aardsclie werking of gisting. Het is hier een rare vulkanische rommel! Ofschoon het midden in den regentijd is (13 Maart), hebben wij het tegenwoordig amoorheet en dan weer plotseling verra derlijke windvlagen, waardoor iedereen kou vat. Gelukkig behoort de kinkhoest nu weer tot het verledene, die heeft om Nieuwjaar het grootste deel der kinder wereld hier aangetast, en rouw gebracht in vele families, vooral onder de in landers. Uit Amsterdam wordt ge meld: Het comité van voorbereiding voor de stichting van een Stadsschouwburg bericht, dat de inschrijvingen op de geld- leening het vereischte bedrag op verre na niet hebben bereikt. Het Comité zou dan ook zijne taak als geëindigd beschouwen, ware het niet overtuigd dat velen den voorloopigen uitslag hebben afgewacht om zoo noodig van hunne belangstelling in den herbouw van den Stads-Schouwburg te doen bly- ken, door alsnog krachtig mede te werken. Het comité stelt daarom de in schrijving opnieuw open op Maandag 19 Mei van 10—4 uur in het gebouw der Maatschappij tot nut van 't algemeen terwijl tot dien datum ook inschrijvingen worden aangenomen ten kantore van den secretaris, Keizersgracht 528. Ten einde elk misverstand te voor komen, verklaart het comité uitdrukkelijk dat slechts bij plaatsing der geheele 900,000 het voorgestelde doel kan wor den bereikt. De Raad van Nieuwe r-A ra stel heeft besloten tot uitbreiding van de begraafplaats Zorgvliedwelke uit breiding ongeveer f 40.000 zal kosten. Een voerstel van B. en W. tot het ge ven van vergunning aan T. Sanders te Amsterdam voor den aanleg en de ex ploitatie van tramlijnen in de gemeente (Dubbele Buurt—Amstelveen), werd genomen. Door bestuurderen van hot genootschap Liefdadigheid naar Ver mogen7' te Amsterdam, is tot hunne stad- genooten eene oproeping gericht, om op den wLiefdadigheidsdag", op Hemelvaarts dag gesteld, het genootschap met hunne giften te steunen. Zij wijzen er op, dat 500 gezinnen wop hulp wachten terwijl er geen geld voor is". De kattententoonstelling te Amsterdam werd door 3000 betalende personen bezocht. Een r i e t dekker uit Diemen viel, terwijl hij Zaterdag te Amsterdam in „Natura Artis Magistra" bezig was ziju beroep uit te oefenen, door het bre ken van een sport der ladder bij het af klimmen op den grotid en was oogen- blikkelijk een lijk. In Watergraafsmeer is Vrij dag, bij het schoonmaken van den koa stal van den veehouder A. v. d. B., de werkman T. V. van eene ladder geval len. Reeds den volgenden dag is hij aan de gevolgen overleden. Men n eldt uit Koog a/d Zaan: Bij de comm., die zich na de ramp van 8 April jl. heeft gevormd, om gelden in te zamelen voor de nagelaten betrekkingen, is ingekomen ruim ƒ3600, welke som waarschijnlijk nog met pl. m, ƒ400 zal vermeerderd worden. De comm. heeft uit haar midden een bestuur gekozen, bestaande uit de heeren J, J. v. Hille, te Zaandam, P. S. Bakels te Koog a/d Zaan en J. J. Honing te Zaandijk, aan wie het beheer der gelden en het ver strekken van onderstand aan de achter gebleven weduwen is opgedragen. Voor onderstand komen in aanmerkineene weduwe met 10 kinderen te Zaandam, eene weduwe met 6 kinderen te Zaandijk en eene weduwe, zonder kinderen, te Koog aan de Zaan. Tevens besloot de commissie haar ledontal nog met één te vermeerderen: een lid van de sub-com missie van werklieden te Zaandam zal er aan worden toegevoegd. Zaterdagavond vielte Hoorn iemand te water op het Monnikenveld. Met veel moeite werd de drenkeling nog levend opgehaald en thuis gebracht, doch hij is dienzelfden nacht bezweken. Misbruik van sterken drank was oor zaak van het ongeval. Bij het onweder