öc m Het wedden is bij de hard- draverijen en wedrennen te Parijs zoo reusachtig toegenomen, dat de regee ring het noodig heeft geacht de wed- bureaux en de zoogenaamde //bookma kers" de uitoefening van hun bedryf te ontzeggen. Sommige hunner hebben nu een proces tegen de overheid aange vangen. In het jaar 1888 alleen, zijn er by de wedrennen te Auteuil weddingschap pen aangegaan voor een totaal bedrag van 150 millioen francs. Beperking derhalve niet onaoodig. T y d e n 8 de schiet oefeningen van de artillerie der landweer te Swine miinde is Woensdag eea granaat ont ploft, terwijl een kanon met het projec tiel geladen werd. Een soldaat is gedood en drie zija zwaar gewond. Vier werden licht gekwetst. Een kolenmijn bij Durban in Pennsylvanië is het tooneel geweest van een vroeselijke ramp. Veertig arbei ders zijn door eene gas-ontploffing om het leven gekomen. De oorzaak ia voor alsnog onbekend. Telegrammen. BUENOS-AIRES, 20 Juni. {Reuter.) Gisteren is hier een buitengewone mi nisterraad gehouden, naar aanleiding van den verontrusteuden politieken toestand iu de provincie Rio. SOFIA, 20 J\xm.{Reuter.) Het hof van appèl is begonnen met de behandeling van het proces tegen majoor Panitza en zijn mede-veroordeelden De veroordeel den verlangen, dat zij terecht zullen staan voor een gewone rechtbank. De officier van justitie handhaafde voor Panitza zyn eisch (de doodstrafen eischt voor Kalobkofi Jea Rus) een ver oordeeling tot levenslange gevangenis straf. Wetgevende Ma.ch.fc. TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag 19 Juni. Aan de orde was heden de interpel latie van den heer Rooseboom, naar aan leiding van het bekend adres van den heer Henri Tindal, nopens een //even tueel bombardement van 's-Gravenhage." De heer Rooseboom stelde op den voor grond, dat de dekking onzer mobilisatie een hoogst gewichtig punt is. Reeds vroeger had hij er op gewezen, dat voor die dekking alles moet worden gedaan I z. i. zal daartoe het best zijn de oprich ting van een corps vrij willigers. Wat de kwestie van eea eventueel bombarde ment van 's-Gravenhage betreft, meent hij, dat er alle reden bestaat om die zaak in het openbaar te bespreken. Volgens den heer Tindal zou het volkenrecht een bombardement niet ver bieden. Hij gaat daarbij af op een aan tal door hem geraadpleegde buitenland- sehe autoriteiten. Spr. meeat, dat de heer Tindai beter hadde gedaan, een beroep te doen op de deskundigen hier te lande, ook omdat zija alarmkreten niet anders dan ontmoedigend kunnen werken op de natie. Wat nu de eaak zelve betreft, spr. is het geenszins met den heer Tindal eens, dat het zoo-volkomen vaststaat, dat het volkenrecht een bombardement van den Haag toelaat. Een beroep op civiele autoriteiten ware hier z. i. beter ge weest, dan op militaire autoriteiten. Doch dit daargelatenzouvolgens den heer Tindal, een borbardement ge oorloofd zijn, wanneer onze troepen zich zouden verzetten tegen de vestiging van eene vijandelijke iandingsdivisie. Zeker i zou dit waar zijn, maar men vergete I toch niet, dat de vijand op den aanzien- lijken afstand, waarop hij zich bevindt, niet kan zien of er troepen gereed staan om zyne landingsdivisie tegen te houden. En zoolang