te laden' POLITIEK OVERZICHT.
College voor Zeeïisscherijeru
GEMENGD NIEUWS.
kon komen, omdat de kleur niet gelukt
was, maar waarvan het motief, wilde
rozen, lelietjes en viooltjes, uitmunt door
fraaie teekening.
Men meldt ons als geschie-
denis de volgende tragisch-komische
scène:
Dezer dagen meldde zich bij het werf
depot te Harderwijk een man aan voor
den dienst bij het Ned.-Ind. leger. Zijne
papieren waren alle in orde. Hij was
36 jaren oud, gehuwd, doch was bij
vonnis der rechtbank in 1887 wettig vaa
zijne vrouw gescheiden, en gecondam-
aeerd om aan de vrouw wekelijks een
zekere som uit te keeren, tot onder
houd en opvoeding van zijne 3 kin
deren.
Daar hij echter zelf niets bezat, kon
hij niets mededeelen, en trok hij van
Amsterdam naar Harderwijk om den
Koning in de overzeesche bezittingen te
gaan dienen. Hij werd goedgekeurd, ont
ving van het handgeld voorloopig 200
en ging met verlot weer naar de hoofd-
Btad. Netjes donkerblauw en hel geel
gekleed, met de kepi op een oor, wordt
hij, op een wandeling langs 's Heeren
wegen, toegesproken door de moeder
zijner kinderen.
Wel, Gerrit, ga je naar de Oost,
vraagt ze.
Zooals je ziet, was het antwoord.
Och kom, ik zie je daar nog niet,
zegt Ka, en met een kort „atjuus" gaat
ze" regelrecht naar het bureau van den
plaats.-commandant, waar zij informeert
naar den persoon van G. J. V., en aldaar
verneemt, dat die voor eenige dagen als
koloniaal militair is aangemonsterd, en
thans met verlof alhier vertoeft.
Maar Gerrit is getrouwd en ik
ben zen vrouw, zegt de jufier parmantig
en niet zonder spijtigen trots. En
van mij ontving hij geen permissie om
als soldaat in dienst te gaan. Hij heeft
dus valsche pampieren gebruikt om me
te ontloopeD, en dat zal ik hem betaald
zetten, zeide ze vinnig tot den aanwezi
gen ambtenaar.
Maar in zijn geval had hij uwe
toestemming niet noodig. Gijlieden zijt
immers wettig gescheiden? voegde deze
de vrouw toe.
Zoo, zegt de juffrouw, dan is u al
goed bekend met de wet. Want ik zeg
u, dat, als Gerrit geen schriftelijke toe
stemming van mij heeft om soldaat te
mogen worden, hij geon dienst kan
nemen. En van mij ontving hij het bewijs
niet.
Hierop verliet de vrouw het plaats-
bureau, onder bedreiging //het hooger op
te zullen zoeken, daar haar Gerrit
met valsche pampieren dienst had ge
nomen."
Aau het plaatsbureau was men alles
behalve gesticht over dit bezoek. Tele
grammen werden gewisseld met Har
derwijk. Alles bleek in orde. Except de
schriftelijke toestemming van de geschei
den vrouw.
Onmiddellijk wordt de man opge
spoord, en aan 't bureau betuigt hij
onder tranen, dat hij onschuldig is aan
hetgeen, waarvan hij beticht wordt, n.l.
van met valsche papieren dienst te heb
ben genomon. Hij is 1887 gescheiden,
wettig gescheiden: hij is vrij man en kan
doen en laten, wat hij wil, enz.
Dat hij in 1887 wettig gescheiden
was, werd door het parket der recht
bank bevestigd. Edoch de procureur had
verzuimd daarvan binnen zes maanden
bij de griffie aangifte te doen, zooals
art. 276 B. W. vordert, zoodat het von-
nis der rechtbank vernietigd werd, en
de vrouw dus aan Gerrit gerust kon
aanzeggen; dat hij nog niet in de Oost
zat."
Zulk een geval was noch in de hoofd
stad voor dezen voorgekomen. Gerrit
had te goeder trouw gehandeld en het
plaatsbureau had hem op zijne docu
menten aangenomen.
