NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. .I&argang. Vrijdag 1890, 2077. AB0K3TIMEETSPEIJS: A|DYERTESTIÊ1T: 3 T h 0 S NIE D ft' S. B N K Si t A F E UIL L E T O K IN BEN VREEMDE. Voor Haarlem per 3 maandenƒ1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.05. Dit blad verschjjijt dagelijks, behalve op Zon- on Feestdagen. Hureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Teïeffoos&eassHBtMaey jS7ó3. Tan 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents' Groote letters naar plaatsruimte- Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnement on on Advertenties worden sangeaoiaSH door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en conrantÏB. Directe oren-Uitgevera J. O. PESHSBOO£i an J. B. AVÏS. Hoofdagenten voer het Buitenland: Compagnie Générale de Pvllicite Strangers G. L. BAUBM §r CoJG21N F. J ONES, /Succ., Parijs 31ö»s Faubourg Monimartrs. Haarlem, 10 April 1890. Een achttal ambtenaren der Holl. IJzeren Spoorw.-Maatschappij gaat over in dienst van de Zuid-afrikaansche. On der hen zijn twee stadgenooten, de hee- ren J. W. Klinkerfi en J. E. G. G. Feitkamp. Hun vertrek naar Transvaal zal on geveer plaats hebben in de tweede helft van Mei a. s. Het hollandsch tooneelgezelschap van de Gebr. A, van Lier te Amsterdam, is in den laatsten tijd herhaaldelijk in onzen Schouwburg opgetreden, maar naar onze meening zelden met zooveel succès als Woensdag, toen het //Talent en Geboorte" (Legouvé's Far droit de conquête) en wDe oude Doos" ten tooaeele voerde. Het stuk van Legouvé heeft een sterk- geteekenden tendenz en wel dezendat de adel niet meer mag blijven slapen op de lauweren zijuer voorouders, maar zijne positie moet handhaven door te werken en dat hij daartoe de hand moet reiken aan den burgerstand. Het thema moge niet op nieuwheid kunnen bogen, Le gouvé heeft het zoo uitgewerkt dat het stuk boeit en ons den held van het stuk, den bekwamen man uit het volk, een wer kelijk sympathieke figuur doet toeschijnen, al zou men ook hier en daar wel wen- schen dat hij wat minder college gaf in beoordeeling van maatschappelijke ver houdingen. Dat drie van de tien perso nen die het stuk voorstellen, zonder scha de voor de vertolking, konden wegblijven, zal ieder toeschor.wer hebben bemerkt, Wilson en de twee nichtjes zijn er alleen om zich te laten toesprekenzelf zeggen zij niets dat de moeite waard mag heeten. De heer André, als de trotsche edel man, voldeed ons vrij goed; beter echter de heer Van Kuijk als Georges Bernard, terwijl wij mogen verklaren van ons vroe ger ongunstig oordeel over den heerMalker- be te zijn teruggekomen. Deze acteur heeft in den laatsten tijd zeer veel gewonnen aan zeggingskracht en aan losheid. Yan de dames waren mevr. van Wes terhoven als de statige aristocratische dame, mevr. Rössing als hare nicht Alice de Rochegune en mevr. Albregt als vrouw Georges gelijkelijk te prijzen. Wat de mise-en-scène betreft, heeft het onze aandacht getrokken, dat Bernard in een gewoon wandelcostuum, dandi- neerend met een stokje, acces komt vra gen. Zoo doet men toch in het leven niet: vooral dat stokje is hinderlijk; het 13 alleen gemakkelijk voor den acteur, die anders vaak niet weet waar met zijn handen te blijven. Dat mag echter geen reden zijn om een fout te maken. z/De oude Doos" is een lijfstukje van j mevr. Albregt. Haar eigenaardig talent j komt hier op zijn best uit en wanneer j dan de heeren Tartaud en Malherbe (het programma noemde dezen heer ditmaal André) en de dames Westerhoven en Rössing medewerken, kan men zeker zijn van een goed geheel. Wat meer rolvastheid in dit stukje zou niet ongewenscht zijn geweest. Aan de Werf //Conrad", Spaarndam- merweg, zijn de laatste dagen verschil lende stukken koper ontvreemd, die door de politie zijn opgespoord en in beslag ge nomen. Als de vermoedelijke daders zijn twee jongens, die aldaar gewerkt hadden, aangehouden, maar weder in vrijheid ge steld door gebrek aan bewijs. Het onder zoek wordt echter voortgezet. Thans is met zekerheid gebleken, dat het lijk van de onbekende