aan den Burgemeester, het hoofd der politie. Dat bewees ook de wenk van den heer Macaré, off. v. just., dat den Bur germester zeer zeker extra politie-hulp voor de kermis zou worden toegestaan, wanneer Z.E.A. daarom vroeg. En daarop schijnt ook het door den heer Bijvoet gezegde te wijzen dat nu de zaak in het college van B. en W. zou worden besproken en dat wanneer daaruit geen voorstel kwam, do leden van den Raad voorstellen kondeu doen. Het ligt niet op onzen weg, om hier het voor en tegen der kermis nog eens na te gaan. Mag men aannemen, dat het voornemen tot beperking in den Raad uitgedrukt, ook tot uitvoering zal komen, dan is, al zijn de adressanten ook niet allen bevredigd, toch aan den wensch van allen die wars zijn van liederlijke ongebondenheid, tegemoet ge komen en de uitvoerige discussie in den Raad van groot nut geweest. De tweede zaak waarover men discus sieerde was de gasfabriek. Wijst af hare voorstellen zeiden B. en W. wze kunnen ons nog wel heel andere aan biedingen doen ,/Neen," zei de heer C. Prins Sz., ffniet afwijzen. Zoo komen we niet verder. Laat ons eene commissie benoemen om met de „Imperia!" te onderhandelen. Ze biedt nu reeds een halve ton per jaar voor deel aan, ze voelt dat haar zaak zwak staat, ze zal al het mogelijke doen om in het leven te blijven Maar de Raad was het met B. en W. eens. De //Imperial" zal dus met nieuwe voorstellen voor den dag moeten komen. De heer Prins deed ons de eer, ons blad te noemen in zijn betoog. Hij ver klaarde ons blad met genoegen te lezen, (hetgeen ook ons genoegen doet), maar voegde daarbij, dat hij het niet eens was met ons artikel, waarin wij te velde trekken tegen eene verlenging van het contract met de Gasfabriek. Ten slotte zegt de heer Prins: „en ik wil tot dat blad zeggen, dat het evenmin als ik op het gebied van eco nomie zijne sporen nog heeft verdiend." Het is in elk geval streelend voor ons, dat de heer Prins zich wat die ontstentenis van sporen betrefr. aan onze zijde schaart. En wel verre an door zijn betoog van meening te zijn veran derd, verklaren wij meer dan coit tegen ceoe contractsvernieuwing te zijn. Want de heer Prins (hij zelf zal het moeten erkennen) heeft niet verder gekeken dan de nu volgende twaalf' jaren. Hij wijst er alleen op, dat bij con tracts verlenging de gemeente van nu af tot 1902 zoo en zooveel verdienen zal, maar diiar blijft zijne beschouwing staan. En nu vragen wij: hoeveel nadeel de gemeente na 1902 zal lijdeD, wanneer ze het contract met de //Imperial" vernieuwt. Want men ver- gete toch niet dat de //Imperial" in ruil voor die groote voordeelen, welke zij aan biedt, een concessie verlangt die loopt tot 19 27. Dit heeft de heer Prins uit zijn be toog weggelaten. De zonzijde heeft hij ons doen zien, maar de schaduwzijde niet. Wij blijven er bijwat de gasfa briek doet, kan de gemeente «ok doen. Wat de gasfabriek verdient, kan de ge meente ook verdienen. De gemeente moet zich niet binden, ze moet vrij blijven en de zes ton, die zij in de eerstvolgende 12 j iar derven zal, wanneer zij de aan biedingen der //Imperial" van de hand wijst, verkrijgt zij na 1902 dubbel en dwars terug. "Après nous le déluge", dat is vrij vertaald: //het eindje moet de last maar dragen," is zeer zeker het devies van iemand als de heer Prins niet. Dit be kwaam en praktisch denkend Lid van onzen Gemeenteraad heeft een veel te ruimen blik om niet verder te kunnen zien dan twaalf jaren. Aan het einde van deze nabetrachting weaschen wij een onzer collega-verslag gevers te rectificeeren. De