«ë&emd mms. Nu Zr. Ma. oorlogsschip De Ruyter, commandant de kapitein - luitenant ter zee J. J. Stooker, hier aangekomen is om op de kuatplaaten en de onder- koorige eilanden de vlag te vertoonen, zou van de aanwezigheid van dat oor logsvaartuig kunnen worden gebruik ge maakt, om de schuldigen te doen uit leveren dan wel de bewoners van dat eiland te tuchtigen. Naar wy vernemen, wordt op Poeloe Way aan de Sabangbaai eene houten versterking, volkomen gelijk aan dief welke in de vlakte van Groot- Atjeh de geconcentreerde linie omrin gen, opgericht, waarin een detache ment van 75 man onder een olficier zal worden gekampeerd. Deze maatregel staat in verband met de aan de firma De Lange Co. te Batavia verleende concessie tot exploitatie van dat eiland. Die firma is bezig, aldaar ook een kolenstation op te richten, alwaar Om- biliën* steenkolen voor de algemeene stoomscheepvaart verkrijgbaar worden gesteld. {Sum. CU.) MILITAIR DEPARTEMENT. Verleend-, een tweej. verl. naar Europa, wegens ziekte, aan den olfic. van gez. Ie klasse R. J. Koppenol. Hersteld boven de formatie, in activiteit: by de mil. adm., de luit.-kol.-intendant W. Be- dier de Prairie; bij het wapen der inf., kapitein J. T. A. Delhougne. Trouw-, Geboorte- en Doodberiehten (Uit de ind. bladen van 23 tot 25 Maart.) GEHUWD: C. WUlems en D. A' Wittieh, Blitar. - Ch. H. E. Cirokens en J. M. J. J. Mathijsen, Semarang. - A. R. Danhier en E. Bauvois, Soerab. GEBOORTEN: S. Wilhelm—Coop- man, d. Benkoelen. - P. A. Klunder Couwenberg z. Soerabaja. - M. L. Wijn- malea—VaD Kappen d. Padang. - A. MistSteenbeeke, z. Semarang. - M. WoutersVan der Voort, z. Semarang. - M. L. FelixHeijman, z. Soerabaja. - L. S. SexauerPernis Levyssohn z. Soerabaja. - A. M. SouteLassing d. Soerabaja. - A. W. Adam e. Soerabaja. OVERLEDEN: F. A. deGraaff48j. Ambarawa. - Wed. C. F. Eichholtz Van Vuurden, 35 j. Semarang. - J. M. M. Hutters, 9 m., Soerabaja. - J. J. H. Piazza, 30 j. Soerabaja. -J. Pk. F. Bath 34 j. Soerabaja. Een groot r e s t au rant. Gatti's restaurant wordt ieder jaar door een vierdo van de bevolking van Londen meer dan een millioen klanten be zocht en heeft de heer Gallizia, chef van deze restaurant, welke de grootste in Engeland is, de volgende inlichtingen aan een verslaggever vaa een der engel- sche bladen verschaft. Hoewel wij niet de grootste restau rant in de wereld hebben, geloof ik toch, dat zij de langste is, daar zij 248 voet lang en 28 voet breed is. Er staan 180 tafels en 900 k 1000 mensohen kunnen er te gelijkertijd in plaats nemen. Er ayn 100 pluchen sofa's, die elk 60 gul den kosten. Het kost meer dan 36000 gulden om die zaal te meubileeren. Door het onophoudelijk heen en weer loopon van de 47 bedienden is de mozaïekvloer bij den ingang der keuken in 18 maanden afgesleten, terwyl het zeven jaar duurde, voordat dezelfde soort vloer bij de deur van het South Kensington museum, dat door duizenden menschen bezocht wordt, afgesleten was. Nu iets over het linnengoed. Onze kleine rekening voor het was- schen bedraagt, tusschen 21,000 en 24,000 gulden per jaar en dit houdt be stendig een klein leger waschvrouwen bezig. Wij hebben een voorraad van 9000 servetten waarvan 200u iederen dag gebruikt worden en 600 tafellakens. Wanneer wij een nieuwen voorraad be stellen, doen wij zulks bij honderden dozijnen te gelyk. Wij