hij daarvan geen zekerheid heeft, zal het hem zeker niet geoorloofd zijn een open stad als den Haag te beschieten. Spr. heeft overigens nagegaan wat vroeger geschreven is door een der auto riteiten, door den heer Tindal geraad pleegd, o. a. de heer Rolin-Jacquemin, de bekende oud-minister van Binnen- landscke Zaken in België, in wiens ge schriften hij geheel iets anders gevonden heeft dan de heer Tindal thans voorop stelt. Vooral de heer Rolin heeft steeds doen uitkomen, dat bij een bombardement alles aankomt op de viaag of men te doen heeft met eene versterkte of een opeu stad, en of een bombardement ge wettigd is door het belang van den vij and om het doal van den oorlog te be reiken. Een onverwacht bombardement is ook niet denkbaar, omdat het dan zou plaats hebben op een ©ogenblik, dat alle vertegenwoordigers van vreemde mogend heden, en dus ook die van de vijandelijke mogendheid, nog in den Haag aanwezig zuudea zijn. Het enkele feit, dat onze geschutgieterij zich te 's Graveahage be vindt, kan ook geen voldoende reden zijn voor een bombardement. Doch spr. moest toegeven, dat verplaatsing in elk geval wenschelijk ware. Spr. bestreed voorts de meening van den heer Tindal, dat het volkenrecht een conventioneel recht zou wezen, waarbij hij zieh ten onrechte had beroepen op generaal Den Beer Poortugael. Trouwens, van een bombardement zou spr. onmogelijk die vreeselijke gevolge® kunnen zien, die de heer Tiadal er van vreest. Met het oog op onze defensie zou het ongetwijfeld wenschelijk zijn, dat de zetel van ons krygsbestuur naar Am sterdam werd verplaatst, doch redenen vaa historischen aard verzetten zieh daar tegen. De technische gevolgen van een mo gelijk bombardement van den Haag wil spr. laten rusten; zij zijn reeds met veel zaakkennis besproken in de algemees be kende brochure van kolonel Eland, ten vorigen jare verschenen. Bovendien, al zal door een bombardement in den Haag eenige schade worden aangericht, er zal daardoor nog geen nadeel worden berok kend aan ons defensiestelsel, waar het hier het meest sp aankomt. Veel bedenkelijker dan de gevolgen van een bombardement acht spr. het verzuim om onze levende strijdkrachten te versterken. Ten slotte verklaarde hij er hoogen prijs op te stellen, als do Regeeriug, ter geruststelling der natie, deze vragen zou willen beantwoordenlo. kan zij zich over het algemeen vereenigen met spre kers beschouwing over de vraag of een bombardement van de residentie in oor logstijd al of niet in strijd ri met het volkenrecht2o. zou eene beschieting van de residentie door een vijandelijke oor logsvloot, die bedenkelijke gevolgen kun nen hebben, dat het raadzaam ware den zetel der Regeering in vredestijd uit 's Gravenhage te verplaatsen De minister van Oorloggeneraal Ber- gausius, verklaarde namens de Regeering, dat zy in algemeenen zin volkomen in stemt met hetgeen nopens een mogelijk bombardement van den Haag door den iaterpellant in het midden is gebracht. Met die verklaring meent de Regeering, wat de volkenrechtelijke zijde der kwestie betreft, te kunnen volstaan. Het is hier toch minder de vraag hoe of de Regee ring over een bombardement denkt, dan wel of de oventueele vijand zich naar die