A. LAAME. Kassier
DINEEREN,
Schildersknecht
Vergadering
I» AN §11A ML
FRANKRIJK.
Willem Teil,
Een Praatje over Humor.
HAARLEM TE HEER.
Mr. M. W. F. TREEB,
Nieuwe Groenmarkt 11,
y» HMiiMB".
Openbaar Debat,
L. J. VERMEER, uit Amsterdam.
Sehoswbiirg, Haarlem.
Vrijdag 25 April 18ÖÖ,
Laatste Buitengewone Voorstelling
personen over een paar extra handen
beschikken.
Het is onwaar, dat deze psychische
kracht in strijd zou zyn met de natuur
wetten. Die kracht is geëxploiteerd door
dweepers en fanatistenen bedriegers
zijn er rijk mee geworden. Daarom mag
men echter niet alles verwerpen. De
sehoone wetenschap der sterrekunde is
wel voortgekomen uit de sterrewichelarij
Het wemelt in deze van bedriegers.
Er zijn professioneele mediums die voor
geld séances geven en die, wanneer hun
kracht hen in den steek laat, hunna
broodwinning niet willende verliezen, den
toevlucht nemen tot bedrog. Maar hun
bedrog bewijst niet, dat allen bedriegen.
De ontmaskering van honderd mediums
bewijst niet dat er niet eén eerlijke is.
Het is onwijsgeerig om te beweren,
dat alle vertooningen van alle mediums
ten allen tijde, onder alle voorwaarden
en in het volle licht konden worden ver
toond. Dat is de natuur de wet voor
sehry ven. Die voorwaarden tot welslagen
zyn bovendien voor hem die de nieuwere
psychologie kent, niet verdacht.
Ik zelf heb kennis gemaakt met de
moeilijkheden van zulk een onderzoek.
Miss Fay bezocht ons land en ik kon
haar tot eene seance bewegen. Zij wist,
dat de inrichting der proeven geen be
drog zou toelaten, dat zij onder slechte
conditiën was en toch liet zy dagblad
reporters uitnoodigen. Wijst dit op be-
drog?
Ik heb miss Fay leeren kennen als
een uiterst goedhartig persoontje, wier
grootste genoegen is: dollars, diamanten
en de opvoeding van haren zoon. Zij
kan haar bizonder® kracht niet omschrij
ven, maar zegt dat zij haren wil vestigt
op wat zij doen moet. Van te voren
wordt zy door haar man gemagnetisaerd.
Het is een eigenaardig gebrek van
ons denkvermogen, dat wij tot het aan
nemen van ongewone dingen daaraan ge
woon moeten zijn.
Vele verklaringen door goochelaars
verschaft konden mij niet bevredigen.
Professor Crookes te Londen deukt nog
eveneens over haar als vroeger, n. 1. dat
zij wel degelijk eeno bizondere kracht
bezit.
Men verwijt iemand neiging tot het
mystieke. Maar wie het gemoedsleven
laat uitdrogen voor zijn verstand, die
kan geen mensch en wie zijn verstand
voor zijn gemoedsleven opoffert, geen
wysgeer zijn.
dere, als geheel buiten het bestek, komt
voor rekening van het rijk, wat geluk
kig is voor den aannemer. Men gebruikt
thans alle voorzichtigheid wat betreft
het uitgraven der kanalen. Het beva-
ringkanaal wordt getracht op 1 M.,
ijnde de helft der diepte.
Volgens ingewonnen bericht, volgt
zeer spoedig de aanneming van den ge-
heeleu innnndatiedyk, door Haarlemmer
meer, zyade een lengte van pl. 17,000
M., met de noodige ianundatie- en com-
municatie8lnizen, waarvan de aannemings
som geraamd wordt op 6 ton.
