NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Zaterdag 31 Mei 1890, De Familie Causson. 7> Jaargang". No- 2118. DAGBLAD ABOHSEHENTSPKIJS: Yoor Ba&rlem per S mannden1.30. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0.05. Dit bifid verschijnt degelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Korean: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. ^'c0efooHfewwi»eir ïSïS. ADVERTENTIE!: van 15 regel* 50 Cents; iedere regel meer 10 eents Groots letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen ea Advertenfciësn worden aangeKomo© door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en cour&nfciers» Directeuren-Uitgevers; J, C. PEERBBOOM ©n J. B. AVIS. Hoofdagenten voor hst Buitenland; Compagnie Générale de Ptièlicüé Ftrangère G. L. BA ÜBM ér Co., JOBN F. JON BS, Snee., Farqs olbit Faubourg Montwar tre w, In ons volgend num mer zal het eerste ge deelte verschijnen van een artikel inzake het incident- Huet. STADSNIEUWS- Haarlem, 30 Mei 1890. Het adres van den Gemeenteraad be treffende de plaatsing van het Kurhuis den Hout, ligt voor winkeliers en neringdoenden, die nog niet mochten hebben geteekend, ter teekeniug bij den heer W. H. Voet, sigarenhandelaar, Kruisstraat 39. Voor het litterariseh mathematisch examen te Leiden, is o. a. geslaagd de heer A. G. Brongersma alhier. De Postduiven-Vereeniging ,/de Snol- vlieger" alhier, zal a. s. Zondag 1 Juni eea wedvlucht houden van Luxemburg met oude duivon (voorstation) voor de te houden bondswedvlucht Metz, op den 15en Juni. Bij deze wedvlucht zal met den con- sfcateur automatique, vervaardigd door den heer P. v. Puiten Jr., een proef genomen worden. Voor deze vlucht is door Z.Exe. den Min. van Oorlog be schikbaar gesteld 1 zilveren, 1 bronzen medaille en diploma's, welke worden ge voegd bij de zes kasprijzen, die door de Vereeniging zullen uitgeloofd worden. Door den heer P. Kleiweg Dyserinck werd Donderdagavond Lij ondershand- sche inschrijving aanbesteed de bouw van een nieuw Armenhuis op het Groot Hei ligland, voor rakening van de Vereenigde Doopsgezinde gemeente alhier. Aannemer werd de firma Martens en Zoon. Naar wy vernemen zullen bij dit werk, voor het eerst hier ter stede, de werklieden tegen ongelukken worden verzekerd by z/de Eerste Nederlandscha Verzekering- maatschappij", vertegenwoordigd door den heer P. van Brederodo alhier. Men leest in de Schoolwereld het vol gende Al te Jcarig Men bericht ons, dat door het gemeentebestuur van Haarlem aan de sollicitanten naar de betrekking van hoofd der school de stukken on- gefrankeerd zyn teruggezonden. Haarlem zal denkenBeter ieder wat, dan ik alles! als er 150 sollicitanten zijn, scheelt dat pl. m. 3 ryksdaalders. En rekent men bij dit drietal nog, wat men uit wint door geen reis- en verblyf kosten te betalen, geen deskundigen, geen pa pier, inkt en pofclooden, pennen, gome lastiek enz., alsmede, dat de gemeente- linialen, stoelen, borden, banken niet slijten door het gebruik dan kan men op zijne vingers natellen,; hoezeer de1 hoofdplaats van N.-H. in haar knollen tuin moet zijn met do zegeningen der Dieuwste wet! En driewerf bravo, voor zulk een begin, dat alleen een daalder waard is! De firma Ferwerda en Tieman, wijn handelaren, komt thans het publiek weder verrassen met een reclame, die even als hare overige bewijst, dat zij de kunst om van zich te doen ©preken, verstaat. Be halve een keurïgen reiswijzer in zacht bronzen omslag met vergulde letters, zendt zij daarbij rond een photo-litho- graphisehe verkleining naar de gravure van G. Röhling: ,/Wer nicht iiebt Wein, Weib und Gesang.") //Bleibt ein Narr sein Leben lang." De uitvoering daarvan mag keurig worden geheeten. Op bijgevoegde prijs couranten vindt men alles wat de be langhebbende noodig heeft en ten over vloede nog een recept voor Mei-wijn, waarvoor de ingrediënten mede bij de firma verkrijgbaar zijn. VERSLAG VAN HET Maseurn van Kunstnijverlieid op het Paviljoen, TE