«ë&emd mms.
Nu Zr. Ma. oorlogsschip De Ruyter,
commandant de kapitein - luitenant ter
zee J. J. Stooker, hier aangekomen is
om op de kuatplaaten en de onder-
koorige eilanden de vlag te vertoonen,
zou van de aanwezigheid van dat oor
logsvaartuig kunnen worden gebruik ge
maakt, om de schuldigen te doen uit
leveren dan wel de bewoners van dat
eiland te tuchtigen.
Naar wy vernemen, wordt op
Poeloe Way aan de Sabangbaai eene
houten versterking, volkomen gelijk aan
dief welke in de vlakte van Groot-
Atjeh de geconcentreerde linie omrin
gen, opgericht, waarin een detache
ment van 75 man onder een olficier zal
worden gekampeerd. Deze maatregel
staat in verband met de aan de firma
De Lange Co. te Batavia verleende
concessie tot exploitatie van dat eiland.
Die firma is bezig, aldaar ook een
kolenstation op te richten, alwaar Om-
biliën* steenkolen voor de algemeene
stoomscheepvaart verkrijgbaar worden
gesteld. {Sum. CU.)
MILITAIR DEPARTEMENT.
Verleend-, een tweej. verl. naar Europa,
wegens ziekte, aan den olfic. van gez.
Ie klasse R. J. Koppenol. Hersteld
boven de formatie, in activiteit: by de
mil. adm., de luit.-kol.-intendant W. Be-
dier de Prairie; bij het wapen der inf.,
kapitein J. T. A. Delhougne.
Trouw-, Geboorte- en Doodberiehten
(Uit de ind. bladen van 23 tot 25 Maart.)
GEHUWD: C. WUlems en D. A'
Wittieh, Blitar. - Ch. H. E. Cirokens
en J. M. J. J. Mathijsen, Semarang. -
A. R. Danhier en E. Bauvois, Soerab.
GEBOORTEN: S. Wilhelm—Coop-
man, d. Benkoelen. - P. A. Klunder
Couwenberg z. Soerabaja. - M. L. Wijn-
malea—VaD Kappen d. Padang. - A.
MistSteenbeeke, z. Semarang. - M.
WoutersVan der Voort, z. Semarang.
- M. L. FelixHeijman, z. Soerabaja.
- L. S. SexauerPernis Levyssohn z.
Soerabaja. - A. M. SouteLassing d.
Soerabaja. - A. W. Adam e. Soerabaja.
OVERLEDEN: F. A. deGraaff48j.
Ambarawa. - Wed. C. F. Eichholtz
Van Vuurden, 35 j. Semarang. - J. M.
M. Hutters, 9 m., Soerabaja. - J. J. H.
Piazza, 30 j. Soerabaja. -J. Pk. F. Bath
34 j. Soerabaja.
Een groot r e s t au rant. Gatti's
restaurant wordt ieder jaar door een
vierdo van de bevolking van Londen
meer dan een millioen klanten be
zocht en heeft de heer Gallizia, chef van
deze restaurant, welke de grootste in
Engeland is, de volgende inlichtingen
aan een verslaggever vaa een der engel-
sche bladen verschaft.
Hoewel wij niet de grootste restau
rant in de wereld hebben, geloof ik toch,
dat zij de langste is, daar zij 248 voet
lang en 28 voet breed is. Er staan 180
tafels en 900 k 1000 mensohen kunnen
er te gelijkertijd in plaats nemen. Er
ayn 100 pluchen sofa's, die elk 60 gul
den kosten. Het kost meer dan 36000
gulden om die zaal te meubileeren.
Door het onophoudelijk heen en weer
loopon van de 47 bedienden is de
mozaïekvloer bij den ingang der keuken
in 18 maanden afgesleten, terwyl het
zeven jaar duurde, voordat dezelfde
soort vloer bij de deur van het South
Kensington museum, dat door duizenden
menschen bezocht wordt, afgesleten was.
Nu iets over het linnengoed.
Onze kleine rekening voor het was-
schen bedraagt, tusschen 21,000 en
24,000 gulden per jaar en dit houdt be
stendig een klein leger waschvrouwen
bezig.
Wij hebben een voorraad van 9000
servetten waarvan 200u iederen dag
gebruikt worden en 600 tafellakens.
