NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 7e J&iwgBiigr. Maandag 21 April 1890. No. 2085. Dit Nmer Destaat uit tie? Maden. De Spiritistischa verscliijaselen. IN BEN VREEMDE. DAGBLAD ABOFKBMEiïlSPEIJEf: Voor Haarlem per 3 maanden ƒ1.20. Franco door liet geheel# Rijk, per 3 maanden. - 1.65. Afzonderlijke nummer#- 0.05. Dit blad versekynt dagelyks, behalve op Zon- en Feestdagen. Korean: Kleine Houtstraat No. Haarlem. TeleffbonniisaBseir 5SS. ADVERTENTIE: ▼an 15 regel* 50 Cents; iedere regel meer 10 esn'.sj Groote lettere naar plaateruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. -Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren on oonrantiert. Directeuren-Uitgevers J. C. PKHMEBOOJS en J. B. AVIS. Hoofdagenten- voor het Buitenland: Compagnie Central* de Fubliciti Stranger» G. LDAUBS tp Oo.t JOHN F. JONF&, Snee., Farjfi 316i» Faubourg Monimartre. EERSTE BLAD. STA f E 1) W S. Haarlui», 19 April 1890. Het toelatings-examen voor den volgenden cursus der kweekschool voor Onderwyzeressen alhier za! worden ge houden ©p Vrijdag den 25atea April 1890. Wie aan dat examen wanschen dael te nemen, kunnen zich alsnog schriftelijk aanmelden by den Secretaris van hat Bestuur, dea Heer C. Druyvestaya Spaarne 108. Geslaagd voor het acte-examen als onderwijzeres mej. J. E. Kikkers, alhier. Zooals in de verschillende stedolyke bladen is geannonceerd zal mej. Jeanne Landré den 22 dezer een concert geven in de groote zaal der sociëteit ffVorceni- ging". Medewerkers zijn de heer Orolio, de beroemde baryt©n van de Hollauadsche Opera en de heeren D. en G. H. Haag- mans. De heer D. Haagmans maakte als pianist verschillende kunstreizen, o. a. met Conrad Behrens in Zweden en De nemarken. Zijne Fantasie op Zweedsche Volksliederen, waarmede hy op dien tocht veel succes mocht behalen, zal ook nu weder door hem ten gehoore worden gebracht. Hij is een oud-leerling van den beroemden dr. Carl Beinecke. De heer G. H. Haagmans, zijn broeder, is le solo-violoneellist op de haagache Diligen- tia-concerten, dir. B. Hol. Zeer zeker zal men, de groote gaven van deze vier hollandache kunstenaars in aanmerking genomen, Dinsdag a. s. een buitengewoon kunstgenot kunnen smaken. Over bovengenoemd onderwerp hield dr. F. van Eeden uit Amsterdam Don derdagavond eene voordracht ia de ver- eenigiDg //Oefening in Wetenschappen7' alhier voor een talrijk auditorium. z/Meer nog dan door hetgeen miss Fay te aanschouwen gaf," aldus vangt spreker aan, //ben ik getroffen door wat zij die haar zagen to zien gaven. Hunne hou ding, hunne gesprekken, hunne uitroe pen dat alles was eene bijdrage tot de psychologische studie der massa. Nimmer is mij zoo duidelijk geblokea, dat gelooven zonder vasten physischen grond, voor den eaensch. een behoefte is. By hem die zegt niet meer te gelooven is alleen de inhoud van het geloof ver anderd. Wat wil het eigenlijk zeggen, als een menssh zijn geloof heet verloren te heb ben? Is er iets weggevallen uit zijn ziel? Neen, hy spreekt alleen inplaats van God, van de ziel, de kunst, de rede, de wetenschap. Hij ondervindt hetzelfde gevoel van piëteit en van vertrouwen wanneer hij spreekt over de rede, of over de natuur; hy wordt eok boos als zijne dogma's worden aangetast. Tegenover het raadselaohtige dor ver- toeningen van miss Fay werden do men- schen onbeschoft en ruw. Er heerschte zekere ongerustheid, zekero angst voor hare wonderlijke toeren. Zeauwaehtige heeren riepen: „doe open, doo dat doek open!" Er was iota gedwongens in de luchtige verzekering //dat men aardig beetgenomen werd"eigenlijk hoopte men, dat er niets vaa waar zon wozob. En ziet er kwam oen goochelaar die hare toeren gedealtelyk (mot goochel kunsten) nadeed. Men was or bly om, de raadselen waren opgehelderd, moa kon weer rustig slapen. Wat ter wereld kan het toch da mon- schen schelen, als or iemand komt die uit de verte iets verplaatst zonder het aan te raken? Wi© kan zieh boos maken, als het blijkt dat er nog iets in onze natuurwetten moet wordon opgenomen Bij de physici is de vereering van het systeem der natuurwetenschap be grijpelijk. Men hecht zich aan eene hypothese die men bedacht heeft en maakt zich boo3 als er oen ander ko»t die zegt dat de