TWEEDE ISLAM UIT INSULINDE. 1)E ZWARTE MAAGD. B i N N K N L A N D. FEUILLET ON. 1 MIJN NEEF, DE GRAAF. BEU00RENDS BIJ IIAAIULEM'S JJAGBLAD van Maandag 28 April 1890. De Zwarte Maagd! Een bekoorlijke, indrukwekkende gestalte! Eene verruk kelijke, liefelijke verschijning voor de rurige verbeeldingskracht van den Oos terling! 't Warme, driftige oostersche jloed jaagt haar door de aderenIn haar paderland wordt zy aangebeden, bezon gen, verheerlijkt! Zy is een godin. Op jaar altaar, in den aan haar gewijden .impel wordt geen kostbaar offer ont- ,ienGeld, goed, ja, menschenbloed wordt iaar geofferd! Maar ook menige ver- «rensching, menige vloek wordt haar naar hoofd geslingerd! Want zij voert heer- jchappij, maar 't is een heerschappij, die doode voert, een heerschappij, die iet zedelijk leven vernietigt en het licha- nelijk bestaan verteert! Want zij ont bindt huwelijken en rukfc de vaders weg pan hun kroost! Zij kweekt moord en doodslag! Zij zaait tweedracht en voedt den worm, die knaagt aan het geluk barer onderdanenHaar gelddorst is niet te bevredigen, haar bloeddorst niet te verzadigen Wanneer de sombere nacht zijn sluier over de aarde heeft heengetrokken, ver laat zij haar troon, gehuld in een ver leidelijk gewaad, en waart rond als Ngidjra'il, de engel des doods. Zij sluipt de woningen binnen. Niemand ziet haar, want zij is onzichtbaar voor der sterve- ingen blikToch niet. Zij verschijnt in droomen, zij verrukt den slaper door haar bekoorlijke gestalte. Zij stijgt dan weer langzaam op en verdwijnt, en als de slaper ontwaakt is hij afgemat. Hy ge voelt zich verlamd als ware hij in eene hardnekkige worsteling gewikkeld ge weest Zijn oogen staan flauw, zijn knieën knikken, zijn gang is waggelend! De is afmattend voor hem geweest! Hij is ontwaakt, maar nog ziet hij de Bchoone verleidelijke gestalte, hij herkent of meent in haar te herkennen een He- melsche Maagd uit Mohammeds paradys Maar daar valt zijn oog toevallig op een uitgerookte pijp, die van zijn rustbank op den grond is gevallen! Ja, hij had een pijp gerookt en toen was hij be dwelmd gewordenIn de daarop gevolgde hallucinatie had hij 't bekoorlijk droom beeld aanschouwd! Nog eens zoo'n pijp uitgerookt en zie, daar staat zij weder voor zijn oogen in nog schooner en ver leidelijker beeld! Nu kan hij niet meer buiten haar, zij heeft hem geketend aan haar macht, hy is haar onderdaan gewor den, doch ten koste van zijn vleesch en bloed! En zijn ziel? Die gaat niet naar het paradys! Mohammed zal hem afwij zen! Hij zal zich niet verlustigen aan de kristallen stroomen, zich niet verza digen aan de heerlijke vruchten! Hij is verleid geworden en voor altijd blijft hij onn alaof Hor V70rlAl7A\n is een slaaf der verleidster! Zijn leven is een kruipen van een gefolterde naar het graf! Maar hij gevoelt die folteringen niet, want hij verkeert in een gestadige verdoovingDe Zwarte Maagd kijkt naar haar slachtoffer, drukt hem haar onuit- wischbaar zegel op 't voorhoofd en vertrekt! Ik heb u gezegd, dat 't nacht is. Wilt gij met mij de Zwarte Maagd op haar nachtelijke tochten volgen? Want zij heeft nog veel te doen alvorens het eerste licht aan de oosterkimme ver schijnt! Zy hult zich in een zwart kleed en sluipt zeer behoedzaam de woning van den ongelukkige uit! Zij loopt niet, maar zij zweeft, half gedragen op de snelle wieken van een zacht avondwindje. I weerklinkt Benaklaps staat zij stil voor eene een voudige javaansche woning 'c Is ver bazend rumoerig daarbinnen! 