NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. tRlöHTa No. 2098. Dinsdag* 6 Mei 1890. ADVERTENTIE!: IN BEN VREEMDE. 7 e Jaargang. ABOHVEIEIITTSFRIJS: Voor Haarlem per 3 maandenf1.20 Franco door het geheels Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummer»- 0-OS. Dit blad verschjjnfc dageljjlifl, behalve op Zon- en Feefltdagon. Bureau; Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. IteSeffoonMEajaeB- 1X8. van 15 regel» 50 Cent»; iedere regel meer 10 eente Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertenties worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantier»0 Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM on J. B. AWW, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Genéralt dt Fubliciti Etrangère G, Z. BAVBM §r CoJOHN F, JONES, Succ., Farys 31 lit Faubourg Montmartrt Wij stellen ons voor, dezer dagen éen of meer artikelen in 'dit Blad te geven over 3 beschouwd van een geheel onzijdig stand punt. De degelijke bewerking vereischt echter eenigen tijd. Naar aanleiding van de ontvaDgst van een tweetal op doze zaak betrekking heb bende, ongeteekende ingezonden stukken, berichten wij tevens, dat wij deze en eventueel volgende ingezonden stukken over de kwestie, alleen dan plaatsen, wanneer de inzenders voluit ondertee kenen. DE REDACTIE. STADSNIEUWS. Haarlem, 5 Mei 1890. In den aanhef van de mededeeling be treffende het adres van den heer Gal landat Huet aan Z. M. den Koning staat dat dit adres zal worden verzonden. Adressant verzoekt ons dit te verbeteren, daar het op den dag der plaatsing in ons blad, 2 Mei, reeds was verzonden. Natuurlijk doet deze omstandigheid aan het feit-zelve niets af. HET INCXDENT-HUET. Het navolgende adres is verzonden Aan Zijne Majesteit den Koning Geven met denmeesten eerbied te kennen de ondergeteekenden, allen leden van den Raad der Gemeente Haarlem; dat zy met leedwezen, verwondering, verbazing en verontwaardiging hebben kennis genomen van een in een der dag bladen openbaar gemaakt door hun mede lid mr. R. H. J. Gallandat Huet tot Uwe Majesteit gericht adres. Met leedwezenomdat het daarin voor komende beweren, dat de Burgemeester zich tegenover den Raad aan machts overschrijding zou hebben schuldig ge maakt, onjuist is en stellig op misver stand berust; Met verwonderingomdat, zoo de heer Huet van oordeel was, dat onderwerpen aan de orde gesteld in vergaderingen met gesloten deuren in het belang der Gemeente in het openbaar moesten be handeld worden, niets hem heeft belet daarover langs regelmatigen weg eene beslissing van den Raad uit te lokken. Met vei'bazingomdat hun tot nu toe in het minst niet is gebleken, dat de Burgemeester van Haarlem halsstarrig gedurende eene lange reeks van jaren zou hebben geweigerd, mede te werken tot eene door de Ambtenaren van s Rijks belastingen geweaechte herzie ning van het Rijkspersoneel; Met verontwaardiging eindelijk, omdat al hebben velen onder hen meermalen bedenkingen doen gelden, tegen het finan cieel beleid van den Burgemeester, allen niettemin overtuigd zijn, dat de Burge meester nooit willens en wetens als stel sel heeft aangenomen de vermogenden laag te belasten, tengevolge waarvan de min vermogenden dubbel zware lasten moeten dragen. Zij achten zich daarom gehouden cn verplicht, met den meesten eerbied ter kennisse van Uwe Majesteit te brengen dat zij in geeaen deele kunnen instemmen met het door hun medelid Mr. R. H. J. Gallandat Huet tot Uwe Majesteit ge richt adres, doek integendeel het indie nen van dat adres ten zeerste betreuren. Van Uwe Majesteit de getrouwe onderdanen J. W. M. van de Poll, H. Enschedé, G. J. v. Dieren Bijvoet, D. de Haan, C. G. von Reeken, J. H. Stoel Azn., M. O. de Kanter, J. de Clercq van Weel, J. van Ek, N. G. Cnoop Koop- mans, W. A. 