Aan den inaundatiedyk te Hoofddorp,
uitmakende een gedeelte dor Btelling
Amsterdam, wordt thans gewerkt, en
bestaat er nu hoop de 700 M. binnen
enkele weken klaar te kragen. Dat ge
deelte is ruim een jaar geleden aange
nomen voor pl. m. 37000, doch door
wegzakking en wederophooging, is die
som tot het dubbele gerezen. Dat meer
PÜL1TIM OVËIt/tCIÜ.
De duitacke Bondsraad heeft zichver-
eenigd met het door den verigen Rijks
dag aangenomen wetsontwerp, volgens
hetwelk voortaan officieren, die uit den
dienst zyn ontslagen, niet meer aan de
militaire jurisdictie onderworpen zullen
zijn. Deze wet was voorgesteld naar aan
leiding van het feit dat d® militaire
rcohtbank aan een vrijzinnigen afgevaar
digde, gepeneioaneord majoor, wegens
deelneming; aan eene politieke beweging
het recht had ontzegd ®m den titel van
majoor en de uniform te blijven dragen.
Naar aanleiding der vermelde bewe
ring van vrijzinnige zijde noemt de vrije
conservatieve Poe! het eene bijna be-
leedigende veronderstelling dat prins
Bismarck aanleiding zou hebben gegeven
tot een artikel in de Mam. Nackrichten
tegen Caprivi; terwyl het juist in Bis
marck's belang is, het ten hoogste t®
betreuren en te berispen wanneer bladen
die den naam hebben van met hem in aan'
raking te staan, zulke veronderstellingen
teweegbrengen, waardoor zij slechts ZLjne
vijanden in de hand werken.
In het Huis van afgevaardigden ver
langen do vrij© conservatieven eene aan-
merkelyke verlaging van het vrachtta
rief op de staatsspoorwegen, voor gra
nen, mout, meelwaren en vee, met
afdalende sehaal naar mate van groote
afstanden.
De minister Goschen zette Vrijdag
het engelsche Lagerhnis de Donderdag
door hem aangekondigde fiaancieele
maatregelen uiteen. De ontvangsten zijn
in het afgeloopen jaar met $.221.000
pond toegeuomen, terwijl de schuld met
8.000.000 pond verminderd en de con
versie volbracht werd. De uitgaven wor
den geraamd op 86.852.000 pond, de
inkomsten op 90.406.000. Goschen go-
looft evenwel niet aan een voortduren
van den tegenwoordigon gunstigen staat
der financien. Hij stelt voor, de plaat
selijke inkomsten te doen toenemen door
middel van eene nieuwe belasting op
spiritualiën, totdat er eene definitieve
oplossing der kwestie van drankverkoop
zal verkregen zijn. Verder zal hij een
ontwerp indienen tot weigering van alle
nieuwe patenten. Dank der afwezigheid
van buitenlandsehe verwikkelingen hoopt
hij dat de welvaart in den lande zal
voortduren.
Harcourt wenschte den minister geluk,
en verklaarde dat de oppositie deze be
grooting met bezadigdheid eritiseeren zal.
Ui Rio de Janeiro, wordt gemeld dat
door het samenstellen der nieuwe consti-
tulie de regeering met de daarvoor spe
ciaal in het leven geroepen commissie
eene ontwerpconstitutie zal gereedmaken,
die door de dagbladen gedurende twee
maanden zal worden openbaar gemaakt.
Vervolgens zal een definitief ontwerp
vastgesteld worden als de verkiezings
periode zal geopend zijn. Alle eandidaten
voor het congres zullen deswege geraad
pleegd worden, en indien het regeerings-
ontwerp door de meerderheid wordt
goedgekeurd, dan zal de constitutie
worden beschouwd als aangenomen te
zijn. In het tegenovergestelde geval zal
het Congres het karakter verkrijgen van
eene constitueerende vergadering.
I.
In een van zijne vaak pittige versjes
gaat Dr. E. Laurillard na, op hoeveel
verschillende manieren de mensch pleegt
te lachen. Men lacht in u, in o, in i, maar
de hartelijkste lach is in a.