van 11. Vrij- dag is ten huize van den tolbaas aan den Hoornschen Weg, gemeente Hof vnn Delftde bliksem in den zijmuur geslagen, door de kamer heengegaan, al waar eene klok beschadigd werd, en heeft vervolgens een uitweg naar den zolder genomen, waar nog eene schil derij werd beschadigd. De tolbaas, die dicht onder de klok zat, kwam met den schrik vrij, hoewel hij eerst eonige ver lamming in zijnen arm gevoelde en niet wist, wat er gebeurde. Een begin van brand werd terstond gebluseht. Zondagvoormiddag zijn per Holl. spoor te Rotterdam gevankelijk aangebracht en naar de gevangenis ver voerd de twee personen, die in den nacht van Vrijdag op Zaterdag jl. braak pleegden bij de heeren Zoetmul der en Co. aan de We3tvest te Schie dam. Een der beide personen heeft reeds nagenoeg 40 jaren van zijn leven in het tuchthuis doorgebracht. Zaterdagavond is nabij Bre da, ter hoogte van het Liesbosch, eene vrouw door den van Rozendaal komen den trein overreden en verpletterd. Zoo dra de naar Rozendaal gaande trein voorbij was, liep zy onder den boom door, onbewust, dat er tegelijk een trein uit eene andere richting aankwam. Hoe wal er dadelijk gestopt werd, was het reeds te laat. Te Vli8singen is Maandag in de Aagje-Dekenstraat eene jonge vaars op hoi geraakt, die zijnen gelei der ontsnapt was. Eene 30jarige boerin, met haren man van Rithem komende, trachtte de vaars tegen te houdende vrouw werd door het dier tegen het trottoir geslingerd en ernstig verwond aan het hoofd; twee uren later is zij aaa de gevolgen overleden. De ongelukkige laat 5 kinderen achter, van welke het jongste 2 maanden oud is. Vr ij dagmorgen werd gevan kelijk uit Dokkum naar Leeuwarden overgebracht eene lSjarige dienstbode beschuldigd van diefstal. Zij had zich van den sleutel der toonbanklade weten meester te maken en zich daaruit van tijd tot tijd vrij aanzienlijke sommen toegeëigend. Verregaande pronkzucht had haar tot die misdaad gebracht. vissch^n leverde eene matige vangst, de geep gold 11 a 15 per tal. KOLOMN. (Uit bataviasche bladen van 8 en April en de Deli Ct. tot den 12en.) Rechtszaken. De bleeker F. te Kortenhoef, die on langs door de ambtenaren der belasting te Hilversum werd bekeurd wegens het heimelijk vervaardigen van zeep, be staande in de menging van oleïne met zoogenaamde caustieke soda, is door de rechtbank veroordeeld tot eene boete van ƒ400 of hechtenis van 30 dagen, terwijl bovendien verbeurdverklaring is uitge sproken van ue gevonden zeep, werk tuigen en grondstoffen. visserij. Enkhuizen, 11 Mei. Gisteren werd alhier door 130 vaartuigen van 3000 tot 25.000 stuks netjes-ansjovis aangevoerd; van de kuilvisscherij kwamen binnen 62 span schuiten, welke van 18000 tot 120.000 stuks ansjovis per span (2 schuiten) aanbrachtendoor zouters wordt ƒ4 per 1000 stuks betaald. Gedurende de afgeloopen week werd gemiddeld ƒ350 per schuit besomd. 11 Mei. Door trekkers werden gisterenavond nog 200.000 stuks ansjovis aangevoerd, die tegen 3.50 a 3.80 per duizend werden afgeslagen. T e 8 s e 1, 11 Mei. De rogvangst bin nengaats leverde in de afgeloopen week eene matige vangst op. Naar België werden 38 manden rog verzonden en de rest elders ter markt gebracht. De prijs was 50 a 65 ct. per stuk. De Noord zee visschers besomden van 75 tot 200 BATAVIA, 9 April. In den morgen van den 2en April is het middelste gedeelte van het dak der roomsch-katholieke kerk cp het Water- looplein te Batavia ingevallen. Reeds had men hst ongeval zien aankomen en ge tracht het door stutten te voorkomen, maar het mocht niet baten. Niemand is door de neervallende balken en spanten getroffen, maar