hypothese niet dengt. Maar wie gemoedsaandoeningen gaat in ver binding brengen met zyn verstand, die kaa niets nieuws aannemen. Men moet altijd gereed zyn een systeem op te offeren, als er een nieuw komt dat beter is. Slechts zeer weinige gedeelten vordïenen een beteren naam dan dien van hypothese. Alle wetenschap is er- varings-wetensehap, alle theorie is on derworpen aan de ondervinding. Eén feit kan alles omverwerpen. Alleen de mathesis is onomstootbaar, tweemaal twee zal altijd vier blyven. Maar iets verder beginnen de hypothesen. Stof en kracht zijn hypothesenkracht is eene eenvoudige, maar stof is reeds duis terder. Hoe hoog men ook bouwt, men moet altijd bedenken dat de basis van het gebouw maar een hypothese is. Op het oogenblik gebeuren er dingen die gelijken op de vervolging van Ga lilei. Yele personen van hoogc weten schap beweren, dat er dingen zijn die niet in de theoriëa der physici passen eu die onderzocht moeten worden. Hunne collega's schelden hen uit, het publiek noemt hen krankzinnig. Maar ook Co lumbus en Stephenson werden voor gek gebonden. De secte der spiritisten wordt met meer spot bejegend dan eenige andere. Men vindt hen onder alle klassen van men- schen, maar slechts weinigen durven er voor uitkomen dat zij het zijn. Nu is het zeker, dat zij dikwerf vele dwaas heden hebben verteld, maar de tegen standers stelden daar niets tegenover dan dommen spot en eenzijdige negatie, flr bestaan feiten, die thans door de psycho logie zijn verklaard, maar die ons tien jaar geleden noodzakelijk aaa spiritisme hadden moeten doen gelooven; het feit b. v. dat een hand buïte» bewustzijn van den persoon zelf, zich bewoog en woor den schreef, waarvan hij zelf de strekking niet begreep. Hot donkbeeld dat hot spiritisme ge heel berust op bedrog en vergissing, is zelf de allergrofste vergissing. Men is onverstandig te werk gegaan toen men hen wilds terugbrengen van hunne begrippen. Men had hunne mo tieven tot die begrippen moeten ondcr- zeeken, maar »iet hen iiadoren met een nederbuigend lachje. Mei\ heeft zich ge amuseerd met de spiritistische tijdschrif ten en séancesaen lacpfce veel, maar begreep weinig. Alles heei\ta bedrog. De tafeldans heette te worden uitgelekt door onwillekeurige bewegingen, het kleppen door personen die zich interessant wilden maken, de rest door bodrog. Het is mij meestal gebleken, dat do spiritisten in de mededeeling van de feiten vólkernen eerlijk zijn geweest. Treffende dingen zijn het bewegen van voorwerpen op grooten afstandhet tweede gezicht en het overbrengen van gedachtes, de zoogenaamde suggestion mentale. De engelsche vereeniging So ciety of psychical reserches heeft hier omtrent feiten verzameld en openbaar gemaakt. Zoo vindt men 700 voorbeel den van het tweede gezicht, die meestal hierop neerkomen dat iemand zich kort vóór zijn dood, als verschijning aan een bloedverwant vertoont. Sommige mensehen trekken een ssher- pen grens tusschen wat natuurlyk en wat bovennatuurlijk iswat natuurlijk is, zoo zoggen zij, dat is er, en wat er niet is, is bovennatuurlyk. Wat betee- i kent dat: bovennatuurlijk? Alle feiten zijn even natuurlijk ©f evea mystiek, al naar men heb nemen wil. By het spreken over natuurwetten j komt de mensehelijke waan het meest uit. Wij kénnen geen wet ©nemstootelyk noemen zoolang wy haar niet geheel en i al kennen. De natuur haudelt volgens groote wetten, niet volgens door ons ge maakte wetjes en het is een grenzenlooze arrogantie om te zeggen: ffdit en dat kan niet bestaan, waot ik ken de wetten en die laten het niet toe!" Het dierlijk magnetisme is sedert hon derd jaar strydend genoemd met de wet op het arbeidsvermogen, Hot is nog niet uitgemaakt of er een magnetisch fluidum bestaat, maar dat was ook slechts een middel tot verklaring van zonderlinge feiten. Die feiten zijn stel selmatig gelooehend, genegeerd en I-espot, totdat men ze nu eindelijk herkend en eene betere verklaring ervoor gevonden heeft in hypnotisme en suggestie. Het bestaan van bovencinnelijke dingen is hoogst waarschynlyk. Wij hebben vijf zintuigen, maar het is niet aan te nemen dat vyf het grootste aantal is van zin tuigen evenmin als een verstandig mensch het idee zal vasthouden dat onze aarde