't Is een speelhol, zooals er zoovelen zyn op Java Zij staat even te luisteren, trekt den sluier weg en treedt binnen! Maar nie mand ziet haar! Volgen wij haar! Daar zit een Chinees met oen Javaan te spelen! De Chinees is gelukkig, de Ja vaan ongelukkigToch spelen beiden voort! De Javaan zet eerst al zijn geld in, daarna zijn eigendommen, vervolgens zijn huis en ten slotte zyn vrouw! De Zwarte Maagd strekt haar hand over den Javaan uit. Hij trilt, want hij heeft inwendig een schok gevoeld en een stem gehoord, die hem influisterde: ,kom ga uw leed verzetten en loop naar de kit!" De Javaan is woedend, staat op en gaat schuiven! Dat zal zijn leed verzachten! Hy werpt zich op zijn legerstede neer en trekt hartstochtelijk aan de noodlot- tige pypDe hallucinatie volgt, zij moet volgenZijn blik wordt beneveld, zijn ver stand verduisterd! Maar die beneveling en die verduistering duren slechts een enkel oogenblikDaar komt een vizioen I Hij ziet een klein aarden potje op drie pooten! Een lichte rook stygt er uit op! 't Is een zuil, die op zekere hoogte gekomen zich uitspreidt en als 't ware uit die rookkolom verschijnt voor zijn blikken eene schoone maagdengestalte. Zij schynt te zweven! De Javaan wil zich opheffen, doch hij kan niet, hij is onder de macht van haar betoovering Hy ziet nog meer! De maagdengestalte trekt een gordijn weg en wijst op den vervloekten Chinees, die ham zoo onge lukkig maakte! De Zwarte Maagd want zy is het inderdaad maakt een gebaar als om hem tot wraak aan te zettenI De Javaan begrijpt het! Hij wil opstaannog niethij moet nog meer zienEen oogenblik geduldHet tooneel verandert. De Chinees verdwijnt. De Zwarte Maagd maakt met de hand eene beweging en daar ziet hij zijn vrouw ten prooi aan de onbarmhartige behande ling van eene chineesche vrouw. Hoe komt zij daar? Wel, heeft hij haar dan niet als speelmunt gebezigd? Hoe luid is hare bede om hulp, hy zou haar wel te hulpe willen snellen, maar hy is nog onmachtig! Haar kreten verscheuren zyn hart en het bloed, dat uit de striemen vloeit, maakt hem weekhartigNeonHy kau dat lijden niet langer aanzienl Hy doet een ruk aan het onzichtbare koord, dat hem aan de betoovering bondl Het gelukt hem Maar tegelijkertijd is het schoone vizioen verdwenen De Javaan is ont waakt. Hy zit overeind, maar nog ziet hij zijn arme vrouw, verkocht aan den winner van het spel. Vooruiter op losgestormd! Hij grijpt gretig naar zijn kris, springt als door een adder gestoken op en holt de kit nitHet redelijk verstand heeft hem begeven, de blinde hartstocht leidt hemHy is mata-glap. Plotseling, maar ook slechts voor een oogenblik, verschijnt hem de Zwarte MaagdDat gezicht moedigt kern aan. //Wraak!" roept zij hem toe! //Wraak!" ademen zyn lippen, u Wraakzegt de opgeheven kris De speler is een amokmaker geworden Met het vizioen voor de met bloed be- loopen oogen rent hij als een dolleman voortDaar ziet hij in de verte een menschelijke gestalte naderenHij be schouwt dien man als een hinderpaal in het volvoeren van zijn voornemen Wat belet hom den ongelukkige te doorboren met zijn vlijinscherpen dolk Het slachtoffer tracht te vluchten, te vergeefsDe opium geeft den amok maker vleugelenHij vliegt als 't ware over het pad, haalt den rampzalige in en stoot hem met zekeren wellust de kris in 't hartDat is er éénMaar nog meer zullen vallenEenige mannen in de verte hebben den woesteling ont dekt en vluchten naar hun dorp Daar geraakt alles in rep en roerDe weer bare mannen grypen naar hunne lansen en grasmessen, terwijl het doffe ge luid van de tong-tong tot in de