dame, giste rennamiddag in den Kloppersingel op gehaald, is dat van de echtgenooto van den heer O., alhier woonachtig. Zij had even te voren hare woning verlaten, voorgevende een bezoek te gaan brengen bij hare moeder, woonachtig te Utrecht. Zij was 33 jaren oud en eerst sedert Augustus van het vorige jaar gehuwd. Woensdag is door de politie alhier aangehouden eene 43jarige vrouw, die in het Algemeen Politieblad stond gesigna leerd, waarbij hare aanhouding werd verzocht, daar zij nog 6 dagen hechtenis moest ondergaan, insgelijks ter zake van openbare dronkenschap, haar opgelegd door het 1ste kantongerecht te Amster- /i r r dlasc sa era e c 2a t foan& TE HAARLEM Zitting van Donderdag 10 April 1890. Terecht staat H. A. B., ter zake, dat hij vier bankbiljetten van ƒ25, welke hem door den bloemist Bernard Bud- denburg, te Hillegom, waren gegeven om die voor zilvergeld in te wisselen, gedeeltelijk ten eigen bate te Lisse en te Leiden heeft besteed. Beklaagde is reeds driemaal veroor deeld geworden tot gevangenisstraf we gens diefstal. Beklaagde bekent alles. Hij liet zich naar Leiden rijden, onder voorgeven aan den eigenaar van het rij tuig, dat hij den professor moest halen voor zijn moeder. Toen de beklaagde werd gearresteerd, gaf hij te kennen, dat hij zich van kant had willen maken. Onder zijn bed be vond zich dan ook een fleschje met lood suiker. De eisch luidt veroordeeling tot 1 jaar gevangenisstraf. De toegevoegde verdediger, Mr. A. J. van Thiel, wijst er op, dat hier geen overtuigingsstukken zijn En al waren ze er wel, dan geelt de wet den rechter niet de bevoegdheid om die aan dengene voor wiens geld ze ge kocht zijn, terug te geven. In dat opzicht zal dus de Rechtbank het requisitoir van den officier naar pl. meent verwerpen. De man is bij zijn vorige straf als ge zond werkman in de gevangenis gekomen en heeft die geheel gebrekkig verlaten. Zijn straf is dus dubbel zwaar geweest. Hij is zeer hulpbehoevend en meet in alles geholpen worden. Spreker concludeert ten slotte tot het opleggen eener lichte straf. Uitspraak over 8 dagen. Arie F., te Zandvoort, staat terecht ter zake dat hij met zijn vaartuig de Jonge Betsybuiten de territoriale wa teren op de Noordzee, niat behoorlijk heeft gelet op de signalen en de aanwe zigheid van het visschersvaartuig de Ja- coiba Mariadat zich bozig hield met drijfnetvisscherij en dientengevolge met zijn vaartuig in die netten is ver ward geraakt, waardoor een zestal netten zijn vernield geworden. Deze zaak is behandeld geworden voor het kantongerecht, waarbij de kan tonrechter beklaagde van rechtsvervol ging heeft ontslagen, van deze uitspraak is echter de ambtenaar van het O. M. gekomen in hooger beroep. Als verdediger van bekl. treed nu op mr. J. R. Boerlage, advokaat te Am sterdam. De waarde der vernielde netten is ƒ159. De schipper der Jacoba Maria die, behalve als getuige ook als deskundige wordt beeëdigd en gehoord, verklaart dat bekl. zijn roer had kunnen en moe ten wendeD. Bekl. beweert echter dat hij niet zijn netten tijdig kon inhalen, noch kon wenden. Toen getuige zijn netten inhaalde, was het licht van bekl's vaartuig niet meer te ziendat kan zijn omdat bij het weg genomen had of omdat het vaartuig ge draaid was. Toen het dag werd pakte het vaartuig van beklaagde zich zoo schielijk mogelijk weg. Twee visschers, die vroeger bij bekl. in dienst waren, leggen verklaringen af in zijn voordeel. Zij beweren o. a. dat de seinen van den haringvisscher eerst te halfdrie werden gegeven, terwijl de haringvisscher en zijn knecht zeggen dat het vóór 2 uur is gebeurd. Uit verschillende verklaringen blijkt, dat de vaartuigen voor de schrobnet- visscherij alleen kunnen worden bestuurd wanneer ze geen netten hebben uitge worpen. Is dat echter wel het geval, dan drijven vaartuigen van die soort maar op Gods genade voor den wind weg. Na het laDgdurige getuigenverhoor erlangt de ambtenaar van het O. M. het woord en vraagt uitstel van de zaak om, nu blijkt dat de twee haringvisschers geen verstand hebben van schrobnet- vischvaarruigen, als