aardsclie werking of gisting. Het is hier
een rare vulkanische rommel! Ofschoon
het midden in den regentijd is (13
Maart), hebben wij het tegenwoordig
amoorheet en dan weer plotseling verra
derlijke windvlagen, waardoor iedereen
kou vat. Gelukkig behoort de kinkhoest
nu weer tot het verledene, die heeft om
Nieuwjaar het grootste deel der kinder
wereld hier aangetast, en rouw gebracht
in vele families, vooral onder de in
landers.
Uit Amsterdam wordt ge
meld: Het comité van voorbereiding voor
de stichting van een Stadsschouwburg
bericht, dat de inschrijvingen op de geld-
leening het vereischte bedrag op verre
na niet hebben bereikt.
Het Comité zou dan ook zijne taak
als geëindigd beschouwen, ware het niet
overtuigd dat velen den voorloopigen
uitslag hebben afgewacht om zoo noodig
van hunne belangstelling in den herbouw
van den Stads-Schouwburg te doen bly-
ken, door alsnog krachtig mede te
werken.
Het comité stelt daarom de in
schrijving opnieuw open op Maandag
19 Mei van 10—4 uur in het gebouw
der Maatschappij tot nut van 't algemeen
terwijl tot dien datum ook inschrijvingen
worden aangenomen ten kantore van den
secretaris, Keizersgracht 528.
Ten einde elk misverstand te voor
komen, verklaart het comité uitdrukkelijk
dat slechts bij plaatsing der geheele
900,000 het voorgestelde doel kan wor
den bereikt.
De Raad van Nieuwe r-A ra
stel heeft besloten tot uitbreiding van
de begraafplaats Zorgvliedwelke uit
breiding ongeveer f 40.000 zal kosten.
Een voerstel van B. en W. tot het ge
ven van vergunning aan T. Sanders te
Amsterdam voor den aanleg en de ex
ploitatie van tramlijnen in de gemeente
(Dubbele Buurt—Amstelveen), werd
genomen.
Door bestuurderen van hot
genootschap Liefdadigheid naar Ver
mogen7' te Amsterdam, is tot hunne stad-
genooten eene oproeping gericht, om op
den wLiefdadigheidsdag", op Hemelvaarts
dag gesteld, het genootschap met hunne
giften te steunen. Zij wijzen er op, dat
500 gezinnen wop hulp wachten terwijl
er geen geld voor is".
De kattententoonstelling
te Amsterdam werd door 3000 betalende
personen bezocht.
Een r i e t dekker uit Diemen
viel, terwijl hij Zaterdag te Amsterdam
in „Natura Artis Magistra" bezig was
ziju beroep uit te oefenen, door het bre
ken van een sport der ladder bij het af
klimmen op den grotid en was oogen-
blikkelijk een lijk.
In Watergraafsmeer is Vrij
dag, bij het schoonmaken van den koa
stal van den veehouder A. v. d. B., de
werkman T. V. van eene ladder geval
len. Reeds den volgenden dag is hij aan
de gevolgen overleden.
Men n eldt uit Koog a/d
Zaan: Bij de comm., die zich na de
ramp van 8 April jl. heeft gevormd, om
gelden in te zamelen voor de nagelaten
betrekkingen, is ingekomen ruim ƒ3600,
welke som waarschijnlijk nog met pl. m,
ƒ400 zal vermeerderd worden. De comm.
heeft uit haar midden een bestuur gekozen,
bestaande uit de heeren J, J. v. Hille,
te Zaandam, P. S. Bakels te Koog a/d
Zaan en J. J. Honing te Zaandijk, aan
wie het beheer der gelden en het ver
strekken van onderstand aan de achter
gebleven weduwen is opgedragen. Voor
onderstand komen in aanmerkineene
weduwe met 10 kinderen te Zaandam,
eene weduwe met 6 kinderen te Zaandijk
en eene weduwe, zonder kinderen, te
Koog aan de Zaan. Tevens besloot de
commissie haar ledontal nog met één te
vermeerderen: een lid van de sub-com
missie van werklieden te Zaandam zal
er aan worden toegevoegd.
Zaterdagavond vielte Hoorn
iemand te water op het Monnikenveld.
Met veel moeite werd de drenkeling
nog levend opgehaald en thuis gebracht,
doch hij is dienzelfden nacht bezweken.