't Hooft, Rethaan Macaré, J. Krol, W' Stolp, A. va» der Steur Jr., J. J. Sneltjes, J. A, Lodewyiks, J. Sabelis, Corn. Prins Sz., F. W. van t tyrum, Ed. de Lanoy, De Haan Hugenholtz; (allen Leden van den Gemeenteraad.) Dit adres is niet geteekend door de Heeren A. C. Waller en Thomas Figée, omdat deze buitenslands waren. Afschrift is gezonden aan den Burge meester Mr. E. A. Jordens, aan het Raadslid Mr. R. H. J. Gallandat Huet, aan den Minister van Binnenl. Zaken en aan den Commissaris des Konings in Noord-Holland. Dit adre3 werd Zaterdagavond jl. als bulletin door ons verspreid. Op de heden gehouden paardenmarkt waren aangevoerd 282 paarden, 1 veu len. De prijzen liepen van f 70.tot ƒ600. Over het geheel waren er zeer goede paarden ter markt, inl ndsch en gekruist ras, waarbij ook enkele luxe paarden. Het bestuur van het Diconeasenhuis alhier heeft hoogst belangrijke giften ontvangen, als: N. N. ƒ2000, van mej De H. 1000, van den heer C. 1000, van mej. P. ƒ500, vau mr. v. W. C. ƒ500, van Teylers stichting te Haarlem 500 van de dames H. van L. 300, van mej. De H. ƒ200. van mevr. Vau de V. B. 300 en van de dames D. ƒ100. Deze gelden zullen worden bestemd voor een aan te bouwen zusterhuis. Naar wij vernemen heeft de collecte, den lsjen Mei jl. op de meeting alhier gehouden voor de werkstakers te En schede, opgebracht /28.26^. Omtrent net zilveren feest van den heer P. H. Van der Ley, directeur der kweekschool, Zaterdag in de Phoenix gevierd, knanen we nog het volgende meedeelen. De heer Werdesvoorzitfer der rege- lingscom missie opende de bijeenkomst met een woord van walkem aan alle aanwezigen. Hij herinnerde aan de vorigs» réunie toen eenige waardeerende woorden aan de tegenwoordigen jubilaris een stormachtigen bijval vonden. Toen reeds vormde zich het plan om dit feest te vieren, een plan dat op de Alg. Verg. van het Nederl. Onderw.-genootschap, verleden jaar te Assen gehouden, tot rijpheid is gekomen. De comm. is daarop verkozen door vertegenwoordigers van alle studiejaren én zij is in hare be moeiingen gesteund door de sympathie van zeer velen tot zelfs uit Indië en uit Engeland. Velen zijn heden niet geko- Kften ornaat zo niet konden komen, maar deze schaar van belangstellenden geeft ons het volsto recht om te zeggen dat het feest uitneanend geslaagd is. De heer Prins treedt als feestrede naar op. z/Wij allen oud-kweekelingen achteh het een groot voorrecht tot de leerlingen van dezen man behoord te hebben. Toen we nog aan de kweekschool waren, ge voelden we al wel welke groote ver diensten zijn onderwijs hadna de kweekschool zijn we het eerst recht gaan beseffen. De helderheid en logische strengheid die er steeds op zijne lessen voorzat dwong ons tot eerbied voor de waarheid, die in hem steeds een ijverig dienaar vond. Steeds liet hij recht weder varen aan het werk van zijn leer lingen en schroomde geenszins hunne entiek. Integendeei, vaak spoorde hij ons daartoe aan en leidde ons in het oefenen van gezonde critiek. Voortdurend wekte hij ou3 op tot zelfwerken en zelfdoen en wel het allermeest door eigen voorbeeld en door zijne methode van werken. Nadat we de inrichting verlaten had den bleek het ons dat we niet alleen juiste en heldere begrippen hadden op gedaan, maar vooral dat er een breede grondslag gelegd was voor verdere stu die, dat wij de eenige goede methode van werken ons eigen gemaakt hadden, dat hij ons geoefend had in het zelfstan dig denken. Zoo is het gekomen, hoog geachte vriend, dat uw invloed zich uit gestrekt heeft ver buiten 't gebied der vakken die ge onderweest, zoo is het gekomen, dat gij den stempel uwer krach tige persoonlijkheid gedrukt hebt op allen, die onder uwe leiding gewerkt hebben. Maar behalve door uwe groote gaven als leeraar, als mensch, als vriend, had ge spoedig onze harten gewonnen. Ge waart veel meer dan onze onderwijzer alleen. Wie U later nog meer hebben leeren kennen door een vertrouwlijken omgang, die zullen het weten, dat waar achtige belangstelling U bezielde. Velen hebt ge gesterkt in den strijd des levens en bezield met hieuwen moed. Ook breng ik een woord van hulde en dankbaarheid aan U, mevr. van der Leij, die menig maal in uwe woning zooveel hartelijkheid en vriendschap aan de kweekelingen be toond hebt. Toen op de vorige Rénnie de heer Moens maar even doelde op de verdiensten van den heer Van der Ley, onderbrak een storm van toejuichingen den spreker vóór dis naam nog genoenad was. Nu is