NIEUWS- IN ADVERTENTIEBLAD.
11' J aur^aoff.
Woensdag 11 Jirni 1890, No. 2127.
ABVERTEIÏI11;
U)
,S will!
Vijf en twintig Cents.
S T A II S Ai 1 E II lï S.
De Familie Causson.
DAGBLAD
ABC HBBMEKISÏKUS:
Voor Haarlem per 3 maanden 1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummer»- 0,05.
Dit. blad verschijnt dagelykc, behalve op Zon- en Feestdagen,
bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. 15821.
van 15 regela 50 Cents; iedere regel meer 10 cent»
Groot» letter» naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en cour au fiere.
Dirsctsaren-Uitgevers J. C. FEEBSBOOS ea J. B. AVIS.
hoofdagrntm voor het Buitenland: Compagnie Générale de Fublicitt Btrangere O. LDAUMB Co., JOEN F. JONES, Succïariii 31Jw Faubourg Montmartre.
Wij zijn door een contract met den
Uitgever in staat onzen Geabonneerden
als Premie aan te bieden een deel van
Beets' Dichtwerken en wel de gedichten
van 18741884, tegen vergoeding van
slechts
Dit deel beslaat niet minder dan 256
bladzijden en is, op zichzelf compleet,
keurig gedrukt op good papier.
In ons Nummer voor 13 Juni e. k.,
dat Donderdagavond a.s. wordt uitgegeven,
zal een BON worden opgenomen, tegen
afgifte waarvan en betaling van 25 Cts.,
dit Premiewerk aan ons Bureau fean
worden afgehaald.
Directeuren- Uitgevers.
Haarlem, 10 Juni 1890.
Bij beschikking van 29 Mei jl. is door
B. en W. vergunning verleend tot het
oprichten van een slachterij en rookery,
in het perceel aan de Verlengde Oranje
boomslaan no. 140, kad. sectie F no. 5158.
ALGEMEENE VEREENIGING
voor
BloemMlen-Cultuur.
74ste Algem. Vergadering op Maandag
9 Juni 1890, des morgens te 12£ ure,
in de bovenzaal van de Sociëteit
u Vereeniging".
Uit de oproeping der afdeelingen bleek
dat tegenwoordig waren 12 afdeelingen.
Later verschenen de afgevaardigden
der dertiende afdeeling. De voorzitter de
heer J. H. Krelage, opent do vergade
ring. Spreker wijst er op, hoe de ver-
eeniging zich gelukkig mag achten met
den goeden beterschap in den gezond
heidstoestand van den algem. secretaris,
den heer D. Bakker, en geeft den wensch
te kennen dat hij in beterschap moge
toenemen en nog langen tijd werkzaam
zijn voor de Maatschappij in het alge
meen ea voor deze vereeniging in het
bizonder. (Applaus.)
Spreker herdenkt daarop het onlangs
gestorven eerelid van de vereeniging,
den heer J. G. van den Berg, en her
innert er aan hoe deze toen bij als Min.
van Waterstaat de eer had deel uit te
maken van de Hooge Regeering menig
blijk van ingenomenheid met het vak
gegeven en de belangen daarvan dikwerf
gesteund heeft.
Ten slotte wijst spreker er op, hoe
de Burgemeester van Haarlem in den
laatsten tijd van zekere zijde aan aan
vallen tegen zijn beleid blootstaat.
Daarin wordt o. a. beweerd, „dat de
Burgemeester geen flauw begrip heeft
van de eischen van handel en nijverheid
en dat hij Haarlem noemt een luxe
stad."
Haarlem is een stad van handel, van ny-
verheid, getuige de bloembollenhandel enz.
„Nu ons vak op deze wijze wordt
aangehaald tegen den Burgemeester van
Haarlem," zegt de heer Krelage, „wensch
ik als voorzitter van deze vereeniging,
hier de verklaring af te leggen, dat de
heer Jordens steeds aan ons VAk den
meest gewenschten steun en de grootste
medewerking heeft verleend, en steeds de
eischen van ons vak ten volle heeft ge
waardeerd. Ik hoop, dat deze Burge
meester nog langen tijd aan het hoofd
van deze gemeente zal staan."
Na de beste wenschen te hebben ge
uit voor den bloei der vereeniging opent
de voorz. de vergadering.
Daarop leest de waarn. secretaris de
heer Johs. de Breuk de notulen der
73ste algemeene vergadering.
Daar geen der leden aanmerkingen
had werden deze notulen goedgekeurd.