Wanneer wij een nieuwen voorraad be
stellen, doen wij zulks bij honderden
dozijnen te gelyk. Wij hebben een con
tract met eene groote firma om ons van
50 dozijn van ieder artikel dat wij ge
bruiken, onmiddellijk, wanneer wij het
noodig hebben, te voorzien.
Wy hebben ook achttienhonderd mes
sen en vorken, even zooveel lepels,
3500 korden en duizend koppen en
schotels in vooraad.
Zes personen zijn den geheelen dag
met het „omwaaschen" bezig en de
waarde van de messen, aardewerk en
tafelzilver is niet veel minder dan
60,000 gulden. Twee knechten doen
niets anders dan messen schoonmaken
en drie anderen zyn bezig de 500 kilo's
aardappelen, die iederen dag noodig zgn
te schillen.
Duizend cóteletten en biefstukken wor
den iederen dag gekookt, 3000 broodjes,
30 fransche en 35 engelscbe brooden
worden gegeten, 200 porties maoaroni
worden opgedischt en 220 kannen melk
verbruikt.
Er zgn 600 gloeilampen in deze res
taurant, die 360 gulden per week voor
electrisch licht kosten.
De rekening voor kolen bedraagt 600
gulden per maand. Indien u in den
wijnkelder gaat, kunt u zestigduizend
flesschen wijn tellen. Zestig flesschen
saus worden iedere week verbruikt en
5250 sigaren gerookt, welke in prys
van 20 cent tot ƒ2,40 afwisselen. Wij
hebben klanten, die een kistje sigaren
van ƒ2,40 per stuk in onze kast hou
den en een na diner rooken. Iederen
keer, dat zij er een uitnemen, schrijven
zy op het deksel hoeveel stiks er nog
in zijn en schryven er dan hun naam
onder.
Ieder jaar worden 800,000 k 320,000
kilo's vleeach gebruikt19,000 kilo's
suiker700,000 kilo's blokken ijs en
baiten de honderdduizenden maaltijden,
waarvoor zonder rekening wordt betaald,
worden niet minder dan 400,000 kleine
rekeningen in dit tijdperk door de be
dienden opgemaakt.
400,000 koppen koffie150,000 kop
pen thee140,000 koppen chocoladi
120,000 kannen lager bier worden ieder
jaar gedronken. Gruyère kaas werdt het
liefst gegeten en 1500 kilo's worden per
jaar in kleine porties opgesneden. Hoe
voorzichtig onze bedienden ooic zijn,
kost het ongeveer 24 gulden per dag,
om hetgeen gebroken wordt, te her
plaatsen.
Te Ksulen zal dezen aomer
de Schillergasse, eene der drukste stra
ten, met caoutehoucbestrating worden
belegd.
Onder zeer geheimzionige
omstandigheden is te Konstantinopel een
zeventigjarig Duit&cher, Windenstein ge-
heeten, spoorloos verdwenen. De man
had jaren in de stad gewoond en er
met een rijtnigfabriek een aanzienlijk
vermogen verworven; hij bezat in Kon
stantinopel verscheidene huizen. In de
laatste jaren woonde hy met zijne familie
in Duiischland.
Een paar maaaden geleden was hij
□aar Konstantinopel teruggekeerd met
het doel daar zyne huizen te verkoop-
en gelden die men hem nog schaldig
was in outvangst te nemen. Op den
avond voor zgn verdwijnen had hg nog
een langdurig onderhoud dienaangaande
met een makelaar en den volgenden dag
hebben buren hem nog gezien. Da eige
naar van het huis waarin Windenstein
woonde, heeft aan de politie van den
raadselachtige verdwijning kennis gege
ven. Tot nog toe bleven echter alle
nasporingen vruchteloos. De familie van
den Duitscher heeft telegrafisch mede-
deeling van de geheimzinnige zaak ont
vangen.
Te Willow Brook, Slaten
eiland, heeft een vreemdeling zioh ver
moord. Men meent in het lijk Eyraud,
den lang nagespoorden moordenaar van
den paryschen deurwaarder te herkennen.
Uit Washington wordt ge-
seind, dat de beide huizen van het Con
gres het wetsontwerp hebben aangeno
men, waarin bepaald wordt, dat de we
reldtentoonstelling in 1893 te Chicago
zal worden gehouden, en dat deze ge
paard zal gaan met eene parade vaa de
vloot in de wateren van New-York,
waartoe ook de buitenlandsche marines
zullen worden uitgenoodigd.
