NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Dinsdag1 24 Juni 1890.
No. 2138.
De Familie Causson.
it- Jaarg.&i&g'.
HAARLEM'S DAGBLAD
AB0HÏIME2TTS PRIJS:
Voor Haarlem per 3 maanden1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers-0,05.
Dit blad verechynt dagelyka, behalve op Zen- en Feestdagen.
BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. TelefoontnaeiEBseir 23J3.
A2VERTEHTIÈI:
Tan 15 regel» 50 Cents; iedere regel meer 10 cents
Groote letter» naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en conrantiets.
Direotoaren-UiSgovoM J, O. PEEB.EBOOM an 1. B. AVIS.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Genéraie de FuhliciU Etrangb-e O. L. DA O BB Co., JO li F. JONE8, SuccFariji 315is Fauhourf Noutmaeire.
Deze Premie leveren wij op
<le bekende voorwaarde, nog
tot Dinsdagavond af. Na dat
tijdstip kunnen wij in geen
geval meer exemplaren af
geven.
DE UITGEVERS.
S T A S N 1 E II IV S.
Haarlem, 23 Juni 1890.
VERGADERING van den Raad der ge
meente Haarlemop Woensdag 25 Juni
1890, des namiddags ten 1 ure.
De volgende stukken en punten zullen
aan de orde worden gesteld.
1. Mededeeling ingekomen stukken.
Miss. B. en W. uitslag inschrijvingen
geldleening. Procesverbaal kasopneming.
Verzoek ontslag als makelaar van roe
rende goederen van J. Romein Jz. Ver
slag koepokinenting 1873 1890. Goed
gekeurde besluiten. Afdruk rekest mr.
R. H. J. Gallandat Huet, aan den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken en dito
2e brief aan Z. M. den Koning. 2. Voor
stel B. en W. verkoop gedeelte grond
in de Jacobstraat, met advies comm. v.
fin. 3. Idem idem vaststelling vijfde sup-
plet. begrooting en Staten beschikking
onvoorz. uitgaven dienst 1889, met idem.
4. Idem idem aanbesteding verbouw Bur
gerschool. 5. Idem idem verhuring gron
den Leidscbe vaart, met idem. 6. Idem
idem tot vaststelling kohieren plaatsel.
directe belasting 1890. 7. Rapport comm.
fin. rekening 1889 burgelij k armbe
stuur. 8. Idem idem rekening 1889 Bar
bara Gasthuis. 9. Idem idem verplaat
sing brugwachtershuisje aan de Melk-
brug. 10. Idem idem op aanvrage om
concessie aanleg tram naar Zandvoort.
11. Idem idem Esschildersloot en Rus-
tenburgeraloot. 12. Verzoek van den heer
de Kanter om ontslag als lid der comm.
v. fin. en als commissaris der bank van
leening. 13. Voorstel B. en W. vaststel
ling verord. H. B. Scholen, met advies
meerderheid speeiale raadscommissie en
nota dr. C. G. von Reekennader voor
stel B. en W. en nader advies meerder
heid speciale raadscommissie. Advies
comm. van toez. middelb. onderw. en
daarop betrekkei. nota van dr. C. G.
von Reeken. 14. Idem idem verzekering
werklieden tegen ongelukken.
Het advies van Burgemeester en Wet
houders op het adres van de heeren
Heymans Zn. en Arnold de Jong te
Amsterdam en J. J. van Minden Jr.,
houdende verzoek om concessie voor een
stoomtram van en door de gemeente
Haarlem naar Zandvoort, luidt ongunstig.
Wèi begroeten B. en W. met inge
nomenheid elk nieuw middel van vervoer,
maar zij achten het te gevaarlijk een
stoomtram juist de drukste punten van
de stad te doen doorkruisen.
Evenwel zouden B. en W. eene aan
vrage toejuichen, strekkende tot het leg
gen van een lijn die, paardentram binnen
de gemeente, ten zuiden van de brug
van het Wilsonsplein zou kunnen over
gaan in een stroomtram.
Burgemeester en Wethouders stellen
dus aan den Raad voor om te besluiten
als volgt:
Aan adressanten te berichten dat over
wegende bezwaren bestaan om te treden
in het gedaan verzoek voor zoover be
treft het gebruik maken van stoom bin
nen het bebouwde gedeelte der gemeente,
doch dat de Raad gaarne bereid is om
behoudens nader te bepalen richting en
vast te stellen voorwaarden, concessie te
verleenen tot het aanleggen van een
paardentram.
Bij kon. besluit van 19 Juni jl. is
verplaatst de adjunct-controleur der di
recte belasting on van het kadaster, J.
G. ten Bokkelvan Zwolle naar
Haarlem.