deze hebben in het kerk gebouw veel vernield, o. a. een deel van het orgel. Het altaar is onbeschadigd gebleven. Aan een schrijven uit Madioen ont- leeaen wij, dat in die residentie de rij3t zeer duur is, tengevolge waarvan de be volking zich met aardvruchten moet ver genoegen. Uit Djokja meldt de Mataram: Naar wij uit goede bron vernemen, heeft Z. H. de Sultan op zich genomen aan den wagenverhuurder den heer L. M. het kostende van het onlangs door zijne wat te ijverige dienaren doodge stoken paard te vergoeden. In het Soer. Rbld. leest men: Door een nauwgezet onderzoek, zonder dat de betrokkenen er iets van te weten zijn kunnen komen, is men te Batavia er achtergekomen in welke affaires de aan de staatsruif gevoederden zoo wat zitten. Onder hen worden gevonden karrenverhuurders, melkleveranciers, geld- uitzelters, schoenmakers, kleermakers, aan nemers van militaire kleedingstukken, le veranciers van diverse benoodigdheden voor de mariïie, logementhouders, paar- dendresseurs en verkoopers, slachters, to kohouders, handelaars in juweelen en goudwerken, kippeufokkers en leveran ciers, restauratie-houders, banketverkoo- pers, makelaars, verkoopers van optische en medische instrumenten, opiumslijters en opiumsmokkelaars. Wij ontleenen het volgende aan hei verslag over het jaar 1889 van de spaarbank voor inlanders te Modjowarno. Goedgekeurd bij goevernements be sluit dd. 2 November 1888, werd deze gelegenheid tot sparen opengesteld den l8ten Januari 1889. Achtereenvolgens werd in den loop van het verslagjaar door 51 personen ingelegd tot een be drag van 4898.15. Teruggenomen totaal 200. Aan rente, berekend ad 1/3 °/o per maand, werd te goed gedaan 91.70 en ingevolge art. 14 bestemd om te dienen als reservefonds het surplus der gekweekte rente ad ƒ29.35. Onder de inleggers behooren enkelen tot de categorie der welgesteldende meerderheid wordt gevormd door inland- sche ambtenaren en personeel bij parti culieren ia dienst, ook een enkele dag- looner of kleine landbouwer komt in de boeken voor. De meeste inleggers behooren in de afdeeling Djombang of Modjokerto thuis, een tiental in de residentie Pasocroean een in de residentie Kediri en een in d© residentie Solo. Drie personen legden in tot een be langrijk bedrag, een groot aantal tusschen ƒ12 en 100, en enkelen beneden 10, Het bestuur acht deze uitkomst bevre digend, in aanmerking genomen de nieuw heid dezer instelling en het begrijpalyke wantrouwen in eene wijze van sparen zoo geheel afwijkende van de steeds ge volgde (holle stijlen, begraven en derge lijke) en de betrekkelijke afgelegenheid van Modjowarno. Het bestuur meent een beroep te mo gen doen op de welwillende medewer king van allen, inzonderheid van heeren ambtenaren en industrieeien, voor zoover zij in de gelegenheid zijn hunne inland- sche kennissen en personeel op deze in stelling opmerkzaam te maken. Uit Deli schrijft iemand die eene werd door Battakers van het Toba-meer en van plan was de kampong Kebon Djahe, waar de reizigers zich ophielden, af te loopen. De bewoners van die en andere kampongs dreven hen echter te rug met achterlating van 4 dooden, on der welke het hoofd Fanglima Mohamad en zyn jongere broeder zich bevonden. Buitendien maakten zij het paard buit van dat hoofd, een beaumont-ge weer met patronen, wat zilveren sieraden en eene mooie europeesche reistaseh. In de Deli-Courant vindt men een uit voerig verhaal van deze voetreis. Door de regeering zijn de gelden toegestaan voor het boren van artesische putten op verschillende plaatsen in de residentie Oostkust van Sumatra, o.a. in Serdang, Asahan en Bengkalis. Te