hebben een con tract met eene groote firma om ons van 50 dozijn van ieder artikel dat wij ge bruiken, onmiddellijk, wanneer wij het noodig hebben, te voorzien. Wy hebben ook achttienhonderd mes sen en vorken, even zooveel lepels, 3500 korden en duizend koppen en schotels in vooraad. Zes personen zijn den geheelen dag met het „omwaaschen" bezig en de waarde van de messen, aardewerk en tafelzilver is niet veel minder dan 60,000 gulden. Twee knechten doen niets anders dan messen schoonmaken en drie anderen zyn bezig de 500 kilo's aardappelen, die iederen dag noodig zgn te schillen. Duizend cóteletten en biefstukken wor den iederen dag gekookt, 3000 broodjes, 30 fransche en 35 engelscbe brooden worden gegeten, 200 porties maoaroni worden opgedischt en 220 kannen melk verbruikt. Er zgn 600 gloeilampen in deze res taurant, die 360 gulden per week voor electrisch licht kosten. De rekening voor kolen bedraagt 600 gulden per maand. Indien u in den wijnkelder gaat, kunt u zestigduizend flesschen wijn tellen. Zestig flesschen saus worden iedere week verbruikt en 5250 sigaren gerookt, welke in prys van 20 cent tot ƒ2,40 afwisselen. Wij hebben klanten, die een kistje sigaren van ƒ2,40 per stuk in onze kast hou den en een na diner rooken. Iederen keer, dat zij er een uitnemen, schrijven zy op het deksel hoeveel stiks er nog in zijn en schryven er dan hun naam onder. Ieder jaar worden 800,000 k 320,000 kilo's vleeach gebruikt19,000 kilo's suiker700,000 kilo's blokken ijs en baiten de honderdduizenden maaltijden, waarvoor zonder rekening wordt betaald, worden niet minder dan 400,000 kleine rekeningen in dit tijdperk door de be dienden opgemaakt. 400,000 koppen koffie150,000 kop pen thee140,000 koppen chocoladi 120,000 kannen lager bier worden ieder jaar gedronken. Gruyère kaas werdt het liefst gegeten en 1500 kilo's worden per jaar in kleine porties opgesneden. Hoe voorzichtig onze bedienden ooic zijn, kost het ongeveer 24 gulden per dag, om hetgeen gebroken wordt, te her plaatsen. Te Ksulen zal dezen aomer de Schillergasse, eene der drukste stra ten, met caoutehoucbestrating worden belegd. Onder zeer geheimzionige omstandigheden is te Konstantinopel een zeventigjarig Duit&cher, Windenstein ge- heeten, spoorloos verdwenen. De man had jaren in de stad gewoond en er met een rijtnigfabriek een aanzienlijk vermogen verworven; hij bezat in Kon stantinopel verscheidene huizen. In de laatste jaren woonde hy met zijne familie in Duiischland. Een paar maaaden geleden was hij □aar Konstantinopel teruggekeerd met het doel daar zyne huizen te verkoop- en gelden die men hem nog schaldig was in outvangst te nemen. Op den avond voor zgn verdwijnen had hg nog een langdurig onderhoud dienaangaande met een makelaar en den volgenden dag hebben buren hem nog gezien. Da eige naar van het huis waarin Windenstein woonde, heeft aan de politie van den raadselachtige verdwijning kennis gege ven. Tot nog toe bleven echter alle nasporingen vruchteloos. De familie van den Duitscher heeft telegrafisch mede- deeling van de geheimzinnige zaak ont vangen. Te Willow Brook, Slaten eiland, heeft een vreemdeling zioh ver moord. Men meent in het lijk Eyraud, den lang nagespoorden moordenaar van den paryschen deurwaarder te herkennen. Uit Washington wordt ge- seind, dat de beide huizen van het Con gres het