Misbruik van sterken drank was oor
zaak van het ongeval.
Bij het onweder van 11. Vrij-
dag is ten huize van den tolbaas aan
den Hoornschen Weg, gemeente Hof
vnn Delftde bliksem in den zijmuur
geslagen, door de kamer heengegaan, al
waar eene klok beschadigd werd, en
heeft vervolgens een uitweg naar den
zolder genomen, waar nog eene schil
derij werd beschadigd. De tolbaas, die
dicht onder de klok zat, kwam met den
schrik vrij, hoewel hij eerst eonige ver
lamming in zijnen arm gevoelde en niet
wist, wat er gebeurde. Een begin van
brand werd terstond gebluseht.
Zondagvoormiddag zijn per
Holl. spoor te Rotterdam gevankelijk
aangebracht en naar de gevangenis ver
voerd de twee personen, die in den
nacht van Vrijdag op Zaterdag jl.
braak pleegden bij de heeren Zoetmul
der en Co. aan de We3tvest te Schie
dam.
Een der beide personen heeft reeds
nagenoeg 40 jaren van zijn leven in het
tuchthuis doorgebracht.
Zaterdagavond is nabij Bre
da, ter hoogte van het Liesbosch, eene
vrouw door den van Rozendaal komen
den trein overreden en verpletterd. Zoo
dra de naar Rozendaal gaande trein
voorbij was, liep zy onder den boom door,
onbewust, dat er tegelijk een trein uit
eene andere richting aankwam. Hoe wal
er dadelijk gestopt werd, was het reeds
te laat.
Te Vli8singen is Maandag
in de Aagje-Dekenstraat eene jonge
vaars op hoi geraakt, die zijnen gelei
der ontsnapt was. Eene 30jarige boerin,
met haren man van Rithem komende,
trachtte de vaars tegen te houdende
vrouw werd door het dier tegen het
trottoir geslingerd en ernstig verwond
aan het hoofd; twee uren later is zij aaa
de gevolgen overleden. De ongelukkige
laat 5 kinderen achter, van welke het
jongste 2 maanden oud is.
Vr ij dagmorgen werd gevan
kelijk uit Dokkum naar Leeuwarden
overgebracht eene lSjarige dienstbode
beschuldigd van diefstal. Zij had zich
van den sleutel der toonbanklade weten
meester te maken en zich daaruit van
tijd tot tijd vrij aanzienlijke sommen
toegeëigend. Verregaande pronkzucht
had haar tot die misdaad gebracht.
vissch^n leverde eene matige vangst, de
geep gold 11 a 15 per tal.
KOLOMN.
(Uit bataviasche bladen van 8 en
April en de Deli Ct. tot den 12en.)
Rechtszaken.
De bleeker F. te Kortenhoef, die on
langs door de ambtenaren der belasting
te Hilversum werd bekeurd wegens het
heimelijk vervaardigen van zeep, be
staande in de menging van oleïne met
zoogenaamde caustieke soda, is door de
rechtbank veroordeeld tot eene boete van
ƒ400 of hechtenis van 30 dagen, terwijl
bovendien verbeurdverklaring is uitge
sproken van ue gevonden zeep, werk
tuigen en grondstoffen.
visserij.
Enkhuizen, 11 Mei. Gisteren werd
alhier door 130 vaartuigen van 3000 tot
25.000 stuks netjes-ansjovis aangevoerd;
van de kuilvisscherij kwamen binnen 62
span schuiten, welke van 18000 tot
120.000 stuks ansjovis per span (2
schuiten) aanbrachtendoor zouters wordt
ƒ4 per 1000 stuks betaald. Gedurende
de afgeloopen week werd gemiddeld
ƒ350 per schuit besomd.
11 Mei. Door trekkers werden
gisterenavond nog 200.000 stuks ansjovis
aangevoerd, die tegen 3.50 a 3.80 per
duizend werden afgeslagen.
T e 8 s e 1, 11 Mei. De rogvangst bin
nengaats leverde in de afgeloopen week
eene matige vangst op. Naar België
werden 38 manden rog verzonden en de
rest elders ter markt gebracht. De prijs
was 50 a 65 ct. per stuk. De Noord
zee visschers besomden van 75 tot 200
BATAVIA, 9 April.