inzichten zul gedragen. Acht hij het in zyn belang, dan zal hij er toe over gaan. De mogelijkheid van een bombar dement bestond reeds voor 25 jaar. De minister had destijds als lid eener mili taire commissie dagelijks gelegenheid ge had om zich daarvan te overtuigen. De vraag is dus hoofdzakelijkwelk voordeel kan de vijand bij een bombardement hebben en welke kunneu daarvan de nadoelen voor ons zijn? Ten opzichte van de tweede vraag, meent de Regee ring, dat de gevolgen nimmer van dien aard kunnen zijn, dat het reeds in vre destijd noodzakelijk zou wezen om den zetel der Regeering te verplaatsen. Wat betreft de eerste vraag uit de mogelijk heid van een bombardement vloeit vol strekt niet voort, dat het zal kunnen plaats hebben op elk oogenblik, dat de vijand het wenscht. De vijand zal ook niet zoo heel dicht de kust kunnen na deren, maar al ware dit het geval, dan zouden, ook uit een artilleriatisch oog punt, de resultaten van een bombarde ment voor den vijand vermoedelijk zeer gering zyn. Natuurlijk zou een bombardemeot in de residentie schade aanrichten, maar zeker niet in die mate, dat daardoor een paniek zou kunnen ontstaan, noodlottig voor 's lands defensie. Evenmin zou de mobilisatie van oqs leger er door kunnen worden belet, ook niet van het garnizoen te 's-Graveuhage. De minister herinnert daarbij aan Straatsburg (in den oorlog van '70), aan Willemstad in 1793, aan Sluis in 1794. Hoewel fel bescheten, wisten die steden zieh toch geruimen tijd staande te houden. Vrees behoeft men in den Haag dus niet te koesteren, ook omdat het een ruim gebouwde stad is en van goede bluschmiddelen voorzien. Overigens is het niet alleen onwaar schijnlijk, maar ondenkbaar, dat reeds een paar uren na de oorlogsverklaring een vloot voor Scheveningen zou kun nen zijn. Bovendien zou een bombar dement zonder eenige sommatie, stellig in strijd zijn met het volkenrecht. Nog verklaarde de minister, dat de mobili satie binnen twee uur na de oorlogsver klaring zal kunnen geschieden. De heer Schimmelpenninck van der Oye sloot zieti aan bij de beschouwingen des ministers. De heer Domein Nieuwenhuis meende, dat de Kamer zich niet van de zaak mocht afmaken met eene dankbetuiging aan de Regeering voor de door haar ge geven inlichtingen. Het vertrouwen des volks in onze defensie was reeds zeer geschokt, en het zal, door op die wijze te handeleD, zeker niet worden hersteld. Nu de interpellatie van den heer Roo seboom zich uitsluitend had bepaald tot de kwestie van een mogelijk bombarde ment van den Haag, wenschte hij der Kamer verlof te vragen om, naar aau- leiding vaa het adros-Tindal, eenige vra gen te richten tot de Regeering omtrent de verdedigbaarheid van ons land. Hij zal die vragen zoo scherp mogelijk stel len, opdat de Regeering eenvoudig ont kennend of bevestigend hebbe te ant woorden. Spr. verdedigde verder de koudiDg van den heer Tindal, ook diens optreden naar buiten. Op het verzoek van den Voorzitter om den aard zijner interpellatie eenigo- zins nader aan te duiden, formuleerde de heer Nieuwenhuis haar aldus: het stellen van eenige vragen aan de Regeering om trent de concentratie en mobilisatie onzer troepen in tijd van oorlog. De heer Seyffardt had