het echter een feest voor hem alléén en hoe wol gij dezen dag stellig niet vergeten znlt, bieden we u hierbij een blijk van onze waardeering aanEn by 't openslaan van dit album zult ge zien dat uw leven niet alleen rijk geweest is voor uzelven, maar ook rijk voor anderen. Als straks geen blik, geen handdruk oneo gevoelens meer vertolkeD, dan zullen deze voorwerpen het blijven doen. Nog lange jaren moge het u gegeven ziia uw arbeid voort te zetten tot zegen voor velen De heer Van der Ley sprak daarop met een stem, trillend van aandoening, on geveer het volgende Mijne vrienden, het is me onmogelijk uiting to geven aan mijn gevoel, mijne gedachten kan ik niet ordenen, nooit heb ik mij zoo klein gevoeld, zéó beseft dat de taak, dien ik op my genomen heb, te zwaar voor mij was. Doch er is oéa ge voel, dat alios overheerscht, dat van dank baarheid. De genegenheid der kweeke lingen is my steeds een bron van genot geweest en is het nog. Nog met die zelfde trouwe oogen zie ik u thans voor mij, als toen we samen op da banken het A. B. C. van onze wetenschap af handelden. Wat al vrienden, oud en jong, uit alle streken van het land, leer lingen en schoolkameraden en tal van auto riteiten Ik kan u allen niet afzonderlijk danken, liever doe ik dat aan ééa per soon in ons midden, dien ge allen even hoogsehat als ik. In naam van allen hier aanwezig, in naam van alle onder wijzers en onderwijzeressen, in naam van ons heele onderwijs, in naam van het heden en van de toekomst, aan u, heer Moens, onzen dankl Dit geschenk aanvaard ik gaarne, moge het nooit tegen mij getuigen De heer Valken brengt de geluk- wenschen over van de afdeeling Haar lem van hot Ned. Ond. Genootschap, waarvan de jubilaris het bestuur helpt vormen. De heer Hoestvoorzitter van het Hoofdbestuur, spreekt een erkentelijk woord voor hetgeen de heer Van der Ley heeft bijgedragen tot den bloei van het N. O. G. a's medebestuurder in het Hoofdbestuur en in het Gewestelijk bestuur. Als ge u aan iets wijdt, dan geeft ge u geheel of anders onttrekt ge u vandaar dat ge in 't gansche land bekend zijt. Verleden jaar zijc ge opnieuw door honderden herkozen. Gij zijt de man met het heldere hoofd en het warme hart. Zóó blijve het nog jaren! De heer Spaan spreekt namens de Haarlemscbe schoolhoofden op aandrang van velen. Wo hebbdn u leeren kennen als een vriend en een belangstellende in onzen arbeid. God zal u zogenen! Ds. Hoog dankt voor de uitnoodiging, want nu kan ook hij, ook namens de beide andere godsdienstleeraren aan de kweekschool, ds. Snethlage en ds. Tideman kunne wenschen uitbrengen. Uw levens loop kan u met dankbaar hart doen zeggenGod heeft het wel ge maakt! Ebbe en vloed was er aan de school, voortdurende afwieseling, maar gij stond pal als j een licht baak. Gij zijt met uwe ernstige levens beschouwing en troawa plichtsbetrachting de kweekelingen voorgegaan. Mogen deze zaden vruchten geven, die blijken tot in verdere geslachten Bs. Tideman spreekt als huisvriend. Waar ligt de oorsprong van uwe kracht, van uw® bezieling? In uwe wetenschap pelijke ontwikkeling? Voor een deel, maar voor 't grootste deel in de goede fee van uwen kuiselijken hard. Daar wist iemand, wat uwe zwakste plaatsen waren, waar ge in gesterkt moest worden. Daar vondt ge nieuwe kracht voor uwe taak. Lang leven mevr. Van der Ley en de kinderen De heer Moens staat op om te spre ken de heele zaal begroet hem met een hartelijke ovatie. „Wat is het toch heer lijk, zoo'n feestBij 't klimmen van de jaren ervaart hij al meer, dat er veel nagelaten is, wat gedaan had moeten worden. Toch is het o zoo heerlijk iemand te ontmoeteD, die met een handdruk van dankbaarheid zegt: dit of dat heb ik aan u te danken. En ziet, tot dezen man ko men van alle kanten mannen vervuld van die gevoelens. Gelukkig die onder wijzers, die in Van der Ley een ideaal voor oogen hebben, een man voor wien niet het weten het hoogste is maar het gewetenniet het kennenmaar het kunnen niet het willen maar het doen. Maar volgt hem ook na in bescheidenheid. En mèt hem naar een hooger ideaal, waarvan de naam niet vast staat in de boeken der goleerdea en in de woorden der prediking. Daarnaar gezocht! Ge- FEUILLETON. Naar het engelsch VAN EDNA LYALL. 