wetsontwerp hebben aangeno men, waarin bepaald wordt, dat de we reldtentoonstelling in 1893 te Chicago zal worden gehouden, en dat deze ge paard zal gaan met eene parade vaa de vloot in de wateren van New-York, waartoe ook de buitenlandsche marines zullen worden uitgenoodigd. Te Chicago zullen 60000 werklieden deelnemen aan de manifestatie op 1 Mei ten gunste van een werkdag van 8 uur. VARIA. In een kluchtig verhaal geeft Eskes, een der medewerkers van de Avondpoet, in dat blad de volgende variatie op een oud thema. Hg stak zijn hoofd voorzichtig een eindje uit het raam, maar zette eerst de slaapmuts af, opdat het kwastje hem niet verraden zou. Hg hoort hoe Lena zachtjes haar venster openschuift en zgn hart krimpt ineen naar be neden roept: „Ben je daar weer,engel? Wat heb je mooi gezongen van avond, lieverl! Gooi maar gauw je laddertje op, schat!" De vader was ijskoud, hg kon geen enkel lid van ziin lichaam bewegen. Hg wilde roepen, maar zijn tong was verstyfd. Doodsbleek van woede, de oogen puilende uit zijn hoofd, ziet hij het aan, hoe de Italiaan zijne mandoline onder het venster op den grond legt en na een paar vergeefsche pogingen het koord door het raam werpt, waaraan de ladder bevestigt is, die nu door Lena wordt omhoog getrokken en goed vast gemaakt. Nu ziet hij den vluggen ver leider weldra tusschen hemel en aarde zwevenreeds slaat hg de hand aan het venster van Lena daar barst de ge folterde vader eindelyk los: „Weergasche kwajongen! wil je wol eens maken dat je bij je moeder komt of ik stuur den hond op je los!" Lena slaakte een gil en werpt van schrik haar venster toe, juist op de vin gertoppen van haren minnaar, die zich van pyn loslaat en naar beneden tuimelt, gelukkig precies op de mandoline, die, ofschoon in splinters slaande, den val brak, zoodat de vurige Italiaan ongedeerd het hazenpad kon kiezen. De nachtelijke scène tusschen vader dochter te beschrijven is niet noo dig. Genoeg dat hij haar overlaadde met verwijten. De ondankbare, die aan hem alles te danken had, zoa hem gaan verlaten op een oogenblik dat hy haar het meest behoefde, zy zou hem ten prooi laten aan duizend angsten en smarten, zij, die alleen hem helpen kon. En dat om een wild-vreemden man, een vent, dien zij nog nooit gezien had, voordat hy aan den overkant was komen wonen. Hoe was het mogelijk? Hoe dat mo gelij k was, trachtte zij hem te verklaren, maar de oude man had geen begrip van een meisjeshart. Hij kende slechts zijne liefde en zijn behoeften, hy dacht slechts aan hetgeen hem wachtte, als zij hem zou verlaten hebhen, en ofschoon zij handenwringend voor hem op de knieën viel neen, nogmaals neen! de Itali aan zou geen voet meer in huis zetten.... mager® Varken» f18 a 46, 260 BiggeH f8,2Kt 1*,—, 0 Paarden f a 1057 Kalf- et Melkkoeien f 116 a 380. Leiden, 25 April. Aangevoerd 17 partijen. Gondsihe Kaa» f 18,— a 26,Derby a Leidsche, de 150 kilo fa Edammer 2e Kwal. f0,a 0, Schiedam, 26 April. Montwiju f 9.Jenevci 14.50, Amst. Proef f 15.75. SdASKTSEaiCHTEN. A sta r u a O au 26 April. De pnjzon dor Aardappolen waren als voigl friese lie Dokkummer Jammen f 2.80 a 2.50, id. franettei Jammoa i 2.10 x 2.25 idem Engelscbe Jammen f 1.60 a 0.Zoeuwscue SpuiBcbe Jam men 11.5Ö a 8.idem Flakkeescbe Jammen 0.a 0.Seldersche blauwe f2,-- a 2.30, ?ruis. Hambmgers f 3 10 a 3.20, Roodo f 0.- 0.