bezwaar tegen deze interpellatie, omdat hij de openbare bespreking van onze mobilisatie voor de Regeering onmogelijk achtte en ook niet in 'a lands belang. Men zou haar dus in comité-generaal moeten behandelen, en zelfs dan nog acht hij het onmogelijk, dat de Regeering al de bizouderiieden zou kuunea mededeelen. De heer van Vlijmen vereenigcle zich met die beschouwing, maar wenschte er nog op te wijzen, dat aan ieder de ge legenheid openstaat om zich door lezing van het officieel voorschrift omtrent onze mobilisatie op de hoogte te stellen. Ook op dien grond achtte hij de interpellatie onnoodig. De heer Lieftinck begrijpt niet waar om de heer Domeia Nieuwenhuia zijne interpellatie niet zou mogen doen, uu de laatste spreker hoeft gezegd, dat onze mobilisatie toch een publiek geheim is. De heer Goeman Borgesius verklaarde zich eveneens voor het toestaan der in terpellatie, omdat er geen bezwaar tegen kan zijn om de Regeering te vragen of de bestaande voorschriften aanvulling be hoeven. De heer Seyffardt verklaarde daarop tegen eene interpellatie in dien zin ook geen bezwaar te hebben. De heer Zaayer vond het geraden om den min. van Oorlog eerst te vragen of hij, met het oog op 's lands belaBg, tegen eene dergelijke interpellatie is. De heer Seret had geeu bezwaar tegen do inter pellatie zelve, voor zoover zij betreft onze mobilisatie, waaromtrent de voor schriften bekend ziju, maar wel om in lichtingen te laten vragen nopens de concentratie. De heer Domela Nieuwenhuis merkte op, dat de heer Seyffardt te voorbarig was geweest, daar hij de door hem te stellen vragea nog niet eens kende. De heer Mees wilde, vóór zijne stem uit te brengen, die te stellen vragen kennen. Daartegen had de heer Niemoen- huis bezwaar, omdat dan feitelijk nu reeds de interpellatie aan de orde zou komen. Ten slotte werd het verzoek van den heer Domela Nieuwenhuis in stemming gebracht. Het werd verworpen met 39 tegen 29 stemmen. De beraadslagingen over de interpel- latie-Rooseboom werden daarop hervat. De neer Lieftinck achtte de inlichtin gen vaa den heer Rooseboom en den minister niet voldoende, niet genoeg ge ruststellend voor de natie. Ook wa3 niet aangetoond, dat het overbrengen van de geschutgieterij en van het departement van Oorlog inderdaad niet noodzakelijk zou wezen. Na eene korte discussie tus- schen de heeren Rooseboom, Domela Nieu wen/tuis en Schepelwelke laatste meende, dat men van den Haag niet kon spreken als van een open plaats in den gewo nen ziu, eende de heer Goeman Bor gesius te moeten constateeren, dat het thans gevoerd debat volstrekt niet het geschokt vertrouwen in den lande zou herstellen. De minister van Oorlog herhaalde zijn© geruststellende verzekeringen omtrent de gevolgen van een eventueel bombarde ment van do residentie en verzekerde nogmaals, dat verplaatsing van den zetel van het krijgsbestuur in vredestijd niet noodzakelijk is. De interpellatie werd daarop gesloten, onder dankbetuiging aan de Reg. voor de gegeven inlichtingen, en de zitting vervolgens opgeheven. Aanstaanden Dinsdag komt de Kamer in de sectiën bijeen ter behandeling van eenige kleinere wetsontwerpen en dat betreffende de o vereen komst met den heer David Groll in