Examen apothekersbediende te Breda,
20 en 21 Juni. Geslaagd o. a. de dames;
P. Groot, en H. A. Noët, alhier.
Men verzoekt ons te berichten, dat
een adres, uitgaande van eenige nering
doenden, sinds eenige dagen hier ter stede
circuleert in zake de concessie-aanvrage
van een stoomtramweg van Haarlem
door de stad naar Zandvoort en ten doel
hebbende den Raad te verzoeken op deze
aanvrage gunstig te beschikken en dat
gene te doen, waarbij een spoedige aan
leg verzekerd wordt.
Het bestuur van de sociëteit „de Kroon"
maakt ons opmerkzaam, dat ook deze
hare deuren gastvrij voor de deelnemers
aan het concours van //Zang en Vriend
schap" op 19 en 20 Juli e. k. zal open
stellen.
Dit was ons door onzen berichtgever
niet gemeld, wij haasten ons de omissie
thans te redresseeren.
Volgens achterstaande advertentie, zal
Vrijdag 27 Juni, in het lokaal //Felix
Favore", groote zaal, eene soirée worden
gegeven op het gebied van magie en
physiek, door den heer Louis Alcide, die
voor het eerst Haarlem bezoekt. Te oor-
deelen naar de verschillende recensie n
in het Dagblad van Zuid-HollandHet
VaderlandDe Delftsche OpmerkerHet
Dordrechtsch Nieuwsblad en vele andere
binnen- en buiteolandsche bladen //werkt"
de heer Alcide zeer verdienstelijk. Ook
wacht den bezoekers nog deze verrassing,
dat de toeren door den heer Alcide wor
den verklaard, zoodanig, dat ieder deze
zal kunnen namaken. Tevens zijn do
modellen der benoodigde apparaten kos
teloos zichtbaar. Ook wordt het binden
van een persoon op een stoel verklaard,
zoodanig, dat ieder zelf dezen toer kan
uitvoeren met een gewonen stoel en touw.
Onder de paarden van het garnizoen
alhier heerscht naar men ons mede
deelt eene besmettelijke aandoening
van het mondslijm, bekend onder den
naam van /Stomatitis pustulosa conta
giosa". Deze ziekte, ofschoon besmette
lijk, is van zeer goedaardig karakter.
Eene dienstbode, alhier woonachtig, die
Zondag voor plezier te 's-Hage vertoefde,
heeft aldaar in een speeltuin een been
gebroken en is ter verpleging in het
gasthuis opgenomen.
Zaterdagnacht 11. zijn door de politie
alhier aangehouden vier personen, allen
smidsknechts, die zich in eene tapperij
aan de Bakenessergracht hadden schuldig
gemaakt aan diefstal van een wekker
klokje en drie karaffen gevuld met ster
ken drank.
Aan twee zoons van den landbouwer
P. R., te Haarlemmermeer, overkwam
dezer dagen een ernstig ongeluk. Geze
ten op een kaaswagen in gezelschap hun
ner zusters, reden ze van Hoofddorp naar
huis, toen het paard op den Sloterweg
schichtig werd en zoo hevig begon te
slaan, dat van een der zoons het been
werd stuk geslagen en het been van den
anderen zwaar verwond werd. De meisjes
kwamen met den schrik vrij.
Zaterdag morgen is het stoomschip
Prins Frederik van Amsterdam naar Ba
tavia vertrokken. De ministers Mackay
en Havelaar hebben de reis tot IJmuiden
medegemaakt.
B IN Si N liN
Naar wij vernemen, z ij n de
legerwetten thans in zóóverre gereed,
dat de indiening bij de Tweede Kamer
eerstdaags kan worden tegemoet gezien.
{N. R. Ct.)
Wij lezen in de J. Gron. Ct.:
Met het einde van het loopend zit
tingjaar zal de Tweede Kamer een van
haar meest karakteristieke illustraties, een
van de meest besproken en bedreven ty
pes van de vergaderzaal verliezeD. Do
oude bode De Fooi, meer bekend onder
den naam van //Michel De Gedienstige,"
de soms met zijn maleische uitdrukkingen
aardige, trouwe en werkzame Michel gaat
henen. Na 23 jaren dienst wil de brave
rust nemen en zijn laatste levensjaren
genieten van het kleine pensioen, dat
hem wacht, en van den flinken spaar
pot, dien hij wist te maken door de deels
in Indië, deels hier te lande oververdiende
penningen. Die rust is hem gegund, maar
men zal Michel toch met spijt zien heen
gaan hij was een typiseh ornament der
kamerals hij met een diepe buiging en
een //morgen toe wanof „0w dienaar
excellentie!" een kamerlid of een mi
nister door de wijdgeopende groene tocht
deur liet, of de sprekers aan de linker
zijde hun glaasje spraakwater bracht,
postzegels aan de leden verkocht, boeken
haalde voor citaten, geld bracht op de
voor de heeren ontvangen //mandaten",
hij was altijd dezelfde luimige, goedhar
tige, vlugge dienaar die, bij een zekere
vergeeflijke familiariteit, toch steeds den
aan zijn superieuren verschuldigden eer
bied in 't oog hield. Men zal Miehei
missen, en vergeten wordt hij niet in
onze parlementaire historie-bladen.