HAARLEM, over het jaar 18 89'9 0, {Slot.) Bij het verslag is gevoegd dat van de aan het Museum verbonden Teeken- school voor Kunstnijverheid, over het studiejaar 1889'90. Het luidt als volgt: Bij het uitbrengen van dit verslag verheugt het ons te mogen opmerken, dat de school meer en meer aan hare bestemming gaat beantwoorden. De uitbreiding, die in den laatsten tijd op het prastiscli gebied aan het on derwijs gegeven is, zal onze school naast het Museum van Kunstnijverheid en als uitvloeisel daarvan meer met het karak ter dier inrichting in overeenstemming brengen. Wij willen er echter nogmaals de aan dacht op vestigen dat onze plannen niet verder gaan dan onze krachten toelaten. Geen volmaakte werklieden worden op onze school gekweektdit laten wy aan de praktijk over, slechts trachten wij voor de werkplaats goed onderlegde jongelieden te vormen, die de patroons al dadelijk goede diensten kunnen bewijzen en, voort bouwende op de grondslagen eener ge zonde ?n eenvoudige opvatting, zich op degelijke wijze verder kunnen ontwik kelen. Het teekenonderricht voor degenen, dia zich niet uitsluitend aan de kunst nijverheid wensclien te wijden, wordt daardoor uiet beperkt. De teeken-, boet seer- en schilderleasen der dagklassen, waarvan vooral door de dames veel ge bruik wordt gemaakt, blijven voortdurend onze aandacht bezighouden; ook hier is aanmerkelijke vooruitgang waar te ne men. Voor den avondcursus zijn wy echter thans verpiicht het onderwijs aanzienlijk in te krimpen. Het voorstel, in vorige jaren door de commissie aan Burgemeester en Wethou ders der gemeente Haarlem gedaan, om bij do reorganisatie van het onderwijs aan de Burgeravondschool, door onze school in het teekenonderwijs te laten voorzien, word van de hand gewezen. Reeds gedurende vele jaren werd onze avondcursus bezocht door tal van leer lingen, smeden, timmexlieden, metselaars, loodgieters enz., die des daags in het ambacht werkzaam waren en bij ons het voor hun vak noodige teekenonderricht ontvingen, waartoe tot voor koor korten tijd in Haarlem geen goede gelogenheid ecneen te bestaan. Aan deze afdeeling, arabacktsteoken- onderwijs, werd veel zorg besteed; door de jaarlijks opgedane ondervinding van directeur en leeraren werden veel verbe teringen aangebracht en durven wij ons vleien met goed gevolg werkzaam te zijn geweest. Niettegenstaande echter aan het elementair ambaahtsonderwijs onze beste krachten werden gewijd, doorliepen nauwelijks lOpet. der leerlingen den vierjarigen cursus; op enkele uitzonde ringen na verlieten zij de school in het tweede en derde studiejaar, juist wan neer zij geschikt werden op het gebied van het kunstambacht hunne studiën te beginnen. Daarbij waren de uitgaven voor deze klassan aanzienlijk en vorder den de grootste financieele opofferingen, terwijl de toevloed van leerlingen voor den dagcuraus grooter werd en het on derwijs voor deze leerlingen dringend uitbreiding eischte. In aanmerking nemende dat elke leer ling der avondklasse per jaar plm. ƒ40 kost (terwijl slechts ƒ10 aan schoolgeld wordt ontvangen) en dat thans het op de Burgeravondschool gegeven onderwijs ia de behoefte voorziet, hebben wy ge meend deze klasse te moeten inkrimpen, teneinde de noodige gelden uit te zuini gen, die dan aan het onderwijs der dag klasse konden besteed worden. Het onderwijs voor den avondcursus zal dus in het vervolg omvatten: 1. Het teekenen van vlakornament. 2. h v draadfiguren, blok- modellen en stille 3. 4. vens. ornamenten, mas kers, koppen en fi guren naar pleister. voor kunstindustrieele doeleinden, voor meubelmakers, beeld houwers, decoratieschilders, bewerkers van edele en onedele metalen en andere kunstambachten. 5. Het boetseeren. 6. Projectieleer on perspectief. 