de eenige wereld of de voornaam ste is. Onze zintuigen zijn beperkt. Tegen over de oneindigheid van wat er bestaat en bestaan kan, is ons waarnemingsver mogen nul. Waarschijnlijk hebben som mige insecten veel fijner zintuigen, dan wy ons kunnen denken. De leer der spiritisten onderscheidt twee soorten van verschijnselen; het kloppen, dé geluiden, lichten en de materi alisaties,de mededeeliagen van geesten enz. Om de laatste is het hun vooral te doen, het kleppen en tikken achten zij van lagere orde. De schriftelijke mededeelin- gen die zij kregen, verdeelden zij in be richten van goede geesten en van spot geesten, ©m aldus eene verklaring te ▼inden voor de vele kinderachtige din gen die hun werden medegedeeld. Maar de geleerde» staakten (en dat was een fout) hun onderzoek, omdat er onzin werd verteld: Zou een geneesheer een krankzinnige niet willen behandelen, omdat deze hem leugens vertelt? De spiritisten waren eerlyk ia hunne overtuiging, de spot der tegemtanders maakte hen bitter. Ik zelf heb vaak den tafeldaas geob serveerd en bemerkt, dat onwillekeurige spierbewegingen de tafel in beweging brachten. Soms ook deed de tafel (door middel van het alphabet) mededeelingen die niemand verwacht had. Soms spra ken zij van een begraven schat, dan van een diefstal. Bij onderzoek bleek echter, dat het meestal verzinsels wares. Op onze vragen kregen wy allerlei kinderachtige ea dwaze antwoorden van geesten die zich groots namsn gaven, zooals Napo leon en Mozes. Maar zij die de tafel door spierbewe ging aan het draaien brengen, zijn daar van zelve onbewust. Het was hun dub- bel-ik, dat hen daartoe braeht. Een persoon kan twee ikhedes hebben. De eeae kan dingen vertellen, waarvan de ander niet weet. Terwijl de mond een kalm gesprek voert, kan de hand zonder bewustzijn woorden schrijven, die eene uiting zijn van het tweede ik. Voor hem die deze waarheid kent, vervallen de beschuldigingen van bedrog tegenover de spiritistea. Een bekoad hol- landsch geleerde, die niet aan spiritisme gelooft bewoog onder zijn werk onbe wust de hand waarin ©en potlood was over eon stuk papier en schrikte gewel dig toen hy opziende op dat papier de woorden las„1 am the devil." Ik ken zelf eene persoon wier hand tot schrijven komt, wanneer zij die kalm op het papier legt. Dan komen er ont hullingen van diefstallen met adressen, teekeningen enz. Maar de onthullingen zyn onzin en do teekeningen kinderachtig. De dame zelve verklaart altyd, dit toe te schryven aan haar tweede ik. Ecus ©atving ik van haar een brief op dweependen toon geschreven, waarin zy schreef dat zij né een genius had ge kregen, waarmêe zij zelfs had gespro ken. In weerwil van mijne kritische opmerkingen (ik ontdekte dadelijk de oppervlakkigheid gaf zij aan haar idee toe. Spoedig werd de demon drin gender, ©p zija bevel leefde zij twintig dagen alleen van rijst; zij verbrandde hare kleederen en wierp hare juweelen in het water, alles op bevel van den demon. Eindelijk schreef zij mij een brief, om haar te helpen. De geest werd hatelijk, begon te schelden en te vloeken. Ik bracht haar in hypnose en suggereerde haar, dat de geest verdwijnen zou. Na vele verwenschingen nam de demon de vlucht. Dit was een schepping van haar eigen geest, het was haar tweede ik. De spiritisten zullen zeggen, dat het een geest is geweest, maar ik voel my tot aanname daarvan niet gedrongen. Dr. Janet suggereerde een jong meisje dat zij een klein kind was, maakte haar toen wakker en liet haar schrijven. Tot hare eigen verbazing kwam er nu een met onbeholpen kinderletters geschreven brief voor den dag aan hare grootmama, geheel in kinderstijl. Haar t-weodo ik was nog in den ge- snggereerden toestand van klein kind en schreef' aldus dien brief. Men duizelt bij de opnoeming der phyaische verschijnselen. Eerst zijn het j kleine geluiden, maar dan leest men van meubelen die bewegen, stoelen die door het vertrek rijden, menschen dï© buiten het raam zweven, gestalten die gezien en handen die gevoeld worden." Men behoort met de beoordeeling van deze dingen voorzichtig te zijn. Er zijn sómmige menschen die in het bezit zijn van een kracht, welke hen in staat stelt op een afstand lichamen op te heffen zonder die aan