reporter van do Oprechte Haarlemsche Courant schrijft n.l. in zijn verslag, waar hij de woorden van den heer Prins over ons blad, weer geeft, alleen: ,/De schrijver van het arti kel in Haarlem's Dagblad over deze zaak is het met B. en W. eens, maar deze moet op economisch gebied zyne sporen nog verdienen." Men ziet, dat deze verslaggever zich met telegrafische kortheid van de opmer king over ons heeft afgemaakt. Alleen is het jammer dat hij daardoor zeer on juist het gezegde weergeeft. Het //genoe gen" waarmee de heer Prins ons blad leest, is er uitgevallen. En de verslagge ver schijnt heelemaal niet gehoord te hebben, dat de heer Prins gezegd heeft dat wij evenmin als hij zijne sporen op het gebied van economie nog hadden verdiend. Dat klinkt heel anders, zouden wij meenen. En wij kunnen niet ontkennen, dat het ons bevreemd heeft, dat een blad dat zich //Oprecht" noemt, zóo onjuist weergeeft wat er van een concurreerend blad in een offlcicele vergadering wordt gezegd. Aan wien zullen wij van deze onjuistheden de schuld geven? Aan den verslaggever, aan den uitgever of aan den zetter? Het beste zal maar wezen, ze toe te schryven aan den zetter. Die heeft toch eenmaal een breeden rug. In elk geval zou men van eene //Op rechte" grooter oprechtheid mogen ver wachten Haarlem, 4 April 1890. Bij kon. besluit van 30 Maart is aan onzen stadgenoot den heer D. W. Kie- vits, op zijn verzoek, eervol ontslag ver leend uit zijne betrekking van consul te Funchal (Madeira). In de St. Ct. (no. 80) zijn o. a. de statuten opgenomen van de Coöperatieve Bouwvereeniging jEigen Haard te Haar lem. Gedurende de maand Maart is in de Stuiversspaarbank van de afdeeling Haarlem van den Volksbond ingebracht in 730 posten 987.62; terugbetaald in 34 posten /911.15£. Er zijn afgege ven 39 nieuwe boekjes. Onlangs is door directeuren van Tey- ler's stichting aangekocht de schilderij van Israëls //Verkwikking" en dezer dagen in het schilderijenkabinet van deze stichting opgehangen. Liefhebbers van schoone kunst wordt aangeraden het doek te gaan beschouwen na één uur, vermits de verlichting dan het best is. De //Technische Vereeniging" alhier zal eene vergadering houden op Zater dag 5 April. Na de behandeling van eenige huishoudelijke zaken, zal de heer A. Merens het onderwerp behandelen //Caoutchouc-fabricatie." Op eene algemeene vergadering in //de Kroon", Donderdagavond 3 April gehou den, zijn met volle meerderheid van stemmen de beide hier ter stede be staande meubelmakersvereeniginnvn tot éen vakvereeniging pfUmgescuulna». In de Donderdag alhier plaats gehad hebbende zevende jaarlijkscho algemeene vergadering van de Commanditaire Ven nootschap de Hollandsohe Crediet- en Depositobank firma Mees en Ritsema bleek uit het verslag van de beheerendo vennooten, dat de toestand gunsti< was. Door de grootere omzetten in binnen- en buitenlandsche wissels, coupons en effec ten was er ruim ƒ2000 meer winst ge maakt. De interest rekening was onge veer als het vorige jaarverliezen werden er niet geleden. De uitkeering werd bepaald op 4'/io pet., tegen 4'/ o over 1888, over het volgestort kapitaal. In de Donderdagavond gehouden ver gadering van //Volksbelang," trad als spreker op, de heer A. II. Gerhard, van Amsterdam, om zijne denkbeelden uiteen te zetten over het sociale vraagstuk. Zijn doel zou zijn verkeerde üegripptn omtrent dit vraagstuk uit den weg te ruimen. Daartoe betoogde hij op grond van het woordHebt nw naaste lief, gelijk uzelf" dat de sterkere den zwakkere moest steu nen in den levensstrijd