zake de vestiging van een reparatiehaven met dokgelegen heid te Tandjong Priok. Per telegraaf. Zitting van Vrijdag 20 Juni. Heden kwam in behandeling de wet tot opleiding tot den officiersrang. De heer Van Vlijmen, toejuichende de afscheiding van het vak en voorberei dend militair onderwijs, wenschte dat de cadetten den tijd van hunne eerste de tacheering zouden doorbrengen aan de militaire school te Haarlem in het be lang van hunne practische opleiding en hunne aanraking met den soldaat, zoodat zy in den sergeants-graad op de acade mie zouden komen. De heer Seyffardt had tegen het voor stel dit dat 't de militaire kostscholen te veel op den voorgrond brengt en de opleiding aan de Ac. te geringe waar borgen biedt voor handhaving der krijgs tucht. Hij bestreed te booge wiskundige eischen en hecht meer waarde aan een practische en krijgskundige opleiding der officieren van de hoofd wapens. De heer Seret wilde een verdeeling van het Academie-leerplan over 2 jaren en behoud der militaire scholen te Haar lem en Delft. De heer Rooseboom ging in hoofdzaak met de regeling mede en de heer Zaaijer verlangde geheele aansluiting van het middelbaar onderwijs aan het toelatings examen voor de Academie met het oog op de gunstige resultaten der militaire scholen. Dinsdag voortzetting. I lY G E10 E) E i\'. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet aatisprakelijk.) Mijnheer de Redacteur In uw blad No. 2135, heden avond verschenen, lees ik tot mijne groote ver wondering, dat uw verslaggever van do tentoonstelling tot bevordering van veilig heid en gezondheid in fabrieken en werk plaatsen, mededeelt dat de Ned. Veree- niging tot Afschaffing van sterken drank exposeert op die tentoonstelling. Dit is onjuist. De //Volksbond", Vereeniging tegen Drankmisbruik, ontving eene uitnoodi- ging van het tentoonstellingscomité en heeft aan die uitnoodigiog voldaan door inzending van lo. de geschriften van den bond. 2o. graphiscbe voorstellingen omtrent het gebruik van alcoholische dranken, van de veroordeelingen wegens openbare dronkenschap eDz. enz. 3o. geschrifte:), teekeningen enz., welke in het buitenland (Duitschland en Groot Brittanje) werden uitgegeven. 4o. gravures door den bond uitge geven. 5o. voorwerpen welke een denkbeeld kunnen geven van het, onder medewer king van den bond, ingevoerd handwerks- ondervvijs. De inzending, waarvoor een afzonder lijke kiosk werd gebouwd, is opgeluis terd door een ontwerp van een herstel lingsoord voor dronkaards, ingezonden door den architect-ingenieur J. A. G. van dor Steur. Daar de kiosk duidelijk den naam draagt van den /Volksbond", is de ver gissing van uw verslaggever nog al groot. Hoogachtend, Uw dienstvaardige A. van der VOORT Azn. Haarlem, 19 Juni 1890. AMSTERDAM, 20:Juni 1890. Prijscourant der Effecten van do Amsterdam soil© fieum stoqmvaartberichts-k. Het stoomschip Conrad arriveerde 19 Juni van Amsterdam te Batavia. Het stoomschip Zeelandkapt. Krom- Prolongatie 3 pCt Vorige Laag- Hoog dag. ate. 8to fcdsrland. pCt. 0«rt.N. W.Soh. 8l/j dito dito 3 dito dito 8 a/2 Oblig. dito 8 l/s Q. Amort. Synd. 81/. België. Oblig. 3l/s dito dito S'/s Song. Ob. L. 186'/. 5 Iito do. papier. 