NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Ie Jaargang'
Donderdag 12 Juni 1890.
No. 2128*
ADVERTENTIES:
BINNENLAND.
De Familie Causson.
ABOKBEMEET'SPRUS:
Yostr Haarlem per 3 maandenf 1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummere - 0.05.
Dit blad verschynt dagelfiks, behalve op Zon- en Feestdager.
hurean: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. 'Sb'iI'toc; ssM:r JIJ;».
Directeuren-Uitgevers J. C. PSEÜEBOOH en 3. B. AVIS.
van 15 regel* 50 Cents; iedere regel meer 10 «ent*
Groote letter* naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangeaomfta door
onae agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en conrantiors.
Hoofdagenten, voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publiciie Etrangere G. L. BAVDB 4* Co., JOIl'fi- F. JONJ£8t Succ., Parijs Qiiïis Faubourg Montmartn.
Wij zijn door een contract met den
Uitgever in staat onzen Geabonneerden
als Premie aan to bieden een deel van
its' Dichtwerken en wel de gedichten
van 18741884, tegen vergoeding van
slechts
Vijf e» twintig Cents.
Dit deel beslaat niet minder dan 256
bladzijden en is, op zichzelf compleet,
keurig gedrukt op good papier.
In ons Nummer voor 13 Juni e. k.,
dat Donderdagavond a.s. wordt uitgegeven,
zal een BON worden opgenomen, tegen
afgifte waarvan en betaling van 25 Cts.,
dit Premiewerk aan ons Bureau kan
worden afgehaald.
Directeuren- Uitgevers.
STADSNIEUWS.
Haarlem, 11 Juni 1890.
De eerste wedvlucht van Metz, uitge-
achreven door den Ned. Postd. Bond, zal
a.s. Zondag den 15en Juni plaats hebben.
Aan bovengenoemde wedvlucht wordt
door 11 vereenigingen met ongeveer 364
duiven deelgenomen.
Door het hoofdbestuur zijn 34 prijzen
beschikbaar gesteld, benevens 1 verg.
zilveren, 1 zilveren en 1 bronzen medaille,
alsmede 1 diploma door Z.Ex. den Mi
nister van Oorlog.
Dinsdagnamiddag is de 17-jarige gla-
zenwasscher J., die op een ladder bezig
was de kap van het stationsgebouw al
hier schoon te maken, door het verliezen
van zijn evenwicht naar beneden gestort
en op het perron terechtgekomen. Zwaar
gekneusd is hij naar het St. Elisabeths-
Gasthuis overgebracht, alwaar hij reeds
hedennacht ten 4 ure is overleden.
Bij de Yereeniging
„Weldadigheid naar taageii"
hebben zich de volgende personen voor
werk aangemeld
Een voor stalknecht. - Twee voor oppasser.
- Een voor ziekenoppasser. - Drie voor
kantoorlooper. - Een voor portier. -
Een voor schoenmaker. - Een voor met-
selaarskecht. - Een voor broodbakkers
knecht. - Een voor koper- en metaalgieter.
- Twee voor tuinmansknecht. - Een voor op
zichter. - Vijf voor aard werkers of los
werkman. - Tien voor werkster of schoon
maakster. - Een voor burger waachvrouw.
Een voor hulpkookster. - Drie voor
burgernaaister. - Drie voor breister. - Twee
voor mangel werk. - Een voor strijkster.
Particulieren en werkgevers, die van
deze aanbiedingen wenschen gebruik te
makenwordt beleefd verzocht zich
schriftelyk tot het Bestuur der Yereeni
ging te richten, (bus Stadhuis of Doelen).
De af deeling Oegstgeest en omstreken
van de Hollandsche Maatschappij van
landbouw heeft besloten, dit jaar, op een
nader te bepalen dag, in September te
Hillegom eene tentoonstelling te houden.
Deze zal omvatten: paarden, rundvee,
varkens, schapen, verschillende voort
brengselen van tuin-, land- en akker
bouw, zuivelbereiding, werktuigen en ge
reedschappen van land- en tuinbouw,
fourges enz.
Leden en niet-leden, behoorende tot
den kring der afdeeling, mogen inzenden.
De kring bestaat uit de gemeenten
Oegstgeest, Warmond, Saasenheim-Voor
hout, Lisse, Zilk en Hillegom.
Reeds vóór het bericht in
de pers verscheen, dat de minister van
Binnenlandsche Zaken het afbreken van
het historische Waterpoortje te Maas
tricht verboden had, was het, naar men
bericht, onder de slagen van den moker
gevallen en afgebroken.