deskundigen te hoo- ren Thomas en Jacob Pronk, visschers te Scheveningen. De verdediger acht dit onnoodig. De Rechtbank gaat in Raadkamer en con cludeert tot goedkeuring van den eisch van den officier. Op verzoek van den verdediger zal ook een Zaadvoorter deskundige worden gedagvaard en wel Rochus Zwemmer. Den len Mei e. k. zal de voortzetting plaats hebben. Letteren en Kunst. In het begin van Mei zal het eerste deel verschijnen van de //Brieven van Multatuli, bijdragen tot de kennis van zijn leven", gerangschikt en toegelicht door de weduwe van Douwes Dekker. Dit eerste deel bevat de brieven die be trekking hebben op het ontstaan van den Max Havelaar en beslaat ruim 7 vel druks. Verder zullen grootere en kleiner deelen verschijnen, die elk op zichzelf een tydperk afsluiten en dus voltooid zijn. maar toch samen een ge heel zullen vormen. Het geheele werk zal waarschijnlijk in vijf of zes deelen compleet zyu. Caecilia. No. 9. De hervor ming der harmonieleer, door Em. Ergo (vervolg). Brieven uit België (Sa- lammbó), door dr. P. Concerten, opera- en andere uitvoeringen: 's-Hage (6e Diligentia-concert). Amsterdam (ConcertgebouwDas verlorene Para- dies; 104e Caeciliaconcert). Rotter dam (Hoogduitsche en Hollandsche Opera; 114e uitvoering der Nederlandsche Toonkunstenaars-Vereen.) Haarlem (4e Matinée Steenman; Sigrid Arnoldson). Buitenlandsch nieuws. Program ma's. Advertentiën. Aanbestedingen. Door de Holl. IJzeren Spoorwegmij. werd Dinsdag o. a. aanbesteed: het uit voeren van onderhoudswerken op den spoorweg AmsterdamRotterdam, Haar lemUitgeest—IJmuiden en Haarlem Zandvoort, in 5 perceelenraming ƒ51,291,27. Minste inschrijvers waren: voor het lste perceel V. P. Braun, te Beverwijk, ƒ10,760; 2de perc. A. Van Dijk, te Noord wij kerhout, 10,050; 3de perc. J. v. d. Kamp, te 's-Hage, 13,500; 4de perc. V. P. Braun, te Beverwijk, ƒ9360; 5de perc. J. v. d. Kamp, te 's-Hage, 5700. Den 23n April zal aan hot gebouw van het departement van Waterstaat worden aanbesteed: lo. de uitvoering van werken tot voort zetting der normaliseering van de rivier de Waal bij Ophemert, tusschen dekilo- meterraaien 60 en 65 der herziene ri- vierkaart, alsmede wegens de herstelling van de los- en laadplaats te Slijk-Ewijk (gemeente Valburg). Oplevering uiterlijk 180 dagen na uit reiking van den schriftelijken last tot aanvang. Raming 159,000. 2o. Al3 boven van werken tot norma liseering van de rivier De Waal bij Tiel, tusschen de kilometer-raaien 55 en 60 der herziene rivierkaart. Oplevering als boven. Raming ƒ109,000. 3o. Als boven van baggerwerk met bijbehoorecde werken in het bovendeel der rivier De Merwede. Oplevering 225 dagen als boven. Ra ming 110,200. Naar men verneemt, heeft de afdeeling Zee- en Landmacht van de vereeniging //Eigen Hulp", dio voorna melijk in het belang der officieren werk zaam is en wier bestuur dan ook geheel uit officieren en gepensioneerde officieren bestaat, zich gewende tot den minister van Oorlog met de vraag, dat de bekendo circulaire tegen Eigen Hulp" geacht mag worden niet op haar van toepassing te zijn. Aan de officieren der rus tende schutterij te Gouda is op hun adres houdende verzoek om uiteenzet ting van de gronden voor de berisping van officieren der rotterdamsche schut terij, van wege don minister van Bin- nenlandsche Zaken geantwoord, dat er geen reden bestaat om aan dat verzoek te voldaan. Tevens kan worden medegedeeld, dat de ontslagaanvragen der rotterdamsche officieren zijn verzonden aan den Com missaris des Konings in de provincie ten fine van advies. (N. R. Ct.) Maandag 11. had in hetlo- kaal //Plancius" te Amsterdam, onder leiding van den heer J. W. Linden, de jaarlijksche vergadering plaats der hand boogschutterijen van den Noord- en Zuid- hollandschen Bond. Na voorlezing van de notulen der vorige bijeenkomst, werd door den president de gebruikelijke toost uitgebracht op Z. M. den Koning, opper- beschermheer, en op den Bond, welke beide feestdronken hartelijk werden toe gejuicht. Alvorens tot de bestuursverkiezing over te gaan, waarvan de hoofdbestuur ders dit jaar uit Rotterdam moesten gekozen worden, verzocht genoemde heer Naar het engelscR VAN EDNA LYALL. 