In den morgen van den 2en April is
het middelste gedeelte van het dak der
roomsch-katholieke kerk cp het Water-
looplein te Batavia ingevallen. Reeds had
men hst ongeval zien aankomen en ge
tracht het door stutten te voorkomen,
maar het mocht niet baten. Niemand is
door de neervallende balken en spanten
getroffen, maar deze hebben in het kerk
gebouw veel vernield, o. a. een deel van
het orgel. Het altaar is onbeschadigd
gebleven.
Aan een schrijven uit Madioen ont-
leeaen wij, dat in die residentie de rij3t
zeer duur is, tengevolge waarvan de be
volking zich met aardvruchten moet ver
genoegen.
Uit Djokja meldt de Mataram:
Naar wij uit goede bron vernemen,
heeft Z. H. de Sultan op zich genomen
aan den wagenverhuurder den heer L.
M. het kostende van het onlangs door
zijne wat te ijverige dienaren doodge
stoken paard te vergoeden.
In het Soer. Rbld. leest men:
Door een nauwgezet onderzoek, zonder
dat de betrokkenen er iets van te weten
zijn kunnen komen, is men te Batavia
er achtergekomen in welke affaires de
aan de staatsruif gevoederden zoo wat
zitten. Onder hen worden gevonden
karrenverhuurders, melkleveranciers, geld-
uitzelters, schoenmakers, kleermakers, aan
nemers van militaire kleedingstukken, le
veranciers van diverse benoodigdheden
voor de mariïie, logementhouders, paar-
dendresseurs en verkoopers, slachters, to
kohouders, handelaars in juweelen en
goudwerken, kippeufokkers en leveran
ciers, restauratie-houders, banketverkoo-
pers, makelaars, verkoopers van optische
en medische instrumenten, opiumslijters
en opiumsmokkelaars.
Wij ontleenen het volgende aan
hei verslag over het jaar 1889 van de
spaarbank voor inlanders te Modjowarno.
Goedgekeurd bij goevernements be
sluit dd. 2 November 1888, werd deze
gelegenheid tot sparen opengesteld den
l8ten Januari 1889. Achtereenvolgens
werd in den loop van het verslagjaar
door 51 personen ingelegd tot een be
drag van 4898.15.
Teruggenomen totaal 200. Aan rente,
berekend ad 1/3 °/o per maand, werd te
goed gedaan 91.70 en ingevolge art.
14 bestemd om te dienen als reservefonds
het surplus der gekweekte rente ad ƒ29.35.
Onder de inleggers behooren enkelen
tot de categorie der welgesteldende
meerderheid wordt gevormd door inland-
sche ambtenaren en personeel bij parti
culieren ia dienst, ook een enkele dag-
looner of kleine landbouwer komt in de
boeken voor.
De meeste inleggers behooren in de
afdeeling Djombang of Modjokerto thuis,
een tiental in de residentie Pasocroean
een in de residentie Kediri en een in d©
residentie Solo.
Drie personen legden in tot een be
langrijk bedrag, een groot aantal tusschen
ƒ12 en 100, en enkelen beneden 10,
Het bestuur acht deze uitkomst bevre
digend, in aanmerking genomen de nieuw
heid dezer instelling en het begrijpalyke
wantrouwen in eene wijze van sparen
zoo geheel afwijkende van de steeds ge
volgde (holle stijlen, begraven en derge
lijke) en de betrekkelijke afgelegenheid
van Modjowarno.
Het bestuur meent een beroep te mo
gen doen op de welwillende medewer
king van allen, inzonderheid van heeren
ambtenaren en industrieeien, voor zoover
zij in de gelegenheid zijn hunne inland-
sche kennissen en personeel op deze in
stelling opmerkzaam te maken.
Uit Deli schrijft iemand die eene
werd door Battakers van het Toba-meer
en van plan was de kampong Kebon
Djahe, waar de reizigers zich ophielden,
af te loopen. De bewoners van die en
andere kampongs dreven hen echter te
rug met achterlating van 4 dooden, on
der welke het hoofd Fanglima Mohamad
en zyn jongere broeder zich bevonden.
Buitendien maakten zij het paard buit
van dat hoofd, een beaumont-ge weer met
patronen, wat zilveren sieraden en eene
mooie europeesche reistaseh.
In de Deli-Courant vindt men een uit
voerig verhaal van deze voetreis.