De commissie tot oprich-
ting der vereeniging van Nederlandsche
scherpschutters, bestaande uit de heeren
Jac. Becking te Deventer, H. Belt te
Amsterdam, Aug. Sassen te Helmond,
P. Fentener van Vlissingen te Helmond,
W. van Waning Jr. te Hoorn, mr. W.
W. Wichers Wierdsma te Franeker en
N. Ypma te Amsterdam, heeft thans de
oproeping verzonden voor de algemeene
vergadering, te houden op Zondag 15
Juni, des middags ten 12% ure, in //Con
cordia", te Amsterdam.
De vergadering is o.a. bestemd tot het
vaststellen van de statuten en van het
algemeene reglement; in de statuten
wordt als doel van de vereeniging ge
noemd //de beoefening van het schijf
schieten in Nederland, ter bevordering
van 's lands weerbaarheid aan te moe
digen, in het bizonder met het geweer,
bij het leger in gebruik." De vereeni
ging tracht haar doel te bereiken
door
a. het tot stand brengen eener natio
nale schietbaan
b. jaarlijks een schiet wedstryd te
houden
c. alle andere middelen, welke daartoe
bevorderlijk kunnen zijn, zooals het hou
den van vergaderingen eo voordrachten,
het richten van verzoekschriften aan re-
geeringspersonen en colleges en het uit
geven of ondersteunen van een tijdschrift,
gewijd aan de bela ngen der vereeni
ging en aan de bevordering van haar
doel.
Gewone leden betalen jaarlijks 2.50,
buitengewone leden ƒ5 en leden-begun
stigers 10.
Er zal op de algemeene vergadering
een tarief worden vastgesteld voor reis-
en verblijfkosten en eene jaarwedde voor
den secretaris-penningmeester. Voorts zal
beraadslaagd worden over de aanbieding
der vereeniging „St.-Sebastiaan" te
Hoorn, die ƒ2000 en van den gemeen
teraad aldaar, die ƒ1500 beschikbaar
stelden, als de jaarlijksohe schietwed
strijd minstens gedurende 5 jaren aldaar
gehouden wordt.
Eindelijk zullen benoemingen plaats
hebben o.a. van leden van het hoofdbe
stuur en van een voorzitter der veree
niging.
Mevr. Bulkley plaatst thans
in eenige bladen de volgende adver
tentie
Diep verontwaardigd en bedroefd over
de lasterlijke beschuldigingen in bijna
alle bladen tegen mij gericht, wensch
ik aan myne landgenooten plechtig te
verklaren, dat ik onschuldig ben aan de
mij ten laste gelegde misdaden.
Welke ook mijne gevoelens tegenover
mr. Isaak Hoek mogen wezen, geef ik
hierbij de heilige verzekering, dat het
leven van den vader mijner twee geliefde
kleinzoontjes mij heilig is en altijd heilig
blijven zal.
M. C. BULKLEY,
Juni 1890. BEKKING.
Uit Amsterdam wordt g e-
meld
Naar wij vernemen blijft de plechtige
opening der tentoonstelling bepaald op
a.s. Maandag 16 dezer, des namiddags
te 2 uur, en zal bij de opening de regee
ring door verscheidene ministers verte
genwoordigd worden.
In het paleis heerscht groote bedrij
vigheid om nog deze week gereed te
komen.
Zaterdagnamiddag 12 uur is aange
kondigd als het uur van sluiting der
werkzaamheden voor de exposanten, en
daarna zullen geen andere werklieden
dan die tot versiering van de zalen
werkzaam meer toegelaten kunnen wor
den. Op den dag der opening zullen
vermoedelijk ook volksfeesten gegeven
worden.
Zondag hebben zich te A m-
sterdam 440 jongelieden van 16 tot 21
jaren laten inschrijven voor de deelne
ming aan de kostelooze gymnastische
oefeningen, welke van 15 Juni tot 14
Sept. achter het Rijksmuseum worden
gehouden. De commissie zal hieruit eene
keuze doen van ongeveer 80 personen.
Met de amsterdamsche aap
jes" is 't gedaan. Over een dag of veer
tien worden 90 rijtuigen en 90 paarden
der Rijtuigmaatschappij door de heeren
Kleman en Van der Linden verkocht
aan de stallen aan den Overtoom. Bij de
inschrijving ten Sladhuize heeft de Maat
schappij het onderspit gedolven tegenover
mededingers, beter voldoende aan de
eisohen voor goed materieel en deugde
lijke bediening, door het gemeentebe
stuur gesteld. Haar zijn geene stand
plaatsen gegund en zoo spoedig mogelijk
worden het materieel en de trekkraehten
daarom aan kant gedaan.
Uit Zaandijk wordt gemeld:
Door bemiddeling van de afdeeling
van Het Witte Kruis vertrokken Dins
dag 13 personen uit deze gemeente naar
het herstellingsoord te Hilversum, ter
wijl over eenige dagen dagen 3 kinde
deren naar Zand voort gaan.