69) HOOFDSTUK XXVI. z/Ik word oud," zeide zij lachende tot Frances, en gaf het touw aan Kathio, die haar tevergeefs trachtte na te doen en zich niet stoorde aan de voor haar niet vleiende vergelijking, welke de jongens tusschen Espérance en haar maakten. Na eenigen tijd vergeefsche pogingen te hebben aangewend, ging Espérance haar het springen leeren en ondanks hare beken tenis, dat zij oud begon te worden, deed het haar blijkbaar ge noegen, dat zij een reden wist om het touw weer ter hand te nemen, alhoewel zij beweerde, dat zy het slechts deed om Kathie te onderwijzen. HOOFDSTUK XXVII. z/Tacte Fanny, gij moet werkelijk met ons eens naar Aber gaan," zeide Harry op zekeren morgen in het laatst van Augus tus, op smeekenden toon. z/Ja, tante, gisteren zijn wij er geweest en de waterval is nu prachtig. Kunnen wij er allen vandaag niet heengaan?" Frances keek over de tafol naar de herstellende en door haar uiterlijk gerustgesteld, meende zij, dat zij dit tochtje veilig zouden kunnen wagen. Het was al eenige malen uitgesteld, omdat men onmogelijk met een rytuig het geheele dal door kon rijden en Espérance was nog voortdurend to zwak om zoover te loopen. Zij was nu echier zooveel sterker geworden, dat het voorstel van de jongens meer ingang bij haar begon te vinden en zij was zoo ver langend om te gaan, dat Frances, na eenige overweging, hare toe stemming gaf. Vroeg in den namiddag nam het prettige uitstapje een aanvang. Frances stuurde; Espérance en Kathie zaten naast haar en de jon gens in den kattenbak. Het was heerlijk weer en de welig met boomen begroeide vallei bood zulk een verrassend, mooi schouwspel aan, dat Frances genoodzaakt was, langzaam te rijden, gehoor gevende aan de dringende beden, om het een of auder bizonder mooi punt, hetzij van de zee, van de rivier of van het gebergte, nauwkeurig te mogen gadeslaan. Zij lieten het rijtuig bij eene uitspanning achter en wandelden vervolgens langzaam naar den waterval, en of het moest worden toegeschreven aan de schoonheid van de haar omringende natuur, of aau de frische berglucht, Espérance was volstrekt niet vermoeid, toen zij eindelijk het eindelijk het einde van het dal hadden bereikt en zich neerzetten op de reusachtige, grauwe keisteenen, die bij den waterval lagen. In stomme bewondering staarde zij Daar de bruischende, kokende watermassa, hier vloog het schuim in groote vlokken op de don kere rotsen, daar scheidde het water zich ia kleine stroompjes met een zilverglans bedekt; alles verzamelde zich echter weer beneden en stroomde in snelle vaart over den rotsachtigen rivierbodem. De naïeve uitdrukkingen van Espérance, hare verrukking en be wondering bekoorden Frances en met een gevoel van innige vreugde zag zij den blos van gezondheid weer op hare wangen verschijnen en las zij de vreugde in hare oogen. Zij scheen zich daar zeer op haar gemak te gevoelen, toen zij daar achterover tegen den rots wand leunde, met haar grooten zomerhoed en lichtblauwe japon. Frances begreep niet, waarom juist de Franschcn de gelukkige gave bezaten om volmaakt genot te smaken, want zij vergeleek Espé rance met een groot deel van de toeristen, die alles met sombere, gemelijke blikken gadeslaan en bij alles steeds naar gebreken zoe ken, toen eensklaps een kreet en een plons in het water haar met schrik deden rondzien, of de kinderen allen in veiligheid waren. Tot hare geruststelling waren zij alle drie in het gezicht, bezig de rotsen aan den anderen kant van de rivier te beklimmen. Es pérance had echter hare gemakkelijke zitplaats verlaten en boog zich over den rand tot in het water en juist toen Frances naar haar was toegesneld kon zij haar behulpzaam zijn bij het redden van een meisje van omstreeks zeven jaar, dat in de rivier was gevallen. z/Kom, schrei maar niet, gij zijt nu buiten alle gevaar," zeide Espérance, nog hijgende van het inspannende werk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1