Hoe men lacht, ligt aan iemands ka
rakter, aan zijn individualiteit. De kin
derachtige lach in i, «hi-hi-hi" is even
ver verwijderd van den ronden, fermen,
gezonden lach in a, als de i-lacher van
den a-iacher zelf.
Hierbij komt geen nationaliteit te pas,
kinderachtige, benepen lui vindt men in
Frankryk zoo goed als in Duitsckland
en rondborstige, open naturen in Enge
land zoowel als in Frankrijk. Maar bij
de vraag: „waarover lacht men?"
«waarover lacht men het liefst?" moet
men bij het antwoord wel degelijk reke
ning houden met de verschillende natio
naliteiten. En men behoeft nog niet eens
jaren met Duitschers, Franschen en En-
gelschen te hebben omgegaan om te
weten waarover zij het meest en het
liefst laehen. De talrijke humorististhe
tijdschriften die uit het buitenland ten
onzent worden gëimporteerd, geven ons
een beeld van den buitenlandschen humor,
dat des te meer vertrouwbaar is, omdat
bij dergelijke tijdschriften de samenstel
lers zich meer naar den smaak van het
groote publiek richten, dan dat de lezers
zieh laten leiden door de opvattingen
der verzamelaars en makers van grap
pen en grollen. De literaire stroomingen
gaan buiten de humoristische bladen
om, zij bekommeren zich ©m idealisme
noch om naturalisme, maar zijn er een
voudig op uit, den lezer eens flink de
lever te doen schudden.
Beginnen wij met den duitaehen «Witz."
Aan de spits der humoristische bladen
in Duitschland stiat ontegenzeggelijk het
weekschrift Fliegende Blatter. Elke zeven
dagen komt als een wolk van lachpoe-
der, een aflevering van acht pagina's
rijk met fraaie, keurig ontworpen en
keurig uitgevoerde platen en plaatjes
versierd, den abonné eene geregelde, nut
tige ontspanning verschaffen en zijne
lachspieren prikkelen als vroeger de
reukzenuwen onzer voorvaderen door een
duchtige prise rappéEn wij Neder-
Voor 4 of 5 Heeren bestaat
alhier gelegenheid tot
a 0,80 per Couvert. Fr. br.' lett.
C, No. 1080, aan het Adv.-Bureau
van J. P. NOBELS Jb., Nassaulaan
13, Haarlem.
GEVRAAGD.
H. F. VAN BEIJNEN, Koning
straat 31.
BMtGERLUKE STAND.
GEBOORTEN:
17 April. A. Meyer-Veltman d.
18. H. F. Kuijkeu-Rooijers z. H. W.
Stammeijer-Van LeuveD d.
OVERLEDEN:
17 April. C. Seurmondt-M. A. Bran-
deler, 35 j. Kennemerplein. 18. M.
E. Kensen, d. 5 m. Molansteeg. J.
Moorhoff, wed. H. Bolman, 66 j.Lange
Molenstraat.
Tegen 1 Mei a. s. een modern
Heerenhuis, met 6 K. en Tuin,
f 550,—, bh. Station gelegen. Mede
een dito Burgerh. met 5 K. en
Tuintje, ƒ300,Te bevr. b d. Ar
chitect D. STORM, Haarlem.
op Maandag 21 April in de bo
venzaal der Sociëteit cVEREENI-
GING».
Spreker:
uit Amsterdam.
Onderwerp
„Belasting- Her vorming"
Aanvang 8'/j uur.
HET BESTUUR.
Advertentiën.
Zie vervolg Advertentiën in
het Tweede Blad.
Getrouwd:
LEONARDUS WILHELMUS
VISSER
en
GEERTRUDA ELISABETH
LIJDSMAN.
Haarlem15 April 1890.