In het Hdtel des Indes te
's Hage wordt een gezelschap uit de
Transvaal verwacht, bestaande uit een
viertal jongelieden, die hier te lande
hun studiën aan een universiteit zullen
volbrengen. Het zijn de jougeheeren M.
Malherbe, van Potchefstroom, J. Smit,
van Pretoria, A. Erasmus, van Lyden-
burg, en G. Mijnhart, van Pretoria. Het
gerucht wil, dat zij vergezeld zullen
worden door den heer Smit, lid van het
staatsbewind der Zuid-Afrikaansche re
publiek.
Men schrijft aan het TJtr.
Dgbl. uit 's Hage
Is het wel voldoende bekend welke
geheimzinnige hand jaarlijks op den Wa-
terloodag en op den verjaardag van wij
len koning Willem II aan diens stand
beeld een krans hecht?
Het is de hulde van een overledene,
die bij zijn leven gewoon was zelf dien
krans aan den voet van het standbeeld
te leggen en vóór zijn dood aan zijne
betrekkingen opdroeg, daarmede trouw
voort te gaan. De nu 79jarige weduwe
heeft ook dit jaar dien aangenamen last
volbracht.
De overledene was eenmaal hier een
populair man, een der echt-haagsche ty
pen Toon Tettrode. In de laatste jaren
van zijn leven had hij een boek-en mu
ziekwinkel, door hem «Museum Willem
II" genoemd, op den hoek van het Lange
Voorhout en het Vos-in-het-tuintje, waar
nu het Hötel des Indes staat. Tettrode,
die velerlei wederwaardigheden in zijn le
ven had doorgestaan, had persoonlijke
verplichting aan koning Willem II, wiens
menschlievendheid hij ruimschoots had
ondervonden. Van daar zijne dankbaar
heid, die voortduurt tot over het graf.
De engelsche bladen bewe
ren, dat de hollandsche soldaten bij
Waterloo «de soep kookten," maar
hunne makkers lieten vechten.
Nog zoo dom niet van die Hollan
ders
De duitsche bladen weten te vertel
len, dat Bliicher zeer ongunstig oor
deelde over de Hollanders.
Jammer van Blücher
En wij
Wel, wij zijn er nog altijd Ons
dunkt, dat zegt genoeg, 't Is moeilijk te
onderzoeken, wat Blücher al dan niet
gezegd heett, in den regel zweeg hij
meer dan hij sprak. En even moeilijk is
het te onderzoeken, wie de soep gekookt
heeft, die de soldaten van Wellington
hebben gegeten. Maar zonder eenig on
derzoek weten wij, dat er geen volk ge
weest is, dat zoo heeft blootgestaan aan
de geringschatting van vreemden, dan
juist het hollandsche, en nochtans
klein als het is tegenover dien
vreemde zoo kranig zyne onafhankelijk
heid heeft weten te bewaren.
Of dat nu van «'tsoep koken" komt,
dat weten wij niet; maar een feit is het.
De Engelschen, die zoo gaarne op ons
schimpen, vonden hoogstwaarschijnlijk
in hunne geschiedboeken eveneens ver
meld, dat de Hollanders bij Chattam
ook louter «soep gekookt" hebben.
Maar dat was dan toch een soepje,
waarbij hun de tranen langs de wangen
liepen. Van die soep koken wij er hun
gaarne nog een, even hartig
zegt het Nieuwsbl. v. Ned.
De londensche correspondent
van de N. R. C. meldt:
De Nederlanders in Londen vierden
21 Juni op waardige wijze het vijftig-
iarig ambtsjubileum van den nederlana-
schen gezant te Londen met een luis-
terlijk festyn in het «Hotel Metropole,"
onder voorzitterschap van den consul-
generaal jhr. May.
Onder de 125 aanzittende waren lord
Reay (baron Donald Mackay) en de
gewezen lord-mayor De Keyser, terwijl
Alma Tadema te elfder ure verzocht
zijne afwezigheid te verschoonen.
Na eene muzikale inleiding werden
dronken op koningin Victoria, koning
Willem III, alsook op de gezamenlijke
hollandsche koningsfamilie uitgebracht,
gevolgd door de engelsche en holland
sche volksliederen, solo en in koor
gezongeD.