Door de regeering zijn de gelden
toegestaan voor het boren van artesische
putten op verschillende plaatsen in de
residentie Oostkust van Sumatra, o.a. in
Serdang, Asahan en Bengkalis. Te Me-
dan is nog niets bepaald omtrent het
voortzetten van de boring door de Deli
Mij. begonnen. Er is sprake van koste-
looze overdracht aan de regeering, indien
deze genegen mocht zijn de boring te
vervolgen tot eene zekere diepte boven
300 M., waarop het werk gestaakt is.
Bij het gebrek aan goed drinkwater in
verschillende huizen te Medaa is eene
verbetering hoogst wenschelijk.
Naar wij vernemen, heett de raad
van justitie te Batavia rechtsingang met
bevel van gevangenhouding verleend te
gen S. J. Koopmans van Boekeren, zich
ook genoemd hebbende W. D. Hoekema,
oud 38 jaar, geb. te Lemmer (Friesland),
laatstelijk zonder beroep en gewoond heb
bende te Semarang, thans gedetineerde
in 's lands gevangenis te Weltevreden.
Genoemde verdachte wordt beschuldigd
dat hij met eene pet met zilveren passe
ment op het hoofd, in gezelschap van den
Chinees Lim Liang Ho alias Baba Sama-
rang, op Zaterdag don 30 Maart 1889
omstreeks middernacht den handelaar
Haeji Tahir, die tijdelijk ten huize van
den inlander Dian in de kampong Tji-
walen to Garoet verblijf hield, heeft op
gezocht met het oogmerk om hem op te
lichten, en aan dat oogmerk ook gevolg
heeft gegeven.
Trouw-, Geboorte- en Doodberichten.
(Uit de indische bladen van 9 April.)
GEBOORTEN: B. P. A. Visman-
Huizer z. Olehleh. - W. van der Sprong
Akerbeek d. Air. Cornells. - C. C. van
Hecking ColenbranderPeltzer d. Ba
tavia.
OVERLEDEN: Joh. Rijlart—Fas-
8ijn, Batavia. - G. J. Bos, Batavia.
F. J. H. Boerenbeker 10 m. Batavia. -
J. KalYoung 52 j. Batavia. - Echt-
genoote van Tjio Tjeng Soey 73 j. Bui
tenzorg. - E. J. C. Beddingjkv. Van
der Goes 23 j. Mr. Cornelia.
koloniale kredieten schijnt, na de wel
willende houding waarmede de rede is
aangehoord, verzekerd.
Aan de Standard wordt uit Constan-
tinopel gemeld, dat de turksche gezant
te Londen verscheidene samenkomsten
met lord Salisbury heeft gehad. De
laatste verklaarde zich geneigd tot
nieuwe onderhandelingen om tot de
ontruiming te geraken, mits Tur
kije Engeland's recht tot interventie,
zoo die na de ontruiming noodig mocht
wezen, erkenne en mits de Porte de
verplichting op zich neemt om de door
Engeland gemaakte regelingen niet te
storen. Tegen die voorwaarden oppert
Turkije geen bezwaar, zoodat er eerst
daags onderhandelingen met Rustem-
paeha of met een buitengewonea gevol
machtigde te Londen over een nieuw
tractaat verwacht kunnen worden.
Gelijk men zich herinnert, was de heer
W. O'Brien in hooger beroep gekomen
van de uitspraak der jury te Manchester
inzake zijn geding tegen lord Salisbury.
De heer O'Brien had den minister voor
de rechtbank gedaagd wegens eene uit
drukking in zijne rede te Watford, waarin
lord Salisbury, den heer O'Brien beschul
digd had, boycotting dat tot moord kon
leiden en geleid had, aan te bevelen.
Deze uitlegging werd althans door de
jury aan lord Salisbury's woorden ge
geven, maar O'Brien beweert, dat de
premier hem van onmiddellijke aanspo
ring tot moord en plundering had be
schuldigd.
Het hof van appèl te Londen bekrach
tigde de uitspraak der manekester jury
veroordeelde den heer O'Brien tot
betaling der kosten.
Aan de Times wordt uit Durban ge
seind dat de president van den Oranje-
Vrijstaat eenige wijzigingen in de grond
wet voorstelt, waaronder de toekenning van
het veto-recht aan den president der repu
bliek ten aanzien van met geringe meer
derheid van stemmen aangenomen wets
ontwerpen.
