NIEWS- m ADVERTENTIEBLAD. Ie Jaargang-. Donderdag 19 Juni 189Ö. No 2134* A B 0 E 3$ E E E S T S f R IJ S ASTBETllIri^: DUATRE-BRAS EN WATERLOO. 18 Juni 1811-18 Juni 1808. S T X II S N I E l\ W S. B i N N E N L X N 0. De YeiliileiilsteEtflOflstelliii te FEUILLETO N. De Familie Causson. Direotearea-Uitgevers J. O. PEEHEBOQ3Ë en J. E. AVIS. Voer Esarleai per 8 maandenƒ1.20. France door het g-eii&sle Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers- 0-05. Tan 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 eents Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. 1 iUiroHu: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlom. 'freS&Ê'ocassira&ïZaaBacjF £32> Abonnementen en Advertenties worden aangeEomo- door onze agenten en door alle bcekhandslarea, postkantoren en courant/era. Hoofdagenten voor hei buitenland: Compagnie Générale de JPnhliciis Mtrangere G„ L. DAVBM §r Co^ JOHN F. JONF% Bvcc.t JPar^s 313gj Faubourg /Nonimu?tre. .Himjui w.i uni..» i.i uw m «urn/ vi' 'w «mmï'r mi uwiwaiMBaiageBBB^ aas, MEr zijn in de geschiedenis jaartallen en namen die meer dan andere een diepen indruk op de gemoederen der menschen blijven maken, omdat zij herin neren aan grootsehe, buitengewone ge beurtenissen; gebeurtenissen, die den ge- wichtigstca invloed op het lot van het menschdom hebben uitgeoefend, en de wereld van gedaante hebben doen ver anderen. Zoo zullen het jaartal 1815 en de naam Waterloo ons nooit onverschil lig en koel latenwant zij brengen ons een kampstrijd in do herinnering, zóó bloedig, zóó grootsch, zóó heldhaftig ge streden, zóó onvergetelijk door de groote manneD, die daar optraden.door de gewich tige belangen, die daar op het spel stonden, door de gevolgen aan de uitkomst van dien strijd verbonden, dat de wereldge schiedenis er misschien het gelijke niet moer van oplevert." Zoo begint de gepensioneerd luitenant- generaal Knoop zijne geschiedenis van Quatre-Bras en Waterloo en inderdaad wij onderschrijven die woorden van ganscher harte, want het zou moeilijk gaan, uit den nieuweren tijd een schitte render punt in onze, ja in de wereldge schiedenis aan te wijzen. We achten het overbodig de geschie denis van dezen reuzenslag hier voor onze lezers neder te schrijven, in de ver onderstelling, dat ieder genoegzaam met de toedracht daarvan en de vérstrek kende gevolgen bekend zal zijn. Op heden, den vyf-en-zeventigsten ge denkdag van dit grootsehe feit, past het ons een oogenblik daarbij stil te staan, vooral past ons dit, omdat onze vaderen daar den grondslag legden voor het her stel onzer onafhankelijkheid, na een ja renlange verdrukking en onderworpen heid, waarbij ons volksbestaan dreigde vernietigd te worden. Geen grooter eenheid tusschen Vorst en Volk was kenbaar dan in die bange dagen, toen Prins Willem II wonderen van dapperheid verrichtte en deelen mocht in de glorie door de verbonden mogendheden op den franschen overheer- scher bevochten, toen er voor goed een eind werd gemaakt aan de verschrikkin gen, waarin deze Europa herhaaldelijk dompelde en hy, van zijn hoog voetstuk afgestooten, weder terugkeerde tot het kleine waaruit hij was voortgekomen, toen St. Helena alles was wat hem voor zijne ontzettende heerschappij werd in plaats gegeven. In Zuid-Nederland werd die trotsche zege bevochten en voorzeker mogen wij dit in fiere nagedachtenis houden. In vele plaatsen des lands wordt dit fèit uiterlijk gevierd en er zal ook wel niemand, die zijn vaderland liefheeft zyn en aan den naam Oranje hecht of hij denkt heden aan de gebeurtenissen van die dagen met warmte terug. Moge het voorbeeld van Waterloo in de toekomst blijven voortleven! De Nederlandsche Leeuw is niet ver anderd, dat hebben tal van schitterende leiten bewezen. Wel zijn de tijden ver anderd en treden ook andere groote be langen van de volkeren op den voorgrond, maar moed en vaderlandsliefde zijn nog altijd hoog in waarde, zij waren en zijn de uitvloeisels van het hoogste ideaal des menschen: Plichtsbetrachting. Plichtsbesef