Gerrit werd dan ook uit de boeien
ontslagen, waarin hij als verdacht van
valsche papieren gebruikt te hebben
was geklonken. Of de echtelieden
het geschil van 1887 hebben bijgelegd
en samen weer hun potje koken, dan of
Gerrit baloorig alleen rondzwerft, bleef
onbekend aan uw berichtgevor.
(iZ. N.)
Uit Arnhem zijn Zaterdag
namiddag honderd man infanterie naar
Leeuwarden vertrokken.
Zijn wij wel ingelicht, dan
bestaat bij het bestuur onzer gemeente
(Arnhem) het voornemen, om het recht
op pensioen dat de ambtenaren in haar
dienst reeds bezitten, ook te verzekeren
aan de werklieden bij de verschillende
gemeentelijke inrichtingen, als gasfabriek,
;emeentereiniging, enz. Oelria
De voerman Borghuis viel
op reis van Deventer naar Rijssen Vrij
dag van zijn wagen. Hij brak den nek
en was kort daarna een lijk.
t buitenland te vertegenwoordigen bij
de eerste aanstaande gelegenheid. Dit
lid kon dus goene instemming doen
blijken met de andere leden van 't College.
De leden zijn opzettelijk reeds nu over
gegaan tot aanvrage om ontslag, omdat
daar 't voorstel Reekers (wonderkuil)
nog niet in de Eerste Kamer is aange
nomen de ministeriëele partij nu niet
kan insinueeren dat tengevolge van de
aanneming, uit dépit door 't Coll. voor
Zeev. ontslag werd genomen, daar dit
Coll. 't visschen met den wonderkuil
ten sterkste heeft ontraden.
(Wordt 't voorstel Reekers wet, dan is
met 5 jaar de Zuiderzee doodgevischt.)
üi.
Nieuwediep, 25 April. Heden
werd door 8 korders en beugers 90 ton
gen, 75 roggen en 5 mandjes kl. schol
en door trekkers 150 tal haring en 1800
stuks ansjovis aangevoerd; tong gold 55
cent per stuk, kl. schol 2.70 per
mandje en ansjovis ƒ8 per duizend. De
haring werd uit de hand verkocht.
Nieuwediep, 26 April. Door 130
korders en beugers werden heden 20 tot
70 tongen, 3 tot 100 roggen, 43 kabelj.,
1290 sohelv.,* 2 tot 11 mandjes kl. schol
1 tot 3 manden schar en door trek
kers 27,000 stuks ansjovis aangevoerd
tong gold 50 a 60 ct. rog 55 a 65 ct.
kabelj. 1 per stuk, schelv. 16 k 22
het honderd, kl. sehol f 2 a 2.25 per
mandje, schar fik 1.80 per mand en
ansjovis 7 per duizend.
Tessel, 25 April. Door de helder-
sche haringtrekkers werden sinds eenige-
dagen in de tesselsche zeegaten honder
den stuks ansjovis gevangen.
Volgens het gevoelen der schippers
moeten groote scliolen naar binnen zwem
men, zoodat men goede verwachtingen
heeft aangaande de ansjovisvangst.
In den grooten voenpo1der
onder Weststellingwerf duurt de werk
staking wel is waar voort, doch alge
meen is zij niet, in zooverre als bij een
drietal kleinere bazen, die aan de eischen
der arbeiders toegegeven hebben, de
werkzaamheden hervat zijn, zonder dat
dit belet geworden is. Te Oldelamer is
men tot een accoord gekomen. Daaren
tegen hebben de werkstakers van Scher-
penzeel de arbeiders in Nijetrijne ge
dwongen, eveneens het werk te staken.
Donderdag begaf' zich een groot aantal
werkstakers naar Langelille. Terstond
volgden hen de maréchaussées langs den
Zwarten Weg, den eenigen, die naar de
venen loopt. De arbeiders lieten hen
voorbijgaan, doch terwijl de bereden man
schappen postvatten om den troep tegen
te houden, maakte deze rechtsomkeer en
snelde naar Nijetrijne. Vóór de maré
chaussées, die een omweg maken moesten,
daar waren aangekomen, hadden zij hun
doel bereikt en den arbeid doen staken.
Te Stobbegat is de arbeid hervat.