In den Haag wordt verwacht
de dochter van „generaal" Booth, Eva
Booth. Zij zal aldaar de oefeningen van
het Leger des Heils op 15 en 17 dezer
leiden.
D i n s d a g v o o r m i d d a g tus-
schen 11% en 12 uur heeft te Rotterdam
een man zijne vrouw in eene woning
aan de Dirksmitstraat door een revol
verschot van het leven beroofd. Daarna
richtte hij de revolver op zicheelven en
schoot zich in het achterhoofd.
Door de politie aangehouden en ge
bracht naar het bureau in de Meermans
straat, is hij van daar per brancard naar
het stedelijk ziekenhuis overgebracht, om
dat volgens een geneeskundige zijn toe
stand niet zonder gevaar was.
Omtrent de beweegredenen, die den
man tot de misdaad hebben geleid, is
nog niets met zekerheid bekend.
(W. R. C.)
Door den rijksveldwachter
tePernis is proces-verbaal opgemaakt tegen
een vlasboer te Hoogvliet, die in zijne
zwingelkeet een jongen beneden de 16
jaar oud aan het werk had, zonder dat
in die werkplaats de bij de wet gevor
derde lijst was opgehangen.
Te Rheden is Maandagmid-
dag ongeveer een bunder heide verbrand.
Daar men vermoedt dat het aangestoken
is heeft de politie een streng onderzoek
ingesteld.
Men schrijft uit Andelst:
•Wé doen de kersen 'n geld zeg! Ik
zij verleje Zaoterdag op de kersenver
pachting gewêst te Harreveld en te Aalst,
maor da's verduveld, as datter zoo naor
toe mót, dan wi'k oe wel vertellen, dé.
wij nie veul kersen onder den neus zul
len kriegen, behalve de musschepikkers
in 't dtschot. Nou 't is dan mit de miste
bogerden 6k mieseraobel gesteld. Gebleuid
hebben ze mandagge der de pet veur
afgenommen zoudt hebben, en as hier is
'en vremde mins weur gekommen, die
zou gezeed hebben: sjooges! sjonges!
wè'n prachtig gezicht, en wé. zulde gullie
'n kersen éten. Mér as ie dan 'en ver
tien dagen laoter of zoo, nog is weer was
gekommen, dan zou ie heel anders ge-
praot hebben. Toe hong de bloesem al-
lemaol verdreugd aon de boom. Nacht
vorsten, ripsen, trekmaoijen en ik weet
verduveld niet wa nog al meer veur
diusigheden, hebben den boel gladdikaol
bedurven. Agge 't aon Aorie vraogt, die
wit êt krek, watter al veur ongedierte
in de bloesem hê gezeuten. Die ister wel
achter, geleuf ikhedde die zwarte smêr
ringen bij hum om de boomstammen nie
zien zitten? Witte wé. da is? Nou dé
za 'k oe zeggen. Aorie hè gelézen, datter
in 't naojaor 'n dingske, ik zal mèr zeg
gen 'n kèver, ét den grond kroop tegen
de boomen op, om in de knoppen aikes
te gaon leggen, waornut dan in 't veur-
jaor die ripsen of die andere lilleke din
gen kwaomen, en nou smêrde ie zwarte
tar om de boomen, om ze daorin te laoten
klèven. Zoo mét ie er duuzenden gevon-
gen hebben.
Ziede, kekas alle minsen nou zoo ók
deejen, dan havve, geleuf ik, wel kans
om van die ripseplaogen af te kommen.
Dan mo'k oe nog is wa vertellen. Ik
heb een paor appelbumkes staon, da
witte. Kerl! kerl! ze bleuiden zoo man-
nefiek! Ik docht al pas op heur! die
zulde van 't zommer motten stuttenEn
póske laoter kwaomen boven op de bluum-
kes allemaal van die gêle blaoekesik
docht bij m'n eigen, wa. zou da, zijnIk
plok er is een paor af, en daor zat me
vorrechtig van binnen 'n klein gêl
wurmpke ïd, witte nou hoe 't komt dè
we van 't jaar gin appels zullen kriegen.
Van al die bloesems zijn er 3 gêf ge
bleven en dé, zullen, as er niks meer
veur komt, nou appels worden, dus ik
zal nie hoeven te stutten. En zoo is 't
nou krek overal. Aorie zee dat 't wurmpke
kwam van den appelesnuutkèver, weet
ik et
Frumen zijn der haos nie, da zeggen
wil, en de péren, nou daor havve toch
zoo'n iesende verwachting vaD, en wé,
zal 't nou nog zijn? 't Dreuge en kauwe
wêr, man, dat hettem gedaonze vallen
nou nog as zaod van de boom. 't Is 'en
gruwel! dad is 't. En ge kunt er mar
niks aon doen. De mester ha, geleuf ik
op de schóól verteld, dat er weer zukke
ijsbargen in de zee daor ievers dreven
en dat et daorom hier zoo koud was.