5 iito Qoadloening. E iito dito 18S1 4 Italië. Ob. 1801/31. 5 iito C. Lam.&Bouw. 5 Oost. O. i. p. M./N. 5 do. in Zilv.Jan./Jnli 5 dito dito Apr./üct. 5 dito dito in Goud 4 Rolen. Obl. 1844. 4 Port. Ob. BI.58*84. 8 dito dito 1889. 4,*/a AtwJ.Ob.H.l 798/15.5 Obl. London 1832. 2 Cert. las, 5e S.'54. 6 iito dito 6o '55. 5 Obl. 1864 Amst. iito 186-1. Lond. dito 1366 Amst, dito 1886 Lond. dito Oost. lo S. dito 2e Serie dito Se iL'72 gec. GO-lOOps,5 dt'7o gec. 50-100p8.5 dito 1S84 gec. 4 .'501el. lOOpB- 4Vs 2q.'60 2e 1. IQOpa. ilj2 $5 gec. 30-iÜOps. 4l/2 iito 1830 goconti. 4 Obl Leen. '67/09. 4 Gouél. 1838 6 82* 97* 97* - 102* 11)2 102* 102* 102* 102* 100%, 100* SS* I i I 85* - - S6 87* 88* - 88^ 75* 75/,, 75% 15% 75* 75* 18* - - 98 90* 90* 82%, 62 90* i04* 104* - 101» - - 71* - 73 101% 101* - 101* 100* 08* 69* 68 68* 191* 101* 101* 101* 102%10lf - 92* 91% 92* "1% 108* pOfc Obl. Goud). 1884. 6 Spanje. Porp. Sch. 4 dito Obl. B." 1876. 2 dito Biui. Am. Sein 4 io. do. Perpst. do. 4 Turkije. Gcpr. ObL 5 dito Bouane-Obl. 5 dito dito Gec. 1865. Obl. Gec. aorie D. dito dito Gee. ser. C. Egypte. Leon. 137G. 4 Spw. Leen. 1876. 5 Z.-Af. Rep. Ob.'75. Mexico. Goconv.. .5% dito oblig. Argt. Rep. 1S86/87- 5 SrasiSë.O.JA. '83.4% do. do. in Gd. '79. 4lJ.i dito dito 1838. 41/* dito dito 1389 4 Columbia. Obl. 43/^ Ecuador. Ob. 1855. 1 Peru. 1870 gareg. 6 dito dito 1872. 5 Uruguay Republ. 6 dito dito 6 Venezuela, ü'al. SI. 4 Vongo kaag- dag. ste. 101% ïojx 72% - 48 75 97% 87 Hoog ste. 19 19 97 101* 105 6 97* 86* 37* 19 19'/„ 1» 19% 96* - 91* - 90 88* 88* 81* 80* ■46* 4,5 24* 14% 14* 12% 12* 88* 88* !.S* 63 Amsterdam. Obl. 31/2 100% 100% ':-6rav. Lu. '86. 8% 100% Rotterdam, 188S. 8 lj% 100% Utrechi.Stvi. '86 81/* 100% iad. 8ï Fin. eadern. N.-Afr.H.-Y. 128 127% Am. Kyp.»b,Pbr. 4!/s 101% 101% Iito dito 4 100% 100% dito dito dito S1/, 99% Vorig» Laag- Hoa»? pCt. dug. sta. ste. t'ult.-Mij. TorstAnd. 5> dito dito Pref. dito 132 dito dito Winstaand. 13'% Holl. Hyp. Por. 4l/a 102 102 dito dito 4 101 101 - dito dito 8l/s Ned. Bank-Aand. 222 222 dito Hand.-M.ij 144% 144% dito Cert, van dito 143% 145 dito dito reac.. 5 l4v% Ié8%sl48% N.-I. Hr.nd.ij. a. 106 dito dito Oblig. 6 102 102 - dito dito dito 4 08% Landb. Mij. dito 6 107 Noord. H. Bk. Pbr. 4 100% Rott. Bank A. 123% Rofct. Hyp. Pbr. 41/,, 102 102 dito dito dito 4 101% - dito dito dito S'/j 99% - Duitschl. Fr. H.- B. 4 Rijksbank Aandeoi. 140% dito Cert. Adm.Amad. 185 Ruil. Pndb.R.-B. 4'/s 95% Spsotsegleeniagei Ned. Hoii. IJz. Aand. 155 dito iito 3 97 dito dito Oblig. 8% 100% 100% SxpL St.-Spw Aaud. 13) diïoLn.i8370bL3V, 100% Centr.-Spoorw. Aand. 34 Nsd. iaU. Spw Aand. 144% dito Rijn Vei*. Aand 117% 116% 116% dito dito dito dito IGU -=» doR.-Sj>. L 3l/a 100 dito dito L 100 3l/2 lüö iiito dito li/O. 6 111% dito Z.-Ai. Üpw.Ob. 5 104% 104% Rang. i'keiss Aand. 6 104 dito dito Jsma. 5 - Italië.tyL 1887/38 3 65% 55% 55% Viot. Èm. 1887/88 3 60 59% 60 V» £>iöü.Si»wra. 6 100% pCt. Zuid-ltalie dito 3 Ad. -iito «iito Obl. 3 dito «iito 2e Em. 3 iito do. löe Era. S Èiia. Sp.(Giaeia)Ad. 6 do. S. «cimidb. 5 fWtf*,\ïarx-Br. Ad. 4 \Varn.-<Voenen Aand. dito Actions de Jouis. dilo «üto ObL 5 PorAK.Tr.-AL'r.leH.S dito Port.Sp.-i»lts.4l/2 Etisl., Gr.S.