Onder Echten hebben de trekkers en
turfmakers het werk gestaakt. Tot dus
verre is er echter geen geweld gepleegd
tegenover de arbeiders, die willen door
werken. In Opsterland blijft de toestand
dezelfde. Alleen is in de Tijnje aan de
bazen, die toegegeven hebben, toegestaan
Zaterdagochtend te 10 uur 4 mm. is
Stanley met zijne reisgenooten van Brus
sel naar Oatende vertrokken, van waar
hij zich naar Londen begaf De burge
meesters van Brussel en St Joost-te-
Noode, de schepenen, eene eerewacht
der garde eivique en de hofmaar
schalk, als 's Konings vertegenwoordiger,
deden den reiziger uitgeleide aan het
station, waar een onafzienbare menigte
hem toejuichte.
De President der Fransche Republiek
heeft op zyn reis naar het zuiden te Ajaccio
op Corsica het ontbijt aan de prefectuur ge
bruikt en daarna het hospitaal en het
huis, waar Napoleon I Ï3 geboren, be
zocht. Het laatste bezoek duurde slechts
kort. Het huis ligt in een nauwe en
sombere straat der oude stad en alleen
het benedengedeelte werd door de familie
Buonaparte bewoond. De oude meubels
zijn eenvondig, bijna armoedig. In een
vertrek is het borstbeeld geplaats van
De leden die de vergadering bijeen-1 den keizerlijken prins, die door de Zoe-
riepen, deelden mede dat de aanleiding loes is gedood.
een vuurwerk werd afgestoken. Het
voornaamste stuk stelde den President
der Republiek veor, omhelsd wordende
door zyn grootvader. De avond werd
besloten door «ene receptie in de smaak
vol versierde zalen der prefectuur. Daarna
vertrok de heer Carnot naar Bastia.
De bekende socialistische agitator
Goercki, gewezen lid van den berlijn-
schen gemeenteraad, is Zaterdag wegens
verduistering van gelden en valscheid in
wissels tot 15 maanden gevangenisstraf
veroordeeld.
De Times verneemt uit Zanzibar, dat
Emin met 600 lastdragers, 5 duitsche
officieren en een sterk korps nubiacke
soldaten van Bagamoyo naar het binnen
land is opgerukt. Hij zal zich waar
schijnlijk naar het noordelijke uiteinde
van het Tanganyikameer richten.
De heer Dutoit, zoo meldt men uit
Durban hoofd van het departement
van onderwijs in de Transvaal, heeft
zijn ontslag genomen, wegens ziekte
zijner echtgenoote, waardoor hij verhin
derd wordt, vooreerst naar de Transvaal
terug te keeren.
Wetgevende Macht.
Men meldt ons het volgende:
Gelijk bekend is heeft de voorz. van
't Coll. voor Zeevisscherijen mr. E. N.
Rahusen, te Amsterdam, ontslag gevraagd.
(Aanleiding was o. m. dat de Minister
zich niet verwaardigd heeft een tot drie
malen ingediend bericht, waarop advies
op antwoord gevraagd werd namens
het Coll., met taal of teeken te beant
woorden.)
Op voorstel van 3 leden van genoemd
College is, naar aanleiding van boven
staande aanvrage om ontslag door den
voorzitter, eene buitengewone vergade
ring bijeengeroepen.
Deze vergadering had plaats Zaterdag
26 dezer in 't gebouw van 't ministerie
van Waterstaat te 's Hage.
Alle leden waren tegenwoordig.
er toe was het door mr. Rahusen ge
vraagde ontslag. Zij stelden voor dat de
leden collectief hun ontslag zouden in
dienen tegen 1 Juli e.k.
Alle leden (uitgen. P. F. baron van
Heerdt) hebben het verzoek om ontslag
geteekend, zelfs het jongst benoemde lid
dat Zaterdag voor 't eerst ter vergade
ring kwam.
Dit verzoek om ontslag is reeds in
handen van den minister.