verte En do Amok-maker? Hy heeft een gejaagden loop en is weldra in zijn on stuimige vaart het spjelhoi genaderd Hij trapt de lichte bamboezen deur stuk staat in een tooverslag vlak voor den Chinees, die hem door het spel zoo in het verderf heeft gestortDe zoon van 't Hemelsche Rijk slaakt een kreet van ontzetting, hy gooit zijn spel weg en wil den krisstoot ontwijken 't Is te laat Als een tijger heeft hij zich op zyn prooi geworpen en hem de» dolk in 't lijf gewrongenDe wraak is vol bracht l Neen, er moeten nog een paar zielen naar de eeuwigheid gevoerd wor den Maar nu komt de arm der ge rechtigheid te hulpeEen schare gewa- pendon dringt het speelhol binnen De amokmaker ziet een twintal speren hem aaagrijnzen. Hij bukt zich, out ze te ontwijkenDaar gaan de lansen ook «aar omlaag 1 uSterven" of wzich ge vangen geven", hoort hij zich toeroepen. Hij zou misschien den dood gekozen hebben, zoo hij 't Vizioen gezien had, maar dit heaft hem nu verlatenDe lieflyke verschijning, die hem tot dood slag aanzette, aij komt niet terugDe amokmaker komt een weinig tot bezinning! Het noodlottige kruid heeft uitgewerkt, de misdadiger herkrijgt zijn bezinning en geeft zich vrij willig gevangen 't Gelijkt nu voor de wakkere mannen een ware triumfiocht, nu zy den amok maker zwaar geboeid in hun midden wegvoeren, opdat hij het loon der ge- recUtigheid ontvange! //Ongelukkige mompelt de oude van dagen, die den Javaan ziet voorbijgaan, ,niet gij, maar do Zwarto Maagd, die is het, die den moord heeft verricht Zij heeft u daartoe aangezet." En terwijl de anderen met een blik vol afschuw, afgrijzen en bitteren spot hem boschouwen, ziet de grijsaard hem aan met betraande oogen, want die jonge maa daar, is 't beeld van duizenden, die jaarlyks door de Zwarte Maagd ten eeuwi gen verderve worden gesleept.En dat niet tegenstaande den vereenigden invloed van Mohammedanisme en ChristendomMaar de Islam is verbasterd en vreemd aan zijn oorspronkelijke vormen geworden, De Koran duldt geen aanbidding der Zwarte Maagd en de rechtzinnige Isla miet verafschuwt haar. Maar op Java gaan de hadji's voor en is 'c dan een wonder, wanneer het volk het voorbeeld der /heiligen" volgt? De Islam, de gods dienst van den arabischen profeet, is te zwak, om den opium-duivel te bannen En wij dan? Wij laten hem heerschen Wij, Hollanders, hebben er immers gel delijk voordeel byDaar steu»en wy de Zwarte Maagd in heerschappij, die zoo veel ryke winsten afwerpt voor 't Moeder land Wy doen dat niet in 't geheim, neen, in 't openbaar! De winsten zouden jam merlijk verloren gaan, zoo de Javaan aan die heerschappij werd onttrokken en terirille daarvan moest de Javaan worden opgeofferd Gij hebt begrepen, waarde lezer, wie de Zwarto Maagd is 't Ia de naam, die» de Javaan in zijn levendige verbeel dingskracht gegeven hoeft aan het am- floen! Weet gij, hoe hij ziek haar voorstelt In elk land, waar zij heorscht, draagt zij de kroon en het wapen van den regeerenden vorst, want in naam van dien vorst voert zij heerschappij, in zijne» naam zuigt zij zijn onderdanen uit, en wanneer zy ter verantwoording wordt geroepen, stijgt een vreugdekreet in den lande op! Want ontzaglyke sommen stort zij dan in de schatkist, maar weet gij dat daar aan dat geld bloed kleeft van duizenden schepselen Elk stukje zilver vertegenwoordigt eenige druppelen bloeds, die onzen naam als christen mogendheid bezoedelen en schand vlekken! Maar neen! stemmen uit de binnenlanden van Java, waar dagelijks gewettigde moorden worden gepleegd zijn doorgedrongen