Me- dan is nog niets bepaald omtrent het voortzetten van de boring door de Deli Mij. begonnen. Er is sprake van koste- looze overdracht aan de regeering, indien deze genegen mocht zijn de boring te vervolgen tot eene zekere diepte boven 300 M., waarop het werk gestaakt is. Bij het gebrek aan goed drinkwater in verschillende huizen te Medaa is eene verbetering hoogst wenschelijk. Naar wij vernemen, heett de raad van justitie te Batavia rechtsingang met bevel van gevangenhouding verleend te gen S. J. Koopmans van Boekeren, zich ook genoemd hebbende W. D. Hoekema, oud 38 jaar, geb. te Lemmer (Friesland), laatstelijk zonder beroep en gewoond heb bende te Semarang, thans gedetineerde in 's lands gevangenis te Weltevreden. Genoemde verdachte wordt beschuldigd dat hij met eene pet met zilveren passe ment op het hoofd, in gezelschap van den Chinees Lim Liang Ho alias Baba Sama- rang, op Zaterdag don 30 Maart 1889 omstreeks middernacht den handelaar Haeji Tahir, die tijdelijk ten huize van den inlander Dian in de kampong Tji- walen to Garoet verblijf hield, heeft op gezocht met het oogmerk om hem op te lichten, en aan dat oogmerk ook gevolg heeft gegeven. Trouw-, Geboorte- en Doodberichten. (Uit de indische bladen van 9 April.) GEBOORTEN: B. P. A. Visman- Huizer z. Olehleh. - W. van der Sprong Akerbeek d. Air. Cornells. - C. C. van Hecking ColenbranderPeltzer d. Ba tavia. OVERLEDEN: Joh. Rijlart—Fas- 8ijn, Batavia. - G. J. Bos, Batavia. F. J. H. Boerenbeker 10 m. Batavia. - J. KalYoung 52 j. Batavia. - Echt- genoote van Tjio Tjeng Soey 73 j. Bui tenzorg. - E. J. C. Beddingjkv. Van der Goes 23 j. Mr. Cornelia. koloniale kredieten schijnt, na de wel willende houding waarmede de rede is aangehoord, verzekerd. Aan de Standard wordt uit Constan- tinopel gemeld, dat de turksche gezant te Londen verscheidene samenkomsten met lord Salisbury heeft gehad. De laatste verklaarde zich geneigd tot nieuwe onderhandelingen om tot de ontruiming te geraken, mits Tur kije Engeland's recht tot interventie, zoo die na de ontruiming noodig mocht wezen, erkenne en mits de Porte de verplichting op zich neemt om de door Engeland gemaakte regelingen niet te storen. Tegen die voorwaarden oppert Turkije geen bezwaar, zoodat er eerst daags onderhandelingen met Rustem- paeha of met een buitengewonea gevol machtigde te Londen over een nieuw tractaat verwacht kunnen worden. Gelijk men zich herinnert, was de heer W. O'Brien in hooger beroep gekomen van de uitspraak der jury te Manchester inzake zijn geding tegen lord Salisbury. De heer O'Brien had den minister voor de rechtbank gedaagd wegens eene uit drukking in zijne rede te Watford, waarin lord Salisbury, den heer O'Brien beschul digd had, boycotting dat tot moord kon leiden en geleid had, aan te bevelen. Deze uitlegging werd althans door de jury aan lord Salisbury's woorden ge geven, maar O'Brien beweert, dat de premier hem van onmiddellijke aanspo ring tot moord en plundering had be schuldigd. Het hof van appèl te Londen bekrach tigde de uitspraak der manekester jury veroordeelde den heer O'Brien tot betaling der kosten. Aan de Times wordt uit Durban ge seind dat de president van den Oranje- Vrijstaat eenige wijzigingen in de grond wet voorstelt, waaronder de toekenning van het veto-recht aan den president der repu bliek ten aanzien van met geringe meer derheid van stemmen aangenomen wets ontwerpen. De wetgevende Raad van Natal heeft de met den Oranje-Vrijstaat gesloten spoorweg-conventie bekrachtigd. per schuit. De garnalenvisschers brachten achtdaagsche voetreis in de onaf hauke- 79 manden garnalen aan voor de koke-j lijke