--, tiillogoramcr dito 0.a 0,alle» po .lect,, nieuwe Malta 10 a 11 cte. per Kg. Hooen, 24 April. Kaas Ter waag -.wogen 202 stapels, wegende 51,936 kil», ilovg-to prijn: kleine Gras f 38 Hooi id. f 0,—, U-mmissie di. 26,50, middelbare f 0,— Leiden, 25 April. De en aanvoer prijzen ter V eeinarkt van heden waren al» volgt22 Stierea 68 a 360, 110 vette Ossen en Koeien f 152 850 of .f 0,68 a 0,80 per Kg., 240 Vare i<L f 98 t 242, 16 Graskalvereu f 26.a 54, 67 vette id. f 37 a 70 of f 0,65 a 0,80 per Kg., 126 naebtere id. f 4,a 14,210 vette Schapen f 22 a 87, of t 0,65 a 0,70 per Kg., 6J8 weide do. 18, a 83,0 Lammeren f 0,a 0,i20 fredikbsurten ner Had. fes. Men TE HAARLEM, op ZONDAGS 27 April 1890. Groote Kerk. Voorm. 10 ure, Smeding. Nam. 2 u-e Hoog. 48e Zondag. 'a Avonds 6 ure, Snethlage. Nieuwe Kerk. Voorm. 19 ure, Knottenbelt. Woensdag 'sarends 7 ure, Moeton. Jant-Kerk. Voorm. 10 ure, Swaan. Bakenesser Kerk. (V oor de Kinderen.) Voorm. 10 ure, Hoog. Waalse he Kerk. Voorm. 10 ure, Debry. Christelijk Gereformeerde Gemeente Gedempte Oude Gracht. Voorm. 10 ure, Av. 5 ure, Muider. Klein Heiligland. Voorm. 10 ure, 's Avonds 5 nre, SehoteL Luthersehe Kerk. Voorm. 10 ure, Poo'.msn. Kerk der Vereenigde Doopsgezinden Voorm. 10 ure, Craandijk. Remonstrant sche Kerk. Voorm. 10 ure, J. A. Beyerman. pred. te Leiden. Kerk der Broedergemeente. Voorm. 10 ure, Weiss. Noorde^/cerk Ridderstraat Nederd. Geref. Gem. (doleerende). Voorin 10 ure, Av. 6% ure, ds. J. Langbout. Weensdagavond 8 ure, ds. J. Langbout. Nederd. Herv. Kerk. Bennet» roek. Voormiddag 10 ure, P. E. Barbas, Pred. te Haarlem. Collecte voor de kerk. Meverwyk. Voorm. 10 ure, J. C Boon. Doopsbediening. Evang. Luthersche Kerk. Voerm. 10 ure, K. A. Goulag. Doopsgezinde Kerk. Voorm. 10 ure, J. Sepp. Bloemendaal. Voorm. 10 nre, J. D. <an Arkel. Nam. 2% nre, J. D. van Arkel. Heemstede- Voorn. 10 ure, J. Kuylman. Doopsbediening. Sffllegom. Voorm. 10 ure, M. Bucüli Feat. Houtrijk en Polanen. Voorm. 10 ure, C. van Koetsveld C.Ez. Nam. 2\ ure, geen dienst. Zandpoort. Voorm. 10 ure, J. van Loenen Martinet. Spaarndam- Voorm. 10 ure. H. J. Bergsma. Velsen. Voorm 9% ure, H. Waardenburg. Avondmaal. 'a Av. 6J£ ure, N. de Jonge, Pred. te Brussel. Mededeel'ngeu betreffende zijn arbeid aldaar. Zand voort. Voormiddag 10 nre, Moeton. Pred. te Haarlem. Nam. geen dienst. zijne hand in die zijns zoons te leggen. Toen echter ging hij heen om in het prieel eens ferm te kun nen uitlachen. „Vaarwel, Malchen en wees getroost," zeide de jonge man, toen de stap zijns vaders niet meer werd gehoord. „Ik moet gaan, om met een trouw vriend die netelige aangelegenheid zorgvuldig te bespreken." „Toch niet met graaf Hohenforst?" vroeg het meisje bezorgd. „Zeker met den graaf. Maar hoe weet grj, dat hij weder hier is?" „Van baron Pifïerling. Hij stelde de vroegere terugkomst van den doorluchtigen graaf gisteren reads ia 't vooruitzicht. Wees voorzich tig met uw gewaanden vriend, Heinrichl Ik zeg je, dat ik met myn eigen ooren een gesprek tusschen dien atkeerwekkenden baron cn uw graaf heb aangehoord, dat mij het karakter van dezen laatsten meer dan twijfelachtig doet toeschijnen." Zij vertelde nu, hoe zij toevallig getuige was van dat onder houd, ieder woord duidelyk had vernomen en de rechter hoorde haar met steeds bedenkelijker hoofdschudden aan. „Goed, ik