7. Stijl en ornamentleer. In denzelfden geest als dit in het be staand programma ia omschreven. Om tot den avondcursus te worden toegelaten zal een examen worden afge nomen, waarbij aansluiting aan de Burgeravondschool in het oog wordt ge houden. Door dezen maatregel zal het onder wijzend personeel eenige verandering ondergaan; de heeren Klinkhamer en Droste zijn bij het einde van den avond cursus afgetreden, omdat hun werkkring was geëindigd en wordt het onderwijs voor het vervolg toevertrouwd aan de heeren Grabijn, Kuijper, Crop en Sermon. Wij willen niet nalaten hier onze bi- zondere waardeering uit te spreken voor de heeren Klinkhamer en Droste; de toewijding en ijver waarmede zy gedu rende vele jaren hunne taak aan onze school hebben vervuld, geeft hun recht op onze dankbaarheid. De avondcursus werd bezocht door 41 leerlingen, van welke 6 tussehentijds de school verlieten, benevens 23 leerlingen van den dagcursus. Over de dagklasse, waarbij voortdu rende vooruitgang is waar te nomen, het volgende De schilder- en teekencursus voor dames wordt steeds druk bezocht. De hiertoe beschikbaar gestelde lokaliteit zal derhalve weldra ontoereikend worden en wij hopen dat door do Regeerïng ons voorstel om in nog eenige andere lokalen bovenlicht aan te brengen, zal worden aangenomen. De meeste lokalen ontvangen thans hunne verlichting van de West- en Zuidzijden, waardoor het teekenen en sehilderen, nu do dagklasse zoo ruim bezet is, zeor wordt bemoeilijkt. Dan zal het echter mogelijk worden de leerlingen in twee lokalen in to dee- len, een voor de afdeeling der eerstbe- ginnenden, het andere voor de meerge vorderden. Voor de laatsten vooral is eene afzon derlijke lokaliteit zeer gewenacht; de omgeving is rustiger en daardoor voor studie beter geschikt, terwijl ook de mo dellen, hetzy voor stillevens of voor het teekenen naar het levend model, die grootendeels door de leerlingen zeiven bekostigd worden, bij meerdere ruimte beter gesteld kunnen worden. Met nadruk wijzen wij er op dat de damesleerlingen, wanneer het jaargetijde zulks toelaat, zeer dikwijls hare studiën in de open lucht maken. Schetsen, tee kenen en schilderen in de vrije natuur is de nuttigste studie waarbij het vroeger geleerde in toepassing kan worden ge bracht en zij uiting aan haar zelfstandig kunstgevoel kunnen geven. Wij wenschen haar daarom zooveel mogelijk vrij te laten in de keuzo barer richting en stel len het zeer op prijs dat de heer Gra bijn, onder wiens) toezicht de dames reeds vele vorderingen hebben gemaakt, met zooveel takt de studiën der meer gevorderden weet te leiden. Tengevolge van de benoeming van mej. van der Kaay aan de industrieschool voor meisjes te Rotterdam, heeit deze eervol ontslag uit hare betrekking aan gevraagd en is de kunstnaaldwerkklasse gekomen onder leiding van mej. M. E. Mohrmann. Ook in deze klasse wordt met veel ijver gewerkt; ééne der dames, mej. Pleyte, legde met goed gevolg te 's Hage het examen voor fraaie handwerken af, terwijl op aanvrage van mej. J. T. Cre- rner door mej. Arnoldy een zeer fraai vuurscherm, japansch borduurwerk, werd vervaardigd. Wij hopen dat aan de leerlingen dezer klasse nog dikwijls dergelijke bestellin gen zullen worden opgedragen, waardoor zij niet alleen bewijzen kunnen leveren van verkregen bekwaamheid, doch deze tevens met vrucht kunnen toepassen. Tot onderwyzer voor de lagere klas sen van den dagcursus, mannelijke leer lingen, werd sedert Mei 1889 aangesteld de heer M. D. Crop, die in vorige jaren reeds bij den avondcursus en Woensdag en Zaterdagcursu3 werkzaam was en zijne moeielijke taak met veel ijver is be gonnen. Het ornamentteekenen der tweede klasse en d© graveerklasse op hout en metaal zijn onder het bizonder toezicht van den heer J. Kuijper geplaatst; de laatste heeft dit jaar weder goede resul taten opgeleverd. Gehoor gevende aan de nuttige wen ken van den raad van bestuur werden onderhandelingen aangeknoopt en advie zen gevraagd: betreffende de metaalgra vure aan de heeren Begeer te Utrecht, Hoeker Zn. en Bonebakker Zn. te Amsterdam en Van Kempen te Voor- sehotenbetreffende de houtgravure aan de heeren Tetterode te Amsterdam, de firma Joh. Ensehedé Zn. en A. Borck, xylograaf te Haarlem. De goede resultaten hiervan znllen dan ook niet uitblijven; niet alleen zijn be sprekingen met de fabrikanten door de daaruit voortvloeiende nuttige wenken ivoor de school van het grootste belang, F ËÜiL L Ü1 T O .JN. Naar het franschvan Adolphe Belot en Jules Bautin. 