en vooral onge oorloofde toestanden, die door do Man chester-school in het loven waren geroe pen, moesten worden uitgeroeid. De ster ken heerschen door de verbazende uit breiding van het machine-wezen, door do technische verbeteringen der nijverheid en dit neemt nog steeds toe. Er moeten middelen gevonden worden om de ellende te lenigen, de toestanden moeten verbe terd worden en uit die overtuiging is het wetenschappelijk socialisme geboren. Dat zal ons de fouten doen opsporen en verbeteren. Vroeger, toen de landbouw de hoofd bron van bestaan was, werden door Fou rier daarnaar plannen gemaakt om tot eene constructie der maatschappij te ge raken, de groote verschillen tusschen arm en rijk maken eene constructie thans on mogelijk. De een staat machteloos tegen over den ander en eerst moeten de krach ten aan weerszijden gelijk worden ge maakt, zal de strijd om het bestaan niet doorgestreden behoeven te worden, maar zal men vereenigd kampen tegen andere krachten in de natuur, om het meester schap te verkrijgen, waar dit nog niet bestaat. Socialisme is dus het ideaal, dat ons drijft tot broederschap en dit ideaal zal kunnen worden bereikt, als het privaat bezit zal hebben opgehouden te bestaan Maar de weg die daartoe leidt, zal blij ken lang te zijnwat thans op het pro gramma van de zich oi.twikkHendo werk lieden staat, zijn sfat-ions op dien weg. De normale aroeiiLdag, politieke rechten, dit alles zal tot ontwikkeling en verbetering leiden. Dat verkregen zijnde, zal mende bron der vroegere ellende duidelijk zien, overproductie en werkloosheid zullen niet meer bestaan. Het wachtwoord van den enkele kan nu duizenden doea vergaan en er is zoo diepe ellende, er zijn zoovele on gebruikte producten, er is zooveel producti viteit, die ongebruikt blijft. De grondstoffen behooren onder het gebruik te komen van hen, die behoeften 1.ebben te bevre digen. Alles wat thans groot is op pro ductief gebied, zelfs een Edison, is dat slechts door dey gemeenschappelijken ar beid van duizenden werklieden en ieder dezer heeft dus recht op een evenmatig deel van het geproduceerde. Wie, die werken wil en kan en werkt naar zijno krachten en begaafdheden, mag dus belt t worden zijne behoeften te bevredigen? ilet bevredigen van die behoeften is toch het doel dor maatschappij Gemeenschappelijk bezit in té voeren het privaatbezit af te schaffen, het is dwaasheid. De maatschappij beweegt zioh in die richting. Men mag en kan geen gelijkheid bréngen, waar die niet bestaat, maar iedere hervorming wordt getoetst aan bet grootsche ideaal. Na eene korte pauze werd gelegen heid gegeven tot debat. De heer Veen van Amsterdam tracht de onmogelijkheid aan te toonen van het gemeenschappelijk bezit, liet verheugt hem echter dat de heer Gerhard een ge- voelsmensch is; met mannen als hij kan men onderhandelen, zij bouwen een brug, die tot geme- nschappelijk samengaan kan voeren. De heer Fr. Lie ft inch betoogt het nut van vergaderingen als deze. hij ei kende Nattr hetengelsck EDNA LYALL. •65) HOOFDSTUK XXV. Op een namiddag, in het begin van Augustus, bevond Espé rance zich geheel alleen in haar slaapkamer, Cornelia was naar de kerk en de verpleegster was aan het theedrinken; zij was weer zooveel beter, dat men haar veilig nu en dan alleen kon laten. Deze tijd was echter voor haar de kwellendste tijd van den ge- heelen dag; dezen namiddag gevoelde zij zich ellendiger dan ooit. Alles scheen hare zenuwen onaangenaam aan te doen; het luiden van de klok der kathedraal hinderde haar; het klokje op haar kamer tikte