zal ook hierover met den graaf spreken," zeide hy, toen zij geëindigd had. „Maar wees nu ook weder myn flinke Malehen l" „Ik ben zoo bang, Heinrich. Wil je me beloven, dat je geen twist met den graaf zult zoeken?" „Ik zoek nooit twist." „En dien ook vermijden, zooveel ge kunt?" „Ook dat, mijn liefste. Ik hoop je spoedig goede tydingen te kunnen brengen." „Dat geve Godl Vaarwel Heinrichl" Nauwelijks waren de beide minnenden gescheiden en was het geluid hunner schreden op de kiezelpaden uitgestorven, of er kwam beweging onder de kleine brug, die over een droge sloot tusschen de beide landgoederen lag en tegelykertyd werd het sluwe gelaat van Louis zichtbaar. „Zoo heb ik dan toch niet geheel vergeefs geluisterd," zeide hy met een zwak lachje. „Voor het nagelnieuwe bericht, dat het jonge volk een rendez-vous gehad heeft, betaalt de schraperige baron mij wel niets, en ook de terugkomst van den graaf behoef ik niet to berichten, daar de baron, naar het sehijnt, dat al weet. Maar één ding heb ik toch heel aardigjes opgevangen „Land- stalmeester te voetOver dezen nieuwen eeretitel ergeren zich de nieuwbakken vrouwe landstalmeester Müller geboren vry vrouwe van SchleheDstrauch en de levende zaagbok, haar gemaal, dat hun de gal overloopt. Dat moet en zal toeh ginds op het bord komen te staan en daar ik het zelf niet waag te doen, zal vriend Henri, de hofjager wel zoo goed zgn om het er op te zetten. Nu, als dat den nijd tusschen de beide familiën niet een goede portie erger maakt, dan is mijn naam geen Louis Schleifer!" Graaf Hans Hohenforst zat in een behaaglyk gemeubileerd ver trek van het hertogelyke slot gemakkelijk ia een zachten divan geleund. Voor hem stond in strenge, byna plechtige houding de kanton rechter Müller. „Wilt ge dan toch niet naast mij plaats nemen en een sigaar aansteken vroeg de graaf. „Mij dunkt wij kunnen uwe aan gekondigde interpellatie, zoo ernstig als zij ook moge zijn, toch wel zittende afdoen." Heinrith nam op dit verzoek wel tegenover den graaf plaats, maar zyne houding bleef streng en terughoudend als te voren. „Nu, valt het u moeilijk om te spreken?" vroeg de graaf ver der. „Waarlijk gij zet een gezicht als een karteldrager...." „Lach nu niet, Hans," zeide de kantonrechter. „Ik heb gewich tige zaken in 't hoofd en uwe vroolijkheid doet mij pijn." „Spreek dan, want ook my maakt uw afgemeten houding on rustig." „Welaan, zoo zeg mij dan eens, welke betrekkingen gij met baron van Pifïerling onderhoudt." „Geenerlei 1 Is dat klaar en duidelijk genoeg?" ja, wanneer slechts klaarheid en waarheid steeds woorden van gelijke beteekenis waren." De graaf verhief zich haast geheel uit zijne gemakkelijke hou ding en zag zijn vriend aan met een blik, welks uitdrukking tus schen bevreemding en toorn zweefde. „Gij hebt misschien niet genoeg overwegen, wat ge mij daar zegt?" vroeg hij langzaam maar eenigszin. op hoogen toon. „In tegendeel. Ik heb ieder woord o-erwogen en stel mg ook voor ieder verantwoordelijk." „Dus ook voor het verwgt van der leugen, dat in die woorden ligt!" De stem van den graaf was nn reeds zear scherp geworden. Des te koeler sprak de rechter, wi< n de opgewondenheid van den graaf steeds meer kalmte gaf. „Wind u niet vóór den tyd op," zeide hy gelaten. „Nog laten zich mijne woorden in de beteekenis van het onbe grijpelijke opvatten