5) EERSTE GEDEELTE. HOOFDSTUK H. Ben oude kennis. Wanneer ik eens in die buurt ronddwaal, dan zal ik u eens komen opzoeken om u de hand te drukken; op een Zondag, wel te verstaan. Gij moet mij nu en dan ook eens met een bezoek vereeren. O ja, maar daar valt mij iets in! niet in den eersten tijd, want over een paar dagen ga ik voor geruimen tijd op reis, ten deele voor plezier, ten deele voor zaken. Bij mijne terug komst, nietwaar?" Deze ontmoeting oefende op mijn geest eene hoogst noodlottige uitwerking uit. Ik werd naar eene helling gedreven, waar ik mij niet kon staande houden, dan door al mijn geestkracht aan te wenden, die evenwel voor deze taak te kort schoot. HOOFDSTUK III. Be afgrond opent zich. Gedurende de volgende dagen was ik somber, lusteloos en ge melijk. Ik was zeer ontmoedigd, alle3 was mij even onverschil lig, en bij alles vroeg ik mij af: Waar is het goed voor? Ik zag Léonce niet weer; hij was nog steeds niet teruggekeerd van de langdurige reis, waarover hij mij had gesproken. Ongeveer zes maanden lang bleef hij uit, en toch meende ik nog steeds, dat hij in mijne nabijheid was, zoo sterk was de indruk, dien zijn koel© ironie op my had gemaakt. Niemand vermoedde iets van mijn toeatand. Mnheurtier had een te goed vertrouwen en was boven dien te zeer in andere bezigheden verdiept, om argwaan te krijgen. Nog steeds, evenals vroeger, nam hij mij in zyn vertrouwen en vertelde hij mij alles. Zijne mededeelingen konden mij vroeger geen belangstelling inboezemen, nu waren zij een bron van kwel ling voor mij, ik gaf mij echter altijd den schyn of ik er aan dachtig naar luisterde. Hij was vurig verliefd op Angélia Proutan, een onbeteekenende actrice van den tweeden rang, die evenwel door hem als een van den eersten rang vereerd werd. Zij bedroog hem (het is mij sedert dien tijd gebleken) voor Léonce en waarschijnlijk nog wel anderen; ik moest hem hooren spreken over de voortreffelijkheden van zijn aangebedene, over hunne kleine twisten, waarin hij altijd ongelijk had en over de noodzakelijkheid, dat hij dat arme, engelachtige wezen een doek of een halsketting van duizend gulden ten ge schenke moest geven. Hoe moest ik daarvan de noodzakelijkheid inzien? wiens brave echtgenoote nauwelijks geld genoeg bezat om te kunnen leven en hare oogen en handen pijnigde, om in één jaar honderd en vijftig francs te verdienen! Bovendien was er niet in 't minst sprake van, om mijn in komen te verhoogen; hij had geen tyd om aan zooiets te denken. Alles scheen er bovendien toe mee te werken, om mij naar den kuil te drijven, dien Léonce voor mij had gegraven. Wanneer de gang, die in verbinding stond met het kabinet van Maheurtier, open was, dan kon ik, door scherp toe te luisteren, verstaan, wat er in zijn vertrek gesproken werd. Hoeveel geheimen kwamen mij daardoor ter oore. Yan hoeveel geheime geld-operatiën tusschen hem en den graaf de la Roche- Houais droeg ik kennis, zonder dat zij het wisten! Het was zeer eenvoudig. De graaf had, naar ik meen, een nieuwtje gehoord, dat eene daling in den koers tengevolge zou hebben. Oogenblikkelijk deelde hij dit aan Maheurtier mede, die een oogenblik later van mij, op bewijs van ontvangst, allo fran- sche staatseffeeten kocht, welke ik in voorraad had, ze onmiddel lijk verkocht tegen den hoogsten koers en ze eenige dagen later na de daling weer inkocht en mij teruggaf, wat ik hem eenige dagen geleden had gegeven. De speculatie was gelukt. Er was dan meestal sprake van winsten van tien-, vijftien-, twintigduizend francs of meer of minder, die zij broederlijk onder elkaar deelden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1