De wetgevende Raad van Natal heeft
de met den Oranje-Vrijstaat gesloten
spoorweg-conventie bekrachtigd.
per schuit. De garnalenvisschers brachten achtdaagsche voetreis in de onaf hauke-
79 manden garnalen aan voor de koke-j lijke Battaklanden heeft gemaakt, dat hy
rijen en ontvingen ƒ4 a 5 per mand. en zijue medereizigers bijna waren slaags
De verzending der garnalen had plaats j geraakt met eene bende stroopende Atje-
naar Londen, Huil en Parijs. Het geep- hers van ongeveer 50 man, die versterkt
puüïfEk overzicht.
De rede van den duitschen rijkskanse
lier Von Caprivi over de koloniale po
litiek was van veel minder beteekenis
dan de voorafgegane van den staats
secretaris MarsGhall, die vooral op de
vriendschappelijke overeenstemming met
Engeland nadruk legde. Wat in Caprivi's
rede meeat de aandacht trok, waren zijne
koele en terughoudende woorden over
de in den jongsten tijd in duitschland
weder meer op den voorgrond tredende
dwepers met koloniën, die na Bismarcks
aftreden groote dingen hopen, dewijl het
bekend is dat de keizer veel mei kolo
niën opheeft. Daarom maakte Caprivi's
droge opmerking, dat hij het nut der
tegenwoordige duitsche koloniën voor
namelijk daarin zag, dat de marine er
geschikte kolenstations zou vinden, een
bizondoren indrnk. Zijne spotachtige ge-
zogden over „Kolonial-Sehwaermer" die
eene atlas voor zich nemen en half
Afrika daarop met blauwe verf kleuren",
vonden veel bijval aan den linkerkant.
Rechts daarentegen verheugde men zich
over eenige scherpe woorden tegen de
principieele tegenstanders van koloniën.
Na de Maandag door den rijkskanse
lier gehouden rede is het niet waarschijn
lijk meer dat hij in den rijksdag, zooals
hij in het pruisische Huis van afgevaar
digden gedaan heeft, eene soort van
Wetgevende Macht.
De comm. van rapp. voor het wets
ontwerp nopens de afschaffing van ka-
nnalreehten op het Noordzeekanaal heeft
naar aanleiding van de overlegging der
retributien, die van de scheepvaart in
eenige belangrijke havens van Europa
worden geheven, den wensch kenbaar
gemaakt, dat nog vóór de openbare be
handeling van het wetsontwerp een staat
van vergelijking aan de Kamer werd
overgelegd. Yerder stelt zij alsnog prij3
op eene beantwoording der vraag hoe
de regeering tegenover provinciën, ge
meenten en andere belanghebbenden dacht
te handelen, wanneer eventueel werd over
gegaan tot afschaffing van alle heffingen,
die alsnog op rijkswegen en vaarten ge
schieden.
Vaststelling van bepalingen betreffende
s ryks waterstaatswerken.
Art. 1 van bovengenoemd wetsont
werp is door de Regoering als volgt ge
wijzigd
//Door ons worden voorzoo veel daarin
niet door of krachtens bizondere wetten
voorzien, bij algemeenen maatregel
van bestuur voorgesteld door straffen te
handhaven bepalingen, betreffende
lo. het met vaartuigen, vlotten of
andere voorwerpen gebruik maken van
openbare wateren, onder beheer van het
Rijk, waaronder in deze wet mede ver
staan worden de territoriale wateren
2o. het gebruik maken van kribben,
dammen, steigers, veorponteu, veerbooten,
duikers, dukdalven, rimming werken en
andere werken in, over of onder de sub.
lo. vermelde waterenalsmede van
sluizen en bruggen, alles voor zoover
die werken zijn waterstaatswerken onder
boheer van het Rijk; 3o. het gebruik
maken van de zeestranden, zeekeerende
duinen en andere zeeweringen en van
kaden, losplaatsen, meerpalen, dijken,
bermen, glooiingen, wallen en oevers,
onder beheer van het Rijk4o. het maken
programma-rede over zijne algemeene
politiek zal houden. De aanneming d«r van werken tot het afleiden van water
z/Ik moet naar hem toe; steun mij, als 'tu blieft, Cornelia," en
zy strekte haar arm met moeite uit, om door haar geleid te
worden.