Vervolgens kwamen vier dronken op
den jubilaris: door den heer Rozenraad
namens het Koning Willemfonds, door
ds. Adama van Seheltema namens de
FEUILLETON.
Naar het franschvan Adolphe Belot en Jules Dautin.
24)
EERSTE GEDEELTE.
HOOFDSTUK IX.
Het speelhol.
De toon, waarop ik deze woorden uitsprak, scheen Léonce vrees
aan te jagen; hij vreesde van mijn kant een onvoorzichtigheid,
hetzij in woorden of gebaren, die hem in gevaar zouden kunnen
brengen en hij wilde mij niet alleen aan mijn eigen gedachten
overlaten.
Alvorens zijne plaats in te nemen, zag ik, dat hij zich begaf
naar een van de dames, welke ook om de tafel zaten; hij wisselde
eenige woorden met haar. Deze vrouw, die mij tot dusverre steeds
den rug had toegewend en die ik dus nog niet in het gelaat had
kunnen zien, stond op en kwam naar mij toe. Ik herkende oogen-
blikkelyk Angélina Proutan en ik verbleekte.
uWat scheelt u?" zeide Léonce, aan wien niets ontsnapte.
«Maar.... deze dame...." stamelde ik.
«Kent gij deze dame?"
«Ja, het schijnt mij toe, alsof...."
«Ja, ik weet het," hernam hij, «gij zult elkaar op het bureau van
Maheurtier hebben gezien en nu vreest gij, dat zij aan uw directeur
zal vertellen, dat gij hier zyt geweest. Stel u gerust. Angélina is
bescheiden, als ik het haar verzoek."
Angélina knikte bevestigend met het hoofd en ging naast mij
zitten. Welke bevelen had Léonce haar gegeven? Ongetwijfeld
moest zij mij bezighouden en mijne aandacht van het spel afleiden,
mij wellicht verleiden, om mij nog verder te doen afdwalen. Hoe
het ook zij, Angélina, als eene gehoorzame slavin, spreidde voor
mij al hare gaven uit, vertoonde zich in al hare coquetterie en
geslepenheid en stelde alles in het werk, om mij te verblinden en
mijn hoofd op hol te brengen. Ik had het reeds dadelijk moeten
bemerken, dat men het er op had aangelegd, om mij in een roes
te breDgen. Welk een avond bracht ik daar door! Aan deneenen
kant deze schoone vrouw, schitterende van vernuft, verleidelijk
in alles, aan den anderen kant die speeltafel bedekt met goud en
bankpapier en deze tooverwoorden, voortdurend herhaald en nog
zoo onbekend voor mijbank.... ik zet honderd louis in.... ik
houd alles..,. Dan de welriekende geuren, die tot mij opstegen
en het knallen van de champagnekurken, daar sedert de aankomst
van Léonce deze wijn werd rondgediend. Moest ik weigeren
om, evenals de anderen, mee te drinken? Angélina nam mijnglas,
vulde het tot aan den rand, zette het tot aan haar lippen en gaf
het mij terug, terwijl zij met haar welluidende stem tot mij
zeide«Op ons beider gezondheidmijnheerwilt gij niet
drinken?"
Langzamerhand ging het aan de speeltafel steeds levendiger
toe. Léonce had reeds twee «mains" van zeven slagen gehad en
daarmee ongeveer tienduizend francs gewonnen. Nadat de kaarten
de geheele tafel rond gegaan waren, kwamen zij bij hem terug
en ik had gezien, dat Lentague achter hem was gaan staan, waar
hij hem ongetwyfeld weer een «portóe" had gegeven, zooals zy
dat in hunne taal noemden.
«Ik zet vijf louis," zeide Léonce.
Deze vijf louis werden oogenblikkelijk bedekt en door den
vicomte gewonnen.
«Ik zet tien louis," hernam hij.
«Daar zet ik tegen," antwoordde een van de spelers, de prins
van
Léonce keerde vijf kaarten om en hield toen op; er lagen vier
honderd francs voor hem.
«Bank!" zeide een stem aan het andere einde van de tafel.
«Neen, ik ga door," hernam de prins, «daartoe heb ik het
recht."
«Zeker, mijnheer," gaf de la Coudraye ten antwoord. «Haleen
refait.... Ziedaar, veertig louis."
«Daar zet ik tegen."
«Dat is nu zestienhonderd francs."
«Nog eens bank."
«Het spyt mij, prins, gij hebt verloren."
«Ziehier en ik zeg bank op twee en dertig honderd."
«Maar dat is dwaasheid 1" riep men van alle kanten, «om aldus
te spelen.