Battaklanden heeft gemaakt, dat hy rijen en ontvingen ƒ4 a 5 per mand. en zijue medereizigers bijna waren slaags De verzending der garnalen had plaats j geraakt met eene bende stroopende Atje- naar Londen, Huil en Parijs. Het geep- hers van ongeveer 50 man, die versterkt puüïfEk overzicht. De rede van den duitschen rijkskanse lier Von Caprivi over de koloniale po litiek was van veel minder beteekenis dan de voorafgegane van den staats secretaris MarsGhall, die vooral op de vriendschappelijke overeenstemming met Engeland nadruk legde. Wat in Caprivi's rede meeat de aandacht trok, waren zijne koele en terughoudende woorden over de in den jongsten tijd in duitschland weder meer op den voorgrond tredende dwepers met koloniën, die na Bismarcks aftreden groote dingen hopen, dewijl het bekend is dat de keizer veel mei kolo niën opheeft. Daarom maakte Caprivi's droge opmerking, dat hij het nut der tegenwoordige duitsche koloniën voor namelijk daarin zag, dat de marine er geschikte kolenstations zou vinden, een bizondoren indrnk. Zijne spotachtige ge- zogden over „Kolonial-Sehwaermer" die eene atlas voor zich nemen en half Afrika daarop met blauwe verf kleuren", vonden veel bijval aan den linkerkant. Rechts daarentegen verheugde men zich over eenige scherpe woorden tegen de principieele tegenstanders van koloniën. Na de Maandag door den rijkskanse lier gehouden rede is het niet waarschijn lijk meer dat hij in den rijksdag, zooals hij in het pruisische Huis van afgevaar digden gedaan heeft, eene soort van Wetgevende Macht. De comm. van rapp. voor het wets ontwerp nopens de afschaffing van ka- nnalreehten op het Noordzeekanaal heeft naar aanleiding van de overlegging der retributien, die van de scheepvaart in eenige belangrijke havens van Europa worden geheven, den wensch kenbaar gemaakt, dat nog vóór de openbare be handeling van het wetsontwerp een staat van vergelijking aan de Kamer werd overgelegd. Yerder stelt zij alsnog prij3 op eene beantwoording der vraag hoe de regeering tegenover provinciën, ge meenten en andere belanghebbenden dacht te handelen, wanneer eventueel werd over gegaan tot afschaffing van alle heffingen, die alsnog op rijkswegen en vaarten ge schieden. Vaststelling van bepalingen betreffende s ryks waterstaatswerken. Art. 1 van bovengenoemd wetsont werp is door de Regoering als volgt ge wijzigd //Door ons worden voorzoo veel daarin niet door of krachtens bizondere wetten voorzien, bij algemeenen maatregel van bestuur voorgesteld door straffen te handhaven bepalingen, betreffende lo. het met vaartuigen, vlotten of andere voorwerpen gebruik maken van openbare wateren, onder beheer van het Rijk, waaronder in deze wet mede ver staan worden de territoriale wateren 2o. het gebruik maken van kribben, dammen, steigers, veorponteu, veerbooten, duikers, dukdalven, rimming werken en andere werken in, over of onder de sub. lo. vermelde waterenalsmede van sluizen en bruggen, alles voor zoover die werken zijn waterstaatswerken onder boheer van het Rijk; 3o. het gebruik maken van de zeestranden, zeekeerende duinen en andere zeeweringen en van kaden, losplaatsen, meerpalen, dijken, bermen, glooiingen, wallen en oevers, onder beheer van het Rijk4o. het maken programma-rede over zijne algemeene politiek zal houden. De aanneming d«r van werken tot het afleiden van water z/Ik moet naar hem toe; steun mij, als 'tu blieft, Cornelia," en zy strekte haar arm met moeite uit, om door haar geleid te worden. Cornelia had hiertegen echter groote bezwaren; zij durfde haar niet naar het tooneel van het ongeluk brengen; het zou, meende zij, voorzichtiger