-M. Ad. 5 iio. Act. do Jouiss. ditoGr.Sp.-M.Ofcl.47. dito dito 1861 4 dito dito 1838 4 dito dito dito. 3 Baltis. Sp. Aand. 8 Bre8t-Grajcwo ObL 5 iwang-Dombr. do.47s Jeicz-Griasi dito 5 k.-Obark.-Azov7 do. dito dito afgest. 4 Losowo-Sow. Obl. 5 Morseh-Sysrau AamL Meóx.-.f&rosi. ObL 5 üto Priorit. dito 5 MosKow-Harsk. da. 4 dito dito. 6 MaeKvSmol. dito 5 Oiel-Vitebak-Aaad. 5 dito dito dito 5 üto dito ObL 5 PclJ-'ïifii» dito 5 dito uito a Rïtuclik- WiasEia And. Trsnsc.3pw.ii. Obl. 3 Wiadikawkaa ObL 4 Zuid- Woat-Sp.Aand. 5 tin. da. do. da. 5 dito «töo ObL 4 Luag- «ioi/rf eta. ste. 1 59%,. 59%! V fJIJgO dag. 109% 78% - - 77/2 7ó% - - 90% - - 99 61 125% 125% 126% 153 100 92* 94* 121* «1* 98* 98* 91* 77* 64* 101* - - 95% 95* 96* Ti* I I 101% 35 103 66' 93 121* 121* 99* Z 90* 91 64* 64* 108^ 102* 192* 1S2J* 103* 103* 35 7S X',n/ 75 68* 90* 35 - 103 103* WIJ - 102* 102* 102* 1U8* 88% 891* 75 75* 89* 90* pCt. 2w«-*Éjb,Nw. Gt. O b. 5 Atch.-Tp.C. v. A üto Cent. Pac. And. iito dito Obl. 6 Cent. P.Cal.Or.ÜbL 5 iütaSer.B.1-5860 6 Ghes.Oli.Sont. leH. 6 Chic.cn Ati. C.v.Obi.6 a N.W.Pref. Ct.v.A. Cert, la Hyp. 7 Jowa MidL Obl. 8 Mad. Bit. dito 7 Menominee do. 7 N.-W.Union do. 7 Win.St.-Peter do. 7 South. W. do. 7 Clav. Akron en Col. Donv.-llio-Gr. C. v.A. do. do. Pref'. Aand. do. do. Impro.Obl. 7 Des Moin.Fert leH. 4 Lto dito Ext. 4 Illinois Cc:i. v. A. dito Obl. in goud. 4 do. Leas L. St. Ct. 4 Louisv. Naskv. C.v.A. Miss. Kan.-Tex.Aand. dito «iito Cert v. dito dito dito Obl. 7 •iito dit9 Gort. Obl. 6 do.Ct.Ob.AL goc. H. 5 do. üu. P.S.-Br.Üb. 6 St. P. M. M.C.v.Ad. dito dito ObL 7 dito dito Gec. 6 dito dito 2e H. 6 Pitta. F. "vV. C.-.A.7 U. Pac. Hoofed. Aand. dito «iito C. v. dito dito dito Qbiig. 6 Brazilië, Spoorw. 4l/a Canadian Pao-, C.v.A. dito Ie Hyp. ObL 5 Vorigs kgfut; dag. ate 16* 16* 45% 45 34 3f% 108% 108% 106% 106% 102% 102% 107% - lOU'/w, 100 143 132 130 132% 132% 182% - 137% - 134 117% 116% 37% 87% 1? 116* I16* 85 85* 32* - U6* 116* 100* - Hoog ste. n* 34* 117 37* 17% 86* 87* 27 87* 4* 7 h mg - 86% 85% 73% 109% llz 112 112% lifi - 116 116 50 61% 65' 108: 88'A 82 8lf16 81 lil 64% 108% pCt. ProisieleeÉp. Nederl.,Stad Amat. 8 dito dito dito 8 dito Am. K.-M.C.v.A. dito Rotterdam 8 dito Gera.-Credict. 3 N.-H. Witte Kruis. A. dito Pal.v.Voiksv. '67 dito dito dito 1869 Belg., S. Antw.'87.2 lL dito Brussel '86. 2% Rong., Staatsl. 1870 Ungar. Hyp.-Bk. 4 Stuhlw. Spoorw. 4 Thoiss4 Italië, 11. Kr. Aand. Oostenr., Stl. 1854. 4 dito dito 1860. 5 dito dito 1804. Cred.-An8talt 1853. K.K.Oost.B.C.Aust. 3 Stad Weenen 1874. Pru».Obl.-L.'55. 3»/, Keul.-Mind. Spw. S1/- Rusl., Staatsl. '64. 5 dito 1366. 5 Servië, Staatslcca. 3 Spanis, S.Madr. '68. 8 Turkijs, SpoorwL S Zwitz. St. Genève. 8 Amer. P.K. 1-860,600 Vorige La?r- dag. jto. '-'007 ste. 109 108% 111% - - 108 108 106 104% - - 78% 127 2.4£* 90* SO* 120 78* - 90 90'/„ 103 109* 109 120" - 12 5* ISSg 158* 92* 123 160 - - 186 163* - Hf* 148* 74 53 52% I?8/» IK Cort.Ver.A.Spwf.leS. 92% dito dito 2e e 140% dito dito 3e 81% dito dito B. Gn. 73 Yg.A.Hyp.Spwf. Obl. 104% dito Cert. 2e Reeks 7o% Prov. Bahia (Braz.) 5 91% Pvov. Quebe«HCan.> 5 107 UNed.Trv.GdmMjjA. 8% «f» 10*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 3