Hierop volgt lezing van het verslag
over het afgeloopen jaar 1889. Hieruit
blijkt o. a. dat in dit jaar het ledental
groote schommelingen onderging, daar
het getal in 1888 van 597 belangstel
lenden, in het begin van '89 daalde tot
464, doch na intrekking van de bepa
lingen omtrent de afgesneden bloemen,
weer is aangegroeid en nu weder 575 be
draagt. Verder, dat de rekening over 1889
sluit met een nadeelig saldo van 744.27,
hetgeen men evenwel hoopt dat spoedig
zal kunnen worden gedekt, zoodat na
1890 de rekening dezer vereeniging we
der met een batig saldo zal kunnen sluiten.
Het verslag wordt onder dankzegging
aan den rapporteur, den heer Johs. de
Breuk (de heer D. Bakker was hiertoe
wegens zijne gezondheidstoestand nog niet
instaat) goedgekeurd.
Aan de orde is thans
Voorstel van het hoofdbestuur omtrent
de uitgave van een weekblad, tevens or
gaan der Alg. Vereen, voor Bloemb.-
Cultuur.
Dit voorstel luidt aldus:
Te besluiten, het door de heeren De
Erven Loosjes gedane aanbod tot uitgave
van een weekblad, als orgaan der Alg.
Vereen, voor Bloemb.-Cult., op de door
hen in hun schrijven van 27 Februari
1.1. uiteengezette wijze, aan te nemen op
de volgende voorwaarden
le. dat de prijs van het blad voor niet-
leden der Alg. Vereen, voor Bloemb.-
Cult. worde bepaald op vijf gulden per
jaar.
2e. dat de verbintenis tot uitgave van
het blad als proef voorloopig voor één
jaar worde aangegaan.i
3e. dat voor de jaarlijksche bijdrage
van twee-honderd-en-vijftig wekelijks
600 exx. van het blad ter beschikking
der vereeniging zullen worden gesteld en
door de uitgevers verzonden zullen wor
den aan de opgegeven adressen, terwyl
ook voor elk ex., dat boven de 600 nood
zakelijk zal zijn, eene jaarlijksche ver
goeding zal worden betaald van vijftig
cents en bij aanneming van het voorstel
het hoofdbestuur te machtigen met de
heeren De Erven Loosjes eene overeen
komst te sluiten, gegrond op de genomen
besluiten.
De Voorz. merkt op, dat het Hoofd
bestuur billijk voorkwam om, wanneer
door het blad het ledental aangroeide,
voor ieder ex. boven 600 een tantième
aan do uitgevers toe te kennen.
De afd. Oegstgeest vraagt of er ook een
rubriek „vraag en aanbod" in het blad
zal voorkomen.
De Voorz. meent, dat de uitgevers de
zen goeden wenk wel zullen opvolgen,
maar het is moeilijk zulka conditiën den
uitgevers op te leggen. Wat in het be
lang van het vak is, is ook het belang
van het blad.
De afd. Hillegom vindt de bijdrage van
250 wat hoog, in verband met de kas
en de kosten van uitgave.
Men heeft een uittreksel van de druk
kers rekeningen gevraagd en bevonden,
dat wat in het blad komt slechts 50
daarvan bedragen zal.
De Voorz. antwoordt dat de bereke-
niug van 250 is gebaseerd op de
jaarlijksche rekening der boekhandelaars.
Ten eerste zal de beurscirculaire erin
worden opgenomen, verder de circulaire
der buitenlandscha tentoonstellingen, de
beschrijvingsbrieven der algemeene verga
deringen en de mededeelingen der afdeelin
gen. Bovendien zal in het op te richten
orgaan het Hoofdbestuur meerdere mede
deelingen kunnen doen, dan vroeger
toen er geen orgaan was.
De heer Johs. de Breuk merkt op, dat
alleen niet in het blad kunnen worden
opgenomen de bewijzen van lidmaat
schap.
De Voorz voegt er by, dat door een
blad grooter voeling komt tusschen de
leden en dat gratis-alle mededeelingen
van de afdeelingen erin zullen worden
opgenomen, zooals b.v. ook oproepingen
voor vergaderingen.
Op een desbetreffende vraag van de
afd. Hillegom antwoordt de Voorz., dat
het blad van 1» Juli af zou verschijnen
en wel op Zaterdag of, als men dat lie
ver had, op Maandag, Woensdag of
Donderdag.
De afd. Hillegom wenscht in het mid
den van de week op Woensdag het blad
uitgegeven te zien.
Een der leden, de heer Goossenszou
de uitgave op Woensdag gesteld willen
zien omdat Zondags sommige religiën
geen brief of geen courant willen aan
nemen en omdat hij Woensdag veel
schooner dag acht.
De Voorz. zal in overweging geven
aan de uitgevers om te zorgen, dat het
blad Zaterdagavond aan de leden in
handen wordt gesteld.