gehandeld zijn, wanneer Claude in de buitenlucht werd gebracht. De heer White en een van de bedienden tilden hem op en brachten hem weg. Espérance was zeer koud en uitgeput, maar toen zij haar echt genoot zag, scheen zij weer te herleven, hoewel dat ontwaken vreeselijk was. Zij trok haar mantel uit en spreidde dien op den grond, toen wees zij hen, waar zij hem moesten neerleggen; zij steunde zijn hoofd, en wischte zijn gelaat met haar zakdoek af. De anderen sloegen dit tooneel met weemoed gade; zij hadden nauwelijks meer hoop. Cornelia zag zelfs met angst de komst van den geneesheer tegemoet; voorzeker meende zij, dat zijne woorden Espérance's hoop den bodem zouden inslaan. Claude's doodskleur en ijskoud gelaat misleidden hen echter, de geneesheer stelde hen allen gerust; hij leefde nog, maar tenge volge van een hersenschudding had hij het bewustzijn verloren. De deken, die totdusverre nog niet in staat was geweest een woord uit te brengen, barstte in tranen uit, toen hij dit hoorde; al zijne deftigheid verdween, en hij snikte als een kind: //Het is mijn schuld mijn schuld!" Cornelia kon hem niet tot bedaren brengeD; toen Claude op een matras werd gelegd, en men hem voorzichtig naar het hotel bracht, scheen Espérance zich ook haar oom te herinneren, en zij ver zocht hem baar te begeleiden. Tot Cornelia's groote geruststelling, stemde de deken oogenblikkelijk hier in toe, gaf Espérance zijn arm en verwijderde zich met haar langzaam van het tooneel van het ongeluk. Het onweer was nu overgedreven en de regen had opgehouden; het was nu buiten heerlyk frisch en koel. Espérance ontwaakte dan ook uit dien half droomenden toestand, waarin zij totnogtoe had verkeerd; de smart en wanhoop begonnen nu heviger te wor den, zoodat zij al haar innerlijke krachten moest bijeenzamelen, om niet onder dat drukkende leed te bezwijken. De strijd was hevig en de deken bemerkte, dat hare ademhaling zeer snel en onregelmatig ging, zoodat hij zijne schreden vertraagde. Juist op dat oogenblik gingen zij de kathedraal voorbij; er was dien nacht geen maan te zien, maar toch staken de scherpe lijnen van den omtrek van het gebouw duidelijk af tegen den donkeren hemel. Het zien van dit forsche, grootsche, haar zoo bekende gebouw scheen Espérance nieuwe kracht te geven. Het licht van de lan taarns wierp zijne stralen op het kerkhof en bescheen de oude, witte grafsteenen; in zwarte duisternis gehuld, verhief de groote kathedraal zijn spits ten hemel, onbeweeglijk in wind en stormen, zooals zij daar reeds eeuwen had gestaan. Het was natuurlijk slechts haar verbeelding, die werkte, maar het scheen haar toe, of de oude muren de klanken van een ver verwijderd gezang weerkaatsten en onwillekeurig dacht zij hierby aan de woorden//God, Gij blijft onze toevlucht van geslacht tot geslacht." Zij had dien avond wel al haar geestkracht noodig, en ondanks haar uitputting, hield Espérance moedig stand, al de noodige be schikkingen kalm en bedaard makende, den deken troostende? Cornelia geruststellende, en al het mogelijke doende voor Claude. Evenwel, het eene uur na het andere verliep, en nog was er geen teeken van een terugkeerend leven te bespeuren; Cornelia, die voortdurend bij de deur van zijne kamer kwam, om naar zijn? toestand te hooren, wist, dat de geneesheeren het ergste vreesden Eerst tegen vijf uur des morgens zag zij Espérance weer; zij kwam uit de kamer met een bleek, vermoeid gelaat, om frisch water voor de warme kruiken te laten halen; zij zou dadelijk teruggekeerd zijn, wanneer Cornelia haar niet had aangehouden. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2