Tijdens de vergadering ontving de heer
Rahusen een schrijven van den minister,
Overal, waar de heer passeerde, strooi
den de vrouwen rijst en graan, zinne
beelden van overvloed en van gastvrij
heid. Daarna werd een tochtje gedaar
langs zee. Aan dien weg staan, volgens
oude romeinsche gewoonte, vele grafmo
numenten. Een prachtig gezicht heeft
men daar op de Sanguinaires, eilandjes,
die hun naam ontleenen aan het granaat
kleurig graniet, dat zij opleveren. Aan
dien weg ligt ook de plek, waar het
landhuis der Buonanaparte's heeft
staan. Thans is het een exercitieveld,
Het onderzoek van het wetsontwerp
tot verhooging van het IVe hoofdstuk
der Stoatsbegrooting, heeft in de afdee-
Jingen der Tweede Kamer tot de vol
gende beschouwingen aanleiding [ge
geven
Rechtsgebouw te Alkmaar. Vrij alge
meen werd de wenschj uitgesproken te
mogen vernemen of het onderzoek naar
de oorzaak van den brand op 19 Fe
bruari 1890, reeds eenig licht heeft ver
spreid.
In het algemeen betwijfelde men, of
met het oog op brandgevaar, de inrich
ting van de gebouwen, waarin de regis
ters van den burgelijken stand en de
gerechtelijke akten en vonnissen bewaard
worden, wel voldoende is.
Ten slotte werd omtrent dit punt het
verlangen te kennen gegeven, by eene
volgende begrooting door de regeering
te mogen vernemen, hoe het met de vei
ligheid der registers, gerechtelijke akten
vonnissen en notarieele 'minuten in
de verschillende bewaarplaatsen ge
steld is.
Een lid achtte het voor de schatkist
voordeeliger de arrondissements-recht-
bank naar Hoorn te verplaatsen, alwaar
een gebouw bestaat. Voorts werd de
wenschelijkheid betoogd, dat de kanton
rechters de bevoegdheid konden hebben
op meerdere plaatsen in hun kanton zit
ting te houden.
Enquête-wet. Van verschillende zyden
werd aangedrongen op het toekennen
van eene subsidie door den staat aan de
tentoonstelling tot bevordering van vei
ligheid en gezondheid in fabrieken
werkplaatsen, die in den zomer de
jaars te Amsterdam zal gehouden
worden.
Het voorstel vond evenwel geen onver
deelden bijval.
Sommige leden zouden gaarne weten
of de subsidie gewenscht wordt, en of van
de zijde van het comité der tentoonstel
ling de medewerking der regeering is
ingeroepen. Andere leden meenden dat
het initiatief tot het toekennen van eene
subsidie als hier bedoeld, van de regee
ring, niet van de Kamer behoort uit te
gaan.
Eindelijk verklaarden enkele leden
zich in beginsel tegen het subsidieeren
van tentoonstellingen uit 's rijks kas,
vau oordeel dat voor dergelijke zaken de
gelden door particulieren moeten bijeen
gebracht worden.
Dynamiet. Een koe sier
te Brussel bracht iemand in zijn rijtuig
naar een apotheker. Toen de klant hem
betaald had en weggegaan was, vond de
koetsier veertig kleine pakjes in zijn
voertuig.
Hij liet ze aan den apotheker zien,
maar deze wist niet wat ze inhielden
en ried den koetsier de grootscmogelijke
voorzichtigheid. De pakjes zouden een
ontplofbare stof kannen bevatten, zoo
meende de artsenyfeereider.
De koetsier schrikte niet weinig van
die waarschuwing en bij eenig nadenken
kwam hij tot de conclusie, dat het niet
onmogelijk zou wezen, wanneer de anar
chisten eene helsahe machine in zijn
rijtuig verborgen hadden om Brussel in
de lucht te doen vliegen.
Hij ging dus naar een der politie-
bureaux en wilde daar zijn pakjes af
geven. Maar de commissaris die dacht
aan dynamiet, wilde ze niet hebben om
dat ze niet in zijn wijk waren gevon
den. Een tweede commissaris nam de
pakjes aan, maar telegrafeerde tegelijker
tijd aan de prefectuur van politie en
aan de directie der artillerie aan welke
laatste hij om een kar vroeg teneinde
het dynamiet te vervoeren. De kar ver
scheen dan ook, vergezeld door een zestal
artilleristen. Maar voor dien tijd had
men de pakjes onderzocht en bleken zij
allen monsters van meel te bevatten
Men overdrijft wel eens de vrees voor
het roode spook I
inhoudende verzoek op zijne aanvrage door hooge muren ingesloten. De maire
om ontslag terug te komen.