houde ons te zamen, doe ons eer en deugd waardeeren en mocht eenmaal daarop een beroep worden gedaan, wanneer het geldt de vrijheid en onafhaukelykheid van onzen bodem, dat dan de naam Waterloo ons voor den geest zweve. Haarlem, 18 Juni 1890. Heden, ter gelegenheid van den 75en gedenkdag van den slag by Waterloo, waren hier ter stede van de openbare gebouwen alsmede van particuliere huizen de vlaggen uitgestoken. Door den brugwachter Enszler, te Haarlemmermeer, werd Maandag jl. een dochtertje van de wed. van O. uit de Ringvaart gered. Ds. Bongers, te Eemnes-Binnen, heeft het beroep naar Aalsmeer aangenomen. Vijf kinderen die te Bennebroek door een dollen hond zijn gebeten, vertrok ken Dinsdagmorgen op rijkskosten naar Parijs, onder geleide van drie der vaders. In de Stct. (no. 13 9) z ij n d e statuten opgenomen van de volgende vereenigingen, erkend volgens de wet van 22 April 1855 (Stil. no. 32); dis trict //Haarlem en Omstreken van de vereeniging //Eigen Hulp;" Vereeniging tot bevordering der veemarkten en van den kleinhandel, te Maastricht. (Gewij zigde statuten), en Vereeniging af deeling Zaandijk der Noordhollandsche Vereeni ging //Het Witte Kruis te Amsterdam, te Zaandijk. Door Z. M. zijn de plannen tot uitbreiding van het remontedépót te Milligen goedgekeurd. De aanbeste ding zal eerstdaags plaats hebbeu. De kosten worden geschat op ƒ60.000 Men sehrijft uit Enschede: De staatscommissie van arbeids-enquête 2e afdewling, heeft Maandag hare werk zaamheden hier geopend door het be zichtigen van fabrieken en hetgeen daar mede in verband staat; de verhooren van deskundigen en getuigen zullen denkelijk eerst in het laatst dezer maand kunnen aanvangen. Generaal Smit, lid van het staatsbewind van Transvaal, wordt in de residentie verwaeht. De drie hier te lande be- staande pantserforten zullen electrisch ver licht worden. Een 90jarig ingezetene van Leiden vierde Dinsdag zijn 65jarig huwelykfeest met zijne derde vrouw. Donderdag jl. is er tusschen Venendaal en Ede, aan den 2en overweg, op den sneltrein geschoten, die om 6 uur Ede passeert (in de richting van Utrecht.) In een le klasse-coupó werd eene ruit stuk geschoten de reizigers kwamen met den schrik vrij. De politie te Ede heeft een ijverig onderzoek in gesteld. In den nacht van Zondag op Maandag jl. is in den windgraanmolen te Kessel (Limburg) ingebroken. Met behulp van eenige zware houten, hebben de dieven de deur van den molen ver broken, en het voorhanden geld mede genomen. De politie zoakt de nog onbe kende daders. I. Dinsdagmiddag, den dag na de ope ning van deze in vele opzichten zoo merkwaardige expositie, was het merk baar in onzo hoofdstad, dat er iets bi- zonders te doen was. Trams volgepropt met bezoekers, reden af en aan, van dit voertuig werd dank zij het onguastige weder druk ge bruik gemaakt. Wanneer mon bet Paleis voor Volks vlijt naderde, gaven een aantal vlaggen te kennen, dat de bewoners der omlig gende straten deelnamen in het feest der industrie, dat achter die reusachtige muren wordt gevierd en inderdaad mag men de mannen die het initiatief daar toe vormen gelukwenschen met hun denkbeeld en met de uitvoering daar- Aan den fraaien breeden ingang van hot gebouw was nu en don een vrij groote drukte merkbaar en ia aanmer king genomen dat de faam zich nog niet zeer heeft kunnen verbreiden, mocht het bezoek zooals wij na eene rondwande ling en beschouwing van vier uren op merkten, flink worden genoemd. Waaneer men de tourniquets is gepas- serd en de groote zaal is binnengetre den geeft het geheel, zooals bij de meeste tentoonstellingen het geval is, een eenigs- zins verwarden indruk. Men weet niet recht werwaarts zich het eerst te wen de» en in dit geval is het zeker maar het beste te nemen wat voor de hand ligt. Wij sloegen toevallig eerst links in en stonden reeds dadelijk voor eene uit gebreide verzameling voorwerpen door het technisch bureau van den heer G. de Voogt, te Amsterdam, tentoongesteld. Allerlei toestellen tot bescherming