TWEEDE ISLAM
UIT INSULINDE.
1)E ZWARTE MAAGD.
B i N N K N L A N D.
FEUILLET ON.
1 MIJN NEEF, DE GRAAF.
BEU00RENDS BIJ
IIAAIULEM'S JJAGBLAD
van
Maandag 28 April 1890.
De Zwarte Maagd! Een bekoorlijke,
indrukwekkende gestalte! Eene verruk
kelijke, liefelijke verschijning voor de
rurige verbeeldingskracht van den Oos
terling! 't Warme, driftige oostersche
jloed jaagt haar door de aderenIn haar
paderland wordt zy aangebeden, bezon
gen, verheerlijkt! Zy is een godin. Op
jaar altaar, in den aan haar gewijden
.impel wordt geen kostbaar offer ont-
,ienGeld, goed, ja, menschenbloed wordt
iaar geofferd! Maar ook menige ver-
«rensching, menige vloek wordt haar naar
hoofd geslingerd! Want zij voert heer-
jchappij, maar 't is een heerschappij, die
doode voert, een heerschappij, die
iet zedelijk leven vernietigt en het licha-
nelijk bestaan verteert! Want zij ont
bindt huwelijken en rukfc de vaders weg
pan hun kroost! Zij kweekt moord en
doodslag! Zij zaait tweedracht en voedt
den worm, die knaagt aan het geluk
barer onderdanenHaar gelddorst is niet
te bevredigen, haar bloeddorst niet te
verzadigen
Wanneer de sombere nacht zijn sluier
over de aarde heeft heengetrokken, ver
laat zij haar troon, gehuld in een ver
leidelijk gewaad, en waart rond als
Ngidjra'il, de engel des doods. Zij sluipt
de woningen binnen. Niemand ziet haar,
want zij is onzichtbaar voor der sterve-
ingen blikToch niet. Zij verschijnt in
droomen, zij verrukt den slaper door haar
bekoorlijke gestalte. Zij stijgt dan weer
langzaam op en verdwijnt, en als de
slaper ontwaakt is hij afgemat. Hy ge
voelt zich verlamd als ware hij in eene
hardnekkige worsteling gewikkeld ge
weest Zijn oogen staan flauw, zijn knieën
knikken, zijn gang is waggelend! De
is afmattend voor hem geweest!
Hij is ontwaakt, maar nog ziet hij de
Bchoone verleidelijke gestalte, hij herkent
of meent in haar te herkennen een He-
melsche Maagd uit Mohammeds paradys
Maar daar valt zijn oog toevallig op een
uitgerookte pijp, die van zijn rustbank
op den grond is gevallen! Ja, hij had
een pijp gerookt en toen was hij be
dwelmd gewordenIn de daarop gevolgde
hallucinatie had hij 't bekoorlijk droom
beeld aanschouwd! Nog eens zoo'n pijp
uitgerookt en zie, daar staat zij weder
voor zijn oogen in nog schooner en ver
leidelijker beeld! Nu kan hij niet meer
buiten haar, zij heeft hem geketend aan
haar macht, hy is haar onderdaan gewor
den, doch ten koste van zijn vleesch en
bloed! En zijn ziel? Die gaat niet naar
het paradys! Mohammed zal hem afwij
zen! Hij zal zich niet verlustigen aan
de kristallen stroomen, zich niet verza
digen aan de heerlijke vruchten! Hij is
verleid geworden en voor altijd blijft hij
onn alaof Hor V70rlAl7A\n is
een slaaf der verleidster! Zijn leven is
een kruipen van een gefolterde naar het
graf! Maar hij gevoelt die folteringen
niet, want hij verkeert in een gestadige
verdoovingDe Zwarte Maagd kijkt naar
haar slachtoffer, drukt hem haar onuit-
wischbaar zegel op 't voorhoofd en vertrekt!
Ik heb u gezegd, dat 't nacht is.