Die ook namens wederzijdsc'ne
familie hunnen hartelijken dank be
tuigen voor de vele blijken van be
langstelling bij hun huwelijk On
dervonden.
Schroefstoombootdienst
BEVERWIJK -HAARLEM.
Vice Versa.
Dagelijksche dienst.
Ligplaats: Turfmarkt.
Informatiën bij den Heer J. W. P.
LIJDSMAN.
Vertrek van Haarlem:
Turfmarktn.m. 2 30
Spoorbrug (,de Kikkert,) 3.30
De Hoofdadministratie van het 2e
Regiment Huzaren, te Haar
lem, zal op Maandag den 28en
April a s., 's middags te 12 uur.
nabij de Cavaleriestallen, in het
openbaar verkoopen: Veertien op
reform gestelde Paarden, die
gedurende drie uren te voren al
daar ter bezichtiging zullen worden
geplaatst.
De Kapitein-Kwartiermeester,
MOGGENSTORM.
Haarlem,
bezorgt den in- en verkoop van
Effecten koopt lossiugen en Coupons,
neemt en geeft gelden op prolonga
tie, verleent voorschot in Rekening-
Courant, opent Rekening-Courant
met Rentevergoeding, Chèque-Re-
kening, verschaft Reiswissels, in
casseert en verstrekt Binnen- en
Buitenlandsehe Wissels, neemt gel
den k deposito tegen langen en kor
ten termijn.
landers weten maar al te goed, dat
onze eigen humoristische bladen behagen
genoeg scheppen in de grappen van de
Fliegende Blëtterom die ons vertaald
als oorspronkelijk hollandsch aan te bie
den. Het is waar, dat waarschijnlijk ook
het duitsche blad buiten staat zou zijn
met de hand op het hart te verklaren,
dat het geen letter van den inhoud
zijner kolommen uit anderer vijvers heeft
gevischt.
Reeds bij een vluchtig doorbladeren
van een jaargang der Fliegende Blatter
moet het ieders aandacht trekken, dat de
uniform er op allerlei wijze in de uien
en grappen een rol speelt.
De jonge luitenants zien er uit als
groote sprinkhanen, in een nauw sluiten
den uniform, met een middel, dat aan de
hulp van een corset doet denken, lange
schoenen en een fatterig oogglas aan een
koord.
Nog talrijker zijn de afbeeldingen van
onderofficieren met kwaadaardig opge
streken, borstelige knevels, die een troep
rekruten dresaeeren, en die bij deze in
structie woorden smeden en beelden ge
bruiken, welke onder eea afzonderlyk ru
briek «Kazernebloesems" (Kasernenhof-
blüthe) eene plaats vinden.
Daar hoort men den wachtmeester een
rekruut toebulderen^Bommen en grana
ten daar zit m® die kerel weer te paard
als het orakel van Delphi wanneer het
buikpijn heef tl" en als hij dan in toorn
over zulk pronken met antieke waardig
heid, de manége doorgaat en in een
hoekje drie stroohalmen vindt vraagt hij
aan een ander«of er vandaag rennen
met hindernissen worden gehouden?"
En juist als zyn kwaad humeur begint
te bedaren, ziet hij nog een rekruut die
niet met zijn paard overweg kas en roept
hem toe: «Schockschwerenotkdio vent
lummelt op zijn paard rond als een
dichter op Pegasus 1"
Dat die «Pegasus" meer aan het bu
reau vau fcden redacteur dan aan de
spreektaal van een onderofficier doet
denken, doet aan het kluchtige der ver
gelijking zeker niet af.
In de gymnastiekzaal verliest de on
derofficier zijn lust tot het maken van
ongehoorde vergelijkingen evenmin. Daar
kan hij met een strak gezicht van een
stijven rekruut zeggen die aan de rekstok
hangt: «kijk me dien Meyer eens aan.
de vent hangt aan den stok als een worst
in een winkel." En wanneer hij later
denzelfden sty ven rekruut het militair
saluut ziet maken op een manier die zijn
krijgsman8hart mishaagt, dan vermaaat
hij hem, om bij het maken van het saluut
eea gezicht te zetten, alsof hij duizend
thaler in den zak had en vragen wou
«wat kost Berlijn
Hoogergeplaatsten dan wachtmeesters
en onderofficiers zijn niet vergeten.