87) HOOFDSTUK XXXIII. Lady WorthiDgton was zeer verheugd, toen zij hoorde, dat Claude goed geslaagd was, en hoogst aangenaam was haar de ge dachte, dat zij er veel toe had bijgebracht om die bij elka&r te brengen. Zij en Frances zagen Espérance in die dagen dikwijls, en zij verzochten haar dringend de Kerstdagen op Worthington Hall te komen doorbrengen, maar Espérance was verplicht de uitnoodiging af te slaan, daar zij wel begreep, dat Cornelia haar gaarne voor haar huwelijk nog bij zich wilde houden. Het huwe lijk was vastgesteld op den 6en Januari, en deze dag was Diet ver meer in het verschiet. Met Kerstmis kwam Clanae eenige dagen uit Londen overmaar hij moest weldra terugkeeren, omdat veel werk hem daar nog wachtte, daar zij van plan waren, om een paar maanden lang op reis te blijven, zoodat hij nog ver bazend veel werk te doen had, en in de laatste dagen wa3 bij zoo op gehouden, dat hij eerst op den avond van den vijfden met den trein naar Rilchester vertrek. Het was een zonderlinge dag voor Espérance, en geen vroolijke. Frances Neville kwam haar des morgens een bezoek maken, en des middags reed zij naar het klooster, om mevrouw Passmore te bezoeken, echter spoedig tGrugkeerende, daar zij van meening was, dat Claude in dien tusschentijd zou zijn gekomen, lnplaats van hem ontving zij een telegram, waarin hij haar meldde, dat hij mot een lateren trein zou komen en ofschoon de ontmoeting slechts eenige uren werd uitgesteld, gevoelde zij zich teleurgesteld en verdrietig. Terwijl zij daar droefgeestig zat met het telegram in haar hand, kwam mevrouw Mortlake met toornig gelaat de kamer binnen. „Waar zijt gij toch geweestvroeg zij op verwijtenden toon. Er zijn verscheidene meaachen geweest, die u wilden bezoeken, en de geschenken wilden zien gij hadt toch dezen middag moeten thuisblijven." „Dat doet mij leed; ik ben naar het klooster gereden om me vrouw Passmore nog eens te bezoeken." „O, juist, wa3 daarom het rijtuig weg! Gij handelt inderdaad zeer ondoordacht, Espérance. Ik vermoed, dat gedurende dat be zoek, de paarden voortdurend ia den regen voor de deur hebben gestaan I Gij hadt wat meer moeten nadenken. Mij dunkt dat dit al het minst is, wat gij doen kunt, wanneer gij bij anderen in huis woont." „Dat doet mij leed," herhaalde de arme Espérance, //Cornelia heeft mij evenwel gezegd, dat ik er met het rijtuig heen moest gaan." Mevrouw Mortlake mompelde iets over het verkeerde van twee meesteressen in een huis, en verliet de kamer, terwijl Esperance naast het vuur neerknielde, en haar tranen den vrijen loop liet. Zij was vermoeid en teleurgesteld, en de sombere schemering in de eetkamer deed haar hare eenzaamheid nog sterker beseffen. En morgen zou het huwelijk plaats vinden. Zij deed al haar best, om zich de werkelijkheid daarvan voor te stellen, en de gedachte, dat Gaspard zoo ver van haar verwijderd was stemde haar droe vig, en met verwondering vroeg zij zich af of andere mensehen op den vooravond van hun huwelyk zich ook zoo eenzaam konden gevoelen. En dan die krenkende verwijting, die mevrouw Mort lake haar zoo dikwijls naar hot hoofd slingerde, over het „inwonen by anderen", trof haar diep, en zij gevoelde het maar al te wel, hoe kwetsend en wreed het was, om haar op dezen dag nog aan hare afhankelijkheid te herinneren. Hare sombere gedachten werden niet eerder weggevaagd, dan toen Cornelia van de kathedraal terugkeerde, en de kamer bin nentredende zeer verwonderd was, haar alleen te vinde: „Claude komt niet voor half tien," zeide zij, met droeve stem. „Dat spijt mij zeer voor u," zeide Cornelia vriendelijk. Ver volgens pookte zy het vuur op, zoodat het weer helder opvlamde en wierp een blik op Espérance. „"Wat, hebt gij geschreid; hoe komt dat lieveling?" „Ik gevoelde mij zoo eenzaam en Christabel was op mij zeer vertoornd, zoodat ik moet denken, dat zij vTerheugd zal zijn, als ik weg ben, en dat stemt mij zoo droevig," antwoordde Espérance5

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1