van den werkman zijn daar te vinden. Een vernuftig uitgedacht toestel van holland - sche vinding werd ons getoond waar mede door een enkeion vingerdruk de ge- heele machinerie van een fabriek in een seconde kan worde» tot staan gebracht, welk werktuig dus zijn naam van de //Hercules" zeer zeker verdient. Terwijl wij hier stonden te kij ken trof een eigenaardig geluid ons oor en naar boren ziende zagen wij een man door middel van een eenvoudig toestelletje, aan een staaldraad naar be neden dalen als een spia aan zijn draad, een werktuigje dat dus bij brand groote diensten kan bewijzen. Het gebeurt wel eens dat bij het aflaten van groote vaten in kelders, de last den werkman te zwaar wordt en hij dus gevaar loopt onder het schuin nederrollend vat te geraken; door mid del van een vernuftig uitgedachte ladder wordt dit voorkomen, beweegbare klam pen worden door de drukking van het vat opgericht en houden het tegen, ad libitum kan van die klampen worden ge bruik gemaakt. De verraderlijke koppen van spieën aan de assen van stoom- en andere werktui gen worden overdekt met ronde ijzeren kapjes die door middel van klemveeren op de spiekoppen worden vastgelegd en dus voorkomen dat zij aan de kleederen van den werkman vasthaken en hem mede voeren. Peilglazen van stoomketels sprin gen soms door hitte of stoomdruk; door een eenvoudige omkleeding met gevloch ten koperdraad wordt voorkomen dat de scherven wegspringen en den machinist of den stoker verwonden. De heer de Veogt etaleert handlieren en windassen, waarvan de kruk onbeweeglijk blijft, wanneer de arbeider hem loslaat na den last te hebben opgeheschen, de vreese- lijke gevolgen van het terugslaan van den kruk, waardoor soms armen of bee- nen van den werkman worden getroffen, zijn dus hier niet te duchten. Een aan tal kleinere toestelletje* zooals een tocht vrije loket-inrichting, waardoor de bureau list voor den hinderlijken en schadelijken tocht is gevrijwaard, een masker met respiratie-toestel om in een onreine at mosfeer of me$ rook gevulde ruimte te kunnen ademhalen, zijn hier mede aan wezig. Eenvoudige mijnwerkerslampen, voorzien van een slot, dat alleen de op zichter kan openen om te voorkomen dat de mijnwerker de vlam ontbloot, zijn hier voorhanden, evenals hoefijzers, die met caoutchouc worden gevuld om de paarden bij gladheid voor uitglijden te behoeden en die dus het beslaan met scherp onnoodig maken. Verbindingen van ijzer voor steigers vervangen de minder veilige verbindingen met touwen. In artikelen van asbestos, eene onbrand bare zelfstandigheid, is de heer de Voogt ruim gesorteerd. Naast zijne expositie treft men aan een zeer vernuftige vinding „Victoria- ventilator" geheeten, tot ventilatie en luchtverversching van alle denkbare lo kalen alsmede ter voorkoming dat de atmosfeer rondom fabrieken door rook, roet of walm walm wordt bezwangerd. Het is van het technisch bureau des heeren Rudolf Jacobi, vertegenwoordiger te Amsterdam van de Deutsche Wasser- werks-Gesellschaft te Höchst a/R. Een waterstraal wordt door een toestelletje in drieën verdeeld, welke stralen elkander onder eon hoek in óén punt ontmoeten en daardoor volkomen verstuiven; de waterdamp, aldus kunst matig verkregen, wordt in de atmosfeer verspreid en strekt dan tot luchtbevoch- tiging, dat bij sommige industrieën zeer gewenscht is, met name in wolspinne rijen. Hetzelfde beginsel dient voor de luchtverversching. Het verstuivingstoe stelletje wordt in een wijde hevelvor- mige buis aangebracht, drukt daarin de lucht naar beneden, die, van boven onop- houdelyk toestroomende, den fijnen regen moet passeeren en dus volkomen gezui verd wordt. Men kan dezen toestel op een gewone waterleiding toepassen. Zeer de aandacht trekt de inzending van de firma Becht en Dyserinck te Amsterdam, zijnde een zelfwerkend licht- toestel voor schipbreukelingen. Deze toe stel dient den drenkeling wanneer hy het geluk heeft een reddingboei te grijpen en daarop ronddrijft en zijn roepen niet wordt gehoord. Hij behoeft dan slechts een fleschje te openen, dat door een ket tinkje aan den reddinggordel ia beves tigd om terstond een vlam te ontwikke len, die op groote afstanden kan worden waargenomen. De Holl. IJzeren Spw. maatschappy is vertegenwoordigd door de inzending van hare seininrichtingen en van het Naar het franschvan Adolphe Belot en Jules Dautin. 