Daarop wordt aan de orde gesteld
punt 1 van het voorstel van het Hoofd
bestuur (den abonnementsprijs voor niet-
leden).
Dit punt wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen. Eveneens punt
2 en 3 van het voorstel, (de duur dei-
verbintenis tot uitgave en de jaarlijksche
bijdrage benevens het aantal exx.
Aan de orde is nu het stemmen over
den dag van uitgifte.
De heer van Waveren, Hillegom, zou
gaarne den Woensdag willen zien aan
gewezen. Het weekblad van Hillegom,
dat Zaterdag verschijnt, zou een grooten
knauw krygen, als het nieuwe blad op
Zaterdag verscheen, en ook worden vele
andere vakbladen gratis Zaterdags ver
zonden.
De afd. Sassenheim-Voerhout vindt dat
men een blad in den drukken tijd beter
Zaterdags dan Woensdags kan lezen.
Het Hillegom8che weekblad moet dan
maar op Woensdag verschijnen.
De afd. Oegstgeest vindt Woensdag
beter, omdat men op Zaterdag achteraan
komt. De afd. Beverwijk vindt Zater
dag beter, omdat de Beurs op Maandag
gehouden wordt en omdat het hillegom-
sche blad geen vakblad heeten mag.
Besloten wordt nu bij stemming, dat
het vakblad Zaterdags verschijnen zal.
De voorz. merkt op dat het Hoofd
bestuur trachten zal als de zaak slaagt,
het blad ook Woensdags te doen ver
schijnen.
Het geheele voorstel wordt nu zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De Voorz. drukt den wensch uit, dat
het blad den bloei der vereeniging zal
bevorderen.
Aan de orde is nu verzoek van Rijn
land om te steunen een adres van dit
waterschap aan do Regeering houdende
verzoek om niet aan aan te nemen een
ontwerp-wet, waarbij de Koning bepalin
gen zal kunnen vaststellen, betreffende
het afleiden van water uit en het afvoe
ren van water in openbare wateren
onder beheer van het Ryk en in de
territoriale wateren.
De voorz. merkt op, dat hem uit in
formaties gebleken is dat het bestuur
van Rijnland gelijk heeft door dit te
vragen- Rijnland zelf zou er weinig last
van hebban, maar wel andere uitloo-
zingen.
De Vereen, voor Bloemb.-Cult. vraagt
nu in een concept-adres dat geen Ko
ninklijk besluit alléén voldoende zal we
zen, maar daarin wordt ook geene wet
telijke regeling gevraagd betreffende
's Rijks water-staatworken.
Niemand verlangt hierover het woord;
eenparig wordt zonder hoofdelijke stem
ming goedgekeurd het voorstel, om een
adres van bovengemelde strekking naar
de Tweede Kamer te zenden.
De afd. Uitgeest geeft per brief haar
leedwezen te kennen, dat op de laatste
tentoonstelling de trosnarcissen zoo on
gunstig zijn geplaatst.
De Voorz. zal dit aan de regelings
commissie mededeelen en een volgende
maal er voor zorgdragen.
De afd. Haarlem vraagt om verhooging
van het peil van het water.
De Voorz. heeft dit op een conferentie
met Rijnland tersprake gebracht, en vond
dit waterschap wel bereid tot verbetering.
Een bezwaar is echter dat er twee soorten
van amsterdamsch peil bestaan, Rijnland
rekent naar het oude en de kanaal-Maats,
en Haarlemmermeer naar het nieuwe
peil, hetgeen een versehil geeft van 8 c.M.
Nu zullen ae afdeelingen moeten ver
klaren, naar welk peil berekend zij de
verhooging bedoelen.
Ingekomen is eene beschikking van
den Minister van Justitie op een nader
adres van deze Vereeniging, houdende
verzoek om voorziening in het bezwaar,
dat hazen en konijnen schsde toebrengen
aan te veld staande gewassen.
Deze beschikking behelst o. a. de me-
dedeeling, dat in Zuid-Holland aan geen
der aanvragers een bizondere permissie
tot het dooden van schadelijk gedierte
werd geweigerd en in Noord-Holland
werd alleen een aanvrage ingetrokken,
daar de eigenaar onvoorzichtig met zijn
geweer omging.
Wordt besloten den Minister dank te
zeggen voor zijn uitvoerig onderzoek.
Niets meer aan de orde zijnde sluit de
Voorz. de vergadering.
Naar wy vernemen zal op 12 Juni
verschijnen „Tweede Brief aan Z. M.
den Koning van R. H. J. GallaDdat
Huet, Zijden-Gaas-Reeder, met Een In
wijding en Een Toe-tje." (Voor rekening
van den Schrijver.)