Te Chicago zullen 60000
werklieden deelnemen aan de manifestatie
op 1 Mei ten gunste van een werkdag
van 8 uur.
VARIA.
In een kluchtig verhaal geeft Eskes,
een der medewerkers van de Avondpoet,
in dat blad de volgende variatie op een
oud thema.
Hg stak zijn hoofd voorzichtig
een eindje uit het raam, maar zette
eerst de slaapmuts af, opdat het kwastje
hem niet verraden zou. Hg hoort hoe
Lena zachtjes haar venster openschuift
en zgn hart krimpt ineen naar be
neden roept: „Ben je daar weer,engel?
Wat heb je mooi gezongen van avond,
lieverl! Gooi maar gauw je laddertje op,
schat!"
De vader was ijskoud, hg kon geen
enkel lid van ziin lichaam bewegen.
Hg wilde roepen, maar zijn tong was
verstyfd. Doodsbleek van woede, de
oogen puilende uit zijn hoofd, ziet hij
het aan, hoe de Italiaan zijne mandoline
onder het venster op den grond legt en
na een paar vergeefsche pogingen het
koord door het raam werpt, waaraan
de ladder bevestigt is, die nu door Lena
wordt omhoog getrokken en goed vast
gemaakt. Nu ziet hij den vluggen ver
leider weldra tusschen hemel en aarde
zwevenreeds slaat hg de hand aan het
venster van Lena daar barst de ge
folterde vader eindelyk los:
„Weergasche kwajongen! wil je wol
eens maken dat je bij je moeder komt
of ik stuur den hond op je los!"
Lena slaakte een gil en werpt van
schrik haar venster toe, juist op de vin
gertoppen van haren minnaar, die zich
van pyn loslaat en naar beneden tuimelt,
gelukkig precies op de mandoline, die,
ofschoon in splinters slaande, den val
brak, zoodat de vurige Italiaan ongedeerd
het hazenpad kon kiezen.
De nachtelijke scène tusschen vader
dochter te beschrijven is niet noo
dig. Genoeg dat hij haar overlaadde
met verwijten. De ondankbare, die aan
hem alles te danken had, zoa hem gaan
verlaten op een oogenblik dat hy haar
het meest behoefde, zy zou hem ten prooi
laten aan duizend angsten en smarten,
zij, die alleen hem helpen kon. En dat
om een wild-vreemden man, een vent,
dien zij nog nooit gezien had, voordat
hy aan den overkant was komen wonen.
Hoe was het mogelijk? Hoe dat mo
gelij k was, trachtte zij hem te verklaren,
maar de oude man had geen begrip van
een meisjeshart. Hij kende slechts zijne
liefde en zijn behoeften, hy dacht slechts
aan hetgeen hem wachtte, als zij hem
zou verlaten hebhen, en ofschoon zij
handenwringend voor hem op de knieën
viel neen, nogmaals neen! de Itali
aan zou geen voet meer in huis zetten....
mager® Varken» f18 a 46, 260 BiggeH f8,2Kt
1*,—, 0 Paarden f a 1057 Kalf- et
Melkkoeien f 116 a 380.
Leiden, 25 April. Aangevoerd 17 partijen.
Gondsihe Kaa» f 18,— a 26,Derby a
Leidsche, de 150 kilo fa Edammer
2e Kwal. f0,a 0,
Schiedam, 26 April. Montwiju f 9.Jenevci
14.50, Amst. Proef f 15.75.
SdASKTSEaiCHTEN.
A sta r u a O au 26 April.
De pnjzon dor Aardappolen waren als voigl
friese lie Dokkummer Jammen f 2.80 a 2.50, id.
franettei Jammoa i 2.10 x 2.25 idem Engelscbe
Jammen f 1.60 a 0.Zoeuwscue SpuiBcbe Jam
men 11.5Ö a 8.idem Flakkeescbe Jammen
0.a 0.Seldersche blauwe f2,-- a 2.30,
?ruis. Hambmgers f 3 10 a 3.20, Roodo f 0.-
0.--, tiillogoramcr dito 0.a 0,alle» po
.lect,, nieuwe Malta 10 a 11 cte. per Kg.