Cornelia had hiertegen echter groote bezwaren; zij durfde haar
niet naar het tooneel van het ongeluk brengen; het zou, meende
zij, voorzichtiger gehandeld zijn, wanneer Claude in de buitenlucht
werd gebracht. De heer White en een van de bedienden tilden
hem op en brachten hem weg.
Espérance was zeer koud en uitgeput, maar toen zij haar echt
genoot zag, scheen zij weer te herleven, hoewel dat ontwaken
vreeselijk was. Zij trok haar mantel uit en spreidde dien op den
grond, toen wees zij hen, waar zij hem moesten neerleggen; zij
steunde zijn hoofd, en wischte zijn gelaat met haar zakdoek af.
De anderen sloegen dit tooneel met weemoed gade; zij hadden
nauwelijks meer hoop. Cornelia zag zelfs met angst de komst van
den geneesheer tegemoet; voorzeker meende zij, dat zijne woorden
Espérance's hoop den bodem zouden inslaan.
Claude's doodskleur en ijskoud gelaat misleidden hen echter, de
geneesheer stelde hen allen gerust; hij leefde nog, maar tenge
volge van een hersenschudding had hij het bewustzijn verloren.
De deken, die totdusverre nog niet in staat was geweest een woord
uit te brengen, barstte in tranen uit, toen hij dit hoorde; al zijne
deftigheid verdween, en hij snikte als een kind: //Het is mijn
schuld mijn schuld!"
Cornelia kon hem niet tot bedaren brengeD; toen Claude op een
matras werd gelegd, en men hem voorzichtig naar het hotel bracht,
scheen Espérance zich ook haar oom te herinneren, en zij ver
zocht hem baar te begeleiden. Tot Cornelia's groote geruststelling,
stemde de deken oogenblikkelijk hier in toe, gaf Espérance zijn
arm en verwijderde zich met haar langzaam van het tooneel van
het ongeluk.
Het onweer was nu overgedreven en de regen had opgehouden;
het was nu buiten heerlyk frisch en koel. Espérance ontwaakte
dan ook uit dien half droomenden toestand, waarin zij totnogtoe
had verkeerd; de smart en wanhoop begonnen nu heviger te wor
den, zoodat zij al haar innerlijke krachten moest bijeenzamelen,
om niet onder dat drukkende leed te bezwijken. De strijd was
hevig en de deken bemerkte, dat hare ademhaling zeer snel en
onregelmatig ging, zoodat hij zijne schreden vertraagde. Juist op
dat oogenblik gingen zij de kathedraal voorbij; er was dien nacht
geen maan te zien, maar toch staken de scherpe lijnen van den
omtrek van het gebouw duidelijk af tegen den donkeren hemel.
Het zien van dit forsche, grootsche, haar zoo bekende gebouw
scheen Espérance nieuwe kracht te geven. Het licht van de lan
taarns wierp zijne stralen op het kerkhof en bescheen de oude,
witte grafsteenen; in zwarte duisternis gehuld, verhief de groote
kathedraal zijn spits ten hemel, onbeweeglijk in wind en stormen, zooals
zij daar reeds eeuwen had gestaan. Het was natuurlijk slechts haar
verbeelding, die werkte, maar het scheen haar toe, of de oude
muren de klanken van een ver verwijderd gezang weerkaatsten
en onwillekeurig dacht zij hierby aan de woorden//God, Gij blijft
onze toevlucht van geslacht tot geslacht."
Zij had dien avond wel al haar geestkracht noodig, en ondanks
haar uitputting, hield Espérance moedig stand, al de noodige be
schikkingen kalm en bedaard makende, den deken troostende?
Cornelia geruststellende, en al het mogelijke doende voor Claude.
Evenwel, het eene uur na het andere verliep, en nog was er geen
teeken van een terugkeerend leven te bespeuren; Cornelia, die
voortdurend bij de deur van zijne kamer kwam, om naar zijn?
toestand te hooren, wist, dat de geneesheeren het ergste vreesden
Eerst tegen vijf uur des morgens zag zij Espérance weer; zij
kwam uit de kamer met een bleek, vermoeid gelaat, om frisch
water voor de warme kruiken te laten halen; zij zou dadelijk
teruggekeerd zijn, wanneer Cornelia haar niet had aangehouden.
Wordt vervolgd.)