Naar wy vernemen bestaat bij de Haar-
lemsche Mannen-zangvereeniging „Cres
cendo", directeur de heer N. H. Andries-
sen, het voornemeD, om met een gedeelte
van hare zangers deel te nemen aan den
internationalen zangwedstrijd te Düssel-
dorf, welke in het begin van Juli zal
worden gehouden.
Wy hopen dat deze vereeniging, welke
den naam der haarlemsche zangers dik-
FEUILLETON.
Naar het franschvan Adolphe Belot en Jules Dautin.
13)
EERSTE GEDEELTE.
HOOFDSTUK V.
De helling wordt steiler
„Heeft hij niets gedaan?"
„Ja, maar de gauwdief heeft ons bestolen, daar ben ik zeker
van; tot myn spijt heb ik evenwel geen bewijzen."
„Maar hoeveel verliezen wij dan?"
„Wat wij verliezen.... vijftig, zestigduizend francs misschien
„Groote God!"
Ik stond op het punt van in zwijm te vallen.
„Ja!" vervolgde Léonce, „hij heeft gedaan hetgeen ik hem heb
bevolen; daar de speeulatie evenwel met een schitterenden uitslag
moest bekroond worden, heeft hy het goed geoordeeld, om er voor
zich zelf gebruik van te makea."
„Zoodat wij dus geruïneerd zijn?"
„Dat zou ik bijna wenschen, want dan was ik ongetwijfeld
niet zoo toornig. Die schelmerij. Ziehier uw aaadeel, het is wat
moois!"
„Mijn aandeel?" vroeg ik hoogst verbaasd.
„Ja, na aftrek van de courtage is dit uw winst; tweeduizend
vierhonderd francs tusschen ons beiden te moeten verdeelen, wan
neer wy, dat weet ik zeker, minstens vijftigduizend francs hadden
moeten winnen," antwoordde hij.
„Maar dan hebben wij niets verloren! ach mijü beste vriend,
myn goede Léonce! wat hebt gij my een vrees aangejaagd!"
Ik beefde over al mijne leden en er stonden tranen in mijne
oogen.
„Wat scheelt u nu weer?" zeide hy toornig.
„Welk een geluk!" riep ik uit. „Vergeef het mij, mijn beste
vriend, maar ik meende uit uwe woorden te moeten opmaken, dat
wy niet alleen niets wonnen, maar ook, dat de dertigduizend
francs, de waarborgsom, zooals gij het noemt, ook verloren waren."
„Dat mankeerde er nog slechts aan!"
„Nietwaar I gij begrijpt in welken toestand ik mij bevond .'ter
wijl.... Zijn deze twaalfhonderd francs voor mij."
„Natuurlijk, het is uw aandeel, zooals ik zooeven reeds zeide."
„Nu herleef ik, welk een geluk!"
„Arme vent!" zeide Léonce, met een medelijdenden glimlach.
„Gij hebt u toch flink gedragen, want gij hebt er niet in het
minst aan gedacht, mij iets te verwijten. Het zal mij niet weer
gebeuren. Ik zal mijne onhandigheid herstellen, wees daarvan ver-
zgkerd!.... Ik heb het reeds gedaan."
„Reeds gedaan?...."
„Ja, Lentague is een eerlyk man, niet in staat tot zulke schelm
streken. En bovendien, of hij er in staat toe is of niet, ik zal een
oogje in het zeil houden."
„Dat is uw zaak. Ik ben er evenwel niet toe geschikt, om
voortdurend in angst en spanning tc leven, dat gaat mijne krach
ten te boven, begrijpt gij, ik zal dus zoo spoedig mogelijk die
dertigduizend francs weer in myn kas deponeeren."
„Wat! in uw kas deponeeren!.... zijt gij gek?"
„Neen, maar ik wil uit die hachelijke positie verlost worden."
„Gy gebruikt uw verstand niet. Denkt gij dan, dat ik, nadat
de eerste maal mijn speeulatie mislukt is, niet weer een oogen-
blik getracht hebt revanche te nemen? Voor wien houdt gij mij
„Wat! wilt gij het weer beproeven?"
„Zooeven zeide ik het u, dat ik het reeds gedaan heb. Hebt
gij mij dan niet begrepen?"
Geheel verplet liet ik mijne armen weer neerzinken.
„Ach, mijn God!" mompelde ik en ik hoopte nog wel, dat ik
spoedig van die kwellingen zou worden verlost! Sedert twee we
ken heb ik geen leven meer, ik sterf van onrust en angst.
„Laat my myn gang maar gaan, gij zult er u aan gewennen."
„Ik zou liever die dertigduizend francs weer in mijn bezit
willen hebben."
„Zij zijn nu in handen van Lentague en zij werpen goedo
rente af, daar sta ik voor in."
„Lentague?"