Hooen, 24 April. Kaas Ter waag -.wogen 202
stapels, wegende 51,936 kil», ilovg-to prijn:
kleine Gras f 38 Hooi id. f 0,—, U-mmissie
di. 26,50, middelbare f 0,—
Leiden, 25 April. De en aanvoer prijzen ter
V eeinarkt van heden waren al» volgt22 Stierea
68 a 360, 110 vette Ossen en Koeien f 152
850 of .f 0,68 a 0,80 per Kg., 240 Vare i<L f 98
t 242, 16 Graskalvereu f 26.a 54, 67 vette id.
f 37 a 70 of f 0,65 a 0,80 per Kg., 126 naebtere
id. f 4,a 14,210 vette Schapen f 22 a 87,
of t 0,65 a 0,70 per Kg., 6J8 weide do. 18,
a 83,0 Lammeren f 0,a 0,i20
fredikbsurten ner Had. fes. Men
TE HAARLEM,
op ZONDAGS 27 April 1890.
Groote Kerk.
Voorm. 10 ure, Smeding.
Nam. 2 u-e Hoog. 48e Zondag.
'a Avonds 6 ure, Snethlage.
Nieuwe Kerk.
Voorm. 19 ure, Knottenbelt.
Woensdag 'sarends 7 ure, Moeton.
Jant-Kerk.
Voorm. 10 ure, Swaan.
Bakenesser Kerk.
(V oor de Kinderen.)
Voorm. 10 ure, Hoog.
Waalse he Kerk.
Voorm. 10 ure, Debry.
Christelijk Gereformeerde Gemeente
Gedempte Oude Gracht.
Voorm. 10 ure, Av. 5 ure, Muider.
Klein Heiligland.
Voorm. 10 ure, 's Avonds 5 nre, SehoteL
Luthersehe Kerk.
Voorm. 10 ure, Poo'.msn.
Kerk der Vereenigde Doopsgezinden
Voorm. 10 ure, Craandijk.
Remonstrant sche Kerk.
Voorm. 10 ure, J. A. Beyerman.
pred. te Leiden.
Kerk der Broedergemeente.
Voorm. 10 ure, Weiss.
Noorde^/cerk Ridderstraat
Nederd. Geref. Gem. (doleerende).
Voorin 10 ure, Av. 6% ure, ds. J. Langbout.
Weensdagavond 8 ure, ds. J. Langbout.
Nederd. Herv. Kerk.
Bennet» roek.
Voormiddag 10 ure, P. E. Barbas,
Pred. te Haarlem.
Collecte voor de kerk.
Meverwyk.
Voorm. 10 ure, J. C Boon.
Doopsbediening.
Evang. Luthersche Kerk.
Voerm. 10 ure, K. A. Goulag.
Doopsgezinde Kerk.
Voorm. 10 ure, J. Sepp.
Bloemendaal.
Voorm. 10 nre, J. D. <an Arkel.
Nam. 2% nre, J. D. van Arkel.
Heemstede-
Voorn. 10 ure, J. Kuylman.
Doopsbediening.
Sffllegom.
Voorm. 10 ure, M. Bucüli Feat.
Houtrijk en Polanen.
Voorm. 10 ure, C. van Koetsveld C.Ez.
Nam. 2\ ure, geen dienst.
Zandpoort.
Voorm. 10 ure, J. van Loenen Martinet.
Spaarndam-
Voorm. 10 ure. H. J. Bergsma.
Velsen.
Voorm 9% ure, H. Waardenburg.
Avondmaal.
'a Av. 6J£ ure, N. de Jonge,
Pred. te Brussel.
Mededeel'ngeu betreffende zijn arbeid aldaar.
Zand voort.
Voormiddag 10 nre, Moeton.
Pred. te Haarlem.
Nam. geen dienst.
zijne hand in die zijns zoons te leggen.
Toen echter ging hij heen om in het prieel eens ferm te kun
nen uitlachen.
„Vaarwel, Malchen en wees getroost," zeide de jonge man,
toen de stap zijns vaders niet meer werd gehoord. „Ik moet gaan,
om met een trouw vriend die netelige aangelegenheid zorgvuldig
te bespreken."
„Toch niet met graaf Hohenforst?" vroeg het meisje bezorgd.
„Zeker met den graaf. Maar hoe weet grj, dat hij weder
hier is?"