«Zes weken," zoo zegt een overste tot
zijn vrouw die naar een badplaats gaat,
«zes weken verlof kunt gij krijgen tot
herstel van uwe gezondheid. Gij moet
dadelijk vertrekken en mij geregeld twee
maal 's weeks een rapport over uwe
liefde en trouw inzenden, zoodat ik op
de hoogte blijf. Verstaan Linksom,
marsch!"
Elders ziet men een luitenant afge
beeld met zulke dnnne beenen, dat een
schoenmakersjongen (in de duitsche grap
pen speelt deze altijd een groote rol) aan
het filosofeeren gaat, of de officier drie
beenen of drie degens heeft.
Maar al deze aardigheden zijn van
eea tamme natuur en het is een bewys
van den grooten eerbied dien men in
Duitschland koestert voor het militairia-
«ïe, dat zelden of ooit een militair wordt
geteekend, soldaat noch generaal, die
tengevolge van eene al te overvloedige
offerande aan Bachus in eene zwaaiende
positie verkeert
Men is daaromtrent minder schuchter
wat den student aangaat. Ook zyne af
beelding kon een cliché wezen; de tee-
keningen geven hem altijd te zien als
een corpulent menschenkind met een
bierbuik, den typischen muts die veel te
klein is, een lorgnet en een wandelstok.
«Zeg eens," zoo vraagt er een op straat
aan een dienstman, «is de kleermaker
Möller bier niet in de buurt komen wo
nen?"
«Jawel, meneer, linksaf den hoek om,"
antwoordt de dienstman en als de vrager
rechtsaf gaat, roept hy hem achterna:
«U gaat verkeerd!"
«Maar vriendlief," zegt de studiosus,
«ik wil juist niet langs zijn huis ko
men
Al deze studenten hebben het gezicht
vol kerveE, als visch die in de pan gaat.
Die kerven zijn het gevolg van hunne
talrijke duels, die plaats hebben om niets
en soms om nóg minder.Zulk een gewooDte
zou volgens onze hollandsche opvattingen
een uitstekend onderwerp zijn om er
aardigheden over te zeggen, maar de
duitsche humoristische bladen onthouden
zich daarvan by na geheel. Dat terrein
irm
Zondag 20 April 1890,
s morgens lO'/i ure,
Bovanzaal van „DB KRQGH".
Inleider: de Heer
Over:
Be Vrouw in de maat
schappij.
Toegang vrij.
«FelixFavoke», Smedeslraat.
Entrée 25 Ct. Kinderen 15 Ct.
Geopend van 1—10 ure.
Tot en met Maandag
Het Zuiden van
Nizza, Monaco, Grot van Lourdes.
in dit seizoen door het
Hollandsch Opera-Gszelschap
van den Parkschouwburg te
Amsterdam,
Dir.: J. G. DE GROOT.
Groote Opera in 4 bedrijven
of 5 tafereelen.
Muziek van G. RQSSINL
Aanvang 7Va uur.
Balcon ƒ2, le Loge ƒ1,75;
2e Loge en Parterre 1,50; Gaan
derij ƒ0,60.
SSiT" Plaatsbespreking zooals ge
woonlijk.
beschouwen zij blijkbaar als verboden
grond.
Wat de sehoone sekse aangaat, het
teekenpotlood vergeet haar niet. Op bijna
iedere bladzyde treft men vrouwenfiguren
aan, keurig fijn van teekeniag, ideale
kopjes en figuurtjes zooals men ze in
werkelijkheid weinig vindt. Maar nooit
laat men in het onderschrift, tot of door
haar dubbelzinnigheden zeggen en daar
door hebban de Fliegende Blëtter het
groote voordeel, dat men ze aan ieder in
handen kan geven, eene omstandigheid
waarop zieh andere humoristische bladen,
met name vooral de fransehe, zeer zeker
niet kunnen beroemen.