en zy moete* ten minste tot nu toe niet onbe paald beleedigen." „Par exemple! Wat is er onverklaarbaar?" „Wanneer gij geenerlei betrekkingeu tot den baron Pifïerling onderhoudt, dan begryp ik niet, hoe de beide meisjes u onlangs des avonds in een onderhoud met Pifïerling en Brindisius hebben kunnen beluisteren, dat c 3 beide luisteraarsters niet geheel arge loos is toegeschreven. „Ah, nu begryp ik oo'i de vijandige houding myner cousine en de boven verwachting koele ontvangst, die mejuffrouw uwe zuster den vriend haars broeders bereid had. Laai mij u echter zeggen, Heinrich, dat hier onlanks alles een afsehuwelyke persoonsver warring in 't spel mC3t zijn geslopen. Deze zekerheid zal u uit mijn lateren...." „Hm, hoe toch kon Pifferliug gisteren reeds weten, dat gij heden hier zoudt terugkeeren?" „Weet hij dat werkelyk vroeg de graaf verwonderd en te vens geërgerd. „Hij heeft zelfs, zooals ik van juffrouw Müller verneem, uw bezoek voor heden in het huis uwer tante aangekondigd en schijnt daarop bizondere verwachtingen te bouwen." „Dat is in ieder geval zoo vreemd eB onverklaarbaar, dat ik nu uw afgemeten houding begryp en u voor mijne eigen opge wondenheid vergeving vraag." „Dus hebt gij zelf hem niets medegedeeld!" „Vriend, ik ben gewoon, menschen zooals dezen baron, doorgaans niet in mijne plannen in te wijden, het allerminst natuurlijk dien Pifferling zelf, daar zij rechtstreeks tegen hem zijn gericht." „Dus staat ge, naar ik hoop, volkomen trouw tegenover mij?" vroeg de rechter, terwijl zyne blikken verhelderden, en hij zijn vriend de hand toestak. „Zooals steeds, Heinrich. Gy zult niet verlangen, dat ik aan mijne eenvoudige woorden door verzekeringen kracht zoek bij te zetten. Ik heb u niet slechts verzocht naar hier te komen, om u op het beslissende oogenblik by de hand te hebben, neen, om uwentwil ben ik intusschen ook zelf in de hoofdstad geweest, om over dezen baron en zyn vriend nadere inlichtingen in te winnen." „En wat hebt ge vernomen?" vroeg de rechter gespannen. „Helaas niet zooveel, om met volle kracht, misschien met behulp van den strafrechter, eon vervolging in te kunnen stellen. Slechts de vertrouwelijke omgang van den baron met den gewaanden garde kapitein van Brindisius, die echter in waarheid slechts kapitein van de commune-garde en niet van adel is, maar slechts Brindi sius heet, kon verdenking uitlokken; want ik heb uitgevorscht, dat Brindisius vroeger makelaar was en wegens zwendel gestraft en ontslagen werd. Maar een onbeschaamd sujet, zooals deze baron, durft wel iedere bekendheid met het verleden van zijn metgezel ronduit loochenen. En de baron zelf?" „Is in de eerste plaats baron, dat kan niemand hem betwisten. Hij is ook inderdaad ritmeester bij de rijdende gardejagers ge weest, maar hij heeft die betrekking moeten verlaten." „Moeten? Is dat voor ons al niet genoeg?" De graaf schudde bedenkelyk het hoofd. „Ge weet wel, welke op zichzelf onbeduidende zakeD een officier vooral bij de gardejagers, onmogelyk kunnen maken. Daartoe zyn reeds pecuniaire omstandigheden voldoende. By onzen baron is nog wel sprake van meer, maar toch nog niet van genoeg. Men heeft hem verdacht van valschheid in 'tspel, maar Diets kunnen be wijzen." De binnenkomst van den bediende brak hun gesprek af. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 6