te raken. Daar- i toe is noodige een psychische dispositie en ook, dat de proefpersoon zich op zijn 'gomak bevindt. Die kracht heeft hare j grenzen, ze is bij den een grooter dan by den ander ea brengt uitputting te weeg, evenals gewone krachtsinspanning, j Meestal werkt zij slechts op zeer korten, somtijds onder gunstige omstandigheden op eenige meters afstand. Het is of di0 FEUILLETON. Naar het engelsch VAN EDNA LYALL, 76) HOOFDSTUK XXIV. Er was niemand in de kleedkamer, toen zij aangekomen waren, on Espérance had juist haar mantel uitgetrokken,, toen de kame nier van Frances kwam. Mademoiselle de Mabillon zou miss Ne ville een groot genoegen doen, wanneer zij een oogenblik in de speelkamer wilde komen. //Zeker om de kinderen goeden nacht te wensehengij zult mij toch zeker niet wachten Cornelia? Ik zal wel tegelijk met Frances beneden komen." Cornelia knikte toestemmend en Espérance volgde de kamenier naar de speelkamer, maar geen der kinderen bevond zich daar; Frances en Claude Magnay stonden over een mand met prachtige bloemen gebogen. z/Het doet mij veel genoegen, dat gij zoo vroeg zijt gekomen," zeide Frances en kuste haar. //Mijnbeer Magnay verwent ons; hij is van morgen naar de broeikassen gegaan en is teruggekeerd met de prachtigste bloemen, die e? zijn, en nu zouden wij ze u gaarne zien dragen. Het deed Claude genoegen, dat Frances dit tot Espérance zeide, want ofschoon hij er den ganschen morgen mee was bezig geweest, om die bloemen bij elkaar te zoeken, scheen hij ze nu niet te willen aanbieden. Hare verrukking was groot, en Claude bloosde hevig, toen haar schoone oogen een oogenblik op hem waren gevestigd. z/Hoe vriendelijk van u, en wat zijn zij prachtig!" riep zij op getogen uit, //gij kunt u niet voorstellen, hoezeer ik naar een bloem verlangdo; deze takjes zijn zoo kaal en scherp." Franees haalde de bloemen uit de mand, terwijl Espérance de palmtakjes uit heur haar trachtte I03 te maken dit gelukte haar evenwel niet met hare handschoenen aan. Claude was verrukt dat hij in de gelegenheid was om haar te helpen, en mot vaardigheid wist hij de scherpe bladereu te verwijderen. z/Gij moet Worth voorstellen, Claude," zcido Franees opkijkende. z/Blijf nu eens stil staan, Espérance, dan zullen wij eens zien, waar wij de bloemen moeten steken." Zij gehoorzaamde lachende en Claude sloeg haar in stilte gade, terwijl hy, het moet bekend worden, volstrekt niet. aan de bloemen dacht. Zij had er nooit lieftalliger uitgezien dan op dit oogenblik zooals zij daar stond in haar witte baljapon zonder eenig sieraad, den mond half geopend, een half dartelen, half verlegen blik, in hare oogen, roode wangen en verscheidene kleine krulletjes ia het haar, die tot op haar voorhoofd neerhingen en volstrekt niet schaad aan zijn plicht her- de» aan den vorm van haar klein gelaat. Door haar helderen lach werd Claude innerd. z/Het is, alsof ik gefotografeerd moet worden," zeide zij, z/ik weet zeker dat Worth de dames niet zoo lang laat wachten." Claade werd uit zijn gepeins opgeschrikt. //Wij zullen eens zien, miss Neville, hoe de kerstrozen bij de kleur van de japon passen." De praohtige witte bloemen moesten deze lieve verschijning dus nog meer schoonheid bijzetten; de tweede Worth beval bovendien, dat de krullende lokken moesten blyven zooals zy waren, in haar natuurlijke schoonheid. Daarna begaven zij zich naar beneden naar de groote ontvangkamer, die nu voor deze gelegenheid geheel veranderd wasverscheidene gasten waren reeds aanwezig. Lady Worthiagton stond bij de deur en kwam hen tegemoet; alhoewel strijdende met de gebruiken, boog zij zich tot Espérance ea kuste haar. z/Gij stelt geheel en al een kerstroos voor," zeide zij en wierp een blik op het van geluk stralendo gelaat; gij komt juist bijtijds voor den eersten dans; Claude zal u wel naar mevrouw Mortlake geleiden. Claude stemde gretig toe en bracht haar dwars door de helder verlichte kamer naar de sofa, waar mevrouw Mortlake en Cornelia gezeten waren, aldaar aangekomen begon Espérance te vertellen van do verrassing die men haar zooeven had bereid en opgetogen liet zij de bloemen zien. Cornelia glimlachte vriendelijk. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1