Zou 't verreohtig waor zijn? Dan wou
'k eigenlijk, dat die ijsbargen goed en
FEUILLE T O N.
Naar het franschvan Adolphe Belot en Jules Dautin.
14)
EERSTE GEDEELTE.
HOOFDSTUK V.
Be helling wordt steiler.
„"Wat! onze winst uitmaken?.... winnen wij dan nog iets?"
„Dat moet zoo zijn!" riep Léonce uit; „dat blijkt tenminste
duidelijk uit dit borderel!"
Hij vertelde mij, dat hij tegen den koers van den dag belgische
steenkolenmijnen had gekocht op levering ultimo April; deze steen
kolenmijnen waren gestegen en wanneer men nu het woord ge
kocht door verkocht verving, dan kwam men tot de slotsom, dat
die vijf en veertig duizend francs door ons gewonnen, niet verlo
ren waren.
„Inderdaad, zoo zal het moeten zijn," zeide ik.
„Dat heb ik ook steeds gedacht, maar lees dat borderel eens!"
„Dat is ongetwijfeld eene vergissing."
„Nietwaar? er is geen andere verklaring voor te vinden."
„Ik zou tenminste niet weten...."
„Goddank!" zeide hij met een zucht van verlichting. „Laten wij
oogenblikkelijk naar Lentague gaan, daarvoor wachtte ik reeds op
u; ik zal hem geducht de les lezen, dat hij mij zulk een schrik
heeft aangejaagd."
Een kwartier later bevonden wij ons in de rue Saint-Marc No.
7. Wij begaven ons naar de eerste verdieping naar een vertrek,
dat zyn licht ontving uit twee ramen, welke uitzicht hadden op
eene binnenplaats. Dit vertrek had eeDigszins het aanzien van een
kantoor. Voor een schrijftafel zat een man van omstreeks veertig
jaar, kort ineengedrongen, met breede, krachtige schouders, met
een zwart fluweelen mutsje op het hoofd; hij had hardvochtige trek
ken, eene donkerroode gelaatskleur en een paar verbazende groote,
bruine knevels; achter twee groote, blauwe brilleglazen verborg
hij een paar ziekelijke oogenterwijl nu en dan de roode
randjes der oogleden duidelijk te zien waren. Léonce groette
hem nauwelijks en liep op hem toe, hem het borderel voor
houdende.
„Mijnheer Lentague," zeide hij op koelen, verontwaardigden
toon, „zoudt gij zoo goed willen zijn, mij te zeggen, wat dit papier
beteekent, dat gij gisteravond zoo vrij geweest zijt, mij testuren?"
De man met den blauwen bril wierp een onverschilligen blik
op het papier en antwoordde met kalme vaste stem:
„Niets is eenvoudiger, mijnheer de vicornte. Dit beteekent, dat
uw laatste speculatie in belgische steenkolenmijnen u 45.374
francs kost."
„En hoe is dat mogelijk?"
„Lees dat borderel."
„Dit borderel doet mij danken aan groote onbeschaamdheid van
uw kant en gij zoudt my zeer verplichten, door mij dit alles nader
uit te leggen."
„Zeer zeker. Sedert ik de eer had om uwe orders te ontvan
gen en deze uit te voeren, zijn de steenkolenmijnen 25 francs 40
naar de hoogte gegaan."
„Juist. Welnu?"
„Welnu! dat moet u het bewijs leveren, dat uwe vermoedens
niet goed waren. Ik begrijp zeer goed, dat deze teleurstelling u
zal grieven."
„Mijne vermoedens waren juist, mijnheer, en het eenige wat
mij verwondert, is, dat de stijging niet laDger heeft aangehouden;
ik hoopte, dat zij nog aanzienlijker zou zijn."
„Dan, mijnheer de vicornte, kan ik moeielijk eene verklaring
vinden voor de orders, welke gij mij hebt opgedragen."
„Integendeel, dat verklaart zich nog al gemakkelijk."
„Maar neem my niet kwalijk... Wanneer men op eene stijging
speculeert, dan moet men koopen."
„Dat is dan ook juist hetgeen ik u gezegd heb, om te doen."
„Neen, gij hebt mij gezegd, dat ik moest verkoopen."
„In te koopen! Wilt gij dat nog ontkennen?"
„Ja, natuurlijk, omdat gij het tegenovergestelde hebt gezegd."
„Mijnheer, laat ons dit spel eindigen. Gy hebt mijne orders
schriftelijk van mij ontvangen."
„Inderdaad, uit hetgeen hier op het oogenblik gebeurt, blykt
mij duidelijk, dat ik wel gelijk heb."
„Zij gij eerlyk genoeg geweest, om mijn brief te bewaren en