20/ EERSTE GEDEELTE. HOOFDSTUK VII. Doortrapte schelmen. „Weet gij, vanwaar ik kom? Van La Villette. Ik heb uw fa briek gezien. En weet gy wat er op stond? Ijzer- en Staal- gietery...." „Dat is onmogelijk!" zeide Lentague teleurgesteld. „Dat is eene vergissing. Ik zal spoedig de noodige bevelen geven." „Maar tracht mij geen leugens op de mouw te spelden!" riep ik uit, buiten mijzelf. „Zeg, dat de bestemming der fabriek is ver anderd en dat er weldra met de exploitatie een begin zal worden gemaakt...." Leonce viel mij in de rede en zeide op koelen toon: „Neen, mijn beate Causson, er zal met de exploitatie geen be gin worden gemaakt; zij is geëindigd!" Zich vervolgens tot Lentague wendende: „Gij ziet, er is niets moer aan te doen, hij wil niet meer bijten." „Ha, schurkenriep ik uit. En buiten myzelf van woede, wierp ik my op Leonce; ik zou hem waarschijnlijk gedood hebben, ik was als razend. Lentague kwam hem evenwel te hulp; met hen beiden hadden zij mij wel dra overmeesterd. Ik spartelde tegen met alle kracht, die in my was^ ik sloeg en trapte en braakte mei half verstikte stem ver- wenschiugen over hem uit. „Wees kalm!" zeide Léonce; „ik moet bekennen, dat de pil wel bitter is, maar waartoe is het noodig, dat gij u zoo opwindt? Wees kalm, wat drommel!" „Neenriep ik uit, „gij hebt mij onteerd; ik ben verloren en wil mij wreken!" De slag, die mij had getrofien, was evenwel te hevig. Deze toestand van opwinding duurde niet lang; ik voelde mijn bloed tot voor mijn keel komen, het steeg naar mijne hersens; mijne gedachten verwarden zich. Ik viel bewusteloos in de armen van deze schurken. Aldus bleef ik ongeveer een half uur liggen. Toen ik weer tot mijn bewustzijn kwam, lag ik op den vloer uitgestrekt, alleen, terwijl de deur van het kabinet was gesloten. Ik had eenige se conden noodig, om mijne gedachten te verzamelen; toen stond mij mijn toestand weer helder voor den geest en ik stond haastig op. De woede, die mij bijna had verstikt, maakte zich eensklaps weer van mij meester; ik stiet vervloekingen uit tegen de schavuiten, die my hadden uitgeplukt. En nu laten zij mij bewusteloos, hulpeloos achter.... Waar zijn zij Ik liep naar de deur en opende die; niemand op de trap. Ik keerde weer naar het kabinet terug. „Die Lentague is evenmin makelaar in effeeten als ik," riep ik uit; „hij is een bedrieger, een schurk, anders niets." Ik doorsnuffelde de papieren, welke op de schrijftafel lagen; op de nieuwe dekplaten stonden allerlei hoogdravende namen en titels geschreven en daaronder lag een hoop oude papieren, bij het pond gekocht, nu goed voor den kruidenier. Ik opende de laden, zij waren leeg, met uitzondering van twee of drie met hooi en vodden volgepropt. In mijne woede scheurde ik alles in stukken en wierp alles op den grond, wat onder mijn bereik kwam. Op het gerucht, dat ik maakte, kwam weldra de portier van het huis toesnellen. „Wat gebeurt hier?" vroeg hij. Zonder hem te antwoorden zette ik mijn vernielingswerk voort. Hij snelde op mij toe en greep mij bij den arm. „Hoe! gij durft dat doenj?!" riep hij uit; „de papieren van den heer Lentague!" „Wat, spreekt gij van den heer Lentague.... een schavuit, een schelm!" „Gij zijt een schelm. Waarom zijt gij hier binnengedrongen en vernielt gij alles? Ik zal de politie roepen." Hij snelde naar het venster en begon om hulp te roepen. Men zou mij gevangen nemen en mij voor het gerecht slepen, alwaar ik mijn naam en beroep zou moeten opgeven; men zou mij ondervragen en dan zou spoedig alles worden ontdekt.... Ik was verlorenReeds werden alle ramen van het huis opengescho-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1