De heer Rahusen deelde ter vergade
ring mede in geen geval op dit verzoek
terug te willen komen, daar samenwer
king met dit ministerie onmogelijk is.
Als reden waarom de heer van Heerdt
niet ook zijn ontslag aanbood, vindt men
dat deze heer, met voorbijgang van o. m.
mr. Rahusen en prof. Buijs, door het
ministerie is aangewezen Nederland in
In Engeland doet zich het
zelfde versohij nsel voor als bij ons met
betrekking tot de verandering van bouw
land in weiland. Van 1877 tot 1887 zyn
over het geheel 900,000 acres (1 acre is
40.5 are) meer in cultuur genomen. Ge
durende dien tijd verminderde het bouw
land met 1,040,000 acres, terwijl het
;rasland met bijna 2,000,000 acres toe
nam.
Van de verschillende gewassen worden
de aardappelen op 47,000 acres meer
verbouwd. Tarwe en gerst verloren het
meeste terrein. Ook boonen, erwten en
rogge, terwijl de haver sedert 1881 re-
matig terrein won. De paarden- en
rundveestand is in de laatste tien jaren
met ongeveer 40.000 paarden en 740,000
runderen toegenomen.
vestigde ook de aandacht van den heer
Carnot op twee granietrotsen, die naar
elkander overhellen en gedekt worden
door een grooten steen. Daar, zoo wordt
verteld, heeft Napoleon als kind vele
uren doorgebracht.
Des avonds gaf de heer Carnot op de
prefectuur een diner aan veertig offieieele
personen en hy begaf zich van daar
naar het stadhuis, terwijl op de reede
3 e 1 t
De Indépendane belgd
onder reserve mede dat de prins van
Orleans vergunning zou hebben gevraagd
om in de gevangenis te trouwen. Zooals
men we.ot is hij verloofd met zijn nicht,
prinses De Chartres.
ment van Emin
te Londen worden
Hij maakte het, toen
troepen hem gevangen
Het te s 11
Paeha zal
tentoongesteld,
zijne oproerige
genomen hadden en met den dood dreig
den. De khedive en een gevangenismak-
ker, dr. Jephaon, teekenden als getuigen,
Bij dit document zal men ook kunnen
bezichtigen een brief van den Mahdi aan
Emin, een vuursteen, dien de expeditie
een jaar lang gebruikte omdat de luci
fers op waren, een offieieele banier der
expeditie en een egyptische vaan met
het opschrift „God zal ons den weg
banen."
Het personeel van een groote
fabriek bij München had van zijne pa
troons ongevraagd verhooging van loon
gekregen in te gaan op 1 Mei. Men
kan zich denken, dat de pogingen van
andere arbeiders om hen te bewegen het
werk op 1 Mei te staken, niets baatten.
Ter herinnering nu aan die gemoede
lijke viering van dezen anders zoo on-
rustigen eersten Mei, zullen de patroons
en al de ondergeschikten zich op dien
dag laten fotografeeren.
Kapitein Salm, het slacht-
offer van den moordaanslag in Mainz,
is thans in zooverre weer hersteld, dat
hij het bed weer kan verlaten. Hij heeft
echter nog een kogel in den rug, die er
eerst na geheele genezing, kan worden
uitgehaald.
TePfaffendorfbij Coblenz
heeft een elfjarig knaapje zich opgehan
gen. Het kind had met een paar kame
raadjes wat spijkers en stukjes ijzer op
de rails gelegd, maar werd later door
zulk een hevigen angst voor de gevolgen
daarvan, overvallen, dat het zich om het
leven bracht.
Graaf Taaffe heeft onlangs in
het oostenrijksche Huis van Afgevaardig
den eene rede gehouden, waarin hij o. a,
door de vensters aan den zuidoostkant naar binnen viel.