tot in 't moederland! Die stemmen hebben gehoor gekregen bij 't weldenkend deel der natie en trots de geldelijke nadeelen, die er aan verbonden zijn, bij de uitroeiing van 'tzoo diep in gewortelde kwaad, trots de gaping in de schatkist, die ontstaat bij de stuiting van den breeden geldstroom ziet de Zwarte Maagd zich in hare byna oninneembare veste bedreigd Een sterke macht moet het zijn, die de zwarte koningin uit haar sterke verschansing dryft ea ont troont Lozerik heb getracht, u een beeld te schetsen van de Zwarte Maagd in haren werkkring op 'teiland der eilanden! Ik heb mij bepaald tot twee voorbeelden uit de duizenden, die elk die op Java is geweest, naar zijn genoegen kan vermeerderen. De Javaan is van 't verderfelyke harer macht ten volle overtuigd, maar hij kan zieh zeiven niet uit dien netelige» toestand redden De verleiding is hem een te machtige kracht, dan dat hij er zich alleen aan zou kunnen onttrekken! Hij vraagt ons om hulp en hij heeft recht op die hulp, want daarvoor heeft hij u jarenlang zijn krachten geschonkenAanschouwt de bodems, die 't moederland bereiken met de voortbrengselen van zijn land, daar voor heeft hy uren, ja dagen lang ge werkt in 't zweet zijns aanschijns! met nooste vlyt en voorbeeldeloos geduldWij dulden geen slavenhandel in onze koloniën, maar de Javaan is slaaf van de Zwarte Maagd! Welnu, maak hem daarom vrij! Dat kunnen wij doen en dat moeten wij doenNiet plotseling, maar geleidelyk Langzaam maar zeker! TJAMPAKA. Haarlem, April '90. Nader vernemenwij dat de bevordering van den minister v. Oorlog, den kolonel Bergansius, tot gen.-majoor, geschied is op voordracht van den mi nisterraad. De kolonel Bergansius staat in de ranglyst nog no. 5 voor bevordering, en is op 2 na de jongste kolonel, tot welken raag hy den 23a Maart 1887 bevorderd werd. (W. R. C.) De luitenant-generaal J. M. van der Star, chef van den generalen staf, heeft aangevraagd om tegen 15 Mei a.s. op pensioen te worden gesteld. Het volgende wordt geschre ven aan het Weekblad van Nederl.-Indië «De directie onzer sooieteit is erg te gen dobbelen en niemand zal haar dat kwalijk kunnen nemea. Hoe dikwijls ziet men niet de verscarikkelijke gevol gen van het dobbelspel. Daarom besloot zij dan ook het rou lettespel te verbieden, want daarmede werden op sommige avonden aardige sommen verdobbeldtoch werden deor dit spel zulke bar groote sommen niet verloren, daar men alleen met eontant geld kon spelen en niet met bonuetjes et wissels op de eeuwigheid. Maar het was eenmaal uitgemaakt, dat geeu rouge et noir het schoone socië teitsgebouw zou ontheiligen; het rien ne va plus zou niet meer binnen hare muren gehoord worden. Het dobbelen zou uit zijn. Maar gedobbeld wordt er techop een avond was men weer aan den gang, maar in plaats van roulette was het nu dcarté, aan een tafeltje zaten twee heeren, de een eerste luitenant, de ander tweede commies. De eerste was zooals bijna al tijd erg en veineen had reeds een groot bedrag gewonnen. Een der beide heeren stelde nu voor om maar quitte of double te spelen, en daar werd genoegen mede genomen. Altyd was de luitenant aan de win nende hand en eindelijk was het zoover gekomen, dat de commies 5 mille ver loor ea weer ging het quitte of double ea won de luitenant tien mille. Dat was een kolfje naar zijn hand. Ik sehei er mee uit, zeide hij't is wel ge weest, maar hoe zult gij mij nu die tien mille betalen? Het was namelijk bekend, dat de ander onmogelijk zelfs maar een tiende dier som cash zou kunnen betalen. Maar