„Van baron Pifïerling. Hij stelde de vroegere terugkomst van den
doorluchtigen graaf gisteren reads ia 't vooruitzicht. Wees voorzich
tig met uw gewaanden vriend, Heinrichl Ik zeg je, dat ik met
myn eigen ooren een gesprek tusschen dien atkeerwekkenden baron
cn uw graaf heb aangehoord, dat mij het karakter van dezen
laatsten meer dan twijfelachtig doet toeschijnen."
Zij vertelde nu, hoe zij toevallig getuige was van dat onder
houd, ieder woord duidelyk had vernomen en de rechter hoorde
haar met steeds bedenkelijker hoofdschudden aan.
„Goed, ik zal ook hierover met den graaf spreken," zeide hy,
toen zij geëindigd had. „Maar wees nu ook weder myn flinke
Malehen l"
„Ik ben zoo bang, Heinrich. Wil je me beloven, dat je geen
twist met den graaf zult zoeken?"
„Ik zoek nooit twist."
„En dien ook vermijden, zooveel ge kunt?"
„Ook dat, mijn liefste. Ik hoop je spoedig goede tydingen te
kunnen brengen."
„Dat geve Godl Vaarwel Heinrichl"
Nauwelijks waren de beide minnenden gescheiden en was het
geluid hunner schreden op de kiezelpaden uitgestorven, of er kwam
beweging onder de kleine brug, die over een droge sloot tusschen
de beide landgoederen lag en tegelykertyd werd het sluwe gelaat
van Louis zichtbaar.
„Zoo heb ik dan toch niet geheel vergeefs geluisterd," zeide hy
met een zwak lachje. „Voor het nagelnieuwe bericht, dat het
jonge volk een rendez-vous gehad heeft, betaalt de schraperige
baron mij wel niets, en ook de terugkomst van den graaf behoef
ik niet to berichten, daar de baron, naar het sehijnt, dat al weet.
Maar één ding heb ik toch heel aardigjes opgevangen „Land-
stalmeester te voetOver dezen nieuwen eeretitel ergeren zich
de nieuwbakken vrouwe landstalmeester Müller geboren vry vrouwe
van SchleheDstrauch en de levende zaagbok, haar gemaal, dat
hun de gal overloopt. Dat moet en zal toeh ginds op het bord
komen te staan en daar ik het zelf niet waag te doen, zal vriend
Henri, de hofjager wel zoo goed zgn om het er op te zetten. Nu,
als dat den nijd tusschen de beide familiën niet een goede portie
erger maakt, dan is mijn naam geen Louis Schleifer!"
Graaf Hans Hohenforst zat in een behaaglyk gemeubileerd ver
trek van het hertogelyke slot gemakkelijk ia een zachten divan
geleund.
Voor hem stond in strenge, byna plechtige houding de kanton
rechter Müller.
„Wilt ge dan toch niet naast mij plaats nemen en een sigaar
aansteken vroeg de graaf. „Mij dunkt wij kunnen uwe aan
gekondigde interpellatie, zoo ernstig als zij ook moge zijn, toch
wel zittende afdoen."
Heinrith nam op dit verzoek wel tegenover den graaf plaats,
maar zyne houding bleef streng en terughoudend als te voren.
„Nu, valt het u moeilijk om te spreken?" vroeg de graaf ver
der. „Waarlijk gij zet een gezicht als een karteldrager...."
„Lach nu niet, Hans," zeide de kantonrechter. „Ik heb gewich
tige zaken in 't hoofd en uwe vroolijkheid doet mij pijn."
„Spreek dan, want ook my maakt uw afgemeten houding on
rustig."
„Welaan, zoo zeg mij dan eens, welke betrekkingen gij met
baron van Pifïerling onderhoudt."
„Geenerlei 1 Is dat klaar en duidelijk genoeg?"
ja, wanneer slechts klaarheid en waarheid steeds woorden
van gelijke beteekenis waren."
De graaf verhief zich haast geheel uit zijne gemakkelijke hou
ding en zag zijn vriend aan met een blik, welks uitdrukking tus
schen bevreemding en toorn zweefde.
„Gij hebt misschien niet genoeg overwegen, wat ge mij daar
zegt?" vroeg hij langzaam maar eenigszin. op hoogen toon.
„In tegendeel. Ik heb ieder woord o-erwogen en stel mg ook
voor ieder verantwoordelijk."
„Dus ook voor het verwgt van der leugen, dat in die woorden
ligt!"