De schoonmoeder heeft het echter
kwaad te verantwoorden. Wanneer een
eehtgenoot zijae schoonmoeder met den
trein ziet vertrekken zegt hij met An-
toniu8 in Shakespeare's Julius Cesar
«Onheil, gij zijt op weg; ga, welken
gang gij wilt." En in den jaargang der
Fliegende Bl&tter die voor ons ligt vin
den wij een berymde schoonmoeder
satire, die wij hier willen weergeven.
Een ridder ligt op zrjn bed. Ridders
nu treft men in de duitsch® humoris
tische bladen bij dozijnen aan. Ook zij
zijn vrijwel allen naar é9n model ge
knipt, met dikke hoofden, dikke buiken
(alweer van het bier natuurlijk!) roode
neuzen en korte beenen terwijl een on
matig lange degen de uitmonstering
voltooit
De Ridder Kunz von Schurzenbeck
Snurkt rustig in zijn slaapvertrek.
Daar plotseling hoort hij telkenmaal,
Rumoer in eene nevenzaal.
En als hij door een kiertje kijkt,
Zijn harte schier van angst bezwijkt.
Daar dansen in het licht der maan,
Tien spoken telkens af en aan.
Hij slaat hen met zyn zwaard, edoch
De spoken dansen harder nog.
Hij roept zijn page nu er bij,
De spoken gaan geen stap op zy.
Als al de knechten zijn byeen,
Vluoht van de spoken er nog geen.
De Ridder haalt nu vlug ter been,
Fluks zijne schoonmama erheen.
Nauw treedt zij binnen in de zaal,
Of alles zwijgt ten eenenmaal.
De spoken rillenzonder woord
Pakt heel de schaar zich ijlings voort.
En Ridder Kunz von Schurzenbeck,
Snorkt rustig wêer in 't slaapvertrek.
Natuurlijk maken de uitstekende tee-
keningen zulke grollen veel vermake
lijker.
Echt duitsch is ook eene aardigheid
als die, welke de kapitein van een
stoomboot zegt aan twee, natuurlijk
beeldschoone jonge dames«kijkt toch
niet zoolang naar het koapas, dames
u zou met uw magueet-oogen mij den
koers heelemaal veranderen
Naar zulke gemoedelijke galanterie
kan men in de fransehe humoristische
bladen te vergeefs zoeken.
Dat is juist de groote aantrekkelyk-
heid van bladen als Fliegende Blëtter
dat zij zoo echt gemoedelijk komische
dingen weten te zeggen. Men kan niet
beweren en ook niet verwachten, dat al
de grappen en geestigheden die er in
voorkomen, oorspronkelijk en werkelijk
geestig zijn maar uit de meesten
klinkt ons de diepe, gulle lach tegen die
Laurillard de lach in a noemt.
Nog éen staaltje van duitschen humor
en ik stap van het onderworp af, omdat
de plaatsruimte waarover ik beschikken
mag, slecht in verhouding staat tot den
omvang der stof.
Het is de verzuchting van een jon
geling, wiens geliefde hem voor een ry-
ken aanbidder in den steek heeft gelaten
Hier onder dezen dennenboom,
Daar zaten wij eens s&am te luisteren,
Naar Wat de vogelkens fluiten zoo zacht,
En wat de bloemekens fluisteren.
Dat is nu voorbij. Zy bewoont een
(kasteel,
En zij rijdt in een prachtigen wagen
Ach ja, ik hadde ook immers haar,
Maar op de handen gedragen.
Wordt vervolgd,)
J. C. PEEREBOOM.
Haarlem April 1890.