betaald zou er wordeneen speelschuld is immers een eeresehuld e* daarom werd tot het volgende besloten: De 2de commies zou een levensverze kering nemen van tien mille. Kvram hij te sterven, dan kwam die som aan den lsten luitenant. En zoo geschiedde. De zaak kreeg ruchtbaarheid en den luitenant kostte dit speelavondje zijne overplaatsing. Eenige maanden later be gon de 2de commies te sukkelen, werd erger ea erger en stierf. En wat zeide de wereld? Ja, veel zeide ze niet, alloen beweer den eenige verstokte dobbelaars, dat de luitenant weer gloeiend en veine geweest was, want die tien mille had hij nu beet. De redaoteur van het Weekblad voegt hieraan toe: Da naaien der heeren zijn mij ge schreven." Uit Amsterdam wordt ge meld De werkstaking onder de kolen- werkers kan als geëindigd worden be schouwd. Met het vooruitzicht eener nadere regeling der loonen en werkuren, tusschen patroons on arbeiders, zijn de laatsten Vrijdagmorgen op den ouden voet met de lossing der twee kolensche pen begonnen. Uit Opsterland wordt ge meld De werkstaking duurt voort. Den kelijk vangt het werk Maandag aan voor hen, die loonsverhooging toestonden. Een gerucht is verspreidt, dat 8000 zou ge zonden zijn door de //Labour Union" te Londen, ten behoeve van de werkstakers. Het 11-jarig zoontje van den adjudant van het militaire hospitaal Elainger te Venloo had Donderdagmid dag, al spelende en loopende over de plank van het militaire zwembad, het ongeluk in het water te vallen en daarin to verdrinken. Twee uren later kon men slechts het lijkje vinden. Donderdag werden in de buurtschap Gammelke, nabij Oldenzaal, negen urnen iu verschillende grootte opgegraven, onder toezicht van den ar chivaris van het Oudheidkundig Genoot schap te Zwolle, waarheen ze ook ge zonden zijn. KOLONIËN. (Uit de Javasche Ct. van den 25on en de Sumatra CL tot den 27en Maart jl.) BATAVIA, 25 Maart. Bij besluit van den goeverneur-gene- raal van Nederlandsch-Indië is, ter zake hunner verrichtingen in de gevechten bij de Kota Toeankoe op 26 Juli 1889, de bronzen medaille voor moed en trouw toegekend aan de amboineescbe fuseliers M. Walangitan (algemeen stamboek no. 9370) en F. Titaleij (algemeen stamboek no. 9256), terwijl bij artikel 4 vaa dat zelfde besluit aan den le luitenant der infanterie W. G. J. Pitlo de bizondere tevredenheid der regeering is betuigd wegens de toewijding en het beleid, door hem aan den dag gelegd tijdens hij van December 1887 tot Augustus 1889 ia de Toba-landen het bevel voerde over de aldaar gelegerde troepen. Men leest iu de Sumatra GL: Vol gens de opvarenden van een dezer dagen van het eiland Pageh te Padang terug- keerende handelsprauw, hebben de be woners van dat eiland, toen die prauw in de onmiddellijke nabijheid daarvan gekomen wös, hen aangeroe pen en gevraagd of zij schildpadscha len wilden koopen, welke zij hun ver toonden. Op het oogenblik dat de alhier woonachtige tolk Si Padek uit de prauw op dea vasten wal sprong, overvielen de Pagehers hem en brachten hem onmiddellijk door lans- en messteken om het leven, waarna de verrader lijke wilden hem het hoofd afhieuwen en dit, op een staak geplaatst, in triomf binnenslands voerden. Een der opvarendon bekwam een mes steek in den buik, doch wist, door in de prauw terug te springen, zich aan een dergelijk lot te onttrekken. naar het duitsch. van KARL CHOP. a) //Nu, Malchen, is dat mijn ontvangst?" vroeg de rechter ver wonderd. //Waarmede heb ik dien donkeren blik verdiend?" /Omdat ik genoeg heb van de verdrietelijkheden, die uw