onregelmatig, hetgeen haar onrustig maakte; eene bromvlieg vloog met uittartend gegons door <ie kamer. Zij was te loom om op te staan en de vlieg te vangen en bleef zitten staren op de kruinen der boomen, die zachtjes heen cn weer wuifden, bewogen door den zoelen bijna onmerkbarea wind; zij dacht aan Gaspard en vroeg zich verwonderd af, wat of hij nu zou doen, terwijl de tranen haar langs de wangen vloeiden. Juist toen zij een zucht van verlichting blaakte, nadat de laatste slag van de klok was weggestorven, werd er aan de deur geklopt en tot hare groote verbazing diende de dienstbode lady Worthington aan. Een gevoel van vreugde doortintelde haar, toen zij opkeek en het vriendelijke, onveranderde gelaat van lady Worthington, zag en weer hare zachte, vertroostende stem hoorde. z/Arm kind! wat zijt gij bleek en mager! men heeft mij verteld, dat gij weer beter zijt." z/Ja, ik gevoel mij weer veel beter, dank u," zeide Espérance met matte stem. z/Maar dat herstel duurt altijd vervelend lang," zcidelady Worthing ton. „Ik heb zooeveri Cornelia ontmoet en zij bad er niets tegen, dat ik u eens ging opzoeken; zij zeide mij, dat gij zeer lang ziek zijt geweest." z/Ja, het heeft langen tijd geduurd," zuchtte Espérance. „Ik kan au bijna niets doen cn het is zoo moeilijk om den gehcelen tijd stil te blijven zitten en niet3 te doen dan denken, en dan ik mis Gaspard zoozeer." H;>re tranen stroomden opnieuw en lady Worthington wel be grijpende, dat zij deze tranen zoowel aan bare gedrukte stemming als aan hare zwakte moest toeschrijven, wist niet, wat zij hierop antwoorden moest. Zij waarde in deze ruime, ongezellige kamer met hare blikken rond en het verwonderde haar niet, dat het arrce kind zich eenzaam gevoelde. Weliswaar bevond, zich hier a les wat zij noodig bad, maar toch lag over alles een waas van koude ongezelligheid. Een klein gebarsten taleitje, waarop een vaas met bloemen een goed figuur gemaakt zou hebben, bezweek bijna onder den last van eenige zwaarlijvige boeken van Correlia; een menigte drankfleschjes stonden op de vensterbank, Eapé.ai.eo zat in eene amerikaansche loeren stoel, die „gemakkelijke stoei" werd genoemd, maar juist het tegendeel was. Lady Worthington was verbaasd. Zijzelf kon toch onmogelyk veranderingen in dit vertrek doen aanbrengen en toch griefde het haar, hier al die kleine, vrouwelijke gemakken en versierselen te moeten missen en zij begreep maar al te wel, dat Espérance ze geducht zou voelen. Zij bemerkte nu op een van de ruiten de lastige bromvlieg. «Die groote vlieg zal u ongetwijfeld hinderen, lief kind, ik zal een einde aan dat gegons makeD," en de goedhartige lady Worthing ton stond op, met het voornemen, om de vlieg met haar hand schoen zonder genade dood te slaan; weldra viel het insect dan ook bedwelmd neer. Deze daad scheen haar te verlichten; zij ging weer bij Espe'raDce zitten, met het oogmerk, om van deze goede gelegenheid, om haar ongestoord alleen te kunnen spreken, gebruik te maken. Een schitterend idee was bij haar opgekomen do pastorie was te ongezellig voor eene herstellende wanneer zij Espérance nu eens voor een poosje ergens anders kon heenstnren Verscheidene plannen volgden elkaar in haar brein op, terwijl zij de herstellende zieke met moederlijke teederheid aankeek. Einde- lyk had zij haar besluit genomen en begon zij Espérance te onder vragen. z/Zoudt gij niet verandering van lucht moeten hebben? Heef Cornelia er u ook van gesproken, dat gij ergen3 heen zoudt gaan?"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1