De stem van den graaf was nn reeds zear scherp geworden.
Des te koeler sprak de rechter, wi< n de opgewondenheid van den
graaf steeds meer kalmte gaf.
„Wind u niet vóór den tyd op," zeide hy gelaten. „Nog
laten zich mijne woorden in de beteekenis van het onbe
grijpelijke opvatten en zy moete* ten minste tot nu toe niet onbe
paald beleedigen."
„Par exemple! Wat is er onverklaarbaar?"
„Wanneer gij geenerlei betrekkingeu tot den baron Pifïerling
onderhoudt, dan begryp ik niet, hoe de beide meisjes u onlangs
des avonds in een onderhoud met Pifïerling en Brindisius hebben
kunnen beluisteren, dat c 3 beide luisteraarsters niet geheel arge
loos is toegeschreven.
„Ah, nu begryp ik oo'i de vijandige houding myner cousine en
de boven verwachting koele ontvangst, die mejuffrouw uwe zuster
den vriend haars broeders bereid had. Laai mij u echter zeggen,
Heinrich, dat hier onlanks alles een afsehuwelyke persoonsver
warring in 't spel mC3t zijn geslopen. Deze zekerheid zal u uit
mijn lateren...."
„Hm, hoe toch kon Pifferliug gisteren reeds weten, dat gij
heden hier zoudt terugkeeren?"
„Weet hij dat werkelyk vroeg de graaf verwonderd en te
vens geërgerd.
„Hij heeft zelfs, zooals ik van juffrouw Müller verneem, uw
bezoek voor heden in het huis uwer tante aangekondigd en schijnt
daarop bizondere verwachtingen te bouwen."
„Dat is in ieder geval zoo vreemd eB onverklaarbaar, dat ik nu
uw afgemeten houding begryp en u voor mijne eigen opge
wondenheid vergeving vraag."
„Dus hebt gij zelf hem niets medegedeeld!"
„Vriend, ik ben gewoon, menschen zooals dezen baron, doorgaans
niet in mijne plannen in te wijden, het allerminst natuurlijk dien
Pifferling zelf, daar zij rechtstreeks tegen hem zijn gericht."
„Dus staat ge, naar ik hoop, volkomen trouw tegenover mij?"
vroeg de rechter, terwijl zyne blikken verhelderden, en hij zijn
vriend de hand toestak.
„Zooals steeds, Heinrich. Gy zult niet verlangen, dat ik aan
mijne eenvoudige woorden door verzekeringen kracht zoek bij te
zetten. Ik heb u niet slechts verzocht naar hier te komen, om u
op het beslissende oogenblik by de hand te hebben, neen, om
uwentwil ben ik intusschen ook zelf in de hoofdstad geweest, om
over dezen baron en zyn vriend nadere inlichtingen in te winnen."
„En wat hebt ge vernomen?" vroeg de rechter gespannen.
„Helaas niet zooveel, om met volle kracht, misschien met behulp
van den strafrechter, eon vervolging in te kunnen stellen. Slechts
de vertrouwelijke omgang van den baron met den gewaanden garde
kapitein van Brindisius, die echter in waarheid slechts kapitein
van de commune-garde en niet van adel is, maar slechts Brindi
sius heet, kon verdenking uitlokken; want ik heb uitgevorscht,
dat Brindisius vroeger makelaar was en wegens zwendel gestraft
en ontslagen werd. Maar een onbeschaamd sujet, zooals deze baron,
durft wel iedere bekendheid met het verleden van zijn metgezel
ronduit loochenen.
En de baron zelf?"
„Is in de eerste plaats baron, dat kan niemand hem betwisten.
Hij is ook inderdaad ritmeester bij de rijdende gardejagers ge
weest, maar hij heeft die betrekking moeten verlaten."
„Moeten? Is dat voor ons al niet genoeg?"
De graaf schudde bedenkelyk het hoofd.
„Ge weet wel, welke op zichzelf onbeduidende zakeD een officier
vooral bij de gardejagers, onmogelyk kunnen maken. Daartoe zyn
reeds pecuniaire omstandigheden voldoende. By onzen baron is nog
wel sprake van meer, maar toch nog niet van genoeg. Men heeft
hem verdacht van valschheid in 'tspel, maar Diets kunnen be
wijzen."
De binnenkomst van den bediende brak hun gesprek af.
Wordt vervolgd.)