vader I mij heeft bereid en niet verlang die nog door u vermeerderd te zien." z/Wat beteekent dat #u", dat wordt steeds fraaier, Malchen! Sedert wanneer spreken wij elkander dan met //U" aan?" i/Dat moet ge aan uw vader vragen." z/Och kom, wees nu niet zoo dwaas, lieve. Laat de ouden kib- 1 balen zooveel zo willen. Zoolang wij beiden goede vrienden zijn, zoolang is ook de brug der verstandhouding tusschen onze fami- liën nog niet geheel afgebroken." //Neen neen, jk hoop nu niets meer. Het is er uw vader blyk- baar om te dóén om den mijnen steeds meer en meer tot den doode toe te krevken," zeide het meisje met doffe stem, terwijl ay toch gelijktydig werktuigelijk de kleine blanke hand in de opnieuw haar toegestckene van den rechter legde. «Ik zie nu dat uw vader niet alleen tiaar schertst, maar werkelijk onze verbit terde vijand ia." //Hé, voor den koekoek, daar moet ik toch ook wat van weten," riep da oude heer uit, d;e door de boschjes gedekt, ongemerkt naderbij gekomen was. #Dul, Malchen...." z/NeeD, mijnheer Mtiller, iet aldus," zeide Malchen afwerend. ffWij voeren strijd, wij beiden z/Nu dan, gy doet een inval in mijn gebied." De vroolijke luim van den otiden heer werkte zoo aanstekelijk op het jonge meisje, dat zij zichzeer tot haar ergernis, half door hem overwonnen gevoelde. //Gij moet, vóór alles, in ernst toreken, mynheer Müller, als ik u zal antwoorden," verklaarde zij. terwijl zij vergeefs op baar glad voorhoofd toornige rimpels trachtte te voorschijn te roepen. i,En gij moet vóór alles, oudere.i waardiger heeren, zooals ik by voorbeeld, de hun toekomende eer geven. Sedert vijf minuten ben ik mijnheer von MüllerWel te erstaan." //Wat? Is het dan heden een dag van gunstbetoon en wonderen?" riep Malchen voor de eerste maal weder helder lachend uit. //Gij van adel! Nu, wie dat gelooft z/Kijk me nu dat meisje een aan!" zeide de oude heer grinni kend. //Alsof de adel mij niet van jongs-aan op het voorhoofd gedrukt stond! Door de genade des hertogs en uws vaders, die zijne gouden punten op mijn hek plantte, is eerst zoo laat de uiterlijke adel aan den innerlijken toegevoegd. Maar gij spraakt van wonderen en genade." //Nu ja, denkt eens, maar ge moet zwijgen als het graf: Papa is land8talmeester geworden I" z/Wat? Hoe? LandstalmeesterNeen, maar dat is toch al te dol! Houd op, ik sterf van 't lachen. Dat past voor uw papa als, als...." z/Houd uw gelijkenis voor u," viel Malchen den ouden heer snel in de rede, terwijl hare oogen weder toornig begonnen te flikkeren. z/Maar, kind, wees toch niet zoo vervelend ernstig," ging de rentenier echter lachend voort. //De zaak is waarlijk zoo grappig. Uw vader heeft zich zyn leven lang niet eens op een hobbelpaard gewaagd. Zijn er dan ook stalmeesters te voet?" z/Oom!" z/Ik zie wel, de overstelpende hertogelijke genade dreigt een nieuwe Paris-appel te worden," bracht de kantonrechter in 't midden. //Ik zal daarom die ergerlijke zaak van nu af aan maar liever zelfs eens ter hand nemen. Ik vorder echter van u beiden, dat gij, Malchen, van het diploma uws vaders en gy, vader, van het diploma uws neefs tegen niemand een enkel woord rept. Daarin alleen zie ik thans de laatste mogelijkheid vrede t8 stichten. Wilt ge?" Terwijl Malchen de gevorderde belofte spoedig deed, viel het den ouden heer blijkbaar veel zwaarder, de nieuwe gelegenheid tot grappen maken dadelijk weder te laten glippen. Toch bewoog ook hem de steeds kalmer op hem rustende blik van Heinrich,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 5