Haar angst was verdwenen, en ondanks haar bekommernis over
Bertha en haar eigen toestand, kon zij een kreet van bewondering
niet onderdrukken, toen zij een blik wierp door het oostelijk deel
van de kathedraal. Iedere boog, iedere pilaar vormde met zijn
helder wit van het marmer eene scherpe tegenstelling met de
zwarte schaduwen van den achtergrond; het maanlicht deed het
prachtige beeldhouwwerk tot in duidelijkheid uitkomen, terwijl het
zilverachtige licht in de ruiten weerkaatst werd, en iedere glas
ruit als diamant schitterde. Ofschoon het den vorigen dag zeer
warm was geweest, rilde Espérance nu van de koude. Zij liep
naar een van de kachels, daar zij wist, dat die bijna het gansche
jaar door, iederen nacht werden gestookt; gedurende de laatste
dagen hadden zij echter geen oogenblik gebrand, en was het ijzer
koud als ijs. Zij herinnerde zich nu evenwel, dat Bertha haar
mantel had achtergelaten, waarschijnlijk ten behoeve van haar, en
zij begaf zich weer naar de ijzeren deur, terwijl haar voetstappen
in den stillen nacht, luide weerklonken. Het licht der maan drong
niet door tot in het schip der kathedraal, zoodat hier een sombere,
afschrikwekkende duisternis heerschte. Zij wendde haar blikken
nogmaals naar het in een tooverachtig licht gehulde oostelijk ge
deelte, en de dikke duisternis achter haar joeg haar schrik aan.
Zij zocht den mantel van den grond op, en begaf zich weer naar
het graf van den kruisvaarder, dankbaar, dat zy zich weer in het
licht bevond.
Op dat oogenblik hield een nieuwe gedachte haar geest geboeid.
De kerkeknechten zouden de deuren om acht uur openenhoe
moest zij hun haar tegenwoordigheid in deze plaats verklaren?
Bertha's vlucht moest, indien het eenigszins mogelijk was, geheim
worden gehouden, en wanneer men haar in de kathedraal opge
sloten zou vinden, dan zou natnurlyk daardoor de argwaan worden
opgewekt. Zy hoopte vurig, dat de deken, Cornelia, of iemand
anders, wien de handelwijze van Bertha op andere wijze ter oore
zou komen, haar hier zou vinden, en in de hoop, dat dit zou
mogen plaatsvinden, viel zy in slaap.
Claude Magnay had per brief in den „Arend" kamers besteld,
en in alle haast had hij zijne toebereidselen voor het vertrek naar
Rilchester gemaakt, in gedachten de hartelijkheid van lady Worth-
ington zegenende. Hij vertrok des avonds met den trein en bij
het loket ontmoette hij, hoe toevalligtwee van zijne Rilchester
kennissen de koster en mijnheer White, een van de mindere
geestelijken. Zij reisden met elkaar, en Claude was in zulk eene
opgewekte stemming, dat de onbeduidende gesprekken der bewo
ners van Rilchester hem belang inboezemden. De koster en voor
zanger was een man van middelbaren leeftijd, zeer muzikaal en
een vuri<
telooze
vereerder van Wagner. Hij vertelde van zyne vruch-
pogingen, om in de muziek der kathedraal veranderingen
t8 brengen en van de onaangename gevolgeü, die hij daarvan on
dervond door de verbittering van den deken en den organist, ter
wijl White vertelde van eene trouwpartij, die in de kerk had
plaatsgevonden en dat de voorzanger er toen in geslaagd was om
de //Huwelijksmarsch" uit Lohengrin te laten spelen, en de deken,
het stuk niet kennende, had het bizonder mooi gevonden. Claude
wilde evenwel gaarne van trouwpartijen in de kathedraal hooren.
Hij deed verscheidene vragen over deze zooeven besproken huwe
lijksplechtigheid, luisterde aandachtig naar een bizonder nauw
keurige beschrijving van de inrichting van het koor hoe Jones
zijn stem verloren had en bediende bij een boekhandelaar was ge
worden, en dat een nog zeer jeugdige Smith veel van zich liet
verwachten en nu reeds een solist was, terwijl Brown, de tenort
hen zeer laaghartig had vaarwel gezegd voor eene betrekking, die
beter betaald werd.
Wordt vervolgd).