Wilt gij met mij de Zwarte Maagd op
haar nachtelijke tochten volgen? Want
zij heeft nog veel te doen alvorens het
eerste licht aan de oosterkimme ver
schijnt! Zy hult zich in een zwart kleed
en sluipt zeer behoedzaam de woning
van den ongelukkige uit! Zij loopt niet,
maar zij zweeft, half gedragen op de
snelle wieken van een zacht avondwindje. I weerklinkt
Benaklaps staat zij stil voor eene een
voudige javaansche woning 'c Is ver
bazend rumoerig daarbinnen! 't Is een
speelhol, zooals er zoovelen zyn op Java
Zij staat even te luisteren, trekt den
sluier weg en treedt binnen! Maar nie
mand ziet haar! Volgen wij haar! Daar
zit een Chinees met oen Javaan te
spelen! De Chinees is gelukkig, de Ja
vaan ongelukkigToch spelen beiden
voort! De Javaan zet eerst al zijn geld
in, daarna zijn eigendommen, vervolgens
zijn huis en ten slotte zyn vrouw! De
Zwarte Maagd strekt haar hand over
den Javaan uit. Hij trilt, want hij heeft
inwendig een schok gevoeld en een stem
gehoord, die hem influisterde: ,kom ga
uw leed verzetten en loop naar de kit!"
De Javaan is woedend, staat op en gaat
schuiven! Dat zal zijn leed verzachten!
Hy werpt zich op zijn legerstede neer
en trekt hartstochtelijk aan de noodlot-
tige pypDe hallucinatie volgt, zij moet
volgenZijn blik wordt beneveld, zijn ver
stand verduisterd! Maar die beneveling
en die verduistering duren slechts een
enkel oogenblikDaar komt een vizioen I
Hij ziet een klein aarden potje op drie
pooten! Een lichte rook stygt er uit
op! 't Is een zuil, die op zekere hoogte
gekomen zich uitspreidt en als 't ware
uit die rookkolom verschijnt voor zijn
blikken eene schoone maagdengestalte.
Zij schynt te zweven! De Javaan wil
zich opheffen, doch hij kan niet, hij is
onder de macht van haar betoovering
Hy ziet nog meer! De maagdengestalte
trekt een gordijn weg en wijst op den
vervloekten Chinees, die ham zoo onge
lukkig maakte! De Zwarte Maagd
want zy is het inderdaad maakt een
gebaar als om hem tot wraak aan te
zettenI De Javaan begrijpt het! Hij wil
opstaannog niethij moet nog meer
zienEen oogenblik geduldHet tooneel
verandert. De Chinees verdwijnt. De
Zwarte Maagd maakt met de hand eene
beweging en daar ziet hij zijn vrouw
ten prooi aan de onbarmhartige behande
ling van eene chineesche vrouw. Hoe
komt zij daar? Wel, heeft hij haar dan
niet als speelmunt gebezigd? Hoe luid
is hare bede om hulp, hy zou haar wel
te hulpe willen snellen, maar hy is nog
onmachtig! Haar kreten verscheuren zyn
hart en het bloed, dat uit de striemen
vloeit, maakt hem weekhartigNeonHy
kau dat lijden niet langer aanzienl Hy doet
een ruk aan het onzichtbare koord, dat hem
aan de betoovering bondl Het gelukt
hem Maar tegelijkertijd is het schoone
vizioen verdwenen De Javaan is ont
waakt. Hy zit overeind, maar nog ziet
hij zijn arme vrouw, verkocht aan den
winner van het spel. Vooruiter op
losgestormd! Hij grijpt gretig naar zijn
kris, springt als door een adder gestoken op
en holt de kit nitHet redelijk verstand
heeft hem begeven, de blinde hartstocht
leidt hemHy is mata-glap. Plotseling,
maar ook slechts voor een oogenblik,
verschijnt hem de Zwarte MaagdDat
gezicht moedigt kern aan. //Wraak!" roept
zij hem toe! //Wraak!" ademen zyn
lippen, u Wraakzegt de opgeheven kris
De speler is een amokmaker geworden
Met het vizioen voor de met bloed be-
loopen oogen rent hij als een dolleman
voortDaar ziet hij in de verte een
menschelijke gestalte naderenHij be
schouwt dien man als een hinderpaal in
het volvoeren van zijn voornemen Wat
belet hom den ongelukkige te doorboren
met zijn vlijinscherpen dolk
Het slachtoffer tracht te vluchten, te
vergeefsDe opium geeft den amok
maker vleugelenHij vliegt als 't ware
over het pad, haalt den rampzalige in
en stoot hem met zekeren wellust de
kris in 't hartDat is er éénMaar
nog meer zullen vallenEenige mannen
in de verte hebben den woesteling ont
dekt en vluchten naar hun dorp Daar
geraakt alles in rep en roerDe weer
bare mannen grypen naar hunne lansen
en grasmessen, terwijl het doffe ge
luid van de tong-tong tot in de verte
En do Amok-maker? Hy heeft een
gejaagden loop en is weldra in zijn on
stuimige vaart het spjelhoi genaderd
Hij trapt de lichte bamboezen deur stuk
staat in een tooverslag vlak voor
den Chinees, die hem door het spel
zoo in het verderf heeft gestortDe
zoon van 't Hemelsche Rijk slaakt een
kreet van ontzetting, hy gooit zijn spel
weg en wil den krisstoot ontwijken
't Is te laat Als een tijger heeft hij
zich op zyn prooi geworpen en hem de» dolk
in 't lijf gewrongenDe wraak is vol
bracht l Neen, er moeten nog een paar
zielen naar de eeuwigheid gevoerd wor
den Maar nu komt de arm der ge
rechtigheid te hulpeEen schare gewa-
pendon dringt het speelhol binnen De
amokmaker ziet een twintal speren hem
aaagrijnzen. Hij bukt zich, out ze te
ontwijkenDaar gaan de lansen ook
«aar omlaag 1 uSterven" of wzich ge
vangen geven", hoort hij zich toeroepen.
Hij zou misschien den dood gekozen
hebben, zoo hij 't Vizioen gezien had,
maar dit heaft hem nu verlatenDe
lieflyke verschijning, die hem tot dood
slag aanzette, aij komt niet terugDe
amokmaker komt een weinig tot bezinning!
Het noodlottige kruid heeft uitgewerkt,
de misdadiger herkrijgt zijn bezinning
en geeft zich vrij willig gevangen
't Gelijkt nu voor de wakkere mannen
een ware triumfiocht, nu zy den amok
maker zwaar geboeid in hun midden
wegvoeren, opdat hij het loon der ge-
recUtigheid ontvange!
//Ongelukkige mompelt de oude van
dagen, die den Javaan ziet voorbijgaan,
,niet gij, maar do Zwarto Maagd, die
is het, die den moord heeft verricht
Zij heeft u daartoe aangezet."
En terwijl de anderen met een blik
vol afschuw, afgrijzen en bitteren spot
hem boschouwen, ziet de grijsaard hem
aan met betraande oogen, want die jonge
maa daar, is 't beeld van duizenden, die
jaarlyks door de Zwarte Maagd ten eeuwi
gen verderve worden gesleept.En dat niet
tegenstaande den vereenigden invloed van
Mohammedanisme en ChristendomMaar
de Islam is verbasterd en vreemd aan
zijn oorspronkelijke vormen geworden,
De Koran duldt geen aanbidding der
Zwarte Maagd en de rechtzinnige Isla
miet verafschuwt haar. Maar op Java
gaan de hadji's voor en is 'c dan een
wonder, wanneer het volk het voorbeeld
der /heiligen" volgt? De Islam, de gods
dienst van den arabischen profeet, is te
zwak, om den opium-duivel te bannen
En wij dan? Wij laten hem heerschen
Wij, Hollanders, hebben er immers gel
delijk voordeel byDaar steu»en wy de
Zwarte Maagd in heerschappij, die zoo
veel ryke winsten afwerpt voor 't Moeder
land Wy doen dat niet in 't geheim, neen,
in 't openbaar! De winsten zouden jam
merlijk verloren gaan, zoo de Javaan
aan die heerschappij werd onttrokken en
terirille daarvan moest de Javaan worden
opgeofferd
Gij hebt begrepen, waarde lezer, wie
de Zwarto Maagd is 't Ia de naam,
die» de Javaan in zijn levendige verbeel
dingskracht gegeven hoeft aan het am-
floen! Weet gij, hoe hij ziek haar
voorstelt In elk land, waar zij heorscht,
draagt zij de kroon en het wapen
van den regeerenden vorst, want in naam
van dien vorst voert zij heerschappij, in
zijne» naam zuigt zij zijn onderdanen
uit, en wanneer zy ter verantwoording
wordt geroepen, stijgt een vreugdekreet
in den lande op! Want ontzaglyke
sommen stort zij dan in de schatkist,
maar weet gij dat daar aan dat geld bloed
kleeft van duizenden schepselen Elk
stukje zilver vertegenwoordigt eenige
druppelen bloeds, die onzen naam als
christen mogendheid bezoedelen en schand
vlekken! Maar neen! stemmen uit de
binnenlanden van Java, waar dagelijks
gewettigde moorden worden gepleegd
zijn doorgedrongen tot in 't moederland!
Die stemmen hebben gehoor gekregen bij
't weldenkend deel der natie en trots de
geldelijke nadeelen, die er aan verbonden
zijn, bij de uitroeiing van 'tzoo diep in
gewortelde kwaad, trots de gaping in de
schatkist, die ontstaat bij de stuiting van
den breeden geldstroom ziet de Zwarte
Maagd zich in hare byna oninneembare
veste bedreigd Een sterke macht moet
het zijn, die de zwarte koningin uit
haar sterke verschansing dryft ea ont
troont
Lozerik heb getracht, u een beeld te
schetsen van de Zwarte Maagd in haren
werkkring op 'teiland der eilanden! Ik
heb mij bepaald tot twee voorbeelden uit de
duizenden, die elk die op Java is geweest,
naar zijn genoegen kan vermeerderen.
De Javaan is van 't verderfelyke harer
macht ten volle overtuigd, maar hij kan
zieh zeiven niet uit dien netelige» toestand
redden
De verleiding is hem een te machtige
kracht, dan dat hij er zich alleen aan
zou kunnen onttrekken! Hij vraagt ons
om hulp en hij heeft recht op die hulp,
want daarvoor heeft hij u jarenlang zijn
krachten geschonkenAanschouwt de
bodems, die 't moederland bereiken met
de voortbrengselen van zijn land, daar
voor heeft hy uren, ja dagen lang ge
werkt in 't zweet zijns aanschijns! met
nooste vlyt en voorbeeldeloos geduldWij
dulden geen slavenhandel in onze koloniën,
maar de Javaan is slaaf van de Zwarte
Maagd! Welnu, maak hem daarom vrij!
Dat kunnen wij doen en dat moeten wij
doenNiet plotseling, maar geleidelyk
Langzaam maar zeker!
TJAMPAKA.
Haarlem, April '90.
Nader vernemenwij dat de
bevordering van den minister v. Oorlog,
den kolonel Bergansius, tot gen.-majoor,
geschied is op voordracht van den mi
nisterraad.
De kolonel Bergansius staat in de
ranglyst nog no. 5 voor bevordering, en
is op 2 na de jongste kolonel, tot welken
raag hy den 23a Maart 1887 bevorderd
werd. (W. R. C.)
De luitenant-generaal J. M.
van der Star, chef van den generalen
staf, heeft aangevraagd om tegen 15 Mei
a.s. op pensioen te worden gesteld.
Het volgende wordt geschre
ven aan het Weekblad van Nederl.-Indië
«De directie onzer sooieteit is erg te
gen dobbelen en niemand zal haar dat
kwalijk kunnen nemea. Hoe dikwijls
ziet men niet de verscarikkelijke gevol
gen van het dobbelspel.
Daarom besloot zij dan ook het rou
lettespel te verbieden, want daarmede
werden op sommige avonden aardige
sommen verdobbeldtoch werden deor
dit spel zulke bar groote sommen niet
verloren, daar men alleen met eontant
geld kon spelen en niet met bonuetjes
et wissels op de eeuwigheid.
Maar het was eenmaal uitgemaakt, dat
geeu rouge et noir het schoone socië
teitsgebouw zou ontheiligen; het rien ne
va plus zou niet meer binnen hare muren
gehoord worden. Het dobbelen zou uit
zijn.
Maar gedobbeld wordt er techop een
avond was men weer aan den gang,
maar in plaats van roulette was het nu
dcarté, aan een tafeltje zaten twee heeren,
de een eerste luitenant, de ander tweede
commies. De eerste was zooals bijna al
tijd erg en veineen had reeds een groot
bedrag gewonnen. Een der beide heeren
stelde nu voor om maar quitte of double
te spelen, en daar werd genoegen mede
genomen.
Altyd was de luitenant aan de win
nende hand en eindelijk was het zoover
gekomen, dat de commies 5 mille ver
loor ea weer ging het quitte of double ea
won de luitenant tien mille.
Dat was een kolfje naar zijn hand. Ik
sehei er mee uit, zeide hij't is wel ge
weest, maar hoe zult gij mij nu die tien
mille betalen? Het was namelijk bekend,
dat de ander onmogelijk zelfs maar een
tiende dier som cash zou kunnen betalen.
Maar betaald zou er wordeneen
speelschuld is immers een eeresehuld e*
daarom werd tot het volgende besloten:
De 2de commies zou een levensverze
kering nemen van tien mille.
Kvram hij te sterven, dan kwam die
som aan den lsten luitenant.
En zoo geschiedde.
De zaak kreeg ruchtbaarheid en den
luitenant kostte dit speelavondje zijne
overplaatsing. Eenige maanden later be
gon de 2de commies te sukkelen, werd
erger ea erger en stierf.
En wat zeide de wereld?
Ja, veel zeide ze niet, alloen beweer
den eenige verstokte dobbelaars, dat de
luitenant weer gloeiend en veine geweest
was, want die tien mille had hij nu beet.
De redaoteur van het Weekblad voegt
hieraan toe:
Da naaien der heeren zijn mij ge
schreven."
Uit Amsterdam wordt ge
meld De werkstaking onder de kolen-
werkers kan als geëindigd worden be
schouwd. Met het vooruitzicht eener
nadere regeling der loonen en werkuren,
tusschen patroons on arbeiders, zijn de
laatsten Vrijdagmorgen op den ouden
voet met de lossing der twee kolensche
pen begonnen.
Uit Opsterland wordt ge
meld De werkstaking duurt voort. Den
kelijk vangt het werk Maandag aan voor
hen, die loonsverhooging toestonden. Een
gerucht is verspreidt, dat 8000 zou ge
zonden zijn door de //Labour Union" te
Londen, ten behoeve van de werkstakers.
Het 11-jarig zoontje van
den adjudant van het militaire hospitaal
Elainger te Venloo had Donderdagmid
dag, al spelende en loopende over de
plank van het militaire zwembad, het
ongeluk in het water te vallen en daarin
to verdrinken. Twee uren later kon men
slechts het lijkje vinden.
Donderdag werden in de
buurtschap Gammelke, nabij Oldenzaal,
negen urnen iu verschillende grootte
opgegraven, onder toezicht van den ar
chivaris van het Oudheidkundig Genoot
schap te Zwolle, waarheen ze ook ge
zonden zijn.
KOLONIËN.
(Uit de Javasche Ct. van den 25on en
de Sumatra CL tot den 27en Maart jl.)
BATAVIA, 25 Maart.
Bij besluit van den goeverneur-gene-
raal van Nederlandsch-Indië is, ter zake
hunner verrichtingen in de gevechten
bij de Kota Toeankoe op 26 Juli 1889,
de bronzen medaille voor moed en trouw
toegekend aan de amboineescbe fuseliers
M. Walangitan (algemeen stamboek no.
9370) en F. Titaleij (algemeen stamboek
no. 9256), terwijl bij artikel 4 vaa dat
zelfde besluit aan den le luitenant der
infanterie W. G. J. Pitlo de bizondere
tevredenheid der regeering is betuigd
wegens de toewijding en het beleid, door
hem aan den dag gelegd tijdens hij van
December 1887 tot Augustus 1889 ia de
Toba-landen het bevel voerde over de
aldaar gelegerde troepen.
Men leest iu de Sumatra GL: Vol
gens de opvarenden van een dezer dagen
van het eiland Pageh te Padang terug-
keerende handelsprauw, hebben de be
woners van dat eiland, toen die
prauw in de onmiddellijke nabijheid
daarvan gekomen wös, hen aangeroe
pen en gevraagd of zij schildpadscha
len wilden koopen, welke zij hun ver
toonden. Op het oogenblik dat de alhier
woonachtige tolk Si Padek uit de prauw
op dea vasten wal sprong, overvielen
de Pagehers hem en brachten hem
onmiddellijk door lans- en messteken
om het leven, waarna de verrader
lijke wilden hem het hoofd afhieuwen
en dit, op een staak geplaatst, in triomf
binnenslands voerden.
Een der opvarendon bekwam een mes
steek in den buik, doch wist, door in
de prauw terug te springen, zich aan
een dergelijk lot te onttrekken.
naar het
duitsch. van KARL CHOP.
a)
//Nu, Malchen, is dat mijn ontvangst?" vroeg de rechter ver
wonderd. //Waarmede heb ik dien donkeren blik verdiend?"
/Omdat ik genoeg heb van de verdrietelijkheden, die uw vader
I mij heeft bereid en niet verlang die nog door u vermeerderd te
zien."
z/Wat beteekent dat #u", dat wordt steeds fraaier, Malchen!
Sedert wanneer spreken wij elkander dan met //U" aan?"
i/Dat moet ge aan uw vader vragen."
z/Och kom, wees nu niet zoo dwaas, lieve. Laat de ouden kib-
1 balen zooveel zo willen. Zoolang wij beiden goede vrienden zijn,
zoolang is ook de brug der verstandhouding tusschen onze fami-
liën nog niet geheel afgebroken."
//Neen neen, jk hoop nu niets meer. Het is er uw vader blyk-
baar om te dóén om den mijnen steeds meer en meer tot den
doode toe te krevken," zeide het meisje met doffe stem, terwijl
ay toch gelijktydig werktuigelijk de kleine blanke hand in de
opnieuw haar toegestckene van den rechter legde. «Ik zie nu dat
uw vader niet alleen tiaar schertst, maar werkelijk onze verbit
terde vijand ia."
//Hé, voor den koekoek, daar moet ik toch ook wat van weten,"
riep da oude heer uit, d;e door de boschjes gedekt, ongemerkt
naderbij gekomen was. #Dul, Malchen...."
z/NeeD, mijnheer Mtiller, iet aldus," zeide Malchen afwerend.
ffWij voeren strijd, wij beiden
z/Nu dan, gy doet een inval in mijn gebied."
De vroolijke luim van den otiden heer werkte zoo aanstekelijk
op het jonge meisje, dat zij zichzeer tot haar ergernis, half door
hem overwonnen gevoelde.
//Gij moet, vóór alles, in ernst toreken, mynheer Müller, als ik
u zal antwoorden," verklaarde zij. terwijl zij vergeefs op baar
glad voorhoofd toornige rimpels trachtte te voorschijn te roepen.
i,En gij moet vóór alles, oudere.i waardiger heeren, zooals
ik by voorbeeld, de hun toekomende eer geven. Sedert vijf minuten
ben ik mijnheer von MüllerWel te erstaan."
//Wat? Is het dan heden een dag van gunstbetoon en wonderen?"
riep Malchen voor de eerste maal weder helder lachend uit. //Gij
van adel! Nu, wie dat gelooft
z/Kijk me nu dat meisje een aan!" zeide de oude heer grinni
kend. //Alsof de adel mij niet van jongs-aan op het voorhoofd
gedrukt stond! Door de genade des hertogs en uws vaders, die
zijne gouden punten op mijn hek plantte, is eerst zoo laat de
uiterlijke adel aan den innerlijken toegevoegd. Maar gij spraakt
van wonderen en genade."
//Nu ja, denkt eens, maar ge moet zwijgen als het graf: Papa
is land8talmeester geworden I"
z/Wat? Hoe? LandstalmeesterNeen, maar dat is toch al te
dol! Houd op, ik sterf van 't lachen. Dat past voor uw papa
als, als...."
z/Houd uw gelijkenis voor u," viel Malchen den ouden heer
snel in de rede, terwijl hare oogen weder toornig begonnen te
flikkeren.
z/Maar, kind, wees toch niet zoo vervelend ernstig," ging de
rentenier echter lachend voort. //De zaak is waarlijk zoo grappig.
Uw vader heeft zich zyn leven lang niet eens op een hobbelpaard
gewaagd. Zijn er dan ook stalmeesters te voet?"
z/Oom!"
z/Ik zie wel, de overstelpende hertogelijke genade dreigt een
nieuwe Paris-appel te worden," bracht de kantonrechter in 't
midden. //Ik zal daarom die ergerlijke zaak van nu af aan maar
liever zelfs eens ter hand nemen. Ik vorder echter van u beiden,
dat gij, Malchen, van het diploma uws vaders en gy, vader, van
het diploma uws neefs tegen niemand een enkel woord rept.
Daarin alleen zie ik thans de laatste mogelijkheid vrede t8 stichten.
Wilt ge?"
Terwijl Malchen de gevorderde belofte spoedig deed, viel het
den ouden heer blijkbaar veel zwaarder, de nieuwe gelegenheid
tot grappen maken dadelijk